Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#2 EN/OF

Tijdens het ontbijt kijk ik verliefd naar Lucy. Voor geen goud zou ik haar kunnen missen.
‘Wat is er?’ vraagt ze als ze door heeft dat ik naar haar kijk.
‘Ik dacht terug aan vroeger.’
‘Waar dacht je aan?’
‘Gewoon, aan jou. Hoe alles in mijn leven zo op zijn plek is gevallen. De muziek, jij, ons huis…  Ik zing al zolang als ik me kan herinneren, ondanks dat ik nooit zangles gehad heb en toch kan ik het.’
‘Dat is ook de reden dat ik bij je ben, je stem. Van je looks moet je het niet hebben,’ grapt Lucy en ik werp haar een beledigde blik toe.
‘Geintje. Het is toch alleen maar mooi? Ik denk dat veel mensen jaloers op je zijn.’
‘Inclusief jij natuurlijk,’ grap ik.
‘Ja ja, ik weet dat ik totaal niet kan zingen, maar ik heb andere kwaliteiten. Ik kan bijvoorbeeld heel goed mensen de les lezen.’ Lucy zet een overdreven juffen stem op. Ik lach stop vervolgens een stuk boterham in mijn mond. Ze kan inderdaad goed lesgeven. Ze is een goede juf. De kinderen zijn dol op haar. Er verschijnt een glimlach om mijn mond.
‘Toen ik elke woensdag– met mijn kleine, rode rugzakje op mijn rug – naar muziekles ging, speelde jij waarschijnlijk uren lang juf met je knuffels.’ Lucy schiet in de lach.
‘Zeg, ik moet naar het werk. Vanavond ben ik bij een collega eten, dat weet je nog wel, toch?’ Twee vragende ogen kijken me aan. Helemaal vergeten. Dat wordt dus pizza vanavond!
‘Ja, natuurlijk weet ik dat.’ Ik sta op en geef Lucy een kus op haar voorhoofd. ‘Veel plezier op je werk, schat.’
‘Jij ook!’ Lucy staat op en pakt haar tas. Ik kijk haar even na totdat ze verdwijnt achter de deur, die met een zachte klik in het slot valt. Ik ga weer op de keukenstoel zitten en denk terug aan vroeger.

Toen ik ging studeren, heb ik heel lang verborgen gehouden dat ik kon zingen. Ik wist niet zo goed wat mijn vrienden ervan zouden vinden als ik ze het zou vertellen. Het was niet zozeer dat ik me schaamde, maar ik voelde me gewoon onzeker over mijn kwaliteiten. Welke jongen van die leeftijd heeft dat niet? Zelfs jongens die niet zingen hebben het moeilijk op die leeftijd. Daar komt nog bij dat ik niet echt geen populaire gast was op school. Ik was nog net geen nerd, absoluut niet stoer en erg verlegen en stil. Ik was min of meer onzichtbaar. Meisjes keken niet naar me om en jongens wilden niets met me te maken hebben. Behalve Dennis en Bas dan. Dankzij hen was school best wel leuk.
Ik ging op een avond samen met Dennis en Bas uit in een pub waar ook karaoke gezongen werd. We waren achttien. De sfeer was er fantastisch en aangezien mijn vrienden al aardig wat biertjes op hadden en niet erg serieus meer waren, durfde ik het erop te wagen. Als ik zou falen, zouden mijn vrienden – zodra ze weer nuchter waren – zich er waarschijnlijk niets meer van herinneren. Zelf was ik zo nuchter als het maar kon die avond. Waarom weet ik niet meer. Op een gegeven moment hoorde ik de eerste noten van een liedje dat ik kende. Een liedje dat ik vaker zong. Een liedje waarvan ik wist dat ik goed kon zingen. Ik stond op en besloot de gok te wagen. Terwijl ik naar het podium liep, keken mijn vrienden me verbaasd na, zag ik toen ik achterom keek. Die blikken vergeet ik nooit meer. Ik pakte de microfoon vast, sloot mijn ogen, haalde diep adem en ik zong. Ik zong My way van Frank Sinatra. Bij de eerste noten de er uit mijn mond kwamen, werd het plotseling erg stil in de rumoerige pub. Alle ogen waren op mij gericht. Ik voelde een soort vlinders in mijn buik fladderen en tegelijkertijd een beetje een misselijk gevoel van de zenuwen. Gelukkig verdween dat gevoel snel en maakte het plaats voor emotie. Ik voelde het liedje. Ik zag hoe mijn vrienden elkaar aanstootte en met open mond naar me zaten te kijken, alsof ik een zeehond was die een moeilijk kunstje liet zien. Mijn vrienden waren niet de enige en toen ik zag dat een aantal mensen het moeilijk hadden om het droog te houden, wist ik het. Het was geslaagd. Mijn missie om mensen niet alleen muziek te laten horen, maar ook te laten voelen, was geslaagd en het deed me heel erg goed. Hier was ik voor geboren! Nadat ik mijn laatste noten had gezongen en de muziek stopte, was het een paar seconden doodstil. Gespannen keek ik naar mijn publiek. Ik stond te trillen op mijn benen. Plots werd er gejuicht, geapplaudisseerd en gefloten. De hele pub was onder de indruk van mijn karaoke-performance.
