Daar sta ik dan, starend naar het einde van de wereld. Het is adembenemend mooi. Ik word er gewoon stil van.
‘En, heb ik gelogen?’ vraagt Gino als hij naast me plaatsneemt op de grote rots.
‘Nee, absoluut niet. Het is het mooiste dat ik ooit gezien heb.’
‘Wist ik wel,’ zegt Gino zelfverzekerd. Ik geef hem een tik met mijn schouder tegen de zijne.
‘Het lijkt echt alsof de wereld stopt, daar, achter al dat water.’ Ik staar naar de horizon. Het lijkt echt alsof de wereld achter die grote zee stopt. We zitten op een rots aan de rand van een klif. Het uitzicht is prachtig. Ik kan zover kijken als mijn zicht gaat.
‘Ik ontdekte dit plekje op de dag dat Lidia me vertelde dat ze zwanger was. Ik ben in de auto gestapt en ben gewoon gaan rijden. Ik reed over wegen waar ik nog nooit geweest was, zag plekken die ik nog nooit gezien had. Dit was mijn eindpunt. Ik heb hier uren gezeten. Eerst keek ik naar de ondergaande zon. Daarna zat ik hier nog uren te peinzen over wat ik met mijn leven aan moest.’ Gino slikt en kijkt naar beneden. ‘Ik heb zelfs op het punt gestaan om te springen.’
Ik kijk geschrokken naar hem op. ‘Wàt?’
Gino knikt. ‘Ik wist het allemaal niet meer, Kat. Ik was de weg kwijt. Kinderen waren echt het laatste waar ik aan wilde denken. Er was een moment dat ik niet meer wilde. Het kon me allemaal niet meer schelen.’ Gino wendt zijn blik af, maar ik had al lang gezien dat hij vochtige ogen had. Ik sla mijn arm om hem heen. Gino zegt niets, schudt met zijn hoofd en kijkt naar de lucht.
‘Je hoeft niets te zeggen,’ zeg ik zacht en ik laat mijn hoofd tegen zijn schouder zakken. ‘Ik begrijp het.’ Ik hoor zijn snelle, maar zware ademhaling. Langzaam wordt hij rustiger.
‘Dank je,’ zegt Gino en hij laat zijn hoofd op dat van mij rusten. ‘Dankjewel dat je me even liet zijn. Dat je niet oordeelt.’
‘Waarom zou ik oordelen?’ Ik kijk naar hem op, zonder mijn hoofd van zijn schouder te halen.
‘Niemand weet dit. Helemaal niemand. Alleen jij.’ Er valt een korte stilte en Gino zucht. Een vreemde bubbel komt weer omhoog in mijn maag. ‘Ik weet niet wat het precies is, maar ik voel me bij jou helemaal op mijn gemak. Je bent zo gemakkelijk om mee te praten. Dat voelde ik al toen ik je oppikte op het vliegveld,’ zegt Gino zonder op te kijken van het uitzicht.
‘Ja, ik heb een beetje hetzelfde,’ geef ik toe. ‘Ik vind het ook fijn om met je te praten en om bij je te zijn. Je laat me weer mezelf zijn en dat ben ik al heel lang niet meer geweest.’
Gino lacht. ‘En dan te bedenken dat we elkaar nog maar twee dagen kennen.’
‘Ja,’ zeg ik lachend. ‘Inderdaad. Bizar eigenlijk.’
We zitten nog een tijdje naar het einde van de wereld te kijken en besluiten dan weer verder te gaan. Het is erg warm geworden en ik glijd zowat van de leren bank bij elke bocht die we maken.
‘Het is behoorlijk warm vandaag,’ merkt ook Gino op.
‘Ja, zeg dat wel. Ik drijf dadelijk de bus uit’ grap ik.
Gino lacht. ‘Daar heb ik wel een oplossing voor.’ Hij knipoogt.
Amper vijf minuten later komen we bij een strandje in een kleine baai. Het is maar een smal strandje en er is verder helemaal niemand te bekennen.
Gino loopt naar de zee en kleed zich ondertussen uit. Met alleen zijn onderbroek nog aan wandelt hij de golven tegemoet. Ik kijk hem verwonderd na. Ik kan toch niet gaan zwemmen? Dan zou hij me in mijn ondergoed zien. Dat wil ik niet. Aarzelend loop ik richting de zee. Ik loop door totdat mijn voeten onder water staan.
‘Kom erin! Het is heerlijk!’ roept Gino vanuit het water en hij wuift dat ik er ook in moet komen. Ik slik en denk na. Ik zou met kleren en al het water in kunnen gaan, maar dan zit ik dadelijk drijfnat in de bus, dat is niet zo handig. Gino komt mijn kant op.
‘Wat is er?’ vraagt hij.
Ik kijk naar zijn hoopje kleding. ‘Ik wil niet…’ Ik aarzel en kijk zenuwachtig naar Gino. ‘Ik weet dat we gewoon vrienden zijn, maar ik…’
‘Oh, ja sorry… Het spijt me. Ik begrijp het!’ Gino haast zich uit het water en loopt naar zijn hoopje kleding. ‘Hier, doe deze maar aan.’ Hij grijpt zijn shirt en rijkt het me aan. Ik pak het voorzichtig vast.
‘Gebruik het maar als zwemshirt, dan blijven je eigen kleren droog.’ Hij knikt. Ik lach kort. ‘Ik zal de zee weer ingaan en niet achteromkijken, goed?’ Zijn ogen houden me gevangen en ik vertrouw hem. Ik knik. Gino loopt weg. Ik draai me met mijn rug naar hem toe en kijk nog even snel om. Ik trek mijn kleren uit en doe zo snel mogelijk zijn shirt aan. Dan draai ik me om. Gino heeft zich nog niet omgedraaid en ik loop voorzichtig het water in. Het is inderdaad heerlijk. Ik laat me zakken en zwem naar Gino.
‘Daar ben ik,’ zeg ik en Gino draait zich lachend om en verdwijnt vervolgens onder water. Ik voel twee handen en gil het uit. Ineens kom ik hoog boven het water uit. Gino heeft me op zijn schouders getild en laat me er expres weer af vallen. Als ik boven kom lach ik en spetter ik speels water in zijn gezicht.
‘Leuk dat je er ook in komt. Sorry dat je je ongemakkelijk voelde. Ik dacht er niet bij na dat het voor vrouwen iets anders is dan voor mannen.’
‘Nee, dat geeft niet… Het is alleen dat ik… Ik…’ Ik kan het niet. Ik het hem niet vertellen.
‘Wat is het?’ Gino kijkt me bezorgd aan. ‘Je wilt dit toch wel? Anders moet je het zeggen.’
‘Nee, nee. Ik wil dit wel. Het is alleen dat ik niet wil dat iemand ziet…’ Mijn brein draait op volle toeren om een manier te bedenken hoe ik me uit dit gesprek ga redden, maar ik kan niet meer nadenken. Ik blokkeer en staar voor me uit.
‘Katja? Katja?’ Gino raakt me op mijn schouder aan en dan pas kom ik uit mijn trance.
‘Hè? Wat zeg je?’ Confuus kijk ik Gino aan.
‘Gaat het wel met je?’ Gino klinkt bezorgd. ‘Als je liever naar huis wilt…’
‘Nee, nee! Het gaat prima.’ Ik schud met mijn hoofd. ‘Kom!’ Ik duik onder en zwem een eindje weg. Gino volgt me. We spetteren elkaar nat en lachen.
‘We moesten maar eens terug naar de B&B,’ zegt Gino als we al een tijdje op het strandje liggen om op te drogen.
‘Ja, ze zullen zich wel afvragen waar we blijven,’ zeg ik en ik sta op. Gino volgt mijn voorbeeld en trekt zijn broek en schoenen weer aan.
‘Houdt die maar gewoon aan, als je wilt.’ Ik knik dankbaar. Dan hoef ik me tenminste niet nog een keer om te kleden.
‘Bedankt voor de leuke dag,’ zeg ik als we bijna bij de B&B zijn. ‘Dat had ik nodig.’
‘Anders ik wel,’ zegt Gino en hij knipoogt. ‘Ik ben blij dat ik je heb leren kennen, Katja. Echt waar.’ Gino glimlacht.
Ik lach terug. ‘Ik ook.’
‘Ik drop je even bij de B&B en dan moet ik even naar huis, maar ik kom je straks wel oppikken, goed?’ Gino kijkt me vragend aan. Ik knik bevestigend.
Als Gino de oprijlaan bij de B&B oprijdt zie ik de auto van Noor staan.
‘Ah, ze zijn al thuis! Gelukkig!’ Ik stap uit en zeg Gino gedag.
‘Tot straks!’ zegt hij met een glimlach. Ik sla het portier dicht en loop naar binnen met een lach om mijn mond. Het was écht supergezellig vanmiddag. Met een lach om mijn mond loop ik richting de B&B.
‘Noor!’ zeg ik als ik haar zie staan. Ze draait zich om.
‘Kat! Daar ben je!’
‘Hoe is het? Hoe gaat het met Giulia?’ vraag ik geïnteresseerd.
‘Goed! Ze is nog wel in het ziekenhuis, maar ze mag morgenvroeg naar huis. Er werd alleen sterk aangeraden om niet meer hier aanwezig te zijn vanwege de stress die de B&B met zich meebrengt. Ik ben dus bang dat het project voor nu even stilligt,’ zegt Noor beteuterd. ‘Nu ben je helemaal voor niets hier…’
‘Ben jij gek! Ik ben hier niet alleen voor de B&B! Ik ben hier ook voor jou. Ik heb je zo gemist!’
‘Ja…’ Noor klinkt niet echt blij. ‘Ik ben ook blij dat ik je weer zie. Het is alleen dat ik eigenlijk graag bij Giulia wil zijn nu…’
‘O, eh, ja natuurlijk! Dat begrijp ik goed,’ zeg ik haastig.
‘Maar ik wil niet dat je je verwaarloosd voelt!’ Noor kijkt me gepijnigd aan.
‘Verwaarloosd? Nou zo erg behandel je me niet!’
‘We hebben elkaar amper nog gesproken sinds je hier bent,’ zegt Noor sip. ‘Dat was niet helemaal hoe ik het voor me zag.’
‘Ik ook niet, maar ja, soms gebeuren er dingen die je niet voorzien hebt en daar moeten we dan maar mee dealen, is het niet?’
‘Wat klink jij wijs!’ Noor kijkt me met opgetrokken wenkbrauw aan en merkt op dat ik een mannenshirt aan heb. ‘Zeg, wat heb je eigenlijk aan?’ Ze voelt aan het shirt en loopt om me heen. ‘Is dat een shirt van Gino?’ vraagt ze.
‘Eh… ja,’ zeg ik luchtig. ‘Hij heeft het me even geleend.’ Ik voel dat ik rood wordt, maar probeer me zo normaal mogelijk te gedragen. Waarom zou ik me ook anders gedragen? Er is helemaal niets gebeurd of zo. We hebben gewoon een leuke tijd samen gehad, that’s it.
‘Geleend? Waar zijn je eigen kleren dan?’
‘In de hal.’ Noor kijkt me niet-begrijpend aan, dus ik verklaar mijn antwoord. ‘We hebben gezwommen en ik mocht zijn shirt aan.’
‘Ah…’ Onderzoekend neemt Noor me in zich