Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#4 Verborgen verleden

De eerste vijf minuten zeggen we niet zo veel tegen elkaar. Ik ben vooral nog aan het uitbuiken van die overheerlijke pizza in dat geweldig leuke restaurant. Gino heeft zelfs de rekening betaald. Hij stond erop mijn pizza ook te betalen, ondanks dat ik herhaaldelijk gezegd had dat het echt niet hoefde.
‘Hoe lang blijf je?’ vraagt Gino. De zon is inmiddels onder en de lucht is veranderd van helderblauw naar donkerblauw. Het zal niet zo heel lang meer duren of hij is nachtblauw.
‘Drie weken.’ Ik kijk naar de bergen die een grote schaduw lijken tegen de donkerblauwe lucht.
‘Best lang,’ merkt Gino op. Nee hé, nog een man die gaat zeuren dat drie weken van huis zijn echt te lang is.
‘Valt wel mee,’ zeg ik schouderophalend. ‘Ik ben hier tenslotte niet alleen voor het plezier. Ik moet ook werken.’
‘Werken?’ Gino kijkt me vragend aan. 
‘Ja, ik ben binnenhuisarchitect en Noor en Giulia hebben gevraagd of ik een ontwerp wilde maken.’
‘Wat gaaf!’ zegt Gino enthousiast.
‘En jij?’ Ik kijk naar Gino die relaxed achter het stuur zit. ‘Wat doe jij voor werk?’
Gino kijkt heel even opzij en richt zijn blik dan weer naar voren. ‘Ik doe freelance werk als fotograaf.
‘O wat leuk. Ik fotografeer ook graag!’ zeg ik blij. Het is altijd leuk om een medefotograaf te ontmoeten. Gaaf dat hij er zijn beroep van heeft gemaakt.
‘Wat fotografeer jij vooral?’ vraagt Gino net voordat ik hem dezelfde vraag kan stellen.
‘Natuur en landschappen,’ antwoord ik. ‘En jij?’
‘Ik fotografeer graag mensen en vind macrofotografie echt geweldig.’
‘Leuk! Werk je dan ook met modellen?’ vraag ik geïnteresseerd. 
‘Nou, niet met echte model modellen, maar ik heb wel een paar mensen die vaker voor me willen poseren ja.’ Gino kijkt weer opzij. Ik vang zijn blik. ‘Ik zou jou wel graag willen fotograferen.’
Ik voel mijn wangen gloeien en weet dat er een rode kleur op aan het komen is. Ik ben zo blij dat het inmiddels donker genoeg is zodat Gino het niet kan zien. Is dit een complimentje? Is hij aan het flirten? Hoe moet ik dit opvatten? ’Ik vind je er leuk uitzien,’ gaat hij verder. ‘Je bent een knappe vrouw.’ Fuck! Hij met me aan het flirten! Ik begin zenuwachtig met mijn tenen te wiebelen en kijk door het raampje aan mijn rechterkant naar buiten.
‘Dank je,’ zeg ik uiteindelijk bij gebrek aan een ander antwoord. Pas als de woorden echt tot me door zijn gedrongen, glimlach ik. Ik zie mijn spiegelbeeld in het raampje. 
‘Maar ik weet zeker dat je vriend dat ook vindt,’ merkt Gino op. De lach om mijn mond verdwijnt.
‘Shit!’ Tristan. Ik was hem helemaal vergeten. O nee, ik heb niet gebeld! 
‘Wat is er?’ Gino kijkt me vragend aan.
‘Hij zal zich doodongerust maken. Ik had beloofd te bellen, maar het is al uren geleden sinds ik geland ben. Wat dom van me!’ Ik pak mijn telefoon en kijk naar het scherm. Geen ontvangst. Nee he.
‘Ik denk dat je hier geen ontvangst hebt,’ zegt Gino.
‘Nee, dat zie ik inderdaad.’ Ik zucht diep.
‘Rustig maar,’ zegt hij op een kalme toon. ‘Over twintig minuten zijn we er en dan kun je bellen.’
