Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#33 Omslag

We zitten in het ontbijtrestaurant en Tim neemt een slok van zijn cappuccino. Hij zucht diep. Ik heb hem zojuist het hele verhaal verteld over de ruzie tussen Pepe en mij. 
‘Tja, wat kan ik zeggen?’ Hij wrijft over zijn kin. ‘Ik begrijp precies wat je bedoelt, echt waar.’ Hij kijkt me aan en knikt hevig. ‘Je weet dat ik ook zo’n pechvogel ben, al ben jij wel de overtreffende trap in dit geval,’ grapt hij en ik lach even. ‘Maar, ik begrijp Pepe ook wel. Eigenlijk is het precies hetzelfde als hoe het tussen Marloes en mij ging.’
‘Je vriendin?’ vraag ik ter bevestiging, aangezien hij haar naam nog niet eerder genoemd had.
‘Ja. We hadden ook ruzie over dit soort dingen, maar weet je, uiteindelijk maakten we het wel goed en dan ging het een hele tijd prima, totdat ik het weer verknalde en het hele circus weer van voor af aan begon.’
‘Ja precies. Maar ik hoop eigenlijk dat dat circus niet zo vaak hoeft te beginnen. We zijn pas net getrouwd en dit is een van de grotere ruzies die we gehad hebben. Het voelt niet goed.’
‘Gelukkig maar. Als het goed zou voelen, dan zou er iets niet kloppen.’ Tim neemt nog een slok van zijn cappuccino. Ik neem een slok thee en een hap van mijn croissant.
‘Weet je?’ zegt Tim uiteindelijk. ‘Als ik het goed begrepen heb uit een van je vorige verhalen, denk ik dat jullie nog niet echt de kans hebben gehad om elkaar écht te leren kennen.’ Hij pauzeert even en denkt na. ‘Jullie kennen elkaar wel al een aantal jaar, maar de tijd die jullie echt samen zijn geweest, is maar ongeveer de helft.’ Ik knik bevestigend. ‘Misschien komen jullie nu dingen tegen die jullie nog niet eerder van elkaar wisten, of gezien hebben en dat kan soms lastig zijn.’ Ik knik weer. ‘Kijk, Marloes en ik kenden elkaar al twaalf jaar en waren zeven jaar bij elkaar. Dat is natuurlijk heel anders dan jullie situatie.’
‘Inderdaad,’ geef ik toe.
‘Wij hebben in het begin geregeld ruzie gehad hoor, maar ik denk dat elk stel dat heeft. Niet meteen, want eerst ben je helemaal verliefd en zie je alleen maar leuke en aantrekkelijke dingen bij elkaar, maar naarmate je langer bij elkaar bent, ontdek je ook dat de ander een paar minder leuke dingen heeft, net zo goed als je die zelf hebt. Die periode is cruciaal. Als je die overleeft, zit je relatie goed, denk ik.’ Ik luister aandachtig naar zijn wijze woorden. ‘Ik denk dat jullie nu in die fase zijn gekomen dat jullie ook dingen van elkaar ontdekken die jullie eerst nog niet echt gezien hebben. Of niet wilde zien, dat kan natuurlijk ook.’
‘Maar…’ Ik denk na. ‘Wat nu als hij mij helemaal niet zo leuk blijkt te vinden?’
‘Tanja, dat moet je niet denken. Hij is niet voor niets met je getrouwd!’
‘Ja, maar je zegt net dat we waarschijnlijk in de verliefdheidsfase zaten en dat we nu pas in die fase komen dat we elkaar pas echt leren kennen.’
‘Nee, ik bedoel niet dat jullie elkaar van te voren niet kenden, maar misschien deed je dingen anders of hield je je in om de ander niet teleur te stellen. Dat kun je even volhouden, maar niet lang. Ik weet echt zeker dat bijna alle stellen het zo ervaren.’
‘Ik voel me niet anders dan anders.’
