Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#1 Omslag

Rustig blijven. Ik kan dit. Mijn moeder-skills zijn echt wel goed genoeg om het voor elkaar te krijgen.
Ik kijk naar mijn met verf besmeurde handen. Gewoon even diep in- en uitademen, dan komt alles goed. Ik inhaleer een teug lucht, houdt mijn adem even in en blaas hem vervolgens langzaam uit. Let’s do this! Terwijl ik mezelf motiverend toespreek, was ik de verf zo snel mogelijk van mijn handen. Pim heeft een uur geleden geverfd, maar ik ben er nu pas aan toe gekomen om de spullen op te ruimen. En natuurlijk precies als ik met mijn handen vol verf sta, ben ik nodig.
‘Stil maar, mama komt eraan!’ Terwijl ik me haastig richting het gehuil begeef, haal ik nogmaals diep adem. Ik kan dit. Ik kan dit. Ik kan dit. ‘Mama is er bijna!’ zeg ik als ik halverwege de trap ben. Het gehuil wordt luider. Het gekke is dat zodra Pepe in huis is alles van een leien dakje lijkt te gaan, maar als ik alleen ben, ho maar. Dan gaat alles mis. Ik maak de slaapkamer deur open. Het gekrijs dringt door tot op mijn botten en ik trek een gepijnigd gezicht. Ik haast me naar het bed. ‘Rustig maar kereltje, rustig maar,’ zeg ik terwijl ik hem uit bed til. ‘Stil maar, je hoeft niet te huilen, mama is hier,’ fluister ik. Ik pak het dekentje uit bed en loop snel naar beneden. ‘Straks maak je je zus nog wakker,’ zeg ik zacht. Het gehuil wordt langzaam minder. Gelukkig. De vorige keer duurde het meer dan een uur voordat hij stil was. Ik kijk op de klok. Het is pas half één. Hij ligt er net een half uur in. Zuchtend ga ik op de bank zitten en kijk naast me. Pim kijkt even op van het filmpje van Thomas de trein dat op tv speelt.
‘Lucas pijn?’ vraagt hij en hij wijst naar de huilende baby in mijn handen.
‘Ik weet het niet, Pim. Ik weet het niet…’ zeg ik vermoeid en haal mijn schouders op terwijl ik Lucas zachtjes heen en weer wieg. Het is al de derde dag dat hij het op het krijsen zet als hij ’s middags in bed ligt. Ik zou zo graag willen weten wat er is, maar het ventje kan me niets vertellen, aangezien hij pas elf weken oud is. Honger kan hij niet hebben, want hij heeft net gegeten voordat ik hem naar bed bracht.

Dan is daar het onvermijdelijke… Het begint met een zachte ‘uh’, vervolgens een ‘aaahhh’ en dan start een waar luchtalarm. Ik was dus weer niet snel genoeg boven. Lucas heeft zijn zus wakker gemaakt. Zuchtend laat ik mijn hoofd achterover vallen tegen de bank en sluit mijn ogen.  Ik heb echt te weinig handen voor een kleuter én een tweeling. Het zal wel heel slecht van me zijn, maar soms hè, soms dan krijg ik echt een inzinking en vraag ik me af hoe ik het allemaal voor elkaar gekregen heb. Een tweeling! Hoe groot is die kans nu? Toen Pepe en ik het hadden over een broertje of zusje voor Pim bedoelde ik één kind. Niet twee! Het is echt niet zo dat ik niet van ze houd nu ze in tweevoud gekomen zijn, maar het is verdomd moeilijk om in je eentje een kleuter en twee baby’s te moeten opvoeden en onderhouden. Oké, Pepe is er de afgelopen weken wel geweest, maar deze week moest hij voor het eerst weer aan het werk. Aan de ene kant vond ik dat fijn, want ik begon me af en toe en beetje aan hem te irriteren. Aan de andere kant vond ik het jammer, want hij is zo goed met de kinderen en hij doet veel in huis zodat ik het niet zo druk heb. Vandaag heb ik het druk. Heel druk. Lucas en Anna zijn erg onrustig en ik kan blij zijn dat ze in elk geval een half uur hebben geslapen.
