Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#9 Omslag

‘Jesus Tanja! Hoe krijg je dit in godsnaam voor elkaar?’ roept Hilde naar de badkamer. Ze probeert de luier van Anna te verschonen, terwijl Lucas als een gek ligt te schreeuwen in bed en ik Pim in bad doe.
‘Niet…’ antwoord ik. ‘Daarom ben ik zo blij dat Kim volgende week komt en dat jij er deze week bent.’
‘Ja, dat begrijp ik!’ hoor ik Hilde mompelen. Na een minuutje hoor ik Anna ineens heel hard huilen en is Lucas stil. Ik gok zo dat Hilde Anna in haar bedje gelegd heeft en Lucas nu een schone luier geeft. Ik kan er niets aan doen, maar ik moet er een beetje om lachen. Normaal zou ik me staan te ergeren, maar nu iemand anders even mijn ellende mag ervaren kan ik er wel om lachen.
‘Klaar mama?’ Pim staat in zijn blootje voor me. Ik heb niet eens gemerkt dat hij het water uit het bad heeft laten lopen.
‘Kom maar hier,’ zeg ik en ik til hem uit het bad. ‘Dan droog ik je even af…’
‘Nee!’ zegt hij plots gemeend. ‘Ik wil het doen.’ Verbaasd kijk ik hem aan.
‘Goed, laat maar eens kijken,’ zeg ik luchtig. Volgende week gaat hij naar school en sinds het echt tot hem is doorgedrongen, wil hij plotseling alles zelf doen. Niet dat je mij hoort klagen hoor, maar soms is het makkelijker als ik het zelf doe. Dan gaat het gewoon iets sneller. Vooral als de tweeling lang moet wachten, raak ik af en toe een beetje geïrriteerd, wat overigens niet eerlijk is tegenover Pim, dat weet ik, maar het gaat vanzelf. Ik vraag me af hoe dat straks gaat als hij naar school is en als Kim hier is. Misschien heb ik haar dan wel helemaal niet meer nodig? Pim is dan van half negen tot drie op school, dus eigenlijk zou ik het toch makkelijk moeten redden in mijn eentje, bedenk ik me.

‘Nou zeg…’ Hilde komt bezweet de badkamer in lopen. ‘Een mens is niet gemaakt om twee baby’s tegelijk te verzorgen. Ik snap niet hoe al die dieren dat doen de er een stuk of negen krijgen. Onmogelijk gewoon!’ Hilde laat zich puffend op de rand van het bad zakken en kijkt naar Pim, die bijna klaar is met zichzelf afdrogen.
‘Wat goed dat hij dat kan,’ zegt ze en ze knikt naar hem.
‘Ja, hij wil alles zelf doen op het moment.’
‘Nou fijn toch? Emma is wat dat betreft een verwend nest. Ze wil niets zelf doen, vraagt bij alles of ik het kan doen en vertikt het om enige zelfstandigheid te ontwikkelen. Nou ja, het is misschien wel ontwikkeld, maar ze laat het niet aan me zien. Blijkbaar is dat anders bij Sean,’ zegt ze schouderophalend.
‘Hoe bedoel je?’ Ik kijk haar vragend aan.
‘Sean zegt altijd dat ze heel zelfstandig is als ze bij hem is.’
‘Tja. Ik weet het niet…’ zeg ik.
Als Pim zich aangekleed heeft, lopen we met z’n drieën naar beneden. Lucas en Anna zijn gelukkig snel in slaap gevallen.
‘Ik heb echt respect voor je, Tanja,’ zegt Hilde als we een boterham zitten te eten. ‘Ik zou helemaal gek worden met twee baby’s.’ Ik lach. Ik ook. Elke dag weer. Ik hou zielsveel van mijn kinderen, maar dat het zó heftig zou zijn, had ik niet verwacht. Ik dacht dat ik het wel even zou doen. Ik wist immers hoe alles in zijn werk ging, want ik had Pim al, maar het viel vies tegen.
‘Kim is mijn redder in nood, hoop ik.’ Ik neem een slok van mijn thee.
‘Ik denk het ook.’ Hilde neemt een slok van haar thee. ‘Dus hoe gaat de rest van de dag verlopen?’ vraagt ze.
‘Als de Anna en Lucas dadelijk wakker zijn krijgen ze eerste een voeding. Daarna gaan we met z’n allen even wandelen. Ik moet nog een paar kleine boodschapjes halen bij de buurtsuper.’
‘Oké,’ Hilde knikt.
‘Als het goed is zorgt Pepe voor het eten vanavond, dus kunnen wij ons met de kinderen bezig houden.’ Hilde knikt wederom. Pim heeft zijn boterham op en vraagt of hij mag gaan spelen.
‘Mijn god, Tanja. Wat heb je hem goed opgevoed!’ Ik schiet in de lach. ‘Emma vraagt dat echt nooit, ze stormt halverwege het eten altijd weg.’
‘Nou, om eerlijk te zijn sta ik hier ook van te kijken,’ geef ik toe. 

