Eindelijk is het moment daar! Jullie kunnen hieronder een fragment uit mijn boek lezen. Benieuwd wat jullie er van vinden. Veel leesplezier.
Fragment 1
Als ik wakker word heb ik het koud. Het is donker. Ik zie niets meer. Ik voel een doek voor mijn ogen zitten. Ik ben geblinddoekt! Het is zo ontzettend koud hier. Ik kan me niet bewegen en ik kan haast niet meer slikken. Ik beweeg met mijn tong en voel een dikke prop in mijn mond zitten. Het lijkt wel een stuk stof. Dat verklaart waarom het slikken zo moeizaam gaat. Waar ben ik in hemelsnaam? Wat is er aan de hand? Mijn hart bonkt in mijn keel en heel diep van binnen bekruipt mij een angstig gevoel. Ik probeer me voor de geest te halen wat er is gebeurd, waarom ik ben waar ik nu ben, maar mijn geheugen laat me in de steek. Langzaam voel ik de tranen opkomen en achter mijn ogen prikken. Nog nooit in mijn leven ben ik zó bang geweest als nu.
Ineens hoor ik een geluid en ik luister er aandachtig naar. Het lijkt wel of ik in de verte een sleutel in een slot hoor. Ik probeer nog beter te luisteren. Ik heb mijn ogen wijd open en probeer te zien waar het geluid vandaan komt, maar realiseer me weer dat ik geblinddoekt ben. Is dit soms een stomme grap van Simon en Job? Die halen altijd van die geintjes uit. Nee, wacht, dat kan niet. Die zijn met de rest van de vrienden op vakantie gegaan. Samen met Sandra heb ik zo nog op het vliegveld afgezet. Ik hoor voetstappen. Het lijkt alsof ze van een trap af komen. Het klinkt allemaal ver weg. Ik draai mijn hoofd in de richting waar het geluid vandaan lijkt te komen. Mijn hoofd! Ik kan het bewegen! Snel check ik of de rest van mijn lijf ook in beweging kan komen. Niets. Ik zou zweren dat ik vastgebonden zit. Waar is dat nu weer voor nodig? De voetstappen komen dichterbij. Aan de voetstappen te horen, zijn het meerdere personen. Stap, stap, stap, stap… ik probeer de voetstappen te tellen, maar verder dan vier kom ik niet. Mijn hersenen lijken zich niet te kunnen inspannen om na te denken. Het bonkt alleen maar in mijn hoofd. Wat is dit? Waar ben ik? Langzaam begint de paniek toe te slaan. De voetstappen naderen. Ik hoor gemompel. Het zijn mannen stemmen. De voetstappen komen mijn kant op. Steeds dichterbij. Nog dichterbij. Stilte. Geen voetstappen meer. Waar zijn ze?