Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#2 Verborgen Verleden

2

Twee jaar eerder 

Tristan wil me per se naar het vliegveld brengen. Onderweg zeggen we niet zoveel. Ik weet niet zo goed wát ik moet zeggen. De waarheid – dat ik twijfel over onze relatie – kan ik hem in elk geval niet zeggen, want daar zou ik hem ontzettend veel pijn mee doen. Toch kan ik niet ontkennen dat het me dondersgoed uitkomt dat ik nog heel veel overuren kon opmaken en mijn beste vriendin naar Italië is verhuisd om daar met haar vrouw een B&B te starten en ze mij gevraagd hebben om de inrichting te ontwerpen. Ik moet gewoon even weg uit mijn huidige situatie. Onze relatie loopt op dit moment nogal stroef en dan zeg ik het nog redelijk positief. De komende drie weken gaan voor mij bepalend zijn.
‘Toch vind ik dat je wel erg lang wegblijft…’ zegt Tristan uiteindelijk en ik laat mijn gedachten voor wat ze zijn. 
‘Weet ik, maar ja, het is niet alleen plezier hè?’ Ik kijk naar Tristan die zich op de weg concentreert. ‘Ik ben Noor echt heel erg dankbaar dat ze juist míj heeft gevraagd als binnenhuisarchitect. Ze had ook iemand anders kunnen vragen, een local of zo, maar ze vroeg mij.’
‘Ja.’
 Pff… Dit bedoel ik dus. Ik krijg een opmerking en vervolgens loopt het gesprek dood, reageert hij niet of met alleen ja of nee, óf vind hij het onzin als ik met een antwoord kom dat hem niet bevalt.

We zijn op het vliegveld aangekomen. Tristan stapt uit, maar loopt niet mee naar binnen. Hij moest meteen weer gaan, want hij had een afspraak met Sjors, zo zei hij vanmorgen.
‘Nou, een goede reis dan,’ zegt hij en hij geeft me een kus op mijn voorhoofd. 
‘Ja, dank je,’ zeg ik en ik pak mijn koffer. Verdomme wat voelt dit rot. We zijn al bijna tien jaar samen, maar we lijken de laatste tijd wel vreemden van elkaar. 
‘Doe Sjors de groeten,’ zeg ik en ik tover een flauw lachje om mijn mond.
‘Doe ik,’ Tristan knikt kort en lijkt dan ook niet meer te weten wat hij moet zeggen. 
‘Goed, nou, tot over drie weken. Ik bel als ik bij Noor en Giulia ben, goed?’
‘Oké.’ Tristan knikt nogmaals en stapt dan in de auto. Als hij wegrijdt steekt hij nog even zijn hand op. Ik kijk hem na. De auto maakt een flauwe bocht naar rechts, draait bij de slagboom linksaf en is dan uit mijn zicht verdwenen.
Dit was het meest ongemakkelijke afscheid ooit. Misschien komt het door de ruzie die we gisteren gehad hebben? Sinds het moment dat ik Tristan vertelde dat ik drie weken naar Italië zou gaan om Noor en Giulia te helpen, is hij het er niet mee eens. Hij vindt dat het te lang is. Hij vindt het niks dat ik alleen reis. Hij vindt het niks dat ik de taal niet spreek. Hij vindt zoveel dingen niks, dat ik er gek van wordt. Ik ben een volwassen vrouw en ik kan heus zelf wel bepalen of ik in staat ben om alleen op reis te gaan. Bovendien is het niet zo dat ik bij wildvreemde mensen terecht kom. Het zijn Noor en Giulia. Noor is al sinds mijn middelbare school mijn beste vriendin en Giulia ken ik al vijf jaar. Ze zijn drie jaar geleden getrouwd. De eerste tweënhalf jaar na hun huwelijk hebben ze in Nederland gewoond, en toen besloten ze dat ze naar Italië wilden verhuizen, het geboorteland van Giulia, om daar een Bed and Breakfast te gaan beginnen. Ondanks dat ik Noor natuurlijk vreselijk zou gaan missen, wist ik dat het goed voor haar zou zijn om deze stap te nemen. Ze had het altijd al gehad over wonen in het buitenland, maar pas toen ze Giulia leerde kennen en bleek dat ze dezelfde interesses hadden, ging bij haar het vlammetje nog harder branden. Ik ben echt trots op haar dat ze er nu samen met Giulia voor gaat.
Ik wou dat ik de ballen had om zo’n beslissing te nemen. Ik tob al maanden, nee ik lieg, al zeker anderhalf jaar met mijn gevoelens tegenover Tristan. Niemand weet ervan. Zelfs Noor niet en dat is verdomd vervelend. Ik kan met niemand over mijn gevoelens en gedachtes praten en dat maakt dat ik soms gek word van mezelf. Het is niet zo dat Tristan geen goede partner is. In tegendeel. Hij doet alles voor me. Hij is zelfs een beetje te goed. Soms zou ik willen dat hij iets minder zijn best deed voor mij. Waarom weet ik eigenlijk niet. Het is ook gek om zoiets te willen, denk ik, maar ik kan er gewoon niet tegen als hij me continue zoveel geeft. Ik heb niet zoveel om terug te geven. Natuurlijk hebben we ook wel eens ruzie, zoals gisteravond dus, maar hij is binnen no time weer afgekoeld en gaat verder waar we voor de ruzie gebleven waren. Ik kan dat iets minder goed en blijf langer boos. 
Soms vraag ik me af of ik misschien een rare doos ben, die precies niet wil wat alle andere mensen wel willen. Ik wil niet klef doen met mijn vriend. Ik wil niet elke avond samen op de bank zitten. Ik wil niet alles samen doen. Er zijn twee dingetjes waar we maar niet uit lijken te komen, maar die Tristan toch steeds blijft aandragen. Het eerst punt is kinderen. Tristan wil dolgraag kinderen. Ik niet. Ik háát kinderen. Het zijn zo’n  kleine, irritante wezens met plakkende handjes die midden in de supermarkt mega irritant gaan staan schreeuwen. Of ze poepen in hun broek, kijken lelijk naar je als hun mama niet kijkt, maken hun huiswerk niet, banjeren met vieze schoenen door het huis, spreken met foute vriendjes af, of erger nog, komen met een fout vriendje of vriendinnetje thuis. Nee, kinderen zijn aan mij niet besteedt. Ik heb tegen Tristan gezegd dat ik wel opensta voor een goudvis. Ik moet gewoon niet aan kinderen denken. Ik wil vrij zijn, kunnen reizen, niet verantwoordelijk zijn voor het opvoeden van anderen in de hoop dat ik die taak goed zou volbrengen en ik een samenlevingswaardig persoon creëer. Ik wil gewoon mijn leven leven zoals ik dat wil.
Dus ja, dat is een klein puntje waarover we het maar niet eens kunnen worden. Het tweede puntje is dat hij heel graag wil trouwen. Ik dus niet. Ik bedoel… wat heeft het voor nut? Het koste klauwen vol geld en wat heb je dan? Niets? Ja, een ring om je vinger en een boekje waarin staat dat je getrouwd ben. That’s it. En daar geef je dan duizenden euro’s aan uit. Nou, ik maak liever een mooie reis door Kenya of zo voor dat geld. Maar ach, zo heeft elk stel wel zijn problemen, toch?

