Aarzelend hangt mijn vinger boven de groene knop. Mijn hart bonkt in mijn keel en ik ben nog nooit zo zenuwachtig geweest als nu. Moet ik het doen? Ik sluit mijn ogen en adem diep in en uit. Nog een keer. Stel dat niemand ernaar kijkt of luistert, dat mensen het niet interesseert of dat ze het niet leuk vinden? Wat als… De twijfel slaat toe. Ik kijk naar mijn vinger, die nog steeds boven de groene knop zweeft. Mijn hand trilt een beetje. Het voelt alsof de lucht tussen mijn vingertoppen en het scherm van mijn telefoon zo dik is, dat ik enorm veel kracht moet zetten om enige beweging te kunnen realiseren. Weet ik zeker dat ik dit wil doen? Er suizen tientallen gedachten door mijn hoofd en ik sluit even mijn ogen in een poging mijn zenuwen tot bedaren te brengen. Vanuit het niets springt Luna boven op me en ik sper mijn ogen wijd open. Van schrik laat ik mijn telefoon vallen, maar het lukt me nog net om hem op te vangen voordat hij de grond raakt. Tijdens deze reddingsactie heb ik blijkbaar op de groene knop gedrukt, want als ik op mijn scherm kijk, staat er met grote letters in beeld GEPUBLICEERD. Shit! Ik wist het nog helemaal niet zeker!
‘Luna!’ schreeuw ik. ‘Jij gekke kat! Nu heb ik het gepubliceerd, maar ik was nog aan het twijfelen!’ Luna kijkt me met een scheef koppie aan. Het arme beestje heeft geen idee waar ik het over heb. ‘Sorry, ik wilde niet tegen je schreeuwen, maar ik schrok van je,’ zeg ik terwijl ik haar aai.
‘Er is geen weg meer terug, het is nu gepubliceerd. Het enige wat ik nog kan doen is afwachten.’ Luna drukt haar kop onder mijn handpalm en ik kriebel haar achter haar oortjes, dat vindt ze heerlijk.
Peter, mijn collega, had me de app aanbevolen toen hij ontdekte dat ik me ook met zingen en muziek maken bezighield. Zelf zingt hij af en toe op feestjes en partijen, vertelde hij me. Ik heb de app meteen gedownload en ben naar de wc gelopen om te kijken hoe alles werkte, maar het was iets ingewikkelder dan ik had verwacht. Zonder dat ik het door had, had ik een half uur op de wc doorgebracht. Blijkbaar was mijn baas naar me op zoek, want toen ik mijn kantoor binnen stapte met de telefoon nog in mijn handen, stond hij daar ineens.
‘Ah, Max! Daar ben je! Waar was je in hemelsnaam?’ vroeg hij lichtelijk geïrriteerd terwijl hij een blik op mijn telefoon wierp. Ik had het ding snel in mijn broekzak gestopt en zag vanuit een ooghoek dat Sasha gebaarde dat Meneer Grumpy – zijn bijnaam, omdat hij vaak nors en slecht gehumeurd is – in een slechte bui was.
‘Eh, ja, daar ben ik. Ik ehh…’
‘Je zou ongeveer een half uur geleden al bij mij op kantoor zijn voor de afhandeling van de Stones zaak, weet je wel?’ Meneer Grumpy had me doordringend aangekeken. Zijn wenkbrauwen waren gevormd in een soort ‘v’ en zijn mondhoeken waren strakgetrokken. Een blauwe ader op een van zijn slapen, vertelde me dat hij geïrriteerd was.
‘Nou, ik kreeg een belangrijk telefoontje, meneer,’ zei ik. Ik moest iets verzinnen, want ik wist dat hij meer wilde horen dan alleen dat. Ik moest een goede rede hebben.
‘Van… een tante van mijn moeder, haar man is… ze zijn erachter gekomen dat hij geen man is.’ O, ik had op dat moment zo veel dingen kunnen verzinnen. Zó veel! Ik had kunnen zeggen dat mijn zus – die ik overigens niet heb, maar dat weet mijn baas niet – lag te bevallen. Ik had kunnen zeggen dat mijn opa – die al twaalf jaar niet meer leeft, rust zacht opa – miljonair was geworden. Ik had desnoods kunnen zeggen dat ik met scheurbuik op de wc had gezeten. Alles was geloofwaardiger geweest dan dit. Ik zag hoe Sasha een hand voor haar gezicht sloeg en met haar hoofd schudde.
