Ik kijk op de klok. Half tien. Pff. Ik moet nog minimaal twee uur wakker blijven voor de voeding van de avond. Ik moet een manier vinden om wakker te blijven. Ah, ik weet het al! Ik ga Hilde even bellen, die is nog wel wakker.
‘Hoi Hilde, met mij,’ zeg ik als ik uitgeput op de bank neerplof.
‘Hey! Hoe is het? Alles goed in Spanje?’ vraagt ze vrolijk.
‘Jawel. Het is alleen druk. Ik ren werkelijk mijn benen onder mijn kont vandaan. Lucas heeft de laatste tijd moeite met slapen en maakt zijn zus telkens wakker. Gisteren zat ik weer met alle drie de kids beneden vanaf half een. Ik word er soms gek van.’ Ik zucht en pak de telefoon over naar mijn andere hand.
‘Het is ook niet niks met een tweeling.’
‘Als je dat maar weet. Ik hou van ze, hoor. Begrijp me niet verkeerd, maar heel soms, heel, heel soms vraag ik me af waarom we het niet bij Pim gehouden hebben, net als jullie met Emma. Het was zó veel relaxter met maar één kind. Al vond ik dat toen ook al druk, maar goed, ik ga ophouden met klagen, want ik hou van mijn gezin, dat je het even weet.’ Hilde schiet in de lach.
‘Natuurlijk weet ik dat! Maar ik snap best wel dat je er af en toe even doorheen zit. Zeker nu Pepe weer aan het werk is.’
‘Ja…’ zeg ik en ik zucht nogmaals terwijl ik aan Pepe denk. Hij staat op dit moment op het podium te zingen voor een paar duizend gillende vrouwen.
‘Heb je nog wat kunnen schrijven?’ vraagt Hilde.
‘Een paar pagina’s, niet veel. Ik heb er gewoon de tijd niet voor en ’s avonds ben ik kapot! Ik kan nog net mijn ogen openhouden tijdens het journaal en dan moet ik echt een bak thee of zo gaan zetten, anders val ik in slaap. Niet voor lang trouwens, want dan wil Lucas meestal drinken en ja, mevrouw kan niet achterblijven, dus die zet het dan ook op een krijsen et voilà, mama schrikt weer wakker op de bank.’ Ik hoor Hilde stiekem lachen. Ach, ik kan er ook wel mee lachen. Ik doe het graag voor mijn kinderen, maar het is potverdorie vermoeiend.
‘Ach, nog even en ze slapen ’s nachts door,’ probeert Hilde me op te peppen.
‘Ja… Nog even…’
‘Zeg, nu ik je toch aan de lijn heb…’ Hilde laat even een stilte vallen. Ik trek mijn benen op de bank en zoek een gemakkelijke houding en sluit mijn ogen.
‘Ja?’ vraag ik nieuwsgierig.
‘Wat… zou je ervan vinden als ik komende week al zou komen?’
‘Hè? Zo snel?’
‘Nou, dat klinkt niet alsof je me graag wilt ontvangen.’
‘Nee, nee, zo bedoel ik het niet, maar ik dacht dat je het druk had met werk en zo.’ Hilde zegt niets. ‘Ben je daar nog?’ vraag ik.
‘Ja, ik ben er nog.’
‘Is er iets?’ vraag ik. Hilde zucht.
‘Ik eh… Het is… Ik ben ontslagen.’
‘Oh Hilde dat meen je niet!’ Ik open mijn ogen en staar naar het plafond. ‘Waarom?’
‘Bezuinigingen…’
‘Ah wat een rotstreek!’
