Vannacht heb ik de nacht doorgebracht bij Tom. De ruzie met Lucy gisteren was zo uit de hand gelopen dat ik besloten had om niet thuis te slapen. We hadden beide even ruimte nodig. Niet dat ik geslapen heb vannacht, maar toch, ik had even een ander onderkomen dan thuis bij Lucy in één huis… Ik heb een lied geschreven. Ik moest de frustraties, boosheid, het verdriet en weet ik veel wat ik nog meer voelde er gewoon uit schrijven en zingen. Tom heeft bijna de hele nacht bij me gezeten en geluisterd. Hij is op een gegeven moment in slaap gevallen, ondanks mijn gitaar gejengel.
Enigszins tevreden leg ik mijn gitaar aan de kant en bekijk de tekst die ik zojuist geschreven heb. Er is in elk geval een mooi – al klinkt dat in deze situatie vreemd om te zeggen – liedje ontstaan uit alle ellende. Ik kijk op de klok. Het is zes uur in de morgen en ik voel de vermoeidheid plotseling toeslaan. De deken die Tom me gegeven had ligt nog onaangeroerd op de bank. Ik vouw hem open, nestel me op de bank en sluit mijn ogen. Een beetje slaap zal me goed doen. Met mijn nieuwe geschreven liedje in mijn hoofd val ik in slaap.
Een hoop kabaal maakt dat ik overeind vlieg van schrik. Met opengesperde ogen kijk ik geschrokken om me heen. Tom’s hoofd verschijnt om de hoek van de deur.
‘Sorry! Heb ik je wakker gemaakt?’ vraagt hij met een frons op zijn gezicht.
‘Eh, een beetje maar,’ zeg ik sarcastisch.
‘Sorry, Max! Er donderde zojuist een hele plank met glazen uit mijn kast! Het is een grote puinzooi.’ Tom schudt met zijn hoofd. ‘Ik ruim die rotzooi even op, slaap jij nog maar even verder,’ zegt hij en hij verdwijnt uit het zicht. Ik kijk op de klok. Half negen. Heb ik toch nog tweeënhalf uur geslapen. Meer gaat het niet worden vandaag. Ik gaap eens flink, wrijf door mijn ogen en ga rechtop zitten.
‘Moet ik je ergens mee helpen?’ roep ik naar Tom die, zo te horen, druk bezig is met het kapot gevallen glas te verzamelen.
‘Nee, ik heb alles onder controle, dank je.’
‘Oké.’ Ik kijk even om me heen en dan pas schiet het me weer te binnen. Het liedje! Ik pak mijn gitaar, installeer me in een gemakkelijke houding en begin met spelen.
Als ik klaar ben met spelen, houd ik mijn ogen wat langer gesloten en ik zie Lucy voor me staan, aan het water waar we gisteren ruzie gekregen hadden. Ik heb een dubbel gevoel. Het gevoel dat de muziek me geeft is als fladderende vlinders in je lijf. Je weet wel, datzelfde gevoel dat je hebt wanneer je verliefd bent. Aan de andere kant voel ik een soort verslagenheid omdat het voelt alsof ik moet kiezen tussen Lucy en muziek, tussen twee dingen waar ik niet tussen kán kiezen. Wat nu als deze app – en de inmiddels meer dan vijfduizend volgers die ik heb – mijn opstap is naar het echte muzikanten leven? Het spelen in de pub bij Pierre kan daar ook zeker aan bijdragen. Die droom wil ik niet opgeven. Het is zo frustrerend, want ik wil Lucy ook niet opgeven, maar ze lijkt niet te begrijpen dat muziek voor mij zo belangrijk is. Wat moet ik in hemelsnaam doen?
‘Dat klonk prima, kerel!’ zegt hij en hij knikt naar mijn gitaar naast de bank.
‘Dank je. Ik ben er zelf ook wel tevreden over, om eerlijk te zijn. Ik moest gewoon even alle ellende van gisteren van me afschrijven.
‘Nou, dat is dan positief uitgepakt. Weet je dat gisteravond eigenlijk pas de eerste keer was dat ik je echt hoorde zingen en muziek maken? Ik hoor je soms meezingen met de radio op kantoor, maar dit is hele andere koek. Je bent echt goed hoor. Je zou er meer mee moeten doen.’
‘Vertel dat maar aan Lucy,’ zeg ik terwijl ik naar mijn koffie staar.
‘Sorry, zo bedoelde ik dat niet. Dat was niet handig om te zeggen.’
‘Nee, het geeft niet. Ik wil er juist meer mee doen, maar Lucy vindt dat ik te weinig tijd aan haar besteed.’ Ik zucht diep.
