Het is inmiddels drie dagen geleden dat ik bij Tom ben ingetrokken. Vandaag ben ik voor het eerst weer aan het werk, maar ik kan niet zeggen dat ik er echt bij ben met mijn hoofd. De uren kruipen voorbij en ik krijg geen werk verzet. Lucy heeft me nog geen berichtje of iets gestuurd en dat maakt dat ik een tikkeltje gefrustreerd ben. Ze neemt in elk geval tijd genoeg om na te denken.
‘Max? Max?’ Ik kijk op naar de persoon naast me. Het is Sasha. ‘Gaat het wel met je?’ vraagt ze en ze legt bezorgd een hand op mijn schouder.
‘Ja, ja het gaat wel, denk ik.’ Ik wiebel even met mijn hoofd om mezelf wakker te schudden.
‘Denk je…?’ Sasha kijkt me vragend aan.
‘Ik weet het ook niet, Sas. Ik kan alleen maar aan Lucy denken en waarom het zo lang duurt voordat ze me iets laat horen. Ik heb geen idee hoe het met haar is.’
‘Ja, vervelend, maar ik denk dat ze de tijd gewoon nodig heeft. Voor haar is het ook moeilijk. Jij bent niet de enige die moet kiezen, heb je daar al eens aan gedacht?’ vraagt ze op rustige toon. Ik wrijf over mijn kin en laat de woorden die Sasha zojuist uitsprak tot me doordringen. Misschien heeft ze wel gelijk. Vrouwen ook… weten altijd alles beter.
‘Je hebt haar ook voor een moeilijke keuze gezet, namelijk kiezen om jou te steunen terwijl ze daar zelf niet helemaal achter staat, omdat ze niet de aandacht van je krijgt die ze graag wil hebben, of de relatie misschien wel beëindigen. Het is niet niks, Max.’ Ik kijk Sasha met grote ogen aan. Zo had ik er nog nooit over nagedacht. Ik heb telkens alleen aan mezelf gedacht, niet aan haar. Nou, wel aan haar natuurlijk, maar niet aan wat zij voor een keuze moet maken, daar heb ik domweg nooit bij stilgestaan. Wat stom van me! Ik voel me ineens enorm schuldig tegenover haar en er komt een vreemd gevoel in mijn maag opzetten. Ik word misselijk. Snel duw ik Sasha opzij, grijp naar de prullenbak onder mijn bureau en voel hoe het broodje en de koffie van vanmorgen mijn mond weer verlaten en kletterend in de prullenbak neerkomen. Sasha doet een stap naar achteren, maar wrijft meelevend over mijn rug.
‘Gaat het weer een beetje?’ vraagt ze als ik me hijgend achterover in mijn bureaustoel laat zakken.
‘Ja, het gaat wel, dank je. Ik werd even niet goed.’
‘Ik ga even een glaasje water voor je halen,’ zegt Sasha en ze loopt met grote passen weg.
‘Alles in orde, kerel?’ hoor ik achter mijn rug vandaan komen. ‘Ik kom niet bij je in de buurt, want je bracht me net al bijna aan het kotsen toen ik dat geluid hoorde, laat staan als ik het zie of ruik.’ Ik hoor de walging in Tom zijn stem en moet er – ondanks dat ik me niet zo lollig voel – om lachen.
‘Blijf jij maar veilig achter je bureau zitten,’ zeg ik.
‘Kijk eens hier, een glaasje water.’ Sasha reikt me het glas aan en ik spoel mijn mond.
‘Dank je Sas,’ ik geef haar een dankbare knik. Ik sta op en loop met mijn prullenbak onder mijn arm richting de wc’s. Vroeger kon mijn moeder mijn rotzooi altijd opruimen, tegenwoordig moet ik dit soort vervelende klussen zelf doen. Vroeger… vroeger waren dingen nog zo simpel… ik zucht. Ik had echt nooit eerder over deze hele situatie nagedacht vanuit Lucy’s perspectief. Wat stom van me. Wat ben ik Sasha dankbaar dat ze me dit heeft laten inzien. Niet dat ik zat te wachten op een lekker kots-partij op kantoor, maar ik zie het nu allemaal helderder.
Als ik mijn rommeltje opgeruimd heb, ga ik weer terug naar mijn plek. Daar ga ik zitten en staar naar het scherm voor me. In een soepele beweging stuur ik mijn hand naar mijn broekzak. haal mijn telefoon eruit en begin te typen.
Lucy, het spijt me van alles. Ik wil heel graag met je praten. Ik besef nu pas hoe moeilijk ik het je gemaakt heb. Het spijt me echt. Mag ik vanavond langskomen? We moeten nodig wat dingen bespreken, geloof ik.