‘Onbewust doe je het waarschijnlijk toch.’ Ik denk diep na. Doe ik dingen anders? Ik kan me echt niet voorstellen dat ik de pech die ik heb kan controleren en dat ik het nu meer toelaat dan eerst. Pepe heeft genoeg dingen meegemaakt om te kunnen zien dat ik een kluns ben. Dat is niet nu pas duidelijk.
‘Ach, ik weet het ook niet,’ zeg ik uiteindelijk. ‘Ik weet alleen dat ik niet weet wat ik nu moet doen.’
‘Het goedmaken?’ Tim kijkt me vragend aan.
‘Maar wat heb ik dan verkeerd gedaan?’ Ik haal mijn schouders op.
‘Nou, ik zal je een mannengeheim verklappen,’ zegt Tim en hij gaat een beetje zachter praten. ‘Mannen houden er absoluut niet van als hun vriendin zegt dat ze maar met een ander verder moeten of dat ze maar een ander hadden moeten kiezen. Als een man voor een vrouw gaat, gaat hij ervoor – uitzonderingen daargelaten. Dus als jij dan zegt dat hij beter met een of ander model had kunnen trouwen, dan doe je hem daar meer pijn mee dan jij je waarschijnlijk voor kunt stellen.’
‘Echt waar?’ Ik kijk Tim verbaasd aan. 
‘Echt waar.’
‘Hm, oké. Dan moet ik denk ik maar mijn excuses gaan aanbieden.’ Ik neem de laatste hap van mijn croissant en nog een slok van mijn thee. ‘Dankjewel, Tim. Echt waar. Ik wist even niet wat ik moest. Normaal gesproken zou ik naar mijn vriendin zijn gegaan, maar dat was een beetje ver fietsen nu.’ Tim schiet in de lach. 
‘Nou, ik voel me vereerd dat ik mee mag strijden voor de titel “beste vriendin”. Dat meen ik vanuit de grond van mijn hart.’ Hij strijkt over zijn borstkast. Ik schiet in de lach. Hij is grappig.
‘Goed, ik denk dat ik maar even terug ga naar mijn hut. Ik breng je kleding straks wel even langs.’
‘Oké. Vind je het goed als ik even met je mee loop?’ vraagt Tim en hij pakt zijn krukken. 
‘Ja hoor.’ Ik help hem overeind en we zetten koers naar dek vijf, waar onze beide hutten zich bevinden.

Een kwartier later kom ik mijn eigen hut binnen. Ik hoor het water van de douche kletteren. Ik besluit mijn kleding even om te wisselen om discussies te voorkomen. Na tien minuten hoor ik dat de kraan dichtgedraaid wordt. Na nog eens tien minuten opent Pepe de badkamerdeur en kijkt op als hij mij op de bank ziet zitten.
‘Hoi,’ zeg ik timide.
‘Je bent er weer,’ is zijn conclusie.
‘Ja.’ Ik kijk hem even aan en denk aan wat Tim me verteld heeft. ‘Luister, Pepe. Het spijt me. Ik had niet van die rare dingen moeten zeggen. Sorry.’
‘Excuses aanvaard,’ zegt hij en hij loopt naar de keuken. Ik volg hem.
‘Het spijt me echt!’ zeg ik wanhopig.
‘Ik heb toch gezegd dat ik je excuses aanvaart.’
‘Ja…’
‘Is dat niet genoeg?’ Pepe zet het koffiezetapparaat aan.
‘Ben je nog boos?’
‘Ben ik nog boos?’ Pepe trekt een overdreven bedenkelijk gezicht en wrijft over zijn kin. ‘Tanja, je hebt je echt belachelijk kinderachtig gedragen.’ Ik sla mijn ogen neer.
‘Weet ik,’ zeg ik met een zacht stemmetje.
‘Ik hoop niet dat jij je telkens zo puberaal gaat gedragen als er een ruzie ontstaat, want dat zou ik echt heel erg vinden.’ Zijn woorden raken me.
‘Sorry.’ Ik voel mijn stem trillen. Ik wil niet gaan huilen, niet weer. ‘Ik… ik…’ Ik houd op met praten, want ik weet dat ik in huilen uitbarst als ik nog één woord zeg.
