Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#11 Omslag

Kim. Ik hou van Kim. Kim is mijn redder in nood. Zonder Kim zou ik hier nu niet staan. Zonder Kim zou er geen lunch in Pims trommeltje hebben gezeten op zijn eerste schooldag. Zonder Kim zou ik te laat bij school zijn geweest. Als kim niet hier zou zijn, zou ik de kleding gewoon uit de stapel nog te strijken moeten graven en gekreukt door het leven gaan. Ik zou ook weinig gevarieerde maaltijden eten en ik zou gewoon doodmoe zijn. Maar Kim is er! Kim is geweldig. Kim is bijna heilig geworden in dit huis.
‘Dankjewel dat je me geholpen hebt,’ zeg ik als ik op de bank plof. De beelden van vanochtend spelen zich in mijn hoofd nogmaals af. Hectiek, zoals altijd, maar vandaag was extra belangrijk, want het was de Pims eerste schooldag.
‘Geen dank,’ zegt Kim lachend, terwijl ze de vaatwasser aan het uitruimen is.
‘Het was echt…’ Ik probeer op een woord te komen, maar kan het juiste niet vinden. ‘Ik vond het best lastig,’ zeg ik uiteindelijk.
‘Moest hij huilen?’ vraagt Kim.
‘Nee, Pim keek niet eens meer om. Hij zag zijn juf, toen de kinderen en daarna al het speelgoed en weg was hij!’
‘Nou, dat is een heel goed teken!’ bevestigd Kim. Dat zei de juf ook al.
‘Ja…’ zeg ik een beetje teleurgesteld. ’Hij heeft mij niet meer nodig.’ Kim is gestopt met opruimen en komt naast me zitten.
‘Zo moet je niet denken. Natuurlijk heeft hij je nog nodig, maar hij was gewoon toe aan een nieuwe uitdaging.’
‘Ja, misschien wel.’
‘Dat weet ik zeker.’ Kim geeft me een klopje op mijn arm. ‘Het komt allemaal wel goed, hoor. Geloof me. Hij is straks superblij om mama weer te zien.’
‘Ik hoop het,’ zeg ik twijfelend. Hij zal me toch niet zo snel vergeten?
‘Kom, zullen we samen even een stukje gaan wandelen met Lucas en Anna?’ Ik kijk Kim aan en kijk dan naar de box. Wat erg! Ik was zo met Pim bezig, dat ik de tweeling vergeten ben. Het is ook zo onwerkelijk, want ze zijn allebei stil. Dat komt niet vaak voor. Het lijkt erop dat Kim een positieve werking heeft op ons allemaal.
‘Ja, laten we een stukje gaan wandelen,’ zeg ik en ik sta op. Precies op dat moment krijg ik een berichtje.

Hey Tan. Nogmaals bedankt voor de leuke week. Ik mis je nu al! Xxx

Ik glimlach.
‘Hilde,’ zeg ik tegen Kim. ‘Ze vond het een leuke week.’
‘Dat was het toch ook?’ Ondertussen pakt ze de jasjes van Anna en Lucas.
‘Zeker.’ We hebben inderdaad een hele leuke week gehad. We zijn naar het strand geweest, we hebben een dagje gewinkeld. Ik heb haar alle plaatsen laten zien die belangrijk waren voor Pepe en mij. We hebben ’s avonds gezellig gekletst en spelletjes gedaan. We hebben ook een serieus gesprek gehad over haar en Sean. Natuurlijk hebben we het ook over de kinderen gehad en we hebben zitten dollen dat Hilde bij Juan, de beachboy moest intrekken. Dan zouden Emma en Pim elkaar weer elke dag zien en konden wij ook vaak afspreken. Ach ja, soms moet je dromen hebben, vonden we allebei. Hilde was dan ook erg verdrietig toen ze weer moest gaan gisteren. Ik trouwens ook. Ik heb echt zo’n leuke tijd gehad met haar. Ik ga haar zeker missen.

