Het is precies zes weken geleden dat we terug kwamen van onze huwelijksreis. Pepe heeft zijn manager verteld dat hij na deze toer stopt met zijn carrière als zanger. Daar was zijn manager niet zo blij mee, maar het kon Pepe een worst wezen. Hij wilde vaker bij zijn gezin zijn. Ik ben echt zo trots op hem dat hij deze beslissing heeft genomen. Ik verheug me er nu al op, al duurt het nog een maand of negen á tien voordat zijn toer achter de rug is, maar de gedachte alleen al zorgt voor een glimlach om mijn mond. Pepe vaker thuis. Heerlijk. De kinderen zullen het ook geweldig vinden.
Anna en Lucas doen het beiden heel erg goed. Pim heeft het hartstikke naar zijn zin op school en spreekt tegenwoordig zelfs wel eens af met een vriendje uit de buurt. Het is zo leuk om hem contact te zien leggen met andere kinderen. Ik ben een hele tijd bang geweest dat hij het buitenbeentje van de klas zou worden, omdat hij niet uit Spanje kwam en dus een beetje anders was, maar dat viel me honderd procent mee. En toen Emma ook op school kwam was het helemaal feest. Die twee zijn op school echt altijd samen. Hilde komt dan ook wel regelmatig hier langs of ik bij haar, dus ze zien elkaar ook veel buiten school om, maar dat is niet erg.
‘Ik maak het eten voor vanavond alvast klaar, is dat goed?’ vraagt Kim.
‘O ja, jij hebt vanavond toch dat feest, of niet?’ vraag ik terwijl ik de volle vuilniszak uit de emmer trek. Ik moet bijna kokhalzen. Smerige vuilniszakken ook!
‘Gaat het wel goed met je?’ vraagt ze bezorgd. Ik knik.
‘Ja hoor… Ik moet gewoon bijna kotsen van die smerige lucht die uit die vuilniszak komt. Gadverdamme!’
‘O, het spijt me. Ik had hem gisteren leeg moeten maken! Ik heb de restjes van de vis erin gegooid gisteravond.’
‘Ah, dat was het dus wat ik rook.’
‘Sorry!’
‘Nee, geeft niet. Het is niet voor niets een vuilniszak.’ Pepe komt samen met Pim binnen. Ze hebben een grote doos vast.
‘Mama kijk!’ zegt Pim. ‘Kijk wat er bij de deur stond!’ Pim is door het dolle heen. ‘Kijk nu, kijk!’ Ik heb hem nog nooit zo enthousiast gezien. Ik kijk aarzelend naar Pepe die me glimlachend aankijkt.
‘Mag ik ze houden, mama? Alsjeblieft?’ Ik kijk van Pim naar Pepe. ‘Toe?’ Pim kijkt me aan met de meest hoopvolle blik die ik ooit gezien heb. Aarzelend zet ik een stap in Pepe’s richting, die de doos op tafel heeft gezet. Er komen geluidjes uit de doos. Ik zet nog een stap dichterbij.
‘Zijn ze niet schattig?’ zegt Pepe, precies op het moment dat ik in de doos kijk. Er krioelen een paar kleine hoopjes haar in de doos. Weer moet ik bijna kokhalzen en ren naar de wc. Ik duw de gedachte – die de afgelopen tijd vaker kwamen opzetten – weer weg. Toch moet ik het zeker weten, dus ik haast me naar de badkamer.
Vijfminuten later sta ik trillend op mijn benen naar de twee roze streepjes te kijken. Nee hè… Dat kan niet! Het moet een foutje zijn, maar ergens in mijn achterhoofd weet ik dat het geen foutje is. Ik ben de afgelopen weken namelijk al een paar keer misselijk geweest en dat kwam niet door een vuilniszak of het aanzicht van drie schattige, kleine puppy’s in een doos. Ik herkende het gevoel van eerder. Ik wist het, maar probeerde het te negeren, in de hoop dat ik het mis zou hebben, maar ergens wist ik dat ik tegen mezelf aan het liegen was. Ik staar naar de streepjes en probeer mijn gedachten op orde te brengen, maar het lukt niet. Ik loop langzaam naar beneden. Ik hoor Pim opgewonden tegen Kim praten. Pepe klinkt ook heel vrolijk.
‘Gaat alles wel goed, schat?’ vraagt Pepe. Kim kijkt me argwanend aan. Zou ze het door hebben?
‘Ja,’ zeg ik luchtig. ‘Ik moest alleen heel nodig plassen,’ lieg ik. Kim knijpt haar ogen een beetje samen. Ja, ze heeft het door.
‘Mama, mag ik ze houden, alsjeblieft?’ Pim trekt aan mijn arm en staat heen en weer te springen. Ik kijk naar Pepe.
‘Ze zijn wel heel erg schattig,’ zegt hij. ‘En het huis en de tuin zijn groot genoeg…’ voegt hij als argument toe.
‘Mag ik ze houden mama? Alsjeblieft? Mag het? Mag het? Mag het? Papa vindt het goed!’ Bij die laatste woorden kijk ik Pepe aan. Hij haalt zijn schouders op alsof hij er ook niets aan kan doen. Het begint me allemaal wat veel te worden. Ik hoor het bloed in mijn oren suizen, mijn hart klopt sneller dan normaal en ik krijg het enorm heet.
‘Eh…’ Pepe en Pim kijken me allebei hoopvol aan. Kim kijkt me onderzoekend aan. ‘Ik….eh…’ Hoe ga ik dit nu brengen? Ik sluit mijn ogen, denk na, open mijn ogen weer en kijk Pepe recht in zijn ogen. Ik haal heel diep adem. Rustig blijven. Ik kan dit.
‘Ik moet jullie eerst iets vertellen…’