‘We want more!’ riep er iemand in het publiek. Pas op dat moment besefte ik wat ik gedaan had en werd overvallen door al het enthousiasme van het publiek. Ik wist niet hoe ik me moest gedragen. Met een rood hoofd als een tomaat had ik mijn publiek bedankt en zette ik de microfoon met trillende handen terug in de standaard.
‘We want more!’ riep weer iemand toen ik het podium verliet.
‘Misschien straks,’ had ik geroepen, stijf van de adrenaline. Dit had ik niet verwacht. Ik nam weer plaats aan het tafeltje bij mijn vrienden, die plots zo nuchter waren als het maar kon. Althans zo leek het.
‘Holy shit!’ zei Dennis. ‘Max, jongen, ik wist niet dat jij kon zingen!’
‘En hoe!’ vervolgde Bas. ‘Daar moet je iets mee doen, kerel!’ Ik gebaarde alsof het niets was en wist niet zo goed wat ik moest zeggen of doen. Toch leken ze erg onder de indruk van mijn optreden.
‘Ach, ik hou gewoon van muziek en vooral van zingen, dat is alles.’ Dennis barstte in een lachbui uit.
‘Ik hou gewoon van muziek, zegt ‘ie! Ik meen het, kerel. Hier moet je echt iets mee doen!’
‘Ja, serieus! Je bent goed. Je had me te pakken vanaf de eerste noot en ik hou niet eens van dit soort muziek. Afschuwelijk vind ik dit, maar het raakte me Max, het raakte me echt!’ Bas was serieus
‘Dank je,’ zei ik een tikkeltje verlegen.
‘Max is de beste!’ riep Dennis luidkeels door de pub. Mensen reageerde.
‘Max is de beste!’ riepen een aantal andere mensen en ze klapte nog een keer. Ik voelde me een beetje ongemakkelijk met al die aandacht, maar was toch trots op mezelf, omdat ik dit gedaan had. Mijn eerste echte optreden voor publiek.
Een hele tijd lang zat ik met mijn vrienden te praten over mijn grote liefde voor muziek en zingen. Er klom een vrouw het podium op, die duidelijk een drankje te veel op had en begon mee te zingen met de karaoke versie van Madonna –  Like a virgin. Het klonk verschrikkelijk. Ik heb nóg pijn aan mijn oren, nu ik er weer aan denk. Het was afschuwelijk. Niemand zei wat, maar ik geloof dat iedereen wenste dat het liedje snel afgelopen zou zijn. Toen de vrouw klaar was met zingen, werd er door twee mensen geapplaudisseerd.
‘We want Max!’ riep iemand.
‘Max! Max! Max!’ het publiek begon te juichen. Ik keek een beetje verbaasd om me heen. Goh, ze wilde wel heel graag nog een liedje horen. Mijn vrienden moedigde me aan. Ik twijfelde even, maar stond uiteindelijk op. Het publiek begon te klappen terwijl ik naar het podium liep.
De eerste noten van ‘Hallelujah’ werden ingezet en ik begon. Wederom wist ik het publiek helemaal stil te krijgen. Vaak maak ik een liedje eigen door een aantal stukjes net even wat anders te zingen dan het origineel. Nadat ik de laatste noten had gezongen, zuchtte ik diep. Ik wilde dit moment even goed op me laten inwerken en sloot mijn ogen terwijl ik met beide handen de microfoon omklemde die ik in de standaard gezet had. Het publiek was laaiend enthousiast. Ze stopte niet meer met klappen. Ik opende mijn ogen en lachte het publiek toe, vechtend tegen de tranen van geluk die achter mijn ogen prikte.