We staan in de supermarkt en Hilde heeft een hoofd, zo rood als een tomaat. Voor mij geldt hetzelfde. Alleen is de toedracht ervan iets verschillend van aard. Mijn rode hoofd is te verklaren door het feit dat ik het warm heb.
Hilde’s rode hoofd is het resultaat van schaamte. Vanaf de eerste seconde dat we de supermarkt binnen kwamen lopen, heeft de tweeling het op een krijsen gezet. Ik denk dat ze, zodra ze de geur ruiken, het expres doen. Misschien bevalt die geur hen niet, maar dat is nog geen reden om zo’n circus op te zetten. Maar goed, dat is mijn mening. Mensen kijken naar ons. Hilde schaamt zich en lacht als een boer met kiespijn naar de mensen die ons passeren.
‘Mama ik wil die!’ roept Pim en hij komt met een stapel koekjes naar het karretje gelopen.
‘Absoluut niet,’ zeg ik ferm. ‘Je hebt helemaal geen koekjes verdiend! Je bent erg stout geweest vanmorgen,’ herinner ik hem. Pim had het in zijn hoofd gehaald dat het wel grappig zou zijn als hij alle luiers die in de luieremmer zaten open zou maken en ze vervolgens over de hele boven verdieping op de grond te smeren. Hij heeft iets met poep en uitsmeren. En ja, ook deze keer zat ik even op het toilet. Ik kreeg dan ook meteen een flashback naar jaren geleden, toen hij zichzelf helemaal onder had gesmeerd met poep.
‘Ik wil deze!’ zegt hij boos.
‘Nee.’ Ik klink kalmer dan ik in werkelijkheid ben. Ik weet namelijk al wat er gaat gebeuren. Een driftbui. Of in elk geval iets in die richting.
‘Ja!’
‘Mama zei nee. Leg je ze even terug?’ Ondertussen gaat Anna’s geschreeuw door merg en been. Ik krijg veroordelende blikken. Ja, ik laat mijn kind huilen. Ja, ik weet dat het zielig klinkt. Nee, het kan geen kwaad, want het is aanstellerij. Ja, dat weet ik zeker. Af en toe zou ik als bewijs naar buiten willen lopen en te demonstreren dat zodra er buitenlucht de kinderwagen binnen komt het hele schouwspel is afgelopen, maar het is niet praktisch.
‘Ik wil deze!’ Ja, de tranen beginnen al te komen. Ik trap er niet in. Een oude vrouw bekijkt eerst Pim en daarna mij.
‘Geef hem die koekjes toch,’ zegt ze in het Spaans. Het is dat het een oudere vrouw is en dat ik die uit principe met respect behandel, maar waar bemoeit dat mens zich mee? Ik lach vriendelijk naar haar en pak Pim bij zijn bovenarm. Ik promoveer Hilde als bestuurder van de dubbele kinderwagen. Het zweet staat op haar voorhoofd.
‘Pim, ik wil dat je nu die koekjes terug legt, want je krijgt ze niet.’ Ik praat nog steeds op een rustige toon tegen hem, maar vanbinnen kook ik. ‘Je bent vanmorgen stout geweest en dat weet je,’ ga ik verder. ‘Kom, tante Hilde staat te wachten,’ zeg ik.
‘NEE!’ Pim zet het op een krijsen. Jep, ik wist het. Altijd hetzelfde… Met hangende schouders sta ik naar mijn krijsende zoon te kijken, terwijl in op de achtergrond het geblèr van de tweeling hoor. Waar heb ik dit aan verdiend?
‘Pim…’ probeer ik, tegen beter weten in. Pim holt weg en ik been achter hem aan. Nu is het genoeg. Ik ben er klaar mee!
‘Tanja?’ Hilde kijkt benauwd naar me.
