‘Mag ik binnenkomen?’ vraag ik. Ik durf Lucy niet aan te kijken en kijk naar haar handen die zenuwachtig de deurpost omklemmen.
‘Je woont hier toch ook?’ zegt ze uiteindelijk en ze stapt opzij.
‘Ik wist niet of je het vervelend zou vinden als ik zomaar binnen zou komen,’ zeg ik en voor het eerst sinds lange tijd vinden mijn ogen de hare weer. Ik zie een hoop verdriet en ellende in die mooie ogen van haar. Wat heb ik in aangericht? Lucy maakt de deur achter me dicht en ik loop door naar de keuken, waar ik plaatsneem aan de tafel.
‘Wil je iets drinken?’ vraagt Lucy zacht.
‘Ik kan het zelf ook wel pakken, hoor,’ zeg ik ongemakkelijk. Ze hoeft me niet als gast te behandelen.
‘Nee, het is oké, ik wilde toch net koffie maken,’ zegt ze.
‘Nou, dan lust ik wel een kopje koffie, alsjeblieft.’ Goh, wat voelt dit ongemakkelijk. Alsof we elkaar nog maar net kennen en bang zijn om iets verkeerd te zeggen. Terwijl Lucy naar het Senseo-apparaat staart, probeer ik een zin te bedenken om het gesprek te starten, maar het lukt niet. Alles wat ik wil zeggen, alles wat ik van tevoren bedacht had is verdwenen. Ik kijk hoe Lucy de kopjes onder het apparaat vandaan haalt en er een voor me neerzet. Daarna neemt ze plaats tegenover me aan de keukentafel en zucht heel diep. Ze slaat haar ogen op en begint te praten.
‘Luister Max, we moeten echt een goed gesprek hebben, want zo kan het ook niet langer.’ Terwijl ze de zin uitspreekt kijkt ze naar de koffie in haar kopje en draait er kleine cirkeltjes mee, zodat de koffie in de rondte door het kopje danst.
‘Ik weet het,’ zeg ik en ik neem een klein slokje van de koffie. ‘Het spijt me zo, Lucy, echt waar. Het spijt me.’ Lucy kijkt op.
‘Mij ook,’ zegt ze dan en slaat haar ogen weer neer.
‘Nee, je hoeft geen spijt te hebben. Ik ben degene die dit alles veroorzaakt heeft en ik ben degene die jou in deze lastige positie gebracht heeft. Tot vandaag heb ik helemaal nooit stil gestaan bij het feit dat ik jou ook voor een moeilijke keuze heb gezet. Onbewust heb ik je gevraagd of je wil kiezen tussen je leven niet te kunnen leven zoals je zelf wilt en mij bij te staan in het leven dat ik zo graag wil, of je leven wel leven zoals je wil, maar dan waarschijnlijk zonder mij. Dat is nooit mijn bedoeling geweest, Lucy. Ik wil dat je dat weet.’ Ik kijk naar haar gezicht en zie dat ze moeite heeft haar emoties onder controle te houden.
‘Ja, daar heb je wel gelijk in, denk ik.’ Ze haalt haar schouders op. ‘Maar ook weer niet…’
‘Hoe bedoel je?’ vraag ik verward.
‘Nou, het is niet zo dat ik je niet wil steunen in dit hele proces, maar het lukt me gewoon niet. Ik denk dat ik een hele andere kijk op dingen heb dan jij en dat wil niet zeggen dat ik het allemaal maar voor lief neem. Ik wil vechten voor deze relatie, maar het is moeilijk om ergens voor te vechten dat je zelf nooit helemaal kan begrijpen. Snap je wat ik bedoel?’ Twee grote, vragende ogen kijken me aan.
‘Ik denk het… Ik verwacht ook niet dat je alles begrijpt, maar ik hoop gewoon dat er een leven mogelijk is met jou aan mijn zijde en mijn muziek. Niet met maar één van de twee, want dan zou mijn leven niet compleet zijn. Ik zou maar de helft zijn van wat ik eigenlijk ben. De ene helft van mijn hart behoort toe aan jou, Lucy en de andere helft aan de muziek en ik heb werkelijk waar geen flauw idee hoe ik dit anders kan uitleggen en anders zou kunnen voelen. Het is zo lastig om iemand duidelijk te maken over hoe ik dit voel. Ik begrijp het helemaal als je zegt dat je wilt dat mijn hele hart voor jou is, echt waar, dat neem ik je niet kwalijk, maar ik kan het alleen niet… ik kan de muziek niet opgeven. Het zit in me en het wil eruit. Ik wil dat de wereld kan zien wat ik in mijn mars heb. Nog nooit in mijn leven heb ik iets zo graag gewild. Als ik terugdenk aan vroeger, besef ik des te meer dat ik nu moet doen wat ik graag wil en niet moet luisteren naar alle mensen om me heen die me vertellen wat ik wel en niet zou moeten doen. Dat heb ik mijn hele leven al gedaan en het heeft me – afgezien van jou natuurlijk – nog nergens gebracht. Ik moet dit doen, Lucy.’ Lucy neemt een grote slok en laat de koffie langzaam door haar keel zakken. Ik zie de beweging in haar hals en volg die met mijn ogen.
‘Ik begrijp je, Max. Hoe gek dit ook klinkt uit mijn mond, maar ik begrijp je. Ik hoop alleen ook dat je begrijpt dat ik het soms erg moeilijk vind om te zien dat jij zoveel tijd en aandacht aan muziek besteed en mij daarbij soms lijkt te vergeten of voor lief lijkt te nemen.’ We kijken elkaar een aantal seconden strak aan voordat ik als eerste mijn ogen neersla. Haar voor lief nemen… alsof ik dat ooit zo bedoeld heb. Nooit.
