Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#15 Omslag

Oké. Het is geen ramp. Kim is nog maar een paar dagen weg. Niks aan de hand. Dat Pepe met spoed naar de andere kant van het land moest vliegen omdat het slecht gaat met zijn manager, maakt ook niets uit. Ik kan best in mijn eentje drie kleine kinderen in bedwang houden. Ik ben een moeder, hallo!
Er beland een stuk herkauwde banaan op mijn wang, net onder mijn oog. Lucas lacht.
‘Nee, dat mag niet,’ zeg ik rustiger dan ik daadwerkelijk ben. Kim is ook altijd heel rustig en geduldig met de kinderen, dus dat probeer ik ook. ‘Pim, nee, niet doen!’ Ik vlieg van mijn stoel overeind en weet hem nog net op tijd op te vangen. In een moment van onoplettendheid heeft hij een heel bouwwerk gemaakt: zijn plastic tekentafeltje, met daarop een stoel… op de bank. Hij stond op het punt om van de stoel af te springen.
‘Mama!’ Pim worstelt zich boos los uit mijn greep. ‘Ik ben een superheld! Ik kan vliegen!’ zegt hij boos.
‘Nee, jongetjes van vier jaar kunnen niet vliegen.’
‘Wel!’
‘Nee.’
‘Wel! Ik kan vliegen! Kijk dan!’ Pim heeft de rode cape die hij omgeknoopt heeft vast en toont hem demonstratief aan mij. Hij duwt hem nog net niet in mijn neus.
‘Schat, dat is heel gevaarlijk!’ zeg ik terwijl ik naar zijn constructie wijs. ‘Dat mag je nooit meer doen!’ zeg ik streng. Pim kijkt me aan. Wat zou er nu in dat koppie omgaan?
‘Oké,’ zegt hij, loopt weg en gaat met zijn auto’s spelen, alsof er niets aan de hand is. Echt waar… kinderen… Ik pak het stoeltje van de tafel en zet het op de grond. Dan hoor ik Anna schreeuwen en haast me terug naar de keuken. Lucas heeft zich op de een of andere manier met wipstoel en al dichter naar zijn zus weten te verplaatsen en heeft nu haar oor vast. Hij trekt er behoorlijk aan.
‘Nee, nee, niet doen, Lucas. Je doet je zus pijn.’ Ik hurk neer en open zijn vuistje. Ik zie hoe de afdrukken van zijn kleine vingertjes op Anna’s oor staan. Gelukkig kleurt haar oor snel weer bij. Anna, drama queen op en top, is echter nog lang niet klaar met mij overtuigen dat het pijn deed wat haar broer haar zojuist heeft aangedaan. Hoe zou het gaan als ze tieners zijn? Ik weet niet of ik daar nu al over na wil denken. Ik schuif Lucas een eindje bij Anna vandaan, maar hij gaat zo hevig te keer in zijn wipstoel dat het hele ding binnen een paar seconden weer tegen het stoeltje van Anna staat. Zo doet hij het dus. Meneer graait met zijn handje weer naar Anna’s oor, maar ik spreek hem toe.
‘Nee! Pas op!’ zeg ik en ik kijk hem strak aan. Hij staart terug. Dan begint zijn onderlip te trillen. Shit. Ik wil de situatie redden, maar het lukt niet. Hij slaat alarm. Anna en Lucas spelen Wie het hardst kan huilen wint en ik weet één ding zeker. Ik ben de verliezer in dit spel. Ik kan niet op tegen twee huilende baby’s. Ik maak Anna los en net als ik haar uit het stoeltje wil halen, hoor ik een enorme klap en vervolgens een harde schreeuw. Geschrokken kijk ik om naar de woonkamer.
‘Pim!’ Ik haast me naar de kamer en kniel naast hem neer. Ik pak hem bij me. Ik aai over zijn hoofd en probeer hem te sussen. Ik denk dat er niets ernstigs aan de hand is. Toch? Hij huilt, dus dat is op zich goed.
‘Waar heb je pijn?’ vraag ik en hij wijst naar zijn knie. Ik kijk naar het stoeltje dat op de grond ligt en het tafeltje dat omgevallen op de bank ligt. Het is mijn schuld. Ik ben vergeten het tafeltje van de bank te halen toen Anna begon te huilen en Pim heeft gewoon zijn stoeltje er weer op gezet en is er toch op geklommen, tegen mijn advies in. Maar ja, wat is het advies van een moeder ook waard? Als Pim denkt dat hij kan vliegen, dan kan hij vliegen.