‘Luister…’ Pepe draait zich naar me om. ‘Dat we af en toe ruzie hebben, dat is logisch, dat hebben alle stellen, maar ik wil dat puberale gedrag van je niet meer meemaken. Daar erger ik me dood aan.’
‘Sorry.’ Ik sla mijn ogen neer.
‘Ik wil een discussie kunnen voeren zoals twee volwassen mensen dat doen en niet met een tiener.’
‘Het spijt me Pepe, ik…’
‘En ik zou het heel erg fijn vinden als je me in het vervolg uit laat praten.’
Ik zwijg en kijk hem aan. Hij klinkt opeens veel volwassener dan ik hem ken. Of ligt dat nu aan mij? Ben ik veranderd in een puber? 
‘Ik weet dat het voor jou niet altijd even makkelijk is om te begrijpen hoe mijn leven in elkaar steekt. Tenminste niet hoe het eerst was. Dat begrijp ik echt, maar je moet niet zeggen dat ik beter met iemand anders had kunnen trouwen en al die onzin, want dat is niet waar. Ik hou toch van je.’ Terwijl hij tegen me praat komt hij naar me toe en pakt mijn hoofd in zijn warme handen. ‘Je bent mijn alles,’ zegt hij en hij drukt een kus op mijn mond. Ik kijk van hem weg en besef dat hij gelijk heeft.
‘Het spijt me, echt waar.’ Ik omhels hem. Zo staan we een paar minuten tegen elkaar gedrukt. 
‘Kom, laten we er een mooie vakantie van maken,’ zegt Pepe tenslotte. Ik kijk naar hem op.
‘Ja, laten we dat doen,’ zeg ik. ‘Ik wil even naar huis bellen,’ zeg ik. Pepe knikt en laat me los. Hij vist zijn mobiel uit zijn broekzak en geeft hem aan mij. Ik pak hem over. 
‘Ik neem tenminste aan dat je nog geen nieuwe telefoon gekocht hebt,’ plaagt hij en hij knipoogt. Ik rol met mijn ogen. Via FaceTime bel ik met mam. Hopelijk neemt ze op. Ze snapt nooit zo goed hoe het werkt met dat beeldbellen, maar ik heb het haar voor vertrek nog een paar keer goed uitgelegd. De telefoon gaat over. Nog een keer. Nog een keer en nog een keer. Ik zucht. Kom op mam.
‘Hallo?’ Ik hoor haar stem en kijk blij naar het scherm, dat donkergrijs kleurt.
‘Mam?’
‘Tanja?’ Ik zie een stuk van de keukentafel in beeld komen en dan wordt alles weer donker.
‘Mam, je hebt de camera op de verkeerde stand staan. Je moet even op dat icoontje drukken.’
‘Ja eh, welk icoontje? Deze?’ Nog voordat ik haar kan zeggen dat ik niet kan zien wat ze op haar scherm aanwijst is de verbinding verbroken. Ik kijk naar Pepe, die zijn schouders ophaalt. Ik waag nog een poging. Weer gaat de telefoon over, maar deze keer maar twee keer.
‘Mam? Lukt het?’
‘Kind ik hoor je wel, maar ik zie je niet.’ Ik lach hoofdschuddend. Ik heb mooi beeld van de keuken. 
‘Mama, het beeld staat niet goed. Je moet…’ Op de achtergrond hoor ik geroezemoes en het beeld wiebelt. 
‘Ah! Daar is ze!’ zegt mam. Ik zie Kim in beeld staan. Godzijdank voor Kim. Alweer. Ze weet werkelijk alles op te lossen.
‘Dankjewel Kim!’ roep ik in de telefoon en ik zwaai. Ze zwaait terug en loopt dan weg.
‘Tanja, hoe gaat het?’ Mam komt dichter bij de telefoon, alsof ze me dan beter zou kunnen zien. ‘Wat is dat daar achter je?’
