Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#56 EN/OF

Ik zit aan de keukentafel en denk terug aan de afgelopen dagen. Het is niet te geloven, maar de dagen thuis zijn al bijna ten einde. Morgen vertrek ik weer voor de rest van de tour. Ik heb John, de band en Tom op de hoogte gesteld van de situatie. De dag dat Lucy vertrok heb ik alleen maar op de bank liggen huilen en nagedacht over wat ik allemaal verkeerd heb gedaan. De dag daarna heb ik Tom gebeld. Hij is direct gekomen en we hebben uren gepraat. Daarna heb ik John ingelicht en toen de jongens van de band. Allemaal toonde ze medeleven en ze zeiden dat ze het zouden begrijpen als ik nu geen zin had om nog mee te reizen, maar ik heb ze verzekerd dat ik mee ga. Als ik ergens zeker van ben is het dat. Muziek. Muziek is nog beter dan liefde. Muziek verraad je niet. Muziek gaat niet vreemd. Muziek verlaat je niet. Als ik dan toch moest kiezen tussen liefde en/of muziek, dan werd het zeker muziek. Geen en. Gewoon alleen muziek. Liefde en muziek gaan blijkbaar niet samen. Niet bij mij tenminste.

De bel gaat. Ik kijk op mijn telefoon om te kijken hoe laat het is. Acht uur. Wie belt er om acht uur ’s avonds hier aan? Ik sta op en loop langzaam richting de deur.
‘Hey kerel!’
‘Tom!’ zeg ik verbaasd. Hem had ik niet verwacht. ‘Kom binnen!’ zeg ik en ik stap op zij zodat Tom door kan lopen. We nemen plaats aan de keukentafel.
‘Wil je wat drinken?’ vraag ik Tom, maar hij hoeft niets.
‘Max?’ Tom kijkt me aan met een vreemde blik in zijn ogen.
‘Ja?’
‘Ik eh, wil je iets vragen…’ Hij friemelt wat aan zijn vingers. ‘Of ja, het is meer dat ik je iets wil zeggen.’
‘Kom maar op, gooi het er maar uit,’ zei ik optimistisch. Het kan nooit zo erg zijn als de breuk met Lucy.
‘Nou, eh, het zit zo. Susan en ik hebben het er over gehad en eh…’ Tom is even stil. ‘Ik denk dat ik niet meer met je mee ga de rest van de tour.’ Tom spreekt de woorden voorzichtig en langzaam uit.
‘O.’ Meer kan ik op dat moment niet zeggen. Tom gaat me ook al verlaten.
‘Ja, kijk, eh, Susan en ik willen een tijdje gewoon hier blijven. Ze trekt bij me in en we willen gewoon kijken hoe het gaat lopen, snap je?’ Ik snap het. Ik snap het heel goed en ik gun het Tom ook zo enorm dat hij een vriendin gevonden heeft, maar verdomme, hij laat me ook in de steek.
‘Oh, ja, natuurlijk,’ zeg ik uiteindelijk. ‘Geen probleem. Jij hebt tenslotte ook recht op een privé- en liefdesleven.’ Ik glimlach even in de hoop dat ik mijn teleurstelling kan verbergen.
‘Het komt vast wel goed, je kent de band nu toch?’ stelt hij me gerust. Hij heeft gelijk. Ik ken de band. John is ook een goeie kerel. Ik red me wel.
‘Ja, je hebt gelijk.’ Ik kan het best alleen af.
‘Tom.’ Ik pak het glas water dat er nog staat sinds vanmorgen en hef het in de lucht. ‘Op een mooi liefdesleven voor jou! En Susan natuurlijk!’ Tom lacht opgelucht.
‘Ik dacht even dat je het me kwalijk zou nemen. Zeker na wat er met jou en Lucy is gebeurd. Ik wil niet dat je je in de steek gelaten voelt.’
‘Ik red me wel, Tom. Ik red me wel.’ Ik lach. ‘Ik heb wel een vraag.’
‘Gooi het er maar uit.’
‘Mogen Luna an Boutny bij je logeren als ik weg ben?’
‘Natuurlijk, kerel. Graag zelfs. Susan is gek op katten, dus dat komt helemaal goed.’
‘Dank je. Je bent een goede kerel,’ zeg ik.

De volgende dag

‘Beloven jullie dat jullie goed op ze te passen? Ja? Doen jullie dat?’ Ik aai Luna en Bounty over hun kop en knuffel ze allebei eventjes. Deze twee pluizenbolletjes ga ik zeker weer missen.
‘Geen zorgen Max, ze zijn in goede handen bij ons,’ verzekerd Tom me. Susan knikt.
Er klinkt getoeter.
‘Schiet nu maar op! Straks mis je de vlucht nog.’ zegt Tom.
‘Tot over een paar maanden, makkers.’ Ik zwaai nog even naar de twee harige beestjes. Niet dat ze daar een boodschap aan hebben, maar goed.
‘Goede reis, kerel.’ Tom omhelst me even.
‘Goede reis, Max, en geniet ervan.’ Susan geeft me een kus op mijn wang.
‘Dank jullie wel. En nogmaals bedankt dat jullie op de katten willen passen.’ Ik draai me om en loop weer naar buiten.

‘Dat werd tijd. Schiet op, de auto in!’ roept John vanuit de auto. Ik stap in een we rijden naar het vliegveld. Met gemengde gevoelens loop ik de vertrekhal binnen. De rest van de band is er al en ik begroet ze.
‘Hé kerel, ik weet dat het een rottige periode is, maar het komt wel goed. Echt waar. Focus je gewoon op de muziek.’ Sam geeft me een schouderkopje.
Als het tijd is gaan we allemaal aan boord en nemen we plaats in het vliegtuig. Na een tijdje naar buiten te hebben gestaard, wend ik me tot John.
‘Ik ga me voor de volle honderd procent geven. John.’ John glimlacht.
‘Fijn om dat te horen, maar deed je dat voorheen niet dan?’ Hij knipoogt en ik schiet in de lach.
‘Natuurlijk deed ik dat, maar ik ben nu meer vastberaden dan ooit. Misschien dat het komt door de breuk met Lucy, dat ik me nu nergens anders meer zorgen om hoef te maken. Ik heb alleen de muziek nog.’
‘Het klinkt misschien hard, zo bedoel ik het niet, maar misschien is het beter zo. Het is zeker niet slecht voor je carrière.’
‘Nee, precies. Dat ben ik ook in gaan zien.’
‘Fijn.’ John tikt op mijn bovenarm. ‘Jij komt er wel. Dat weet ik zeker. Daar ga ik voor zorgen.’
Ik hoop dat John gelijk heeft.
‘Volgend jaar om deze tijd…’ John kijkt uit het raampje van het vliegtuig. ‘Dan ben jij een held, heb jij duizenden fans. Dan maak je muziek, leef je waar jij voor bent geboren en verdien je er ook nog een leuk zakcentje mee. Geloof me.’

Volgende –>