Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#8 Verborgen Verleden

Noor staat bovenop een tafel en spreekt alle mensen toe. ‘Zo, dames en heren. Het zit erop voor vandaag! Giulia heeft heerlijk gekookt en ik wil jullie allemaal uitnodigen voor een lekkere maaltijd.’  Ik vraag me af of de werklui ook blijven eten. Niet veel later krijg ik mijn antwoord. Ja dus. Ik heb even een snelle telling gedaan en er zitten maar liefst zesentwintig mensen aan deze grote, lange tafel die aan de achterkant van de B&B staat. Het is gezellig. Er wordt gegeten en gelachen. Ondanks dat ik niet alles versta, heb ik toch een enorme leuke avond. Ik zit tegenover Noor en naast Gino.
‘Ik heb echt zin in morgen!’ zegt Noor terwijl ze een stuk stokbrood met olijven in haar mond propt.
‘Ja ik ook!’ zeg ik vrolijk. Noor vertelde me vanmiddag dat ze me morgen de omgeving gaat laten zien. Overmorgen gaat voor mij het werken beginnen. Nou ja, niet dat het vandaag geen werken was wat ik gedaan heb, maar ik bedoel werken binnen mijn vakgebied. 
Plotseling slaakt Giulia een kreet. Iedereen is stil en kijkt geschrokken op. 
Noor springt overeind en hurkt neer bij Giulia.’ Gaat het? Is er iets aan de hand?’ 
Giulia wrijft over haar buik en trekt een pijnlijk gezicht. ‘Het steekt!’ zegt ze moeizaam. Noor twijfelt geen seconde. ‘Gino, haal de sporttas. Vlug!’ Ze wijst naar de B&B en Gino sprint naar binnen. Hij kan snel rennen zeg. Binnen no-time is hij terug.
‘Ik ga met Giulia naar het ziekenhuis,’ zegt ze zo kalm mogelijk, maar ik zie aan Noor dat ze maar doet alsof. Ze is helemaal niet kalm. ‘Katja, zou jij…’
‘Gaan jullie maar. Ik regel het hier wel! Komt goed!’ Ik knik en wuif dat ze moet gaan. Noor helpt Giulia overeind, die wankelend naar de auto loopt. Onderweg stopt ze een paar keer, omdat ze pijn heeft. Zou de baby nu al worden geboren? Is dat niet veel te vroeg?
Iedereen kijkt de auto van Noor en Giulia na en richt zich dan tot mij. 
‘Eh…’ Ik kijk Gino vragend aan. Ik spreek geen woord Italiaans, dus hoe ga ik dit aanpakken? Gino ziet de paniek in mijn ogen en zegt iets in het Italiaans. Ik hoor mijn naam, maar verder kan ik er geen touw aan vastknopen. Iedereen staat op en neemt zijn bord mee naar binnen. Daarna verdwijnen ze in hun auto’s en vertrekken ze. Het is ineens akelig stil geworden. Ik kijk de laatste auto die het terrein verlaat na vanuit de deuropening. Buiten de lichtjes die branden rondom de B&B, is het buiten donker. Gino komt naar me toe.
‘Zo, buiten hoeven we verder niet veel op te ruimen,’ zegt hij en hij klopt zijn handen af. Ik kijk hem aan en knik dankbaar.
‘Dan begin ik maar aan de afwas,’ zeg ik en ik draai me om en loop naar binnen.
‘Ik help wel,’ zegt Gino.
Ik kijk verrast om. ‘Hoef je niet naar huis?’ 
Gino haalt zijn schouders op. ‘Er is daar niemand die op me wacht. De kinderen zijn logeren en Lidia is een paar dagen weg met haar vriendinnen.’ Ik hoor een trieste toon in zijn stem. Hij probeert het te verbergen, maar ik pik het op. Ik heb echt met hem te doen. Volgens mij voelt hij zich verloren of misschien overbodig. Ik weet het niet, maar gelukkig is hij niet, dat is zeker. Misschien stel ik me wel aan over mijn relatie. Het kan blijkbaar veel erger. ‘En mevrouw Lippi is ook niet echt in voor een gezellig avondje,’ grapt Gino en hij knipoogt.
‘Mag ik vragen hoe jullie aan mevrouw Lippi zijn gekomen? Is ze een huishoudster of wat is ze eigenlijk?’ vraag ik belangstellend. 