Ik zucht diep. Plotseling herinner ik me dat ik Anna los in het wipstoeltje heb liggen. Ik worstel me onder Pim vandaan, die nu nog harder gaat huilen omdat mama weg gaat.
‘Wacht even. Ik ben zo terug,’ zeg ik rustig tegen hem en ik loop naar de keuken. Weg. Anna is weg. Ik kijk naar Lucas die heel vredig in zijn stoeltje ligt te kijken. Het huilen is abrupt gestopt toen ik met Pim bezig was, bedenk ik me net. Het lijkt wel alsof Lucas me aankijkt met zo’n blik van: lekker puh, je kunt haar toch niet vinden! Ik kijk om me heen. Ik buk om onder de tafel te kijken. Niets. Waar is Anna? Ik draai me om naar de trap. Daar is ze gelukkig ook niet. Ze mogen dan misschien wel kruipen nu, maar de trap hebben ze godzijdank nog niet beklommen. Ik loop naar de kamer. Misschien is ze onopgemerkt naar de kamer gekropen?
‘Anna?’ roep ik. Pim kijkt me vragend aan. ‘Pim, wil je even helpen Anna zoeken?’ Hij zet het op een schreeuwen. Ik ga er vanuit dat dat nee betekend.
‘Anna!’ roep ik nogmaals terwijl ik de benedenverdieping grondig doorzoek. Waar kan ze nu zijn? Ik kijk nog eens goed om me heen. Ik hoor het kralengordijn zachtjes rinkelen als een windvlaag zorgt voor beweging. Nee! Ik sprint naar de buitendeur. De deur staat open! Nee toch! Ik kijk paniekerig om me heen. 

‘Anna!’ gil ik als ik haar ontdek tussen de bloemen. Ze wil net een bloem in haar mond steken. Lachend kijkt ze me aan. Ik ren naar haar toe. Nog net op tijd kan ik de bloem uit haar hand trekken. Stel dat ze giftig zijn! Anna kijkt me aan en zet het op een krijsen. Moedeloos laat ik me op de grond zakken. Ik kan dit niet. Ik kan niet drie kinderen tegelijk in mijn eentje managen. Het is onmogelijk! Huilend, met mijn handen voor mijn gezicht blijf ik even zitten. Nee, kom op! Ik kan hier niet ook gaan zitten janken. Ik pak Anna bij me en loop naar binnen, terwijl ik de tranen van mijn wangen veeg.
‘Wij gaan een eindje rijden,’ zeg ik meer tegen mezelf dan tegen de kinderen. Ik heb binnen een paar minuten de spullen bij elkaar verzameld die mee moeten. Luiers, billendoekjes, desinfectiegel, eten, drinken, speeltjes.
‘Zo,’ zeg ik tevreden als alles en iedereen in de auto zit. Wegwezen. Ik heb besloten dat ik eerst een eindje ga rijden. Gewoon, doelloos, rondjes rijden. Dat helpt om de tweeling rustig te krijgen, al waren ze nu natuurlijk net lekker rustig, maar toch, kwaad kan het niet. Daarna ga ik even naar Hilde. Ze vind het vast leuk als ik even langskom met het hele spul.
Een klein half uur later sta ik bij Hilde voor de deur.
‘Mijn god, Tanja! Wat zie jij eruit!’ Hilde slaat haar hand voor haar mond. ‘Kom binnen.’ Ik loods het hele gezelschap naar binnen en plof op de bank neer.
‘Ik kán niet meer…’ zucht ik. Ik kijk naar Hilde, die Anna en Lucas uit de Maxi Cosi’s haalt en ze laat rondkruipen in de woonkamer. Pim en Emma hebben elkaar al snel gevonden en zitten samen met de Duplo te spelen. ‘Ik zeg het je: neem geen tweeling!’ zeg ik. Hilde schiet in de lach.
‘Dat was ik niet van plan!’
‘Nee, precies. Ik ook niet…’
‘Kom op, nog even volhouden. Volgende week is Kim er weer!’
‘Juist. V-O-L-G-E-N-D-E week… Weet je hoe lang een week duurt?’
‘Het zijn technisch gezien nog maar vier dagen.’
‘Ja, maar Pepe is er morgen ook nog niet. Tenminste, niet overdag. Hij dacht ergens rond een uur of tien weer thuis te zijn.’
‘Blijf dan lekker hier!’
‘Wat?’ Ik kijk Hilde vragend aan.
‘Ja, waarom niet? We hebben heus wel plek voor jullie.’
‘Nee, dat kan ik jullie niet aandoen. Bovendien wordt Juan waarschijnlijk gek met al die kinderen!’
Hilde schiet in de lach.
‘Dan kom ik bij jullie logeren. Dan kan ik een handje helpen.’ Ik kijk Hilde aan, terwijl mijn brein overuren maakt. Het zou fijn zijn, maar ik vind het altijd zo stom om Hilde om hulp te vragen. Ze heeft zelf Emma. Goed, dat is natuurlijk wel een andere verhaal als dat van mij. Het is een stuk gemakkelijker om één kleuter op te voeden dan een kleuter en een tweeling.
‘Wil  je dat doen?’ vraag ik voorzichtig.
‘Daar zijn we toch vriendinnen voor!’ zegt Hilde. ‘Dan is het bij dezen geregeld! Ik kom een nachtje logeren!’
‘Oké,’ zeg ik nog een beetje ongemakkelijk. ‘Je mag Emma best meenemen hoor, dan kan ze fijn met Pim spelen, dat scheelt misschien ook weer.’
‘Ja, dat klopt wel. Goed, doen we dat!’ Hilde lijkt het helemaal geweldig te vinden.
‘Maar eerst de ochtend omkrijgen!’ zeg ik en ik kijk op mijn horloge. Het is pas tien uur en ik heb het gevoel alsof ik er al een hele dag op heb zitten. Misschien komt het omdat Anna al om vijf uur klaarwakker was en ik tegen wil en dank dus ook.
‘Komt goed.’ Hilde staat op en geeft me een schouderklopje. Vervolgens pakt ze wat speelgoed voor de tweeling en geeft Pim en Emma een lekker bordje met fruit. Even is het helemaal rustig. Waarom kan ik deze sfeer thuis niet creëren?