Ik leg Lucas in de box, maar weet dat hij het weer op een krijsen zal zetten. Toch zal ik het luchtalarm boven ook even moeten resetten, want mijn oren kunnen dit niet aan. Misschien wil ze haar speentje? Ik lach. Waarom vertel ik mezelf dingen waarvan ik weet dat ze niet werken? Terwijl ik de trap op loop, hoor ik Lucas beneden huilen. Anna ligt wild spartelend in bed te krijsen. Haar speentje ligt bij het voeteneind. Tegen beter weten in geef ik haar de speen. Ik weet dat het geen zin heeft, maar ik probeer het lekker toch. Even blijft ze doorgaan, maar dan ineens, als ik het bijna op wil geven, accepteert ze de speen, zuigt er hevig op en ontspant. Met grote ogen kijk ik toe. Ik kan het niet geloven. Het is gelukt! Het is eindelijk gelukt! Het liefste zou ik een vreugdesprongetje willen maken, maar ik mag het risico niet lopen dat ze wakker wordt. Ik blijf nog even staan om naar haar te kijken. Wat is ze mooi. Voorzichtig loop ik richting de deur. Inmiddels ben ik een kei in het wegsluipen van een kinderkamer. Ik zet een voet op de vloer in de hal, verplaats mijn gewicht en precies op het moment dat de dikke teen van mijn andere voet de grond raakt gaat het alarm weer af. Nee! Nee! Nee! Verslagen laat ik mijn schouders hangen, slof terug naar het bedje en pak haar bij me.
‘Oké, dan. Kom jij ook maar mee naar beneden. Anna blijft nog even krijsen, maar als ik beneden kom neemt het hysterische gelukkig af. Dramaqueen dat het is.
‘Pim, wat ben jij aan het doen?’ verwonderd kijk ik naar Pim, die zijn stoeltje naast de box heeft gezet, erin geklommen is en naast Lucas is gaan liggen. Nu dringt het pas tot me door dat Lucas stil is.
‘Lucas deed huilen,’ zegt hij en hij wijst naar zijn broertje. Het is natuurlijk niet heel erg veilig om hem alleen bij Lucas te laten. Stel je voor dat hij op hem was gaan liggen! O god nee!
‘Dat is heel lief van je, schat, maar je moet niet zomaar in de box klimmen. Dat is gevaarlijk. Stel dat je was gevallen.’
‘Dan had ik pijn,’ zegt hij heel nuchter. Ik schiet in de lach. Ja, dan had hij pijn. En had ik nog een huilend kind.

Goed. Nu zit ik hier met drie kinderen die wakker zijn en mijn aandacht willen. Ik kan me nog steeds niet in drieën splitsen. Geloof me, ik heb geprobeerd om in gedachten een soort drievoud van mezelf te worden, maar het lukt niet. Mijn brein kan maar één kind per keer aan. Ik zal dit gedeelte van het moederschap toch beter moeten gaan ontwikkelen.
Ik leg Anna even in de box, naast Lucas, en haal Pim eruit.
‘Kom eens hier jij. Je mag al bijna naar de grote school! Je bent mama’s grote vent!’ zeg ik en ik knuffel hem even.
‘Si!’ zegt hij trots. Ik glimlach. We zijn hem al een hele tijd Spaans aan het leren. Nou ja, we… Pepe. Ik leer met Pim mee. Het is natuurlijk wel handig nu we in Spanje wonen dat ik de taal een beetje kan spreken, of in elk geval begrijp wat er gaande is. Zeker nu Pim bijna naar school gaat. Ergens ben ik blij dat het bijna zover is. Dan heb ik in elk geval een gedeelte van de dag met maar twee, in plaats van drie kinderen, maar ik vind het ook heel erg jammer. Ik ben gewend hem elke dag om me heen te hebben. Ik ga hem zeker missen. Het is echt ongelofelijk dat hij al bijna vier jaar is. Terwijl ik in gedachten terug denk aan vier jaar geleden, maak ik een fruithapje voor Pim klaar. Ik verwen hem soms wel iets te veel, maar nu kan het tenminste nog! Straks moet hij naar school en dan zie ik hem nog maar amper.