‘Oké. Interesseert me niet.’ Had mijn baas kortaf geantwoord en hij seinde dat ik hem moest volgen. Ik was met hem mee naar kantoor gelopen en ondanks dat ik maar aan die app bleef denken, was het me gelukt om een serieus gesprek over de afhandeling van de Stones aanvraag, voor het bouwen van een nieuwe bioscoop, te voeren met mijn baas. Nadat mijn werkdag erop zat, was ik als een gek naar huis gerent. Normaal gesproken loop ik naar mijn werk, maar ik wilde zo graag de app uit gaan proberen, vandaar dat ik iets meer haast had die dag. Eenmaal thuis gekomen had ik als een malle het avondeten in elkaar gemetseld. Zodra Lucy thuiskwam, schotelde ik haar het bord met eten voor, at zo snel als ik kon mijn bord leeg, gaf Lucy een kus en zei dat ik de rest van de avond druk bezig was met muziek en dat zij misschien een serie of zo kon gaan kijken. Ze knikte en voordat ze ook maar iets kon zeggen was ik al naar boven verdwenen, naar mijn muziekkamer.
Het is een hele gave app. Het is een soort karaoke-bar, waar de hele wereld naar toe kan gaan om te gaan zingen. Je kunt een gratis versie downloaden, maar die biedt niet zoveel mogelijkheden als de betaalde versie. Ik heb dus maar meteen de betaalde versie aangeschaft, aangezien ik waarschijnlijk veel gebruik ga maken van deze app. Heel veel! Ik kan zelf een liedje starten zodat andere mensen met me mee kunnen zingen, maar ik kan ook met iemand meezingen. Mensen kunnen je liedje ook liken. Erg leuk gemaakt, moet ik toegeven. Zo wordt de wereld toch een beetje een geheel door de muziek. Er zingen mensen uit Inda, Frankrijk, China, Taiwan, Nederland, Australië en ga zo maar door.
Ik heb denk ik drie keer mijn liedje opnieuw gezongen voordat ik tevreden genoeg was om het te posten. Mijn zangkunsten zijn wel oké, maar ik werd een beetje zenuwachtig van die camera. Niet dat ik per se een liedje moest zingen met beeld erbij, maar ik had ontdekt dat de meeste mensen dat wel deden en zeg nou zelf, het is ook leuk om eens te zien wie de mensen zijn achter de stemmen die je hoort, dus ik besloot mét camera te zingen. En ja, soms is het ook heel grappig om te zien hoe mensen er uitzien tijdens het zingen. Niet iedereen is natuurlijk zo’n knappe, jonge God met een geweldige stem, zoals ik. Dat weet ik en ik respecteer echt alle mensen die willen zingen, want zingen is leuk, maar sommige mensen… sommige mensen die kunnen écht niet zingen. Misschien lijden ze aan toon doofheid, dat zou natuurlijk kunnen, maar lieve help… af en toe vraag je je toch af of mensen wel eens naar zichzelf geluisterd hebben? Ik zou in elk geval nooit van mijn leven iets posten als ik wist dat ik zó zou klinken, maar goed, wie ben ik?
Ik heb dus een liedje ingezongen, maar twijfelde enorm of ik het ook echt moest posten, maar dankzij Luna heb ik dat nu dus gedaan. Toch ben ik op de een of andere manier vaak een beetje onzeker over mijn kunnen, terwijl ik best durf te zeggen dat ik aardig goed kan zingen. Het is gewoon een beetje vreemd om het plotseling met andere mensen te delen. Buiten Lucy, mijn familie en een aantal collega’s weet niemand dat ik zoveel met muziek bezig ben en dat ik zing. Ik ben met het plaatsten van dit liedje zeker uit mijn comfortzone getreden, maar het voelt wel goed, denk ik…
‘Kom je zo naar bed, schat?’ vraagt Lucy terwijl ze haar hoofd om het hoekje van de deur steekt.