Diezelfde avond liggen, wonder boven wonder, alle kinderen op tijd in bed en hebben Hilde en ik tijd om lekker bij te kletsen onder het genot van een wijntje.
‘Man, wat een dag!’ zeg ik en ik sluit even mijn ogen en spoel de hele film terug.
‘Je hebt het ook niet gemakkelijk, ik weet het, maar ik bewonder het hoor.’
‘Nou, veel te bewonderen is er niet, want normaal doet Kim dus heel veel van dit zware werk, dat is wel duidelijk geworden nu.’
‘Toch. Jij bent hun mama en je bent er altijd voor ze. Het is niet erg dat Kim je wat werk uit handen neemt, dat is alleen maar fijn.’
‘Ja. Ik ben echt blij als ze weer terug is.’
‘Zeg, vertel eens…’ Hilde trekt haar knieën omhoog en slaat haar armen om haar benen. ‘Is al alles geregeld voor de bruiloft?’
‘Nou, zover ik weet wel. Je kent Pepe… Hij is van het regelen.’ Ik knipoog naar Hilde, die moet lachen. ‘Pap, mam en Sanne hebben in elk geval allemaal vrij en zullen de dag voor de bruiloft al aankomen.’
‘Fijn,’ zegt Hilde en ze knikt. ‘Vind je het spannend?’ vraagt ze.
‘Ben je gek? Ik vind het doodeng! Het begint nu namelijk wel heel dichtbij te komen!’
‘Ja hè? Nog maar vijf weken!’
‘Ja, houd maar op! Ik wil het niet weten, want dan wordt ik alleen maar zenuwachtiger!’
‘Tan, je moet ook van de periode ernaartoe genieten, oké?’
‘Ja mama!’ grap ik. Ik schenk ons beiden nog een wijntje in.
‘Hebben jullie het al wel eens over trouwen gehad?’ vraag ik.
‘Nee joh! Ben je gek. Zo lang kennen we elkaar nou ook weer niet!’
‘Nee, maar je woont anders wel al bij Juan.’
‘Dat was gewoon praktisch, dan ben ik dicht bij mijn beste vriendin in de buurt,’ grapt ze. We lachen allebei. ‘Nee, maar even serieus, we hebben het er wel eens over gehad, maar we zijn beide van mening dat we eerst willen kijken hoe onze relatie gaat verlopen. Niet dat we denken dat we niet bij elkaar passen of zo, maar we hebben geen haast, zeg maar.’
‘Ik snap het,’ zeg ik en ik knik. Zo zitten we nog uren te praten en voordat ik het weet is het bedtijd. Ik wens Hilde een fijne nacht en duik mijn bed in.

De volgende dag verloopt alles op de een of andere manier heel soepeltjes. Ik denk toch dat het heel wat uitmaakt of ik alleen ben met de kinderen of niet. Het is gewoon makkelijke met een paar extra handen.
‘Je bent echt de beste vriendin die ik me kan wensen,’ zeg ik en ik omhels Hilde stevig. ‘Ik ben blij dat je bent blijven slapen met Emma.’ Ik meen het. Zonder Hilde was ik helemaal gek geworden denk ik.
‘Geen dank. Je weet dat je altijd bij me terecht kunt.’
‘Tot snel!’ zeg ik als ze in de auto stapt.
‘Tot snel! Groetjes aan Pepe!’
‘Doe ik!’ Ik zwaai nog een keer en wacht tot ik haar auto de bocht om zie rijden. Ik kijk op mijn horloge. Nog twee uur en dan is Pepe eindelijk weer thuis.
Terwijl ik op de bank zit en wat tv kijk, val ik in slaap. Ik schrik wakker als ik de voordeur hoor.
‘Ha schat!’ hoor ik Pepe zeggen. ‘Ben je nog wakker?’ Een beetje slaperig kijk ik hoe laat het is. Half elf.
‘Oh, wat ben ik blij dat je er weer bent!’ zeg ik. Pepe komt naast me zitten en ik nestel me in zijn armen. ‘Ik heb je gemist.’

volgende –>