Ik laat me op ons heerlijke, warme, zachte bed vallen. We zijn net terug van een bezoek aan een echt Noors dorpje. Het zag er zó mooi uit, het kon zo een ansichtkaart zijn, dat aanzicht. Gisteravond is de boot vertrokken, verder naar het Noorden. We kwamen vanmorgen aan en zijn toen gaan winkelen. Tussendoor zijn we even terug naar de boot gekomen en daarna zijn we naar dat prachtige dorpje geweest. Ik kijk op de klok. Over een half uur kan ik de kinderen eindelijk weer zien. We hebben afgesproken om te Skypen.
‘Ik ga even naar Tim, ik moet hem zijn kleding terugbrengen. Ik ben zo terug,’ zeg ik tegen Pepe en hij knikt.
Ik klop op de deur bij nummer 574. Tim maakt de deur open.
‘Hoi.’ Zijn blik staat glazig.
‘Kijk eens,’ zeg ik blij en ik reik hem zijn kleding aan. ‘Die was ik bijna vergeten.’
‘Kom binnen,’ zegt hij. Hij stapt opzij, maar kijkt me niet aan. Aarzelend stap ik naar binnen.
‘Ik heb niet zoveel tijd,’ zeg ik. ‘Ik heb dadelijk een Skype-sessie met de kinderen. Ik mis ze zo.’
‘O,’ zegt Tim afwezig. Wat heeft hij toch? Hij kijkt op zijn horloge. ‘Hoe laat?’
‘Over een half uur.’ Hij haalt diep adem en kijkt me voor het eerst sinds hij de deur opende aan.
‘Dan kun je me best even vertellen hoe het gegaan is met Pepe en jou.’ Hij kijkt me afwachtend aan. ‘Ik ben benieuwd wat hij zei toen je je excuses aanbood.’
‘Nou goed dan,’ zeg ik een beetje verward. Ik loop zijn hut binnen.
‘Is je hutgenoot er niet?’
‘Nee, Jens is trainen met de andere teamgenoten.’ Ik voel me weer schuldig als ik hem dat hoor zeggen en kijk naar zijn gipsbeen.
‘Nogmaals sorry.’
‘Nogmaals, je hoeft geen sorry te zeggen.’ Tim lacht. Hij gedraagt zicht weer normaal. ‘Bovendien, er is ook iets goeds voortgekomen uit dit ongeluk.’ Tim knipoogt.
‘O, wat dan?’ vraag ik nieuwsgierig. Tim lacht en schudt met zijn hoofd.
‘Jij, dummie! Ik ben blij dat ik je tegen het lijf ben gelopen. Letterlijk.’ Hij lacht breed. Plotseling krijg ik een flashback naar toen ik Pepe tegen het lijf liep. Letterlijk. Wat bizar. Twee mensen zijn al botsend mijn leven in gekomen.
‘Zeg, wanneer is die wedstrijd van jullie team eigenlijk?’ vraag ik om van onderwerp te veranderen.
‘Morgen.’
‘Dan al?’
‘Jep, Coach wil dat we ook nog een paar dagen echt vakantie kunnen vieren zonder dat het team moet trainen.’
‘Goh, jullie hebben wel een mega coole coach zeg.’
‘Als je dat maar weet. Maar vertel, hoe ging het met Pepe en jou?’ Ik neem plaats op de rand van het bed en vertel hoe alles verlopen is. Daarna vertel ik over de sneeuwtocht van gisteren. Tim ligt dubbel van het lachen.
‘Oh Tanja! Wat geweldig dit! Zoiets zou mij nou ook kunnen overkomen, alleen heb ik in dit geval geluk dat ik een man ben en het voor mannen iets gemakkelijker is om ergens hun blaas te legen.’ Plotseling is het stil. Tim kijkt me aan. ‘Waarom vertel je me dit eigenlijk? Ik zou me doodschamen.’