De school ligt gelukkig maar op tien minuten lopen van ons huis. Over het algemeen is het hier heerlijk weer, dus ik zal niet zo heel vaak door de regen hoeven. Stel dat ik nu in Nederland woonde. Dan had ik waarschijnlijk de helft van het jaar in een regenpak kunnen lopen. Ik kijk door het keukenraam naar buiten en geniet van het uitzicht. Het is bijna niet te geloven dat ik dit elke dag vanuit mijn eigen huis kan zien. Elke dag! Ik denk terug aan de dag dat we dit huis voor het eerst zagen.

Mevrouw Flores was onze makelaar. Wat een vreselijk mens was dat.
‘Beneden bevindt zich de hal met een ruime toilet, de imposante woonkamer, een compleet ingerichte keuken van formaat, een zitkamer met houtkachel en uitzicht op de tuin, een bijkeuken en een berging.’
Pepe en ik stappen de ruime hal binnen en mijn oog valt direct op de trap. De trap! Dit is het. Dit wordt ons huis. Ik weet het zeker. Ik heb iets met trappen en deze trap is gewoon mooi. Dit wordt hem! Pepe ziet mijn blijde gezicht en kijkt naar de trap. Hij glimlacht.
‘Wacht even tot we de rest van het huis gezien hebben,’ zegt hij zacht, zodat Mevrouw Flores het niet hoort.
‘Dit is dus de hal. Zoals jullie zien is er een prachtige trap die leidt naar de eerste verdieping, waar we zometeen komen. We bekijken eerst de keuken even.’ Pepe en ik lopen beide achter haar aan en als we in de keuken staan, kan ik mijn ogen haast niet geloven. Aan de linkerkant staat een enorme bank tegen de muur. Daar staat een lange tafel bij en zes, terracottakleurige stoelen. Mijn blik blijft hangen op het kookeiland. Een kookeiland! Een echt kookeiland. Geweldig dit! Tegen de andere muur is een keukenwand geïnstalleerd met allerlei keukenapparatuur en kastjes. Dit is echt mijn droomhuis. Ik lach naar Pepe. Hij knipoogt. Ik loop naar het kookeiland en laat mijn vingers over het blad glijden. Daarna loop ik naar het grote raam dat enorm veel licht binnen laat. Het is prachtig. Het is zo’n raam met allemaal kleinere raampjes erin. Het geeft een huis direct sfeer. Ik kijk even naar buiten en ben overdonderd door het uitzicht dat ik vanuit hier heb. Vervolgens draai ik me om naar Pepe. Nu pas valt me op dat er zich aan mijn linkerhand een trap bevind. Waar zou die naar toe gaan?
‘Ziet er goed uit,’ zegt Pepe nonchalant.
‘Ja, de keuken is pas vorig jaar geïnstalleerd, maar nauwelijks in gebruik geweest, aangezien het huis al een half jaar te koop staat.’
‘Zo lang al? Voor dit huis?’ vraagt Pepe verwonderd.
‘Ja, de meeste mensen vinden het een prachtig huis, maar het zit boven hun budget,’ zegt ze terwijl ze een blik werpt op mijn gympen, mijn spijkerbroek met gaten (die er al in zaten toen ik hem kocht! Moge dat even duidelijk zijn) en mijn simpele trui van de H&M die ik al vijf jaar heb. Oké, ik had me misschien iets netter kunnen kleden, maar ik ga huizen bekijken, niet naar een gala!
‘Wat is het budget?’ vraagt Pepe als we ons omdraaien en doorlopen naar de woonkamer.