‘Mevrouw Lippi is de jongste zus van Lidia’s oma. Haar moeder stond erop dat we iemand in huis namen voor het huishouden en de kinderen en heeft toen geregeld dat haar tante bij ons in huis kwam.’
‘Wilde de tante van je schoonmoeder dat zelf ook?’ vraag ik met opgetrokken wenkbrauw. 
Gino schiet in de lach. ’Nou, ze lijkt misschien nors, maar ze is heel goed met de kinderen en ze doet haar werk uiterst precies.’
‘Behalve stofzuigen,’ grap ik.
‘Behalve stofzuigen,’ zegt Gino lachend.

In de keuken zet ik alle borden aan de ene kant van het aanrecht en ik maak plaats aan de andere kant om dadelijk de schone vaat neer te zetten. Gino ruimt ondertussen nog wat keukenspullen op. Ik laat het water in de gootsteen lopen en zoek in de kastjes naar afwasmiddel. Ah, gevonden! Ik spuit een lekker flinke hoeveelheid afwasmiddel in de gootsteen en leg de glazen er alvast in.
‘Ga je afwassen?’ vraagt Gino die me niet-begrijpend aankijkt.
‘Eh, ja… Die vaat wordt niet vanzelf schoon. Tenminste, in Nederland niet. Misschien is dat hier anders?’
‘Nee, dat is hier niet anders,’ zegt Gino lachend. ‘Maar ik geloof dat de dames in het bezit zijn van een vaatwasser…’ Gino knikt naar een kastje. 
‘Nou, dat kan best, maar ik heb verder toch niets te doen, dus ik doe het zo.’ Ik probeer niet te laten merken dat ik me nu echt heel erg dom voel. Natuurlijk heb je een vaatwasser als je een B&B bezit. Stom van mij.
‘Ik zal je helpen,’ zegt Gino en wederom gooit hij heel nonchalant die lach in de strijd die mijn maag laat bubbelen. 
‘Fijn.’ Ik knik dankbaar.
Inmiddels is er een behoorlijke laag schuim ontstaan en snel draai ik de kraan dicht. Gino pakt een theedoek uit het kastje en slaat hem over zijn schouder. Hij ziet er best sexy uit als keukenhulpje.
Hè, verdomme, wat is dat nu weer voor gedachten? Die sloeg echt nergens op. Ik schud met mijn hoofd en steek mijn handen in het water, maar trek ze er als de wiedeweerga weer uit. ‘Shit!’ Ik wapper met mijn handen om ze te koelen. Gino schiet in de lach.
‘Misschien wassen jullie in Nederland af met koud water, maar hier doen we dat met heet water.’ Hij staat me met een grote lach aan te kijken en ik kan niet anders dan in de lach schieten. 
‘Gebruik je trouwens altijd zoveel afwasmiddel?’ vraagt Gino en hij knikt naar de enorme berg schuim.
‘Ja… Meestal wel. Tristan klaagt er ook altijd over.’
‘Ik klaag niet!’ Gino steekt zijn handen in de lucht. ‘Ik constateer alleen iets.’ Ik lach en rol met mijn ogen. ‘Met dat schuim kun je ook andere dingen doen,’ zegt Gino heel serieus. Hij komt naast me staan en pakt met twee handen een grote toef schuim. ‘Ogen dicht,’ zegt hij. Ik sluit mijn ogen en vraag me af wat hij gaat doen. Als hij het maar niet in mijn haar smeert, want dan doe ik hem wat!
‘Kijk maar,’ zegt hij een paar tellen later. Ik open mijn ogen en barst in lachen uit.
‘Ho, ho, ho… Merry Christmas!’ zegt Gino met een zware stem. Hij heeft zichzelf een baard en wenkbrauwen gemaakt met het schuim. Ik kom niet meer bij. Die stem… en die baard… Het is gewoon hilarisch. Gino pakt nog een toef schuim en smeert die in mijn gezicht. 
‘Ho ho ho…’ zeg ik met een zo laag mogelijke stem. 
‘Wacht!’ zegt Gino en hij grijpt naar zijn telefoon. ‘Hier moeten we beslist een foto van maken!’ Nog voordat ik iets kan zeggen heeft hij al een selfie van ons gemaakt. Oké, ik geef toe, het is een geweldige foto. 