‘Ja, dat doe ik ook, maar ik heb gewoon een goed gevoel bij jou. Ik kan mezelf zijn. Jij weet een beetje hoe het is om telkens weer in van die vervelende situaties terecht te komen.’
‘Daar heb je gelijk in,’ zegt Tim. Er valt weer een stilte. Tim kijkt op zijn horloge. ‘Zeg, ik zou maar eens gaan als ik jou was, anders zijn je kinderen dadelijk nog boos op je.’ Ik kijk naar mijn horloge. Geschrokken spring ik overeind. Nog vijf minuten!
‘Ja, dank je! Tot snel weer!’ zeg ik en ik trek de deur achter me dicht.
Pepe heeft alles al geïnstalleerd en zit klaar op de bank.
‘Eindelijk! Ik dacht dat je niet meer terug zou komen.’
‘Sorry, ik was even in gesprek met Tim.’
‘Waarover? Ik dacht dat je alleen zijn kleding terug ging brengen.’
‘Ik heb hem verteld over gisteren.’
‘Je hebt hem verteld dat je in je broek geplast hebt?’ Pepe kijkt me met een opgetrokken wenkbrauw aan.
‘Ja.’
‘Ik dacht dat je wilde dat niemand het te weten zou komen?’
‘Klopt. Verder hoeft niemand het te weten.’
‘Maar die Tim wel?’
‘Ja. Ik voel me op mijn gemak bij hem en hij weet hoe het is om als pechvogel door het leven te gaan. Hij is zeg maar de mannelijke versie van mij.’
‘Ah.’ Pepe kijkt me op een vreemde manier aan.
‘Wat is er?’
‘Nou, ik vind gewoon dat je vrij veel tijd met hem doorbrengt en je kent hem pas een paar dagen.’
‘Ja en? Dat had ik met jou toch ook? Dat is toch altijd als je iemand moet leren kennen?’
‘Ja, precies, dat had je bij mij ook. Alleen werden wij een stelletje.’ Ik trek een wenkbrauw op.
‘Ben je nu serieus bang dat Tim een bedreiging voor je vormt?’ Pepe zegt niets. ‘Kom op. Ik ben je vrouw. Ik ga er heus niet vandoor met een andere man.’ Pepe zwijgt. Ik ben een beetje verbaasd over deze reactie. Hij is echt jaloers! Wat gek. Ik had hem nooit echt als een jaloers type gezien. Ik heb ook nog nooit eerder meegemaakt dat hij moeilijk deed over de omgang met andere mannen. Nu ik erover nadenk… Ik ga, buiten Juan en Esteban, eigenlijk nooit echt met andere mannen om. Ergens is het ook wel weer lief dat hij bang is dat ik voor een ander kies. Het maakt deze stoere, zelfverzekerde man heel kwetsbaar. Dat is wel schattig. Toch hoeft hij echt niet bang te zijn. Ik ga nooit bij hem weg. Geen haar op mijn hoofd die daar aan denkt. Ik heb mijn prins op het witte paard eindelijk te pakken, die laat ik echt niet meer gaan.
‘Waar zou ik heen moeten? Ik zit op een schip.’ Eindelijk, Pepe kan lachen.
De Skype-sessie duurt niet zo lang. Althans. De eerste. Pim denkt dat hij grappig is en heeft op het rode knopje geduwd, waarvan opa en oma duidelijk zeiden dat hij daar niet aan mocht komen. Hij is duidelijk in een rebelse bui. Poging twee duurt langer. Tien seconden of zo. We wagen een derde poging. Het beeld springt aan en ik zie Pim op schoot zitten bij pap. Hij heeft zijn armen om Pim heen geslagen, zodat hij niet op een knopje kan duwen.
‘Pim, luister eens. Het is niet lief om telkens op die knop te duwen, hoor je me?’ Ik kijk Pim streng aan.
‘Hij is een beetje rebels vandaag,’ verklaart mam.