Ik durf mijn berichtje niet af te sluiten met een kus. Het voelt een beetje vreemd in deze situatie. Hoe zeer ik Lucy ook mis, het zou een beetje vreemd staan nu.
Nadat ik mijn telefoon weer in mijn broekzak gestopt heb, probeer ik me te focussen op mijn werk. Tot mijn grote verbazing gaat dat redelijk goed voor het eerst vandaag. Ik ben nu al een dik half uur flink aan het doorwerken, maar mijn hart slaat een slag over en ik stop abrupt met typen als ik het geluid hoor dat aangeeft dat ik een berichtje binnen heb gekregen. Mijn hand reikt bliksemsnel naar mijn broekzak en ik pluk mijn telefoon eruit. Een bericht van Lucy. Ik staar naar de letters van Lucy’s naam op het scherm. Ik weet niet zeker of ik het berichtje wel wil lezen, bang om te zien dat ze niet met me wil praten. Toch wint mijn verlangen om het antwoord te weten het en ik open het berichtje.
Max. We moeten inderdaad serieus praten, zo kan het niet doorgaan. Ik ben vanavond om acht uur thuis. Tot dan.
Oké, dat is goed, ze wil praten. Gelukkig maar. Ik weet niet hoe lang ik deze radiostilte nog had kunnen volhouden. Ik besluit Sasha even te gaan bedanken, want zij is tenslotte degene die me in liet zien dat dit niet alleen mij betreft, maar ook Lucy.
‘Ze wil vanavond praten,’ open ik het gesprek en Sasha kijkt verrast op van haar computerscherm.
‘Oh, wat fijn!’
‘Maar ik moet jou bedanken Sas,’ zeg ik en ik glimlach naar haar.
‘Mij?’ ze kijkt me verbaasd aan.
‘Ja, jou!’
‘Hoezo?’
‘Jij liet me inzien dat ik niet de enigste ben die een keuze moet maken. Lucy staat voor een net zo’n groot dilemma als ik, maar dat was nooit echt tot me doorgedrongen, totdat hij het me straks vertelde, dus dankjewel hiervoor.’
‘Oh, dat is wel goed hoor!’ Sasha wuift met haar hand alsof het niets is, maar ik ben haar erg dankbaar. ‘Zorg jij nu maar gewoon dat jullie er samen uitkomen, wat de uitkomst ook moge zijn.’
‘Komt goed.’ Ik knipoog naar Sasha en loop terug naar mijn plek, waar ik de rest van mijn werkdag niet meer vandaan kom. Om klokslag vijf uur sluit ik mijn computer af en wacht ik tot Tom klaar is om met me mee te gaan. Aangezien ik bij hem in het appartement verblijf, ben ik vanmorgen met hem naar het werk gereden.
‘Ik kom eraan,’ zegt Tom terwijl hij zijn hand opsteekt. Geduldig wacht ik tot hij klaar is en we vertrekken samen naar huis.
‘Vind je het goed als ik meteen even in de douche spring? Ik eet daarna wel een hapje,’ zeg ik tegen Tom als we binnenkomen.
‘Prima, dan heb ik tijd om het eten klaar te maken.’
‘Ik had nooit gedacht dat je een echte kok zou zijn,’ zeg ik hem en ik meen het. Ik had het gewoon echt niet achter Tom gezocht. Waarom weet ik eigenlijk niet, maar het maakt me niet uit. Hij heeft me de afgelopen dagen van heerlijke gerechten voorzien, dus klagen doe ik zeker niet. Tom leek het leuk te vinden dat hij wat gezelschap had en kookte er op los. Het ene culinaire hoogstandje na het andere kwam langs. Van heerlijke soepen tot geweldige toetjes. Wat dat betreft had ik waarschijnlijk geen beter logeeradres kunnen treffen als dit. Alles is hier schoon en verzorgd en het eten is heerlijk. Het enigste minpuntje is het luchtbed. Het ligt, maar daar hebben we het ook mee gezegd. Eerlijk gezegd denk ik dat de bank waarschijnlijk comfortabeler ligt dan het luchtbed, maar uit beleefdheid heb ik dit niet tegen Tom gezegd. Hij doet zoveel moeite en is zo blij om eens wat leven in huis te hebben, dat ik het niet kan opbrengen om wat dan ook ergens over op te merken.