‘Ik kom zo!’ verzeker ik haar. Ik sla het gangpad in waar Pim net heen rende met zijn korte beentjes.
‘Pim, hier komen!’ Er is inmiddels te horen dat ik mijn geduld aan het verliezen ben. Ik sla de hoek om en zie hem nog net in het schap tussen de wc-rollen wegkruipen. Dat had hij gedacht! Ik haast me naar de wc-rollenafdeling en hurk neer.
‘Pim, geef die koekjes aan mama.’
‘Nee!’
‘Pim!’
‘Nee!’
Plotseling hoor ik in het gangpad naast ons een enorm kabaal. Er volgt gevloek. Nederlands gevloek. Ik grijp Pim bij zijn arm, trek hem uit het schap en vervoer hem onder mijn arm. Hij schreeuwt, schopt en slaat, maar het doet me niks. Ik hol naar het gangpad naast ons.
‘Hilde!’ Ik zet Pim op de grond neer die er meteen bij gaat liggen en woedend met zijn voeten op de grond stampt en met zijn armen in het rond zwaait.
‘O sorry, Tanja!’ zegt Hilde met de tranen in haar ogen. ‘Ik deed heel even mijn ogen dicht om rustig te worden. Heel even maar! Ik had de pallet met babyvoeding niet gezien!’ Het eerste wat ik doe is Anna uit de wagen pakken en ik druk haar bij Hilde in haar armen. Vervolgens pluk ik Lucas uit de wagen. Waarom ik het in deze volgorde doe? Geen idee. Ik reageer instinctief. Vrouwen eerst of zo? Ik weet het ook niet. De supermarktmanager is erbij gekomen en hebben een aantal klanten zich om ons heen verzameld. De helft van het gangpad is bedekt met een wit poederlaagje. Net zoals Hilde en de kinderwagen. Anna en Lucas zijn er vrij ongeschonden vanaf gekomen, maar ik was bang dat ze het poeder binnen zouden krijgen en zouden stikken of zo. Waarom? Waarom? Kan er dan geen enkele dag meer gewoon normaal verlopen?
‘Zal ik u even helpen?’ vraagt de manager. ‘Ik zal de wagen even afkloppen. Buiten.’ Ik knik dankbaar. Mijn ogen schieten vol. Snikkend sta ik in de supermarkt met Lucas dicht tegen me aan gedrukt.
‘O Tanja, het spijt me zo! Ik… Ik wilde niet dat…’ Ik steek mijn hand op. Hilde houdt op met praten.
‘Nee, daarom huil ik niet, Hilde,’ zeg ik langzaam. ‘Ik…’ Ik kijk op en kijk om me heen. Een tiental mensen staren naar me.
‘Ga boodschappen doen!’ schreeuw ik naar ze in het Spaans. Ze kijken me geschrokken aan en druipen dan een voor een af. Ramptoeristen ook…
‘Wat is er?’ vraagt Hilde die een hand op mijn schouder legt.
‘Ik kan dit toch helemaal niet? Ik ben toch helemaal niet het soort persoon dat drie kleine kinderen kan opvoeden? Ik ben… Ik kan niet… Ik…’
‘Ssst… Rustig nou maar. Dit was helemaal mijn schuld,’ zegt Hilde.
‘Nee, dat is het niet. Het is mijn schuld. Ik had Pim niet in de hand en moest achter hem aan. Daardoor moest jij met twee krijsende baby’s door een supermarkt lopen. Mensen kijken naar je. Mensen oordelen over je, ik begrijp maar al te goed hoe je je net voelde en ik zou mijn ogen ook even dicht gedaan hebben. Ik…’ Ik houd op met praten en kijk naar Pim, die ongegeneerd koekje voor koekje naar binnen propt. Als ik niet zo verdomd overstuur was, zou ik waarschijnlijk lachen. Nooit opgeven, dat is zijn motto. Hij heeft het van zijn vader. Dat moet wel…

 

Volgende –>