Het was echt superleuk dat je hier was! Ik mis je ook al! 🙁 Tot snel weer! Xxx

Ik wil Kim helpen met de jasjes, maar zie tot mijn verbazing dat ze Lucas en Anna allebei al heeft aangekleed in de tijd dat ik Hilde een berichtje stuurde. Knap.
‘Waar wil je heen?’ vraagt Kim.
‘Geen idee. Weet jij niet nog een leuke route? Ik loop eigenlijk altijd een beetje hetzelfde, want ik ben bang dat ik verdwaal.’ Kim lijkt na te denken.
‘Wacht even…’ zegt ze dan en ze loopt naar de keuken. Ik sta even tegen Anna en Lucas te kletsen, die me allebei aankijken. Het is zó fijn om ze in deze rustige staat te zien en niet huilend.
Een paar minuten later komt Kim met een gevulde rugzak terug. Ze legt hem onder in de kinderwagen en lacht naar me.
‘Volg mij maar,’ zegt ze en ze opent de deur voor me. Ik duw de wagen naar buiten, maar raak – zoals gewoonlijk – eerst het kozijn. Anna trekt een gepijnigd gezichtje. Nee, niet nu al gaan huilen! We zijn nog niet eens de deur uit! Gelukkig veranderd haar gezichtsuitdrukking zodra we in de buitenlucht zijn. Volgens mij zijn het gewoon echte buitenkinderen. De buitenlucht heeft in elk geval een kalmerend effect op ze.
‘Waar gaan we heen?’ vraag ik nieuwsgierig.
‘Verrassing,’ zegt Kim. ‘Het is wel een eindje lopen.
‘Wat is een eindje?’ vraag ik een beetje argwanend.
‘Een klein uurtje. Vijftig á vijfenvijftig minuten, denk ik.’
‘Oké.’ Ik knik. Dat moet lukken.

Onderweg hebben we het over van alles en nog wat. Kim heeft een paar interessante verhalen te vertellen over hoe ze bij haar vader opgroeide en wat Spanje voor haar betekend. Ik vertel op mijn beurt hoe ik hier in Spanje terecht ben gekomen en zo komen we steeds meer over elkaar te weten. Kim is echt een topmens. Ze is zo lief. Ik ben oprecht blij dat ze onze au-pair is.
‘Wanneer kwam Pepe ook alweer terug?’ vraagt Kim als we op een smal pad langs een bosrand lopen.
‘Over twee dagen. Dan heeft hij een week vrij en dan is hij tweeënhalve week weg.’
‘Vind je het niet lastig om zo lang alleen te zijn?’ vraagt Kim. Ik haal mijn schouders op.
‘Ik denk dat ik er een beetje aan gewend ben geraakt. Ik zal niet zeggen dat het superleuk is, maar ik wil dat hij ook zijn leven heeft en ik weet dat zingen en optreden alles voor hem betekend.’
‘Ik denk dat je daar fout zit,’ zegt Kim.
‘Hoe bedoel je?’
‘Ik denk dat er iets anders in zijn leven het meest voor hem betekend. Jij… en de kinderen.’ Ik stop met lopen en draai me om naar Kim die achter me loopt. Ik glimlach en schud mijn hoofd.
‘Hoe zit het eigenlijk met jou? Heb je geen vriendje?’ Ik kijk over mijn schouder.
‘Nee.’
‘Ooit gehad?’
‘Op school, maar ik vind de meeste jongens zo… zo kinderachtig. Ik weet het niet. Ik ben gewoon nog niet echt iemand tegen gekomen, maar ik kan nu ook weer niet zeggen dat ik echt op zoek ben.’
‘Oké, duidelijk,’ zeg ik en ik knik. ‘Het komt wel als de tijd rijp is.’