‘Ja, ik kom er zo aan,’ zeg ik afwezig met mijn blik gericht op het scherm van mijn telefoon.
‘Is er iets?’ vraagt Lucy.
‘Kom een hier. Ik heb een nieuwe app ontdekt waar je liedjes kunt zingen, opnemen en publiceren. Luister eens,’ zeg ik en ik klop op mijn bovenbeen. Lucy gaat op mijn schoot zitten en luistert.
‘Dat is prachtig gezongen,’ zegt Lucy met een glimlach om haar mond als het liedje afgelopen is.
‘Vind je dat echt of zeg je dat zomaar?’ vraag ik een beetje argwanend.
‘Dat vind ik echt,’ zegt Lucy en ze drukt een kus op mijn voorhoofd. ‘Je weet toch dat ik altijd eerlijk ben.’
‘Ja, ik weet het. Het is alleen…’ ik zucht diep. ‘Er heeft nog niemand gereageerd. Ik heb geen reacties, geen hartjes, helemaal niets!’ zeg ik een beetje beteuterd.
‘Hoe lang staat het er al op?’
‘Eh, geen idee. Vijf of tien minuten?’ Lucy begint te lachen en staat op.
‘Max toch! Geef het even tijd. Kom, ga met me mee naar bed. Morgen moeten we allebei weer werken.’ Ik geef toe en loop achter Lucy aan, met mijn telefoon stevig in mijn hand geklemd.
‘Leg die telefoon nu toch eens weg!’ zegt Lucy tegen me als ik voor de derde keer sinds we in bed liggen mijn app opstart om te kijken of er al reacties zijn. Niets. Ik voel me een beetje bedroeft. Niemand wil me.
‘Nog steeds niets,’ zeg ik hardop.
‘Max, alsjeblieft. Het staat er net een paar minuten op. Bovendien ligt de halve wereld al te slapen, dus heb even geduld, schat. Wie weet heb je morgenvroeg wel een aantal reacties. Kom, leg dat ding weg en ga slapen,’ oppert Lucy. Ik zucht nog eens diep, scrol nog één keer door de app en geef me gewonnen. Ik druk de app weg, leg mijn telefoon op het nachtkastje en draai me om naar Lucy.
‘Vond je het echt mooi?’ vraag ik haar nog een keer.
‘Ja, ik vond het echt mooi. Je bent een geweldige zanger. Ooit, dan ben je bekend en dan denk je terug aan dit moment en lach je erom, ik weet het zeker,’ stelt Lucy me gerust. Lucy heeft de gave om datgene wat ze zegt zo oprecht te laten klinken, dat je dom zou zijn om er niet in te geloven. Daar komt nog bij dat ze alleen zegt dat iets goed is, als ze dat ook daadwerkelijk meent. Ze is niet iemand die constant complimentjes uitdeelt, maar als ze er een geeft, is het gemeend. Ik weet dus zeker – ondanks dat ik er zelf nog niet zo zeker van ben – dat Lucy de waarheid spreekt en dat ze het echt mooi gezongen vindt.
‘Slaap lekker, schat.’ Lucy drukt een kus op mijn lippen en draait zich daarna om.
‘Slaap lekker, lieverd.’ Ik aai even over haar haar en sluit dan mijn ogen. Ik hoor hoe Lucy’s ademhaling langzaam maar zeker zwaarder en zwaarder wordt en wacht tot ze in slaap is gevallen. Ik kijk naar mijn telefoon op het nachtkastje. Even twijfel ik of ik nog eens in de app zal kijken, maar de woorden die Lucy zojuist tegen me gezegd heeft, spoken door mijn hoofd en met veel moeite lukt het me om mijn telefoon te negeren. Toch kan ik niet slapen. Ik ben gewoon te opgewonden over het feit dat ik een liedje geplaatst heb in een app waar tienduizenden andere mensen mij kunnen zien en horen en daar, als ze willen, iets over kunnen zeggen. Ik draai mijn hoofd naar Lucy en zie haar contouren die afsteken tegen het zachte maanlicht dat naar binnen schijnt. Ze is zo mooi.