Wat is dat voor geluid? Langzaam ga ik rechtop zitten en wrijf door mijn ogen. Ik pak mijn telefoon om te kijken hoe laat het is. Bijna twaalf uur! Ik heb de hele ochtend geslapen. Ik geloof dat het zeker drie uur was voordat ik gisteravond uiteindelijk in slaap ben gevallen. Nog steeds hoor ik een vreemd zoemend geluid. Het lijkt steeds dichterbij te komen. Met veel moeite weet ik uiteindelijk te achterhalen welke dag het is. Donderdag. Oh, het is de grasmaaier van de buurman. Hij maait elke donderdag zijn gras, dat is het! Ik laat me weer achterover op mijn kussen vallen. Wat zal ik vandaag eens gaan doen? Het wordt me pijnlijk duidelijk dat ik Lucy de komende dagen waarschijnlijk niet zal zien en dat doet zeer. Het doet zeer in mijn hart. Ik hou van haar, maar ik zou zo graag willen dat ze me beter zou begrijpen. Ik zucht diep en haal mijn handen door mijn haar. Mijn ogen zijn gericht op het plafond. Dus… Vandaag maar muziek maken? Ik sta op en nadat ik mijn hele ochtendritueel heb doorlopen verplaats ik me naar mijn muziekkamer. Ik kijk naar mijn gitaren die aan de muur hangen. Vervolgens kijk ik naar mijn piano.
Oké, ik ga muziek maken. Denk ik. Of niet? Ik sla mijn ogen neer en laat me op een stoel zakken. Er is iets goed mis met me, want ik heb helemaal geen zin om me nu met muziek bezig te houden. Verdorie. Heb ik eens tijd en dan krijg ik dit. Ik weet dat het te maken heeft met de hele situatie, maar ik wil er nu gewoon even niet aan denken. Ik wil gewoon muziek maken, maar het lukt niet en dat irriteert me. Uit pure frustratie gooi ik een pen op de grond die binnen mijn handbereik ligt. Niet dat ik me nu heel veel beter voel. Het heeft eigenlijk helemaal niet geholpen, maar ik wilde gewoon even met iets gooien. Beter een pen dan een appel. Jee, Lucy had gewoon met volle kracht een appel naar me gegooid en ze had gemikt op mijn hoofd! Als ik kijk hoe hard die appel tegen de muur aan kwam, ben ik enorm blij dat ze mijn hoofd gemist heeft. Ze is veel te veel aan het sporten. Dadelijk is ze nog sterker en fitter dan ik. Oh, ik krijg een idee! Ik loop naar mijn kledingkast, trek er een paar sportschoenen uit, een sportbroek en een shirt en doe mijn tenue aan. Het zal me vast wel goed doen om even een rondje te gaan hardlopen. Als ik beneden kom, pak ik mijn oor telefoontjes die speciaal zijn gemaakt om te sporten en steek ze in mijn telefoon. Ik zoek de Run-Playlist op en start de muziek. Het eerste liedje is rustig, ik moet even rekken en strekken voordat ik begin. Het tweede liedje is iets meer op tempo, maar ik moet rustig aan beginnen, eerst een stukje flink doorlopen. Het derde nummer is up-beat en ik kan gaan rennen. Het voelt goed. Het voelt alsof ik alle spanningen van de afgelopen tijd eruit ren. Heerlijk. Ik luister naar hoe de noten van de muziek mijn oren binnendringen en ik houd mijn ogen gefocust op de weg die zich voor me uitstrekt. Ik heb ongeveer twintig minuten hardgelopen en ik pauzeer even bij een bankje naast de weg. Vijf minuten, daarna keer ik om en ren ik de weg terug naar huis. Bij thuiskomst ben ik behoorlijk buiten adem. Misschien komt het omdat ik al een tijdje niet meer heb hardgelopen?
Als ik boven kom, ligt Luna nog steeds op bed. Ze maakt uitgebreid gebruik van de gelegenheid, zo te zien. Ik moet lachen. Bounty vind ik in de badkamer. Mijn sportkleding gooi ik in de wasmand en ik stap in de douche. Met een behoorlijke hoeveelheid shampoo was ik mijn haar. Oké, misschien was het iets te veel shampoo, want het kost me nogal wat moeite om al het schuim uit mijn haar te wassen.