‘Holy shit!’ Ik sla direct mijn hand voor mijn mond en kijk snel naar Pepe en mevrouw Flores. ‘Sorry,’ zeg ik tegen haar.
‘Dit is dus de imposante woonkamer waar ik zojuist naar verwees.’
‘Nou, imposant is hij zeker,’ zeg ik verbaasd. Mijn god. Het kon goed doorgaan als klaslokaal. Ik laat mijn ogen door de ruimten glijden. Voor me staat een enorme hoekbank met een grove, beige bekleding. Er liggen kussens en een deken op, netjes opgevouwen, in dezelfde kleur als de muur achter me. Oker geel. Het staat geweldig in dit huis. Links van me bevind zich een gigantisch raam, die – net als in de keuken – onderverdeeld is in tweeëntwintig kleine raampjes, ik heb ze snel even geteld. Geweldig. Het straalt sfeer uit. Rechts van me staat een prachtige tv-kast en een boekenkast van licht hout met witte hoogglans elementen. Er staan boeken en een paar kunstobjecten in.
‘Jammer dat dit allemaal weg gaat,’ zeg ik hardop, terwijl ik het eigenlijk alleen in gedachten wilde zeggen.
‘Nee hoor, het is een instapklare woning, alles wat u hier ziet aan meubels blijft in het huis. Alleen de persoonlijk eigendommen worden meegenomen,’ vertelt mevrouw Flores terwijl ze vluchtig een blik op haar horloge werpt.
‘Oh, Pepe, dit is prachtig!’ zegt ik en ik pak zijn arm vast.
‘Ja, inderdaad.’
‘Als jullie even doorlopen, komen we bij de zitkamer.’ Ik kijk nieuwsgierig voor me uit en zie in de verte nog een bank staan. Althans, een deel ervan. Het getik van de hakken van mevrouw Flores doet me denken aan mijn schooljuf in groep vijf. Ze lijkt er zelfs een beetje op, bedenk ik me nu. Ze was ook zo kil en zo nors.
‘En dit is dus de zitkamer, met uitzicht op de tuin.’ Deze keer kan ik het niet meer tegenhouden. Mijn mond valt open. Ik ben mij inmiddels ook gaan afvragen wat de vraagprijs van dit huis is. Dit kunnen we toch nooit betalen? Voor me staat een tweedelig, groen bankstel met een donkere houten tafel. Er staat een houtkachel tegen de muur en er hangen prachtige schilderijen aan de muur. Rechts van me staat een soort ouderwetse Oosterse kast. Niet mijn smaak, maar het past perfect in deze kamer. Ook hier zijn weer van die leuke, grote ramen, die veel licht doorlaten. Ik word spontaan blij bij de gedachte dat ik hier lekker op de bank kan zitten. Kachel aan, laptop erbij en schrijven maar. Of gezellig samen met Pim een boekje lezen.
‘Goed, dan bevind zich hier,’ mevrouw Flores maakt een deur open die mij nog niet was opgevallen. ‘De berging en de bijkeuken.’ Ik loop een witte ruimte in waar een enorm keukenblad geplaatst is met daaronder maar liefst twee wasmachines en een droger. Aan de andere kant van de ruimte is een soort wasrek opgehangen aan de muur. Er staat een grote kast en een schoenenbankje.
‘Mag ik?’ vraag ik als ik de klink van de deur vastpak die zich voor me bevind. Mevrouw Flores knikt.
‘Dat is de  berging.’
Goed, dit is inderdaad een berging. Het is een verzameling van verschillende kastjes en huishoudspullen. In verhouding tot de rest van het huis is het een beetje een rommelhokje, maar ach, het is de berging maar. Pepe werpt ook een snelle blik naar binnen en knikt. Ik sluit de deur weer.
‘Goed,’ zegt mevrouw Flores en ze werpt weer een blik op haar horloge. God wat is dat irritant. ‘Dan gaan we even verder.’ We volgen het getik van haar hakjes en luisteren naar haar schelle stem.