‘Gelukkig.’ Ik zak in mijn stoel. Hoe kan het eigenlijk dat ik helemaal niet meer aan Tristan gedacht heb? Gewoon echt helemaal níet meer. Dat is toch gek? Is dat een teken?
‘Dus je hebt een vriend?’ vraagt Gino na een korte stilte. 
Ik kijk hem niet-begrijpend aan. ‘Hoe bedoel je? Dat zei je toch al?’
‘Ik ken je pas een paar uur, hoe denk je dat ik kan weten of je een vriend hebt?’ Hij heeft een punt. ‘Sorry, het was een beetje sneaky van me om er zo achter te komen.’
Ik lach kort. ‘Geeft niet, maar ja, ik heb een vriend inderdaad.’ Een hele diepe zucht ontsnapt uit mijn longen.
‘Nou, dat klonk alsof het vanuit je tenen kwam. Troubles in Paradise?’ vraagt Gino. Ik zucht nogmaals en sluit mijn ogen. 
‘Ja, zoiets…’ Ik open mijn ogen en kijk naar Gino, die zich focust op de weg.
‘Tja, ik kan erover meepraten, ben ik bang,’ zegt hij dan. Die zag ik niet aankomen. Even hangt er een ongemakkelijke stilte in de auto, maar ik besluit die te doorbreken.
‘Relaties kunnen gecompliceerd zijn,’ zeg ik wijs.
‘Zeg dat wel!’ zegt Gino en hij lacht terwijl hij een teug lucht uitblaast. Waarom weet ik niet, maar ik heb ineens de drang om mijn verhaal te doen. Misschien omdat hij me niet kent. Hij is een vreemde en weet verder niets van me. 
‘Het loopt al een tijdje niet zo lekker tussen ons,’ begin ik. ‘We leven langs elkaar heen. Het is helemaal niet meer wat het geweest is. Ik weet dat het niet allemaal meer rozengeur en maneschijn is na bijna tien jaar, maar toch.’
‘Tien jaar?’ vraagt Gino. 
‘Over drie maanden zijn we tien jaar samen, ja.’
‘Wij zijn zes jaar samen,’ zegt Gino. Ik knik begrijpend. 
‘Het is gewoon…’ Ik denk na. ‘Ik…’ Ik denk weer na. ‘Ik weet niet meer zeker of ik nog wel met deze relatie door wil gaan,’ zeg ik uiteindelijk. Ik heb dit nog nooit hardop gezegd en gek genoeg lucht het op. ‘Ik twijfel al anderhalf jaar of zo.’
‘Hm,’ zegt Gino. Hij knikt terwijl hij op de weg blijft letten. Het blijft stil aan Gino’s kant, dus ik ga verder met mijn verhaal.
‘Ik merk dat ik me steeds meer erger aan dingen waar ik me eerst helemaal niet aan stoorde. Bovendien heb ik het idee dat ik een beetje ben ingekakt op gebied van avontuur.’
‘Seks bedoel je?’ Gino vraagt het luchtig, maar ik schrik van zijn directe vraag en voel dat ik weer bloos. 
‘Ook…’ geef ik toe. ‘Maar dat was niet helemaal wat ik bedoelde, al heb je gelijk.’
‘Wat bedoel je dan?’ Gino trekt zijn wenkbrauw op.
‘Hoe moet ik het zeggen?’ Ik denk na over hoe ik moet zeggen wat er in mijn hoofd omgaat. Het is best lastig om mijn gedachten te moeten verwoorden. ‘Ik heb gewoon het idee dat ik op meerdere gebieden word tegengehouden. Alsof ik niet de echte Katja kan zijn, begrijp je?’
‘Ah zo, ja ik snap het wel.’ Gino gaat langzamer rijden. ‘Er zit meer in dat er nu uitgehaald wordt.’
‘Ja!’ zeg ik terwijl ik mijn wijsvinger in de lucht steek. ‘Dat zeg je goed! Dat bedoel ik.’