Nadat ik weer helemaal fris en fruitig uit de badkamer kom, besluit ik dat het tijd is om te eten. Het is heel slecht, ik weet het, maar ik had helemaal niet ontbeten voordat ik ging sporten. Niet dat het echt nog tijd is voor ontbijt, het is immers al lunchtijd, maar toch. Ik heb reuze honger en loop naar beneden. Ik maak mezelf een heerlijk broodje gezond en schenk een grote mok koffie in. Lekker sterk, dan word ik zeker goed wakker. Niet dat ik nog niet wakker ben na dat stuk hardlopen, maar toch.
Na mijn brunch wil ik toch nog een poging wagen om iets aan mijn muziek te doen, maar eerst ga ik de app even bekijken. Ja hoor, weer een hoop privé berichten en reacties op mijn laatste liedje. Plotseling krijg ik zin om een hele reeks liedjes te gaan zingen. Oké, ik ga het gewoon doen. Niemand die me tegen kan houden! Ik maak een lijstje voor mezelf met zes liedjes die ik graag wil zingen. Een voor een werk ik ze af en tegen de tijd dat ik bij het derde liedje ben, zijn er al mensen die met me meegezongen hebben met het eerste liedje. Geweldig gewoon. Mensen zaten inderdaad op mijn te wachten, zo te zien. Of moet ik zeggen zo te horen? Na bijna een uur zingen – want ja, ook ik moet af en toe op nieuw beginnen als iets niet helemaal naar mijn zin is – ben ik bij het laatste liedje beland. Ik drink een flinke slok water uit het flesje dat ik net gehaald heb en start de muziek in. Het is een liedje van Adele, someone like you. Nadat het liedje opgeslagen is sluit ik de app af en ga achter mijn computer zitten. Ik open een bestand van maanden geleden. Het is een liedje waar ik ooit aan ben begonnen, maar nooit heb afgemaakt en dat wil ik nu dus gaan doen.
Uren staar ik me blind op het liedje, maar het wil maar niet vlotten. Misschien is het gewoon zo’n project dat altijd maar blijft liggen en op een gegeven moment in de digitale prullenbak terecht komt. Ik weet het niet. Voor nu bewaar ik het nog even, maar het heeft geen zin om er nu geforceerd aan te gaan zitten werken.
Ik krijg een berichtje. Met een soepel beweging pak ik mijn telefoon uit mijn broekzak en ik kijk naar het scherm. Lucy!
Ik blijf tot volgende week zaterdag bij mijn ouders. Misschien is het verstandig als we even wat afstand van elkaar nemen en ook even geen contact met elkaar zoeken tot volgende week.
Ik staar naar de letters op het verlichtte scherm. Even geen contact… de vorige keer duurde het een paar dagen. Als Lucy echt niet wil praten totdat ze terugkomt zijn dat tien dagen. Zouden we tien dagen nodig hebben om na te denken? Tien dagen om tot rust te komen? Tien dagen om uit te vinden hoe we uit deze rottige situatie komen?
Oké. Dan zie ik je dus volgende week zaterdag?
Veel meer weet ik niet te antwoorden op haar bericht.
Ja.
Ik neem de moeite niet om nog iets terug te sturen. Het is duidelijk. Lucy heeft minstens tien dagen nodig om na te denken. Ik zucht en haal mijn handen door mijn haar. De zin om muziek te maken is over. Het lukte al niet zo best, maar nu wil ik zelf niet meer. Ik zet mijn gitaar in zijn standaard en ga op zoek naar Bounty, die nog steeds op de badkamermat ligt. Ik pak het beestje op en loop naar beneden. Luna komt achter me aan tippelen als ik de trap afloop. Ze miauwt naar me als we in de keuken staan.
‘Ja, natuurlijk krijg jij ook nog eten! Ik was het helemaal vergeten, sorry Luna! En jij krijgt ook, kleine kerel,’ zeg ik tegen Bounty. Gelukkig heb ik hen nog, anders wat het wel erg stil hier. Ik weet dat ik eigenlijk meer tijd voor mezelf wilde en ik moet ook heel eerlijk bekennen dat ik het wel fijn vond als Lucy was sporten of zo, zodat ik het huis voor mij alleen had. Om de een of andere reden kan ik beter muziek maken en zingen als Lucy niet thuis is. Behalve vandaag dan, dat is een uitzondering. Daar komt bij dat de reden waarom ik nu alleen in huis ben, niet echt de meest leuke reden is. Lucy is niet gewoon even sporten.