‘Het gaat goed. Ik zit in onze hut.’
‘Hè? Maar ik zie een bank!’
‘Ja…’ zeg ik en ik laat de telefoon de kamer rondgaan. ‘Niet alleen een bank.’
‘O mijn hemeltje! Is dát jullie hut?’ vraagt mam verbaasd. 
‘Ja. Ik kon het eerst ook niet geloven. Ik dacht dat we in het verblijf van de kapitein waren belandt, maar het is de bruidssuite.’
‘Jeetje, dat moet pap zien!’ Ik hoor haar weglopen en zie het beeld door de kamer bewegen. Pap komt in beeld.
‘Moet je zien wat voor hut Tanja heeft!’ zegt mam tegen pap. Pap kijkt over zijn leesbril.
‘Hey meid,’ zegt hij eerst en dan bekijkt hij het beeldscherm aandachtig als ik voor de tweede keer een rondje maak door de hut. ’Nou, dat ziet er goed uit, geniet er maar van.’ Pap knipoogt en verdwijnt weer uit beeld.
‘Mam, hoe is het met de kinderen?’ vraag ik als ik mam weer in beeld heb.
‘O, prima! Ze zijn gisteren alle drie heel braaf gaan slapen. We hebben er geen kind aan gehad. Pap heeft Pim net naar school gebracht. Die vond het geweldig dat opa mee was en heeft hem een hele rondleiding door de school gegeven.’
‘Wat leuk,’ zeg ik lachend. Ik zie al helemaal voor me hoe Pim pap bij zijn hand heeft en hem alles laat zien in de klas. Hij zal wel trots zijn dat zijn opa uit Nederland er nu is. Daar kan hij nu over vertellen tegen de andere kinderen.
‘Ik dacht dat je gisteren zou bellen?’ zegt mam. 
‘Ja dat klopt, maar eh, het was nogal laat voordat ik weer hier was.’ 
‘Ah zo,’ zegt mam. ‘Je weet dat je altijd kunt bellen.’
‘Ja. Mijn telefoon is trouwens niet meer te bereiken,’ zeg ik en vanuit een ooghoek zie ik Pepe naspelen dat hij naar de bodem van de zee zakt. 
‘O hoezo?’ vraagt mam verbaasd.
‘Dat is een lang verhaal… Zeg, wil je Anna en Lucas eens even in beeld zetten?’
‘Natuurlijk. Wacht, ik loop even deze kant op…’ Ik hoor de voetstappen van mam door de kamer en in de verte hoor ik kirrende geluidjes. Dat is Lucas. Hij is aan het zingen.
‘Kijk eens wie we hier hebben!’ zegt mam vrolijk als ze het beeld voor Lucas’ neus houdt. Hij graait naar de telefoon, maar krijgt hem niet te pakken.
‘Hey kerel! Hier is mama!’ zeg ik vrolijk. Hij kijkt even raar op. Het is natuurlijk ook gek dat mama in zo’n doosje zit.
‘En hier is Anna,’ zegt mam en ze richt de camera op Anna, die mam te snel af is en het toestel uit haar handen grist. Ik zie de camera in haar mond verdwijnen. Op de achtergrond hoor ik mam roepen en dan hoor ik een hoop kabaal. Ik houd me stil en wacht af. Een paar tellen later komt er weer beeld.
‘Sorry, Anna had de telefoon te pakken en gooide hem daarna op de grond. Ben je daar nog?’
‘Ja, ik ben er nog,’ zeg ik. Mam knijpt haar ogen tot spleetjes en tuurt naar het scherm.
‘Ah, ik zie het!’
‘Ik ga nu toch ophangen. Ik bel van de week nog wel even! Doe je Pim de groeten?’
‘Natuurlijk. Veel plezier nog!’
‘Dankjewel. Doei!’ Ik zwaai en hang op.
Tevreden laat ik me achterover op de bank vallen.
‘Zie je wel, alles is onder controle in Huize Reyes,’ zegt Pepe die het hele gesprek meegekeken heeft.

Volgende –>