Gino zet de auto aan de kant. Ik bekijk hem en vraag me af waarom we stoppen. Gino heeft met beide handen het stuur vast en staart voor zich uit.
‘Je wilt weer leven. Nu heb je het idee dat je elke dag weer een beetje dieper in het drijfzand zakt en je uiteindelijk zal worden opgeslokt en er geen uitweg meer is.’ Met open mond staar ik naar Gino. Hij is wel erg goed met woorden. Dat is precies wat ik bedoel. Wacht eens… Is dat… Er loopt een traan over zijn wang! Ik schuif ongemakkelijk heen en weer in mijn stoel en doe alsof ik het niet gezien heb, maar dat is lastig.
‘Gaat het met je?’ vraag ik voorzichtig en ik leg mijn hand op zijn schouder. Hij veegt de traan snel weg en kijkt me aan.
‘Sorry,’ zegt hij en hij wendt zijn blik weer af. ‘Ik eh… zit in hetzelfde schuitje denk ik,’ zegt hij uiteindelijk. ‘Nu ik je erover hoorde praten realiseerde ik me weer hoe graag ik uit mijn huidige situatie wil kruipen,’ zegt Gino en hij slaakt een diepe zucht.
‘Het spijt me.’ Tja, wat moet ik anders zeggen? Ik weet niet zo goed wat ik met deze situatie aan moet. Een paar uur geleden was ik nog thuis bij de man met wie ik al tien jaar een relatie heb en nog nooit heb zien huilen en nu zit ik in de auto bij een Italiaan die ik nog maar een paar uur ken die zijn tranen wegveegt. Het is een vrij groot contrast, zeg maar.
‘Jij hoeft geen sorry te zeggen,’ zegt Gino en hij haalt een paar keer diep adem. ‘Sorry, het is mijn schuld. Ik had er niet over moeten beginnen.’
‘Het geeft niet. Gaat het wel met je?’ Ik merk dat ik nog steeds mijn hand op zijn schouder heb liggen en trek hem snel weg.
‘Jawel. Ik zit gewoon in een vervelende situatie, dat is alles.’
‘Vrouwen hè?’ Ik knipoog.
Gino schiet in de lach. ‘Ja, zeg dat wel!’ Als Gino weer een beetje bijgekomen is rijdt hij verder.
‘Niets tegen Noor zeggen, hoor!’ zegt hij als we uiteindelijk bij de B&B aankomen.
‘Beloofd!’ Ik steek mijn hand uit.
‘Deal.’ Gino schudt mijn hand.

Vanuit mijn ooghoek zie ik iemand hysterisch naar ons toe komen rennen. Ik kijk geschrokken op. Wacht eens. Is dat Noor? Ik maak het portier open om het beter te kunnen zien.
‘Kat!’ roept ze en ze zwaait met haar armen. ‘Je bent er! Eindelijk!’ Noor vliegt in mijn armen en drukt me stevig tegen zich aan. 
‘Ik heb je zo gemist!’ zeg ik en ik sluit even mijn ogen om te laten inwerken dat ik daadwerkelijk mijn beste vriendin weer omhels na een half jaar.
‘Gino! Waarom was je verdorie zo laat!’ Noor begint op Gino te mopperen. Hij verontschuldigt zich.
‘Oké, eh… luister…’ zegt Noor tegen ons beide. We hebben een probleempje.’ Ik kijk Noor vragend aan. ‘Vanmorgen is er een ongeluk gebeurd,’
‘Ja, Gino zei al zoiets. Is iedereen in orde?’ vraag ik belangstellend. 
‘Er is niemand gewond geraakt…’ Noor zucht diep. ‘Maar de rechtervleugel is ingestort.’
‘Wát?’ Gino zet grote ogen op. ‘Dat wist ik niet. Ik dacht gewoon een muurtje of zo.’ 
Ook kijk ik ongelovig naar Noor. 