‘Ik neem je niet voor lief, Lucy. Je bent het beste wat me ooit is overkomen en ik hou nog steeds heel veel van je, dat moet je weten. Ik zou zo iemand als jou nooit voor lief kunnen nemen. Sterker nog… ik had nooit gedacht dat zo’n prachtig iemand als jij ooit voor mij zou kunnen vallen.’ Ik glimlach even als ik terugdenk aan de eerste keer dat ik haar zag lopen, met haar rode jas, tussen al die andere mensen. Ze was me opgevallen, had mijn aandacht getrokken en ik had die aandacht nooit meer los weten te laten.
‘Oké, maar hoe gaan we nu verder?’ vraagt Lucy en ik word uit mijn gedachte gerukt door deze vraag. Inderdaad… hoe gaan we nu verder?
‘Misschien…’ ik aarzel even, maar zeg toch wat er in me omgaat. ‘Misschien moeten we juist eens even samen de tijd voor elkaar nemen. Even geen muziek en andere dingen om me heen. Alleen jij en ik, samen.’ Gespannen wacht ik af wat haar reactie zal zijn. Ik zie haar nadenken terwijl ze naar haar kopje koffie staart, dat inmiddels bijna leeg is. Het lijkt wel uren te duren voordat er een reactie komt. Eindelijk heft ze haar hoofd op en kijkt me strak aan. O jee, heb ik iets verkeerd gezegd? Wat heb ik fout gedaan? Ik begin het warm te krijgen en weet even niet waar ik moet kijken.
‘Noorwegen,’ zegt ze resoluut. Hoorde ik dat nou goed?
‘Noorwegen?’ vraag ik met gefronste wenkbrauwen.
‘Ja, Noorwegen. Ik wil al mijn hele leven naar Noorwegen.’ Een kleine glimlach komt om Lucy’s mond. Daar is mijn Lucy weer, de vrouw op wie ik verliefd ben geworden.
‘Je wilt graag naar Noorwegen?’ vraag ik nog een keer om te controleren of ik het goed begrijp. Ik ben namelijk een beetje overvallen door deze reactie. Ik dacht dat ze me iets heel serieus zou gaan vertellen, afgaande op de blik die ze me zojuist toewierp, maar alles wat ze zei is Noorwegen.
‘Ja, Max. Ik wil graag naar Noorwegen. Moet ik het even voor je spellen?’ plaagt ze me. Gelukkig er kan weer een geintje vanaf.
‘Oké, laten we het dan maar gewoon doen!’ zeg ik opgelaten en beduusd tegelijk. Lucy glimlacht van oor tot oor. Ze staat op en loopt naar me toe. Ik ruik haar heerlijke geur voor het eerst sinds dagen weer en snuif hem op. Heerlijk. Ik heb haar gemist. Lucy komt achter me staan, slaat haar armen om mijn schouders en laat haar wang rusten op mijn kruin.
‘Ik heb je zo gemist,’ zegt ze zacht en ze geeft een kus op mijn haar.
‘Ik heb jou ook ontzettend veel gemist,’ zeg ik terwijl ik haar hand vastpak. Langzaam draai ik me naar haar om en ga staan. We kijken elkaar strak aan. Haar handen liggen op mijn heupen en ik laat de mijne over haar rug glijden. O, wat heb ik haar gemist. Mijn rechterhand verplaatst zich naar haar achterhoofd en mijn greep om haar middel wordt sterker. Ik trek haar dichterbij, duw haar hoofd voorzichtig naar het mijne en kus haar dan op haar zachter roze lippen. Bij de eerste aanraking ontsnapt bij ons beide een kleine kreun. Ze heeft me ook gemist, ik voel het aan de manier waarop ze me kust. Langzaam open ik mijn ogen en laat mijn lippen van de hare glijden. Ik zet een stapje naar achteren en bekijk haar eens goed.
‘Ik hou van je, Lucy. Heel veel.’
‘Ik hou ook van jou,’ zegt ze en ze omhelst me stevig terwijl ze haar hoofd tegen mijn borstkast duwt. Zo blijven we een aantal minuten staan. Genietend van elkaar. Dit heb ik zo gemist.
‘Dus… zullen we maar gelijk boeken?’ zegt Lucy plotseling en ik moet lachen.
‘Zo, jij laat er ook geen gras over groeien, zeg!’
‘Weet ik.’ Een grote glimlach staat om haar mond en we lopen samen naar de bank. Lucy pakt de laptop van tafel en klapt hem open als hij op haar schoot staat. Ze begint te typen en op het scherm verschijnen letters in een bepaalde volgorde: V a k a n t i e N o o r w e g e n.
Ik kijk haar lachend aan, ze laat er inderdaad geen gras over groeien.
We zitten samen uren te kijken en te zoeken naar een geschikte vakantie en na ongeveer twee en half uur zoeken hebben we een vakantie gevonden waarvan we beide heel erg enthousiast zijn geworden. Het is een twaalfdaagse vliegvakantie, waarbij een rondreis van zes dagen inbegrepen zit. De overige zes dagen zijn vrij te besteden.
‘Weet je het zeker?’ vraagt Lucy als ze met haar vinger boven de knop zweeft. Goh, ik kan me een keer herinneren dat ik ook zo met mijn vinger boven een knop hing, maar Luna me uiteindelijk zo liet schrikken dat ik per ongeluk op de knop drukte.
‘Zeker!’ zeg ik vastberaden en ik knik. Lucy drukt op de knop. We hebben zojuist een vakantie van twaalf dagen naar Noorwegen geboekt. Gewoon, omdat het kan.