‘Tja, ik kan er weinig aan doen,’ zegt Hilde mat. ‘Maar goed, dat wil zeggen dat ik dus tijd genoeg heb om naar Spanje te komen!’ zegt ze vrij overdreven vrolijk. Hilde praat door over van alles en nog wat. Ik luister wel, maar ik krijg niet mee wat ze zegt. Ik hoor alleen het ritmische geluid van de woorden die ze telkens uitspreekt. Het doet me goed haar te horen. Ik mis haar. Ik concentreer me op haar stem. Beelden van vroeger komen als een film voorbij in gedachten. Ik weet nog goed toen we allebei voor het eerst verliefd waren. Oh, we waren echt zo’n typische verliefde tieners. We knipten foto’s uit van onze grote liefde en hingen die boven ons bed.
‘Tan? Hé Tanja! Joehoe! Ben je daar nog?’
En toen we les kregen van die knappe leraar DuitsAlle meiden uit de klas waren stapel op hem. Wij ook. O ja en toen we met school op wintersportvakantie gingen. Dat was echt lachen! Ik glimlach vanzelf bij de gedachten.
‘Hallo?’ Ik schrik op.
‘Hè? Wat? Waar?’ Mijn ogen zijn wijd opengesperd en ik kijk verward om me heen. Ik hoor heel ver weg de stem van Hilde. Verhip! Ik ben in slaap gevallen. Snel zoek ik naar mijn telefoon. Ik vind hem half tussen de bank gezakt.
‘Hilde?’ vraag ik haastig.
‘Ah, je bent er nog!’
‘Sorry. Ik, eh…’ Ik kan een diepe gaap niet onderdrukken.
‘O nee, Tanja. Nee. Zeg dat het niet waar is.’ Ik weet niet of ze nu lacht of niet, het klinkt heel vreemd. ‘Zeg me alsjeblieft niet dat je in slaap gevallen bent.’
‘Oké. Ik zeg het niet.’
‘Oh! Ben ik zo interessant?’ Hilde kan haar lach niet inhouden. ‘Tanja!’
‘Ja, sorry hoor. Ik heb gewoon slaaptekort. Ik was naar je stem aan het luisteren en toen viel ik in slaap.’
‘Nou, tenminste fijn om te horen dat ik een rustgevende stem heb,’ grapt Hilde.
‘Het spijt me, Hilde. Ik mis je gewoon. Ik vind het fijn je te horen.’
‘Dan vind je het volgende helemaal fijn om te horen.’ Hilde giechelt even. ‘Ik kan zondag al komen! Als het tenminste uitkomt…’
‘Echt?’ Ik ben klaarwakker en spring overeind. ‘Meen je dat?’
‘Ja, dat meen ik.’
‘Dat is nog maar vier dagen!’
‘Ja, ik weet het!’
‘O wat leuk! En dan ben je hier op Pim zijn verjaardag! Hoe lang wil je blijven?’ Het blijft even stil aan de andere kant van de lijn. ‘Hilde?’
‘Nou…’ Ze aarzelt even. ‘Zou ik misschien een week kunnen blijven?’
‘Een week? En Sean en Emma dan?’
‘Die redden zich wel. Ik heb het er met Sean over gehad en hij vond dat ik even tijd voor mezelf moest nemen met alle stress omtrent het werk en zo.’
‘Ja, ik begrijp het. Nou fijn dat Sean zo lang vrij kan krijgen dan.’
‘Ja, hij had toevallig al een tijdje geleden gepland om twee weken vakantie te pakken.’
‘Komt dat even goed uit!’ zeg ik blij.
‘Ja he?’ Hilde lacht. ‘Dus ik mag komen?’
‘Natuurlijk!’
‘Goed, ik laat je van de week even weten wanneer ik precies arriveer. Kun jij me misschien van het vliegveld oppikken?’
‘Dat kan ik zeker.’
‘Dankjewel. Goed, ik moet ophangen nu. Ik spreek je snel!’
‘Tot snel! Leuk dat je komt!’
‘Doei!
‘Doei!’ Ik hang op en kijk naar mijn telefoon. Hilde komt zondag al! Wat gaaf! Meteen deel ik het goede nieuws met Pepe. Ik weet dat hij aan het optreden is op het moment, maar ik stuur hem evengoed het bericht. Hij leest het later wel.