‘Dank jullie wel! Dank jullie wel!’ zei ik met een grote glimlach om mijn mond, vechtend tegen de tranen die achter mijn ogen prikken. Ik zou niet laten zien dat dit me zo ontzettend veel raakte. Op het moment dat ik het podium af wilde lopen, kwam de barman me een drankje aanbieden.
‘Van het huis!’ zei de barman. ‘Je hebt talent! Daar moet je iets mee doen, kerel. Echt waar. Ik hoor veel mensen zingen, maar jij bent uniek. Ik hoop dat je nog eens terugkomt en ik hoop van harte dat je iets gaat doen met dit talent.’ Een beetje terughoudend lachte ik naar hem. Ik was niet gewend om zoveel positieve aandacht te krijgen. Ergens wist ik wel dat ik redelijk goed kon zingen, maar nog nooit durfde ik daar voor uit te komen, maar nu ik zoveel mensen zo enthousiast had gemaakt, was er iets in me losgekomen en terplekke, daar in die pub, had ik mezelf voorgenomen om meer tijd te gaan besteden aan zijn grootste liefde: zingen.
Toen ik terug naar Dennis en Bas wilde lopen, kwam de dronken vrouw – die zojuist het liedje van Madonna dusdanig verpest had zodat ik er waarschijnlijk nooit meer op een normale manier naar kan luisteren – met grote passen op me aflopen om me vervolgens te verrassen met een innige omhelzing. Die zag ik niet aankomen.
‘Oh Max, ik wil een baby van je! Trouw met me!’ zei de vrouw met een dubbele tongval. Ik had geschrokken naar Dennis en Bas gekeken, die in een deuk lagen. De vrouw liet niet meer los. Ik probeerde haar van me af te duwen, maar voor zo’n klein vrouwtje, was ze verrassend sterk en ze had zich aan me vastgeklemd, als een babyaapje bij haar moeder. De barman, die me zojuist een drankje aangeboden had, schoot me te hulp. Hij maakt de armen van de dronken vrouw los, maar zodra hij de ene arm los had en de andere wilde pakken, had ze zich alweer aan me vastgeklampt. Dennis en Bas kwamen niet meer bij van het lachen. Uiteindelijk lukte het me – samen met de barman – om de vrouw los te krijgen en ik liep gehaast naar mijn tafeltje. Ik had – als blijk van dank voor mijn bevrijding – naar de barman geknikt had. Dat specefieke moment was best wel angstaanjagend.
‘Kom Julia, je hebt genoeg gedronken voor vandaag,’ zei de barman. Julia gaf me nog een kushandje. ‘Kom morgen maar weer terug. Ik zal een taxi voor je bellen.’ Blijkbaar was Julia bekend in deze bar.  Ik ging aan ons tafeltje zitten en zuchtte eens diep. Wat was er zojuist gebeurd? Zei die vrouw nu echt dat ze een baby van me wilde? Ik schudde met zijn hoofd en dronk in één teug mijn glas leeg.
‘De vrouwen zijn nu al gek op je, Max!’ grapte Bas.
‘Eh, ja, maar dit was niet helemaal waar ik op gehoopt had…’ zeg ik en we moesten alle drie lachen.
‘Maar even serieus, je bent goed, echt goed. Misschien moet je eens een cd opnemen of zo?’ zei een van mijn vrienden.
‘Misschien kun je wel aan wat materiaal komen om iets op te nemen.’
‘Dat is niet nodig,’ had ik gezegd. ‘Ik heb thuis alles wat ik nodig heb om opnames te maken.’ Mijn vrienden hadden me aangestaard alsof ik iets in het Chinees had gezegd.
‘Oh, nou aan de slag dan!’ opperde ze uiteindelijk.

Die avond in de pub was het begin van de rest van mijn leven als muzikant. Die avond heeft mijn leven veranderd. Het heeft mij gemaakt tot de man wie ik nu ben. Stukken zelfverzekerder, minder verlegen, een prachtige vriendin, waarvan ik nooit had durven dromen dat ze op me zou vallen en niet te vergeten een leven vol muziek.

volgende –>