Als ik mijn hoofd onder de warme stralen van de douche steek, voel ik mijn lijf eindelijk een beetje ontspannen. Sinds het berichtje van Lucy heerst er een gespannen sfeertje in mijn lichaam. Alsof alle spieren net een heel klein beetje strakker zijn aangetrokken dan normaal en pas nu ontspannen die spieren zich een beetje. Het vreemde gevoel in mijn maag blijf ik houden, maar toch doet de warme douche me goed. Even geen gedachtes die door mijn hoofd spoken, alleen maar de warme stralen op mijn huid die zich over mijn lichaam naar beneden laten glijden. Het voelt heerlijk. Ode aan de persoon die de douche heeft uitgevonden. Amen.
Als ik klaar ben droog ik me af en loop – met de handdoek om mijn middel geslagen – naar mijn kamer, waar ik schone kleren uit mijn koffer pak. Ik kies een donkerblauwe spijkerbroek, een wit met donkerblauw gestreept T-shirt en trek mijn gympen aan. Klaar voor het gesprek met Lucy. Nou, eerst even eten dan. Mijn maag is behoorlijk aan het rommelen. Aangezien alles wat ik gegeten heb er straks weer uitgespuugd is, is dat niet al te verwonderlijk.
De heerlijke geur van gebakken uien en een lekker stuk mals vlees komt me tegemoet als ik de keuken binnen kom lopen. Ik snuif de geur op.
‘Mmm, wat ruikt dat heerlijk, Tom!’ zeg ik en Tom kijkt even om van achter het fornuis.
‘Dank je, het is bijna klaar. Als je wil mag je wel even de borden uit de kast pakken,’ zegt hij terwijl hij naar het kastje rechts van hem knikt. Ik loop naar het kastje en pak er twee borden uit.
‘Is dat bief?’ vraag ik terwijl ik kijk naar het stuk vlees in de pan.
‘Jep.’
‘Dat meen je niet!’
‘Ja, dat meen ik wel. Een lekker stukje bief. Hoe eet je hem het liefst?’ Tom kijkt me vragend aan.
‘Medium graag,’ zeg ik.
‘Oké, medium it is!’ zegt Tom en hij zwaait met een spatel in de lucht. Ondertussen zet ik de borden op tafel.
‘Ik kan me werkelijkwaar niet meer herinneren hoe lang het geleden is dat ik een lekker stukje bief gegeten heb, als ik heel eerlijk ben,’ zeg ik.
‘Nou, geniet er dan maar van zou ik zeggen!’ zegt Tom vrolijk en hij legt de twee stukken bief op een aluminiumfolie.
‘Wat doe je daar nu mee?’ vraag ik een beetje verbaasd.
‘Ze moeten een paar minuten rusten in aluminiumfolie, dat komt ze alleen maar ten goede.’ Tom knikt naar de twee stukken vlees.
‘Oké, nooit geweten, maar jij bent hier de kok, dus ik geloof je.’
Als ik het bord met eten voor me heb staan krijg ik nog meer honger dan dat ik al had. Ik snijd een stukje vlees af en het is heerlijk. Echt heerlijk. Niet zomaar heerlijk, maar restaurant-waardig heerlijk. Gebakken aardappelpartjes, sla en asperges met ham omwikkeld en een lekker stukje bief met gebakken uien en champignons. Heerlijk gewoon.
‘Zeg, ik denk dat ik je moet opgeven voor zo’n kookprogramma of zo. Of misschien kun je je eigen B&B beginnen?’
‘Nee joh! Ik hou gewoon van koken. Dat is mijn ontspanning.’
‘Wat jij wil…’ Ik haal mijn schouders op en neem nog een hap van het malse stuk vlees, maar ik kauw er langer op dan bij de eerste hap. Het lijkt wel alsof ik plotseling geen honger meer heb. Ik kijk naar het mooie opgemaakte bord en dan kijk ik naar Tom, die zichtbaar geniet van deze heerlijke maaltijd. Ik speel een beetje met mijn vork en prik er een aardappeltje aan. Heel langzaam breng ik hem naar mijn mond en met tegenzin neem ik een hap. Wederom duurt het een eeuwigheid voordat ik mijn stuk eten heb doorgeslikt. De honger is als sneeuw voor de zon verdwenen, sinds ik een paar minuten geleden weer aan Lucy moest denken en aan het gesprek dat er aan zit te komen.
‘Vind je het niet lekker?’ vraagt Tom bezorgd en hij knikt naar mijn volle bord. Tom is al bijna klaar met eten.
‘Sorry?’ zeg ik afwezig.
‘Vind je het niet lekker? Je hebt nog niet veel gegeten.’