‘Jij bent echt leuk om mee om te gaan,’ zegt Gino terwijl hij van alles intikt op zijn telefoon. ‘Dat meen ik,’ zegt hij en hij kijkt me aan wanneer hij klaar is met zijn telefoon en hem in zijn broekzak stopt. Ik glimlach en weet niet zo goed wat ik met dit compliment moet. Gino zet een stap dichterbij. Het schuim begint van zijn kin te druppen. ‘Zoiets zou Lidia nooit doen.’ Hij knikt naar mijn schuimbaard. Zwijgend kijken we elkaar aan. Ik heb werkelijk geen idee wat ik moet zeggen. Vanuit mijn ooghoek zie ik Gino’s hand omhoogkomen. Hij streelt met de rug van zijn hand langs mijn wang en haalt het witte schuim van mijn gezicht. ‘Ze is lang niet zo gezellig als jij…’ Ook aan de andere kant haalt hij het schuim van mijn wang. ‘Ze heeft absoluut niet zoveel humor als jij…’ Hij wrijft langs beide wangen om alle restjes te verwijderen. ‘En ze heeft ook niet zo’n mooie ogen als jij…’ Gino kijkt me serieus aan. Fuck it… Ik krijg het warm en voel heel veel belletjes in mijn maag bubbelen. Héél veel. Ik slik moeizaam. ‘Je lach is zo mooi…’ gaat Gino verder. Lachend kijk ik verlegen naar beneden. Hij komt dichterbij. ‘En je lippen zien er zo zacht uit…’ In plaats van nog een complimentje te geven drukt hij zijn lippen op de mijne. Ik sta het toe, al moet mijn brein heel veel moeite doen om te verwerken wat er nu gebeurt. Bovendien is er zich een complete oorlog aan het afspelen in mijn hoofd. Team Tristan tegen Team Gino. Ze vechten en vechten en ik word er duizelig van. Gino’s tong maakt langzame, stevige bewegingen en ik besef me dat zijn manier van zoenen veel lekkerder is dan hoe Tristan me zoent, maar zodra ik daaraan denk, zet ik een stap naar achteren. Ik wil niet vreemdgaan! Zoiets zou ik nooit doen. Het is niet netjes en ik wil het gewoon niet.
‘Is er iets?’ Gino kijkt me vragend aan. Ik heb het enorm warm gekregen en loop een rondje door de keuken om nog wat extra afstand tussen ons te creëren terwijl ik nadenk. 
‘Ik… weet niet… Ik…’ Ik ga op het randje van de keukentafel hangen en zucht diep. ‘Ik heb een relatie…’ zeg ik uiteindelijk. Ik kijk Gino aan, die geen vin verroert. ‘Net als jij…’ Ik knik naar hem.
‘Een slechte relatie,’ zegt hij terwijl hij me onderzoekend bekijkt.
‘Misschien, maar ik ben niet… Ik kan niet vreemdgaan…’ zeg ik. Nu ik het woord vreemdgaan hardop zeg krijg ik het koud en ik voel dat Team Tristan deze slag gewonnen heeft. 
‘Het is maar een zoen,’ zegt Gino plagerig. Hij komt naar me toe en gaat voor me staan. ‘Het is maar zoen, meer niet.’
‘Ja, dat weet ik wel, maar het voelt verkeerd,’ zeg ik en ik sla mijn ogen neer. Heel even is het stil.
‘Het spijt me.’ Gino zucht. ‘Ik volgde mijn gevoel. Het spijt me als ik je in een vervelende situatie gebracht heb.’ Hoe stom het ook is, ik wil niet dat hij zich verontschuldigd. Als ik heel eerlijk ben, vond ik het fijn, die zoen. Al kan ik hem dat niet vertellen. Toch? Ik bedoel, ik ben samen met Tristan. Ik kan niet zomaar andere mannen gaan zoenen! Bovendien is hij helemaal niet mijn type man. Toch vertelt mijn lichaam iets anders. Ik staar Gino confuus aan.
‘Gaat het met je?’ vraagt hij bezorgd.

De stilte die er in de keuken hangt wordt doorbroken door mijn mobiel die begint te rinkelen. Ik neem op, maar zeg niets.