Inmiddels ben ik al aangekomen in de vertrekhal. Over een uur vertrekt mijn vlucht, richting Pisa. Noor zou me komen ophalen van het vliegveld, dan zouden we samen gaan eten en daarna naar de B&B rijden. Ik ben zo ontzettend benieuwd naar hoe het eruitziet.
Tijdens het wachten bedenk ik een paar dingen die gaaf zouden zijn om terug te laten komen in de B&B. Noor heeft een tijd geleden al wat foto’s doorgestuurd, maar toen waren ze nog volop aan het slopen en het opnieuw opbouwen van sommige delen van het gebouw. Noor en Giulia wilde een paar aanpassingen doen voordat ze het van binnen helemaal opnieuw gingen aankleden. Inmiddels zijn de grote verbouwingen achter de rug en werd het tijd om serieus over de inrichting na te gaan denken. Giulia vond alles wel prima, maar Noor is een pietje precies en had al een en ander laten doorschemeren over wat ze echt geweldig zou vinden qua uitstraling en inrichting, dus daar ben ik al een klein beetje mee aan de slag gegaan. Ik heb een moodboard gemaakt en hoop dat ze het allebei mooi vinden. Hoe ik het precies ga aanpakken kan ik pas zeggen als ik de ruimtes ook daadwerkelijk heb gezien, dus ik kan wel zeggen dat ik mega veel zin heb om te zien hoe het er in het echt allemaal uitziet.
Er wordt omgeroepen dat de passagiers van de vlucht naar Pisa kunnen boarden, dus ik sta op en neem mijn rijkoffertje mee. Voor me loopt een verliefd stel, hand in hand en ze blijven elkaar maar kusjes geven. Ik zucht en wend mijn blik af. Ooit waren Tristan en ik ook zo. A lifetime ago, zeg maar.
Ik schud mijn hoofd en wil nu even niet aan onze wankele relatie denken, dat komt later wel. Ik ga me eerst storten op het ontwerpen en inrichten van de B&B en daarna zal ik een momentje nemen om eens goed na te denken over mijn relatie. Bovendien kan ik Noor nu eindelijk om hulp vragen, want alleen kom ik er waarschijnlijk niet uit. 
Ik stap het vliegtuig in, berg mijn handbagage op in het rek en ga op mijn stoel zitten. Het is de een na laatste rij, maar wel een stoel aan het raam. Veel keuze had ik niet meer, want ik was vrij laat met het boeken van een ticket, maar ach, zo lang ik maar aan het raam zit vind ik alles prima. Niet veel later komen er twee oudere vrouwen naast me zitten. Ze groeten me vriendelijk en ik groet terug. Ze gaan vast een gezellig stedentripje maken of zo.
Precies op het moment dat ik mijn telefoon in de vliegtuigmodus wil zetten, krijg ik een bericht binnen. Het is van Noor.