Een paar minuten later heb ik een adembenemend uitzicht. Links van me doemt een enorme stijle helling omhoog. Boven op de rand staan een paar grote, witte huizen. Aan de voet van de berg loopt een kloof met een klein riviertje. De rechterkant is net zo imposant als de andere kant, alleen is deze rotswand bedekt met struiken en planten. In de verte zie ik verschillende kleuren groene velden en verschillende kleuren en vormen bomen. Het is helder weer, dus ik kan ver kijken en als ik heel goed mijn best doe, zie ik heel in de verte de zee. Het is prachtig.
‘Wauw! Wat mooi!’ zeg ik en ik laat mijn handen op mijn wangen rusten.
‘Hier denk ik vaak na,’ zegt Kim, die zich op de grond laat zakken en naar het uitzicht staart.
‘Nou, een mooiere plek om na te denken is er niet te vinden, denk ik,’ zeg ik terwijl ik mijn ogen over het prachtige landschap voor me laat glijden.
‘Ik denk het ook niet.’
‘Ik zou bijna denken dat ik naar een ansichtkaart sta te kijken, zo mooi,’ zeg ik. Kim lacht.
We genieten allebei van het uitzicht, al duurt het niet lang, want Anna begint tegen te sputteren. We staan te lang stil. Net als ik op wil staan, is Kim me voor.
‘Wacht maar, ik heb wat spullen meegenomen,’ zegt ze en ze grabbelt in de rugzak die ze in de wagen had gelegd. Ze haalt er een verwarmd flesje uit. Ik pak Anna uit de wagen en ga weer op de grond zitten. Kim geeft me het flesje. Anna drinkt het rustig op. Voeden in de buitenlucht voelt ook heel anders. Het lijkt echt alsof ze dan rustiger zijn.
Niet veel later heeft Lucas de melk waarschijnlijk geroken, want ook hij begint aandacht te vragen. Kim glimlacht en pakt Lucas bij zich. Samen zitten we, met allebei een baby op schoot, te genieten van dit prachtige uitzicht.
Wat een bijzonder moment is dit. Ik sluit even mijn ogen, adem diep in en probeer dit moment zo bewust mogelijk te beleven. Ik glimlach. Dit is pas een goed leven.

Als ik om drie uur aan school sta om Pim op te halen, ben ik zenuwachtig, merk ik op. Wat nu als Pim zich niet gedragen heeft? Of wat als hij de hele dag moest huilen omdat hij me miste? Of wat als… De bel gaat en er hollen een hoop kinderen naar buiten. Het zijn oudere kinderen. Over een paar jaar hoort Pim daar ook bij. Ik kijk naar de deur waar Pim vanmorgen naar binnen is gegaan. Ah, daar komt hij! Hij heeft de hand van de juf vast. Hij ziet er zo groot uit met die rugzak om, zijn jasje en zijn mooie schoenen. Ik glimlach en ben trots op hem, ook al weet ik nog niet hoe zijn dag verlopen is. Ik ben gewoon trots op hem. Zodra hij mij in het oog heeft, trekt hij zich los uit de hand van de juf en komt enthousiast naar me toe rennen.
‘Mama!’ roept hij. Zijn beentjes gaan zo snel dat ik bang ben dat hij valt voordat hij bij me is, maar het gebeurt gelukkig niet. Met een grote lach om mijn mond vang ik hem op in mijn armen en knuffel hem.
‘Hey grote kerel! Was het leuk op school?’
‘Ja!’ Hij knikt hevig. De juf komt onze kant op.
‘Hij heeft het supergoed gedaan,’ zegt ze en ze aait Pim over zijn hoofd. Ik ben blij dat te horen. De juf vertelt me nog even in een notendop hoe de dag eruit zag en dat ze blij is dat Pim bij haar in de klas zit. Leuk om te horen.
‘Tot morgen!’ zegt  Pim in het Spaans. Dat maakt me nog trotser! Hij kan al zo goed Spaans praten, dat is niet te geloven. Ik was eerst bang dat dat een grote valkuil zou zijn, maar hij pikt het allemaal zo gemakkelijk op.
‘Kom, dan gaan we thuis een ijsje eten, dat heb jij zeker verdiend na vandaag!’ Pim kijkt me met een grote glimlach aan en huppelt met me mee naar huis. Ik ben zó trots op mijn grote vent.

 

Volgende –>