‘Oh, Sorry Tom. Het is heerlijk. Restaurant waardig zelfs, maar ik krijg geen hap door mijn keel, terwijl ik rammel van de honger.’ Ik speel nog een beetje met mijn aardappeltjes en een champignon die maar niet wil blijven liggen zoals ik dat wil.
‘Ik begrijp het wel. Als je wilt kan ik het ook voor je bewaren, dan eet je het straks of morgen gewoon op. Alleen de sla kan ik niet bewaren, daar zit al saus op.’
‘Ja, misschien is dat wel beter. Ik krijg nu echt geen hap door mijn keel, sorry. Je hebt je nog wel zo uitgesloofd.’
‘Uitgesloofd? Dit was niks hoor. Standaard doordeweekse maaltijd.’
‘Standaard? Dit? Doordeweeks?’ Ik kijk hem met grote ogen aan.
‘Ja, voor mij wel.’ Tom glimlacht even. Als er iemand een vrouw verdiend is Tom het wel. Ik wed dat als hij op een eerste date zou vertellen dat hij zo goed kan koken, de vrouwen met bosjes voor hem zouden vallen. Toch is er blijkbaar iets dat hem niet aantrekkelijk maakt, of dat vrouwen afschrikt. Of misschien is Tom zelf te kieskeurig? Dat kan natuurlijk ook. Wat zou het toch zijn dat hij nog steeds geen vriendin of vrouw heeft? Als ik me niet vergis is hij nu tweeëndertig. In principe toch oud genoeg om ooit eens een relatie te hebben gehad, maar bij mijn weten is hij nooit heel veel verder gekomen dan al die one night stands en af en toe een keer een scharrel voor een paar dagen, maar meer niet. Het is ook niet mijn zaak natuurlijk, maar toch vraag ik het me af.
‘Weet je al wat je tegen Lucy wil zeggen?’ Tom start een nieuw gesprek en ik word uit mijn gedachten gerukt.
‘Eh, nou ik wil haar wel duidelijk maken dat ik begrijp dat ik haar voor een moeilijke keuze heb gezet. Al die tijd dacht ik dat ik degene was die zou moeten kiezen, maar dat is niet waar. Lucy moet ook kiezen en daar had ik dus niet bij stil gestaan. Daarna zie ik wel hoe het gesprek gaat verlopen.’ Ik haal mijn schouders op en leg mijn vork neer naast het bord. Tom staat op en ruimt de tafel af.
‘Ik ga er even vanuit dat je ook geen toetje wilt eten nu?’ Hij kijkt me vragend aan en ik schud met mijn hoofd.
‘Nee, dank je,’
‘Heb je er iets tegen als ik de mijne wel opeet? Ik ben namelijk dol op toetjes.
‘Ja, dat had ik de laatste dagen wel gemerkt,’ lach ik. ‘Ga gerust je gang en houd je vooral niet in voor mij. Ik eet morgen wel weer,’ zeg ik met een flauwe lach om mijn mond.
‘Prima. Het komt wel goed Max, geloof me nou maar. Jullie houden te veel van elkaar om elkaar echt los te laten. Jullie vinden wel een oplossing.’ Tom klinkt erg zeker van zijn zaak, maar ik weet het zo net nog niet. We zullen zien.
Als Tom zijn toetjes op heeft – ja, toetjes, want het waren er maar liefst drie en ik weet niet waar hij ze laat – sta ik op en pak ik mijn jas. Het is bijna acht uur. Ik ijsbeer nog een paar keer door de kamer en probeer te bedenken hoe ik moet reageren als ik thuis binnen kom. Het is vreemd om naar je eigen huis te gaan met dit gevoel. Alsof ik er eigenlijk nu even niet thuishoor.
‘Ik ga er vandoor, het is tijd,’ zeg ik en ik hoor dat mijn stem iets hoger is dan normaal. Verdomme wat ben ik zenuwachtig! Tom ziet mijn gezichtsuitdrukking en geeft me een schouderklopje.
‘Het komt goed jongen. Ik weet het zeker. Praat gewoon als twee volwassen mensen met elkaar. Geen geschreeuw en gehuil, gewoon praten. Serieus.’
‘Ja papa…’ grap ik en Tom geeft me een stomp op mijn bovenarm.
Ik stap de auto in, zucht heel diep en draai dan de sleutel om. Het brommende geluid van de motor start en ik sluit even mijn ogen. Goed Max, hier gaan we dan. Het komt allemaal goed. Het komt allemaal goed. Het komt allemaal goed. In mijn hoofd zeg ik deze mantra een aantal keer op. Dan open ik mijn ogen en rijdt de weg op, richting mijn eigen huis. Voor de tweede keer op weg naar het moeilijkste gesprek ooit…