‘Kat?’ Tristan klinkt ver weg. ‘Kat?’ Ik kijk Gino aan terwijl ik de stem van Tristan in mijn linkeroor hoor galmen. ‘Katja? Ben je daar?’
‘Ja, met mij! Sorry,’ zeg ik snel.
‘Is alles goed met je?’ Hij klinkt bezorgd. Het duurt even voor ik antwoord geef, want Gino’s ogen houden me gevangen en de zoen die hij me zojuist gaf wordt door mijn brein geanalyseerd. Bovendien weet ik me geen raad met de gevoelens die door mijn lichaam razen. Toen ik de stem van Tristan net hoorde voelde ik me een soort van betrapt.
‘Eh, ja goed,’ antwoord ik automatisch.
‘Ik heb gewacht tot je zou bellen, maar dat deed je niet dus ik heb het heft maar zelf in handen genomen.’ 
Nu pas lukt het me om mijn ogen van Gino los te wrikken en ben ik er met mijn gedachten weer bij.
‘Sorry wat zei je?’ Ik knipper met mijn ogen en probeer me te concentreren op het gesprek.
‘Wat ik zei?’ Hij klinkt geïrriteerd. ‘Wat ben je eigenlijk aan het doen? Luister je wel?’
‘Ja, ik luister! Ik eh…’ Ik denk na. ‘Giulia is naar het ziekenhuis. Noor is met haar meegegaan. Het ging niet goed…’ Oké, het feit dat ik de toestand van Giulia gebruik om mezelf uit deze situatie te praten is echt not done, maar er kwam zo snel niks anders in mij op. Ik kan moeilijk zeggen dat ik net heb gezoend met de buurman.
‘Is het ernstig?’ Tristan klinkt een stuk minder geïrriteerd. 
‘Geen idee, ze zijn nog niet terug…’
‘Oké, en hoe gaat het verder?’ vraagt hij.
‘Verder is alles goed… Ik heb puingeruimd en…’ 
‘Heb je die buurman nog gezien?’ Tristan laat me niet uitpraten. Ik houd op met praten en kijk Gino aan. ‘Kat, ik vroeg je iets!’ Ik slik langzaam. ‘Zeg, geef je nog antwoord?’ Hij is jaloers. Hij is stik jaloers op iemand die hij niet eens kent! Wat denkt hij eigenlijk van mij? Dat ik zomaar met de buurman in bed zou duiken? Hoe durft hij! ‘Je hebt toch niets met hem uitgespookt, hoop ik!’ Ik kijk verrast op. Dat is de druppel. 
‘Oh, Noor komt eraan! Ik moet gaan!’ Ik geef Tristan de kans niet om te reageren en hang op. Mijn hart bonkt en ik voel het bloed in mijn ogen suizen. Met grote ogen kijk ik Gino aan. Mijn borstkast gaat hevig op en neer en ik krijg een droge mond. Dit is het. Dit is de duidelijkheid die ik zocht. In de afgelopen twee minuten is alles duidelijk geworden. Ik weet het nu. Ik moet een einde maken aan de relatie met Tristan.

Het is dat Gino het opmerkt, maar anders had ik zelf niet eens door gehad dat er een traan over mijn wang rolt. Gino komt voor me staan en veegt de traan weg.
‘Gaat het met je?’ vraagt hij bezorgd. Ik hoor hem wel, maar ik reageer niet. ‘Katja? Gaat het met je? Is er iets ergs gebeurd?’ Gino geeft een kneepje in mijn bovenarm en dat zorgt ervoor dat ik opkijk uit de trance waarin ik me bevind.
‘Ik eh…’ Met waterige ogen kijk ik hem aan. ‘Ik wil graag even alleen zijn,’ zeg ik zacht.
‘Weet je het zeker?’ Er staat een bezorgde blik op Gino’s gezicht. Ik knik instemmend. ‘Goed dan, maar beloof me dat je me belt als er iets is?’ Terwijl hij het vraagt haalt hij zijn telefoon tevoorschijn en vraagt of ik de mijne wil ontgrendelen. Ik doe alles op de automatische piloot. Gino zet zijn nummer in mijn telefoon en legt mijn mobiel dan op de keukentafel. ‘Bel me, als je me nodig hebt,’ zegt hij en hij legt heel kort een hand op mijn schouder. ‘Dat wijntje komt een andere keer wel.’