‘Dat kan, maar dan nog hoeft hij dit niet te doen. Hoor je me Pim?’ Hij knikt. Pap laat hem los en hij sprint er snel vandoor. Tot zover de Skype sessie met mijn oudste zoon. Mijn andere twee kinderen zeggen vrij weinig terug… Ze liggen op de grond te spelen, zie ik als ik tussen pap en mam doorkijk.
‘Sorry schat, ik weet dat je ze graag wilde zien, maar vandaag is nogal hectisch. Het spijt me.’
‘Ik weet er alles van. Nou, dan doe hem maar de groeten dan en zeg maar dat hij zich gedraagt, want mama kan ook boos worden vanuit hier.’
We praten een beetje over onze reis en wat pap en mam allemaal meegemaakt hebben. Het klinkt inderdaad als een hectische dag en het is heel stom, maar ergens ben ik nu blij dat ik hier op een groot schip zit, ver weg van het geschreeuw en gekrijs dat er deze dag waarschijnlijk heeft plaatsgevonden. Ik begin nu écht te genieten, denk ik.
‘Goed, we spreken elkaar snel weer!’ Ik sluit Skype af en kijk Pepe aan.
‘Ik had nooit gedacht dat ik het ooit zou zeggen, maar ik ben blij dat ik er vandaag niet was en dat ik hier samen met jou ben.’
‘Eindelijk! Ze kan ontspannen! Ze kan genieten! Het is met gelukt!’ Pepe reageert overdreven en doet alsof hij tegen een hogere macht praat. Ik lach.
‘Hou op jij.’
‘Kom hier jij!’ zegt hij en hij drukt me achterover op de bank. ‘Zullen we deze bank ook inwijden?’ Pepe kijkt me vragend aan. Ik denk na.
‘Nee,’ antwoord ik resoluut. Pepe kijkt geschrokken op.
‘Waarom niet?’
‘Ik dacht dat jij andere plannen had gemaakt op de dag van aankomst, weet je nog?’ Pepe denkt na en dan valt het kwartje.
‘De douche?’ vraagt hij voorzichtig. Ik weet dat hij het ontzettend opwindend vindt om seks te hebben onder de douche. Ik knik langzaam. Pepe tilt me op en zwaait me over zijn schouder alsof ik niks weeg. Zo draagt hij me naar de badkamer. Ik hang giechelend over zijn schouder.
Als we gedoucht en wel in bed liggen spreken we de dag nog even door.
‘Nou, het was me het dagje wel. Wat is het hier mooi…’ zeg ik.
‘En wat ben jij mooi!’ Pepe kijkt me aan en glimlacht. Ik glimlach terug. ‘Ik vond het einde van de dag het leukst,’ zegt Pepe en hij knipoogt naar me.
‘Ja, dat zal wel, ja…’ Ik schiet in de lach. ’Wat gaan we morgen eigenlijk doen?’ Ik kijk naar Pepe om te polsen of hij al plannen heeft. Hij haalt zijn schouders op.
‘Gewoon… genieten.’ Hij draait zich om en leunt op zijn elleboog. ‘Heb jij nog ideeën?’
‘Nou, ik wilde misschien even naar die wedstrijd gaan kijken van Tim?’ zeg ik voorzichtig, bang dat hij weer begint over het gegeven dat ik vaak over Tim praat en tijd met hem doorbreng. Pepe hoeft echt niets te vrezen. Ik zie Tim als vriend. Hij is geen concurrentie, al denk ik dat Pepe dat misschien denkt. Pepe aarzelt even en laat zich op zijn rug vallen terwijl hij na lijkt te denken.
‘Ja, dat kunnen we wel doen,’ zegt hij tenslotte. Ik haal opgelucht adem. ‘Hoe laat begint die wedstrijd?’
‘Ik weet het niet…’ zeg ik. ‘Ik kan het morgenvroeg wel vragen.
‘Dat doe ik wel, schat,’ zegt Pepe. Hij draait zijn hoofd naar me toe en geeft me een kus op mijn mond. ‘Ik ben kapot, ik ga slapen. Welterusten schat.’