‘Een van de bouwvakkers werd niet goed en is met zijn bulldozer tegen de muur gereden. Nou ja, hij is er doorheen gereden… Alles ligt in puin!’ Noor raakt in paniek. ‘En dat was het slaapgedeelte waar jij zou verblijven de komende drie weken en nu weet ik niet wat ik moet. Giulia heeft kunnen regelen dat we bij haar ouders kunnen blijven, maar ze wonen zo klein dat jij er niet meer bij past en het dichtstbijzijnde hotel ligt minstens veertig kilometer verderop. Ik weet niet wat ik moet doen.’ Noor heeft de tranen in haar ogen staan en ijsbeert heen en weer. Gino kijkt me aan.
‘Noor…’ Hij loopt naar haar toe en pakt haar arm vast. Noor blijft staan en kijkt Gino met haar betraande ogen aan. ‘Katja kan wel bij ons logeren.’ 
‘Meen je dat?’ vraagt Noor en ze kijkt Gino met grote ogen aan. ‘Meen je dat echt?’ 
‘Natuurlijk meen ik dat! Het is geen probleem.’
‘Maar vindt je vrouw dat wel goed?’ Noor kijkt Gino vragend aan.
Vrouw? Is hij getrouwd? Een vreemd gevoel trekt door mijn lichaam. Ik merk het op en vraag me af waarom het überhaupt iets met me doet. Waarom zou hij niet getrouwd mogen zijn? Hij zei er helemaal niets over. Dat hoeft natuurlijk ook niet… Terwijl ik mezelf onbelangrijke dingen afvraag, vraagt Gino aan Noor wat het verdere plan is.
‘Morgenvroeg kunnen we pas beginnen met puinruimen. Het is een grote ravage, Gino.’
‘Ik kom jullie wel helpen,’ biedt Gino aan.
‘Nee, dat hoeft niet! Ik ben al lang blij dat je Katja hebt opgehaald en dat ze mag blijven logeren.’
‘Noor,’ Gino kijkt Noor strak aan. ‘Ik kom morgen helpen.’
‘Oké…’ Noor haalt haar schouders op. Ze loopt naar me toe en omhelst me. ‘Het spijt me zo dat alles in de soep loopt. Zo had ik onze eerste ontmoeting sinds een half jaar niet gepland.’ 
‘Dat weet ik toch. Dit is overmacht. Hoe laat wil je morgen beginnen?’
‘Om zeven uur, het wordt een warme dag, dus we kunnen maar beter op tijd beginnen.’
‘Ik zorg dat ik paraat sta,’ zegt Gino.
‘Ik ook.’ Ik knik en kijk vluchtig naar Gino die me een glimlach schenkt. 
‘Dank jullie wel, jongens! Ik moet echt even verder met wat telefoontjes plegen en zo, maar ik zie jullie morgen en dan praten we ook even bij, Kat, goed?’
‘Is goed,’ zeg ik en ik geef haar nog een knuffel. Gino, de gentleman als hij is, maakt het portier weer voor me open en ik stap in. 
‘Het lijkt erop dat je nog langer met me zit opgescheept,’ grapt Gino en ik lach. 
‘Vind je het echt niet erg? Ik kan ook een hotel pakken.’
‘Nee joh!’ Gino wuift met zijn hand. ‘Je hoorde toch dat dat veel te ver is! Bovendien hebben we plaats genoeg.’
‘Maar je vrouw dan… Ze weet van niets.’
‘Ze komt vanavond pas laat thuis, dus veel last zal ze niet van je hebben,’ zegt Gino met een knipoog. 
Oké, als hij het zegt.

We rijden de oprijlaan weer af en Gino slaat rechtsaf. Even later staan we voor een groot huis. Nou, dit is wel een behoorlijk huis voor twee personen, zeg.
‘Wat een mooi huis!’ zeg ik als ik achter Gino aanloop naar de voordeur.
‘Dank je. Gekregen van mijn schoonpa. Hij heeft behoorlijk wat centen…’ Gino rolt met zijn ogen. Goh, leuke schoonvader. Gino opent de voordeur en laat me voor gaan. 
‘Welkom in mijn huis.’