‘Ja, lastig.’ Tom wrijft over zijn voorhoofd.
‘Tom, wat zou jij doen, als je in mijn situatie zat?’ vraag ik hem uiteindelijk. Ik wil weten wat andere mensen ervan vinden. Of ik iets met die informatie doe, dat zie ik later wel.
‘Nou, ik weet het niet. Je bent wel echt goed, Max. Ik denk als dit is wat je al altijd hebt willen doen, je er dan ook voor moet gaan. Je leeft tenslotte maar één keer, voor zover ik weet dan. Hoe vervelend het ook is voor Lucy en jou. Het zou natuurlijk erg fijn zijn als ze je in dit alles zou steunen. Ik denk dat als ik zo’n talent bezat en ik zo graag meer wilde, dat ik bereid was om veel op te geven voor die droom. Aan de andere kant, Lucy was, of is, de vrouw van je dromen, zoals je me keer op keer op het hart gedrukt hebt. Man ik weet nog goed hoe hoteldebotel je was toen je haar net ontmoet had. Je was net een verliefde puber. Continue zat je met een enorme lach om je mond op kantoor, te dagdromen over haar. Jullie stuurde elkaar wel honderden berichten op een dag en konden geen genoeg van elkaar krijgen. Toen jullie gingen samenwonen praatte je over niets anders meer. Je wilde met haar oud worden. Misschien ooit een gezin. Ze had je hart veroverd, zonder dat je ernaar op zoek was. Ze was gewoon je leven binnen komen wandelen. Letterlijk eigenlijk.’
Ik luister aandachtig naar de woorden die Tom uitspreekt. Goh, hij heeft blijkbaar toch meer naar me geluisterd dan ik altijd had gedacht. Ik dacht dat het bij Tom het ene oor in ging en het ander oor weer uit.
‘Ja, inderdaad.’ Ik sla mijn ogen neer en denk na. ‘Maar kan het zijn dat dat veranderd is? Dat er iets in mijn leven gekomen is dat ik niet meer kan wegdenken? Iets waarvan ik misschien nóg meer hou, al had ik dat nooit voor mogelijk gehouden toen ik een relatie begon met Lucy.’
‘Ik denk dat het kan, ja. Mensen stellen hun wensen, dromen en doelen bij naarmate ze verder komen in het leven. Stel je voor, als ik mijn doel dat ik voor ogen had als kind nog steeds had, zat ik nu tot aan mijn schouder met mijn arm in het achterste van een koe! Ik wilde dierenarts worden.’ Ik schiet in de lach als ik de blik van Tom zie terwijl hij het verteld.
‘Inderdaad, mooie vergelijking, Tom.’
‘Ja, ik bedoel maar. Je wordt ouder, gaat anders over dingen denken, gaat andere dingen voelen en ja, soms komt er iets op je pad waarvan je denkt: Hey! Dit is wat ik wil, waar ik voor geboren ben. Dit wil ik de rest van mijn leven doen! En als je diep graaft tussen je gevoelens, weet je dat dit je grootste droom is.’ Tom houdt abrupt op met praten en kijkt me vreemd aan. ‘Goh, ik denk dat ik een of andere spreker op spirituele bijeenkomsten moet worden, als ik mezelf zo hoor spreken,’ zegt Tom op serieuze toon en ik barst in lachen uit.
‘Ja, misschien wel ja. Ik had nooit gedacht dat ik zo’n diepgaand gesprek met je zou voeren. Wat weet je trouwens nog goed wat ik allemaal gezegd heb over Lucy.’
‘Nou, ik wilde zo graag wat jij op dat moment had. Ik wilde ook verliefd worden, voelen wat jij voelde. De hele dag gelukkig rondlopen met kriebels in je buik en een lach om je mond. Ik wilde de dat ook, maar alles wat ik kreeg waren een paar one-night-stands. Geen verkeerde hoor, begrijp me niet verkeerd, maar ik wilde – en wil nog steeds – iemand om na het werk bij thuis te komen. Om samen een film te kijken. Om samen dingen mee te doen en natuurlijk om heel veel seks mee te hebben,’ Tom knipoogt.
‘Ja, dat is het belangrijkste voor jou, of niet,’ plaag ik Tom.
‘Nee! Niet het belangrijkster, maar wel heel erg belangrijk…’ Ik schiet in de lach als ik naar het gezicht van Tom kijk.
‘Ik begrijp het. Ik hoop ook dat je snel iemand vindt waarmee je dit alles kan delen. Dat hoop ik echt voor je. Je bent een goede gozer, Tom.’
‘Dank je.’
‘Maar weet je? Alles is zo anders nu. Natuurlijk hou ik nog wel van haar, maar het verliefde gevoel is er wel een beetje vanaf als ik eerlijk ben. Ik geef heel veel om haar, dat is een ding wat zeker is. Ik wil haar ook absoluut niet kwetsen of iets dergelijks, maar ik leef gewoon voor mijn muziek… Denk ik… ik weet het ook niet… Hoe kan ik het haar uitleggen als ik zelf niet eens weet hoe ik me voel in deze tweestrijd? Ze speelt zeker een belangrijke rol in mijn leven en ik kan haar toch niet zomaar in de steek laten?’
‘Je hoeft haar niet in de steek te laten,’ zegt Tom wijs. ‘Jullie zouden om te beginnen eens een serieus gesprek met elkaar aan kunnen gaan en elkaars beleving in dit alles vertellen. Dat kan geen kwaad. Jullie zijn volwassen mensen die best wel een volwassen gesprek met elkaar kunnen hebben.’
‘Ik denk het…’ zeg ik en staar naar de vloer. ‘Maar dan moet ze wel eerst met me willen praten. Gisteren was er geen woord met haar te wisselen.’
‘Gisteren waren er veel emoties, die zijn na een nachtje slapen – of een paar uur in jouw geval – een beetje gezakt en waarschijnlijk voelt Lucy zich nu ook slecht.’
‘Denk je?’ Ik kijk Tom vragend aan.
‘Ja, dat denk ik. Bel haar gewoon op! Ik moet toch even wat boodschappen halen en een paar nieuwe glazen, omdat verdomme elk glas kapot is gevallen!’
‘Oké. Dank je dat je naar me wilde luisteren.’
‘Geen probleem. Je bent een goede gozer.’ Tom pakt zijn jas en loopt de deur uit. Ik kijk naar mijn gitaar en daarna naar mijn telefoon die naast me op de bank ligt. Hij ligt daar maar, klaar om opgepakt te worden. Klaar om Lucy te bellen. Ik voel een knoop in mijn maag bij de gedachten, maar ik denk dat Tom gelijk heeft. We kunnen toch wel een serieus gesprek houden met elkaar? Aarzelend pak ik de telefoon op en bel Lucy. De telefoon gaat over. Nog een keer. Nog een keer en nogmaals. Ze wil waarschijnlijk nog niet praten. Ik laat de telefoon nog een paar keer overgaan en wil net ophangen als Lucy opneemt.
‘Ja?’ hoor ik een zachte en miserabel stemmetje zeggen. Heel even weet ik niks te zeggen.
‘Lucy, het spijt me,’ Dat is het enigste wat ik zeg, meer komt er niet in me op. Dit is mijn gesprek. Het spijt me, meer is er niet.
‘Ja, mij ook,’ zegt Lucy en ik hoor de teleurstelling in haar stem.
‘Ik eh… heb je een beetje geslapen?’ vraag ik tenslotte.
‘Nee,’ zegt ze kortaf. Einde gesprek, of niet?
‘O, ik ook niet.’ Kom op Lucy, zeg ook wat! ‘Misschien is het, eh, verstandig als we even een gesprek met elkaar hebben?’ stamel ik.
‘Ja, ik denk het…’
‘Wil je dat ik naar huis kom?’
‘Kan.’
‘Of wil je liever ergens anders praten.’
‘Ik weet het niet.’
‘Lucy, alsjeblieft…’ probeer ik.
‘Kom maar hier heen.’
‘Oké, ik wacht even tot Tom thuis is, hij is even een boodschap doen en dan vertrek ik. Ik stuur wel even een berichtje als ik vertrek, goed?’
‘Ja, goed.’ Lucy hangt op. Dit was officieel het meest ongemakkelijke gesprek uit de geschiedenis. Nou, uit onze geschiedenis in elk geval. Ik zoek mijn spullen bij elkaar en wacht totdat Tom terugkomt van de winkel.
‘Succes, Max,’ zegt Tom als ik heb vertel dat ik met Lucy ga praten.
‘Dank je,’ zeg ik en ik geef hem een hand. ‘Bedankt dat ik hier mocht blijven vannacht. Ik waardeer het enorm!’
‘Geen dank, je zou hetzelfde voor mij gedaan hebben en mocht je nog eens de deur uitgezet worden, je weet waar ik woon! Je bent welkom.’
‘Dank je, Tom!’ Ik loop de deur uit en stap in mijn auto. Daar ga ik dan, op weg naar het moeilijkste gesprek dat ik ooit met Lucy gevoerd heb. Tenminste, daar ga ik voor het gemak even vanuit.