4 dagen later
Geërgerd zet ik mijn alarm uit. Acht uur. Ik wil helemaal niet opstaan! Met een ruw gebaar druk ik het kussen over mijn hoofd in de hoop nog even in slaap te vallen, terwijl ik weet dat ik juist niet in slaap moet vallen. Ik ben gewoon geen ochtendmens. Ik neem mijn ontbijt altijd mee naar mijn werk en zo start ik dan mijn werkdag. En ja, het is weer maandag, ik moet gaan werken en ik heb er helemaal geen zin in. De afgelopen dagen heb ik muziek gemaakt, maar ook veel nagedacht. Niet dat al dat nadenken me ook maar een beetje geholpen heeft, maar toch…
Ik veer overeind als ik me realiseer dat ik vandaag bij meneer Grumpy op kantoor moet komen om een en ander door te spreken voor het optreden bij het bedrijfsfeest van zijn vrouw. In één klap ben ik klaarwakker en mijn dagelijkse ochtendhumeur is plots nergens meer te bekennen. Er zijn dagen dat het wel eens anders is. Nu ik erover nadenk, alle dagen zijn zo, behalve vandaag. Ik haat opstaan, vooral vroeg opstaan! Bah!
Nadat ik mijn ochtendritueel afgewerkt heb, loop ik naar de auto. Shit. De auto. Lucy heeft de auto meegenomen. Nu pas valt me in dat ik dus tien dagen zonder auto zit. Nou ja, dan maar lopen. Ik loop graag en het is ook niet ver, maar vandaag was echt zo’n dag dat ik gewoon liever met de auto was gegaan, maar goed, dat gaat dus niet. Nu kom ik te laat op kantoor.
Onderweg naar mijn werk bekijk ik alle mensen om me heen uitvoerig. Ik probeer te achterhalen wie ze zijn, waar ze heen gaan en wat er in ze omgaat.
Als ik bij de straat kom waar ik Lucy voor het eerst zag, staat mijn hart plotseling stil. Is dat…? Kan het zijn dat…? Met open mond staar ik voor me uit. Helemaal achter in de straat loopt een jonge vrouw met een rode jas. Zo’n rode jas net als Lucy destijds droeg! Terwijl de rode jas steeds dichterbij komt, blijf ik als aan de grond genageld staan. Waarschijnlijk zie ik er niet al te intelligent uit, hoe ik hier zo sta met een opengevallen mond en mijn ogen zo groot dat ze nog uit hun kassen vallen. Als ze een meter of acht bij me vandaan is, kijkt ze op, recht in mijn ogen en glimlacht naar me. Haar lange blonde haren dansen over haar schouders en haar blauwe ogen lijken wel ijskristallen. Wat is ze mooi… Tot mijn grote verbazing steekt ze haar hand naar me op en net op het moment dat ik mijn hand ook op wil steken, botst er iemand tegen me op.
‘Oh, sorry kerel, het spijt me!’ zegt een jongeman van mijn leeftijd. Ik knik dat het in orde is en zoek snel naar de rode jas. Ik knipper even met mijn ogen als ze in de armen valt van de kerel die net tegen me opbotsten. O, ze zwaaide helemaal niet naar mij… ze zwaaide naar hem. Even bekijk ik het stelletje, dat elkaar een dikke kus op de mond geeft en dan arm in arm verder loopt. Ik schud met mijn hoofd en loop verder. Het zou zomaar Lucy kunnen zijn. Die jas, die haren, die ogen. Oké, die ogen waren wel een heel klein beetje blauwer dan Lucy’s ogen, maar toch.
Als ik op mijn werk kom, vraagt Sasha als eerste naar mijn vakantie. Snel werp ik een blik op Tom, die nee-schuddend naar me opkijkt, waarmee hij me seint dat hij niets tegen Sasha heeft verteld over Lucy en mij. Ik dank hem door een kort knikje terug te geven.
‘Ja, eh… het eh… was een mooie vakantie,’ zeg ik uiteindelijk. Sasha kijkt me met een vreemde blik in haar ogen aan.
‘Een mooie vakantie?’ vraagt ze.
‘Ja, het was er erg mooi.’ Ik frons mijn wenkbrauwen en kijk haar niet-begrijpend aan.