1000x SORry mare het is chaaos hier! Lek het steaks uitkan zeflnie komen. Musk Burnsville’s kindje halen. Ik hens je foto gestoken zodat hij weeef hoe je erudiete ziet. Tot steaks. Goed e vluchten! X Noor

Wát? Ik lees het bericht nogmaals. Er is geen touw aan vast te knopen. Ik weet dat Noor soms chaotisch kan zijn, maar dit… Oké, ik heb nog een paar minuten om het te ontcijferen, maar dan moet mijn telefoon echt op vliegtuigstand.
Duizend keer sorry, die snap ik. Dat het chaos is daar ook. Ze legt het straks uit, kan zelf niet komen. Tot zover gaat het goed. Wat betekend Musk Burnsville’s in godsnaam? Musk… Moet? Mag? Mijn? Musk Burnsville’s kindje… Ik frons mijn wenkbrauwen en denk diep na. Komt iemands kind me halen? Nee toch? Dat lijkt me sterk. Oké, dat laten we even voor wat het is. Ik hens je foto gestoken zodat hij weeef hoe je erudiete ziet. Heeft ze mijn foto gestoken? Of gestolen? Nee wacht, ik denk dat ik het snap. Ze heeft mijn foto gestuurd zodat hij weet hoe ik eruitzie. Ja, dat zal wel kloppen. Maar naar wie heeft ze in godsnaam mijn foto gestuurd? Wie is Musk Burnsville’s kind?
Er wordt omgeroepen dat iedereen zijn telefoon uit of in vliegtuigstand moet zetten, dus ik gehoorzaam. Ondertussen blijf ik me afvragen wie me zal komen halen.
We rijden naar de landingsbaan en ik voel de motoren draaien. Het geluid is tot in het vliegtuig te horen. Niet veel later schieten we met een enorme snelheid over de landingsbaan, maar het voelt anders dan anders. Ik heb al een aantal keer gevlogen, maar nooit voelde het zoals nu. Het lijkt wel alsof de achterkant van het toestel veel meer wiebelt dan het midden en het voorste stuk en eerlijk gezegd zit ik er niet helemaal gerust bij. Ik heb echt geen vliegangst, ik vind het juist geweldig om te vliegen, maar het voelt toch een beetje zorgelijk. Moet het vliegtuig wel zo wiebelen? Ik kijk naar mijn buurvrouwen, maar die zijn zo druk met kletsen dat ze geloof ik niet doorhebben dat we zo aan het zwabberen zijn. Gelukkig is het gewiebel weg zodra de wielen van de grond komen. Precies dat moment: dat de wielen los van de grond komen en dat enorme grote ding de lucht in gaat, vind ik magisch. Ik krijg er telkens weer kriebels van in mijn maag. Leuke kriebels. 
Ik zie de huizen onder me steeds kleiner worden. Grote lappen gekleurde velden zijn te zien en er komt af en toe een wolkje voorbij. Het is dat ik het niet echt mijn hobby kan noemen, maar ik vind vliegen toch wel een van de leukste dingen om te doen. Ik zou best wel piloot willen zijn. Dat lijkt me geweldig. Als de opleiding niet zo verdomd moeilijk zou zijn, zou ik er misschien over hebben nagedacht. Ik geniet van de tijd dat ik in de lucht zweef en maak het bewust mee. Sommige mensen lezen een boek. Anderen kijken een film. Weer anderen doen een dutje en een aantal mensen zit met samengeknepen billen angstig voor hen uit te staren en kan pas ontspannen als men geland is. Ik niet. Ik geniet van dit moment. Ik geniet van het idee van vrijheid. Vliegen geeft me dat ultieme vrijheidsgevoel. Deze week ben ik ook op een andere manier vrij. Even vrij uit mijn huidige – niet zo soepel lopende – relatie. Ik moet gewoon even weg uit mijn huidige leven en de sleur waarin we verkeren. We leven al een behoorlijke tijd langs elkaar heen en het wordt tijd dat er verandering in komt, op welke manier dan ook. Deze week gaat mij hopelijk bij helpen een keuze te maken over hoe ik verder wil. Met of zonder Tristan.
Terwijl ik door de lucht zweef vraag ik me af wat ik moet zeggen als ik Noor zie. Moet ik haar al meteen over mijn relatieprobleem vertellen of moet ik me eerst focussen op het werk? 

Het vliegtuig daalt. Ik kijk naar de zee, die zich rechts van me bevindt. Ergens hier in dit stuk van Italië woont Noor. Zou ik over de B&B zijn gevlogen? Ik maak me klaar voor de landing en lach automatisch als ik de wielen aan de grond voel komen. Het is altijd een spannend moment, maar om de een of andere reden moet ik altijd glimlachen. Toch is de landing nu ook anders. De achterkant van het vliegtuig wiebelt behoorlijk en even denk ik dat het mis gaat, maar gelukkig staan we al snel stil. Veilig geland. 

Italy, here I come!