Ik besluit om nog een poging te wagen om verder te gaan aan mijn nieuwe verhaal. Ik heb nieuwe energie gekregen nu ik weet dat Hilde zondag al hier naartoe komt. Echt leuk! Het tikken van mijn vingers op de toetsen van mijn laptop klinkt heerlijk. Ik hou van dat geluid. Het betekend dat ik iets aan doen ben wat ik leuk vind. Ik ben iets nieuws aan het creëren. Iets dat eerst niet bestond, maar doordat ik mijn vingers op die toetsen neer laat komen in een bepaalde volgorde, creëer ik iets nieuws. Een verhaal. Dit verhaal gaat over een man en en vrouw die elke maand afspreken op een andere plek in het land. De ene stuurt één dag van te voren een bericht naar de ander waar ze elkaar zullen treffen en zo wisselen ze dat elke maand af.
Ik wordt tot een halt geroepen als Lucas besluit dat het etenstijd is. Ik sla mijn verhaal op, klap mijn laptop dicht en loop naar boven. Tot nu toe lukt het vrij goed om eerst Lucas de fles te geven en dan Anne. Op de een of andere manier wordt ze ’s avonds niet zo snel wakker van het gehuil van Lucas dan overdag.
Inmiddels gaat het hele voedingsritueel op de automatische piloot. Ik neem Lucas mee, zet het flesje in de magnetron. Pak ondertussen een luier en leg die klaar. Wacht op het piepje, maak zijn flesje in orde en ga met hem op de bank zitten. Lucas laat half slapend een flinke boer en dan breng ik hem weer naar boven als ik zijn luier verschoond heb. Daarna is Anne aan de beurt in dezelfde volgorde.
Tja, en soms… dan zijn de allebei tegelijk wakker. Dan is er iets meer stress, maar inmiddels heb ik een manier gevonden om die te verlagen. Ik zet dan allebei de flesjes tegelijk in de magnetron, loop naar boven, haal ze een voor een naar beneden en leg ze in de box. Dan pak ik de flesjes en maak ze klaar, leg Lucas en Anne op de bank met een voedingskussen eromheen en ga zelf op mijn knieën voor de bank zitten. Zo kan ik twee flesjes tegelijk vasthouden en zijn ze allebei stil. Want ik zeg je, als je een krijsende baby in de box hebt liggen terwijl je de andere zijn flesje geeft, is dat niet bepaald rustgevend. Ik raak daar een beetje gestrest van.
Om half een lig ik eindelijk zelf in bed. Ik probeer niet te denken aan het feit dat waarschijnlijk Anne om vijf uur de eerste is die zich weer meld. Ach, het is maar een fase. Het is maar een fase. Deze mantra blijf ik voor mezelf herhalen totdat ik eindelijk in slaap val.
De volgende ochtend, o nee, wacht, het is feitelijk dezelfde ochtend, word ik wakker van het gehuil van Pim. Hé, wacht eens even? Pim? Ik sla het dekbed van me af en loop slaperig naar Pims kamer. Hij zit rechtop in bed.
‘Ssst, stil maar, mama is hier,’ stel ik hem gerust. Ik steel over zijn haar. Langzaam neemt het snikken af. ‘Heb je eng gedroomd, schat?’ Pim knikt. ‘Rustig maar. Het was gelukkig maar een droom, hè lieverd. Mama is bij je.’
Na een tijdje is Pim gekalmeerd en valt hij alweer in slaap. Ik leg hem rustig neer en dek hem toe. Gapend loop ik naar mijn slaapkamer en kijk op de wekkerradio. Huh? Is het pas twee uur? Ik dacht dat ik al op moest staan. Ik glimlach. Heerlijk. Nu kan ik lekker nog een paar uurtjes slapen.