‘Waarom krijg ik het gevoel dat er hier iets niet klopt, Max?’ ze knijpt haar ogen tot spleetjes. Zie je nu wel! Vrouwen weten altijd alles! Hoe is het toch mogelijk? Het heeft niet eens zin om iets geheim te willen houden, ze komen er toch wel achter.
‘Nou goed dan. Het is weer zover…’ zeg ik en ik sla mijn ogen neer.
‘Wat bedoel je? Wat is weer zover?’ vraag Sasha verward.
‘Lucy en ik. Ze is tot en met zaterdag bij haar ouders logeren. Ze is donderdag vertrokken nadat we weer een enorme ruzie hadden gehad.’
‘Oh, Max, wat spijt me dat te horen. Gaat het wel met je?’
‘Ja, het gaat wel, dank je.’ Ik pers een kleine glimlach om mijn mond, maar Sasha is niet zo makkelijk voor de gek te houden.
‘Max! Daar ben je!’ Meneer Grumpy komt ons kantoor binnen en Sasha kijkt verbaasd op.
‘O ja, meneer. Komt het gelegen?’ vraag ik beleefd.
‘Daarvoor ben ik hier. Loop even met me mee als je wilt, dan bespreken we het verder op mijn kantoor.’ Ik zie dat Sasha een vragende blik naar Tom werpt. Ze heeft geen idee waar dit over gaat en stiekem moet ik erom lachen. O en ik ben blij dat meneer Grumpy me precies op dat moment kwam halen. Ik had even geen zin om het hele verhaal aan Sasha te vertellen nu, dat doe ik later wel een keer.
‘Ga zitten,’ gebaard meneer Grumpy en ik neem plaats in een stoel aan de andere kant van zijn bureau. ‘Dus je ziet het wel zitten om een optreden te verzorgen?’
‘Jazeker, meneer. Het is een hele eer.’
‘Mooi. Ik heb hier een heel boekwerk van de avond. Mijn vrouw heeft graag alles tot in detail geregeld, vandaar. Er staat in hoe laat er muziek verwacht wordt, wat voor soort nummers de mensen graag horen en natuurlijk is er ook ruimte voor eigen muziek. Neem het thuis maar rustig even door en mocht er iets niet duidelijk zijn, vraag dan gerust.’ Ik krijg een dikke map aangereikt en ben enorm nieuwsgierig, maar ik open hem niet, dat is niet netjes. Hij zei zojuist dat ik het thuis maar even moest bekijken.
‘Is de datum al bekend?’ vraag ik.
‘Ja, staat er ook in. Zaterdag over twee weken. Iets eerder dan ik in eerste instantie dacht. Is dat een probleem?’
‘Nee hoor, helemaal niet. Nogmaals ontzettend bedankt. Ik zal thuis alles op mijn gemak doorlezen en als ik nog vragen heb hoort u dat van me.’
‘Mooi zo en bedankt. Mijn vrouw is erg blij te horen dat je komt.’
‘Geen dank, ik doe het maar wat graag,’ zeg ik met een glimlach om mijn mond. ‘Dan ga ik nu maar weer aan het werk.’
‘Max?’ zegt meneer Grumpy op het punt dat ik op wil staan.
‘Ja?’
‘Gaat het wel goed met je?’ Ik voel me een beetje betrapt en kijk zoekend om me heen.
‘Eh, ja…’
‘Je mag eerlijk tegen me zijn hoor. Ik weet het wanneer mijn medewerkers niet lekker in hun vel zitten, dat voel ik.’ O jee, nog zo iemand die dingen kan zien en voelen, net als al die vrouwen.
‘Nou, alleen wat problemen in de relationele sfeer, niets werk gerelateerd.’
‘Het spijt me dat te horen. Mocht je tijd nodig hebben voor wat het dan ook is waar je doorheen gaat, zeg het me dan even, die tijd kun je krijgen.’ Ik knik zwijgend en sta dan op.
‘Nogmaals bedankt,’ zeg ik en ik steek mijn hand uit.
‘Geen dank.’ Meneer Grumpy schudt mijn hand en als hij loslaat loop ik zijn kantoor uit.
Goh, dit was een hele andere kant van meneer Grumpy, die ik nog nooit gezien had. Zouden mensen wel weten dat hij ook erg meelevend kan zijn? Ik bedoel, hij bood me net aan dat als ik tijd voor mezelf nodig had, ik dat kon krijgen. Ietwat beduusd loop ik zijn kantoor uit, op weg naar mijn eigen plekje.