‘Dan gaan we nu naar de entresol.’
‘De wat?’ vraag ik. Pepe lacht en schud met zijn hoofd. Ik kijk hem vragend aan. Weet hij soms wel wat een entre nog iets is?
‘Dat is een soort tussenverdieping,’ verklaard mevrouw de makelaar. ‘Misschien heb je de  verdieping wel gezien vanuit de woonkamer. En de trap in de keuken? Die leidt naar de entresol.’
‘Ah, ja, die trap heb ik wel gezien, ja.’ En ik had inderdaad ook gezien dat de woonkamer onwerkelijk hoog was en toen viel me op dat er nog een soort kamer boven de kamer was, net zoals in Pepe’s villa, alleen was het daar de overloop.
We lopen de witte trap in de keuken omhoog en komen op een brede, soort overloop terecht. De hele wand is bedekt met boekenkast. Mijn god, de mensen die hier wonen houden in elk geval van lezen. En van kunst. Langzaam loop ik verder. Er staan een aantal schilderijen op de grond tegen de glazen panelen. Ik stop even en kijk naar beneden. Vanuit hier heb je een prachtig uitzicht op de woonkamer met de grote hoekbank. Aan het einde wordt de overloop breder en daar bevind zich nog een kamer. Hij is helemaal wit en het doet bijna pijn aan mijn ogen, nu de zon er binnen schijnt. Er staan nog veel meer schilderijen, een grote ezel en een bureau dat vol zit met verfspetters. Het valt extra op, omdat de rest van de kamer zo wit is.
‘Zo te zien woont hier iemand die graag schildert,’ zeg ik.
‘Ja, dat klopt. De heer des huizes schildert graag. Alle schilderijen die je hier in dit huis ziet, zijn door hem zelf gemaakt.’
‘O wat gaaf!’ zeg ik en ik bewonder de schilderijen die tegen de witte muur staan.
‘Hiernaast bevind zich nog een werkkamer, een logeerkamer en een badkamer.’ Mevrouw Flores knikt en we verkennen de ruimtes een voor een. De werkkamer is ook heel licht ingericht. Witte muren, een groot, eigenhouten bureau. Kleurrijke schilderijen aan de muur en een relaxstoel. Als ik de badkamer inloop, houd ik plots mijn adem in. Dit is afschuwelijk. De badkamer is betegeld, van vloer tot plafond. En dan ook echt tot en met het plafond. Maar dat is niet het ergste. Het ergste is dat de tegels een afschuwelijke kleur groen hebben. Er hangt een wastafel met een plakspiegel erboven. Een ouderwetse wc en een bad met een foeilelijk douchegordijn. Is dit even een anti-climax. Ik verwachtte een of andere spa, gezien de rest van dit huis. Dit is nog vele malen erger dan de berging.
Ik kijk Pepe aan en mevrouw Flores vangt onze reactie op.
‘Dit is de enige kamer in het hele huis die nog niet gerenoveerd is. Hij doet momenteel dienst als badkamer voor gasten.’
‘O,’ zeg ik opgelucht. Pepe lacht.
‘Volg mij maar.’ Mevrouw de makelaar loopt verder en we moeten nog een trap omhoog. ‘Dit,’ ze maakt een deur open. ‘ Is de master bedroom en daarachter zie je de badkamer.’
Mijn ogen worden groot en ik kijk Pepe aan. Ook hij is onder de indruk. Er staat een gigantisch bed, midden in de kamer. Aan beide zijden is er ruimte om langs te lopen. Dat doen we dan ook voorzichtig.
‘Wow!’ Is mijn eerste reactie als ik de badkamer zie. Inderdaad, dit lijkt er meer op. Dit lijkt op een spa. Er staat een groot, rond bubbelbad in de badkamer. Er is een inloopdouche geplaatst en er is een dubbelwastafel met hele coole kranen. Dit is echt zo ontzettend gaaf!

Als we klaar zijn met de badkamer bewonderen, worden we nog even naar de twee andere slaapkamers begeleid die zich op deze verdieping bevinden. Prachtig. Echt alles is prachtig aan dit huis. Ik vraag me alleen af of de prijs ook zo prachtig is. Dit is waarschijnlijk onbetaalbaar.
‘En deze trap leidt ons weer naar de hal, waar we binnen kwamen.’ Mevrouw Flores tikt op de leuning van een trap die me helemaal niet was opgevallen. Ik draai me om en loop naar de trap. Ik kijk er even naar. Het is echt een mooie trap. Een hele mooie. Ik zie dat mevrouw Flores me een beetje vreemd aankijkt.
‘Tanja heeft een soort trappen fetisj,’ zegt Pepe plagerig. Mevrouw Flores zet grote ogen op en kijkt me met een afwijzende blik aan. Ik lach vriendelijk.
‘Nee, hoor, Pepe maakt maar een grapje.’ Ik kijk Pepe doordringend aan.
‘Ja,’ zegt Pepe en hij lacht. Mevrouw de makelaar schudt haar hoofd en loopt langs me heen de trap af. Ik volg haar. Trede voor trede stap ik naar beneden. Deze trap voelt gewoon al aan als mijn trap. O en kijk, zo heb je ook een mooi uitzicht over de keuken. Terwijl ik de trap afloop kijk ik naar het immens grote schilderij aan de muur links van me. Dom natuurlijk, want ik mis een trede en kan mijn evenwicht niet meer bewaren. Ik voel hoe mijn gewicht voorover kantelt. Mijn armen spreiden zich uit naar waar ze ook maar kunnen in een poging me ergens aan vast te grijpen. Het lukt om me met mijn linkerhand aan de leuning vast te grijpen, maar ik kan niet voorkomen dat mij lichaam tegen dat van mevrouw Flores botst. Ze slaakt een schrille kreet en ik zie haar enkel omklappen op de trede en naar beneden glijden, half op haar bil en haar heup. Gelukkig waren we al halverwege de trap en niet meer helemaal bovenaan. Er ontsnappen een aantal woorden uit mevrouw Flores’ mond die ik niet ga herhalen.
‘Het spijt me! Het spijt me mevrouw Flores! Ik verloor mijn evenwicht en…’
‘Hou jij nu maar even je mond,’ zegt ze kwaad terwijl ze haar zwarte rok rechttrekt en daarna met haar wijsvinger de ladder in haar zwarte panty volgt. ‘Hou alsjeblieft je mond!’ Ze modelleert haar haar weer en zucht diep.
‘Goed, wat vinden jullie ervan?’ vraagt ze uiteindelijk. Ik durf niet te antwoorden.
‘Prachtig,’ zegt Pepe. ‘Tanja, wil jij anders nog even de tuin gaan bekijken?’ vraagt Pepe en ik knik. Natuurlijk wil ik dat. Alles liever dan nog een minuut bij die heks blijven.
‘Ik ga het even met mevrouw Floris hebben over een paar praktische dingen en zo, ga jij maar even kijken.’
‘Oké,’ zeg ik en ik loop door de dubbele tuindeuren naar buiten. Praktisch dingen. Ik weet heus wel dat hij het over de prijs gaat hebben. Hij wil mij er vast niet bij hebben, omdat ik waarschijnlijk weer iets doms zeg dat de onderhandelingen kan verpest. Plotseling blijf ik aan de grond genageld staan. Dit is onmogelijk! Dit is niet waar. Ik sla mijn handen voor mijn mond en loop stapje voor stapje vooruit. Ongeveer tien meter bij me vandaan, staat een treurwilg. Mét een bankje. Ik denk terug aan Spanje. Nu weet ik het zeker. Dit moet ons huis worden!

Het werd ons huis. We wonen er inmiddels al een jaar en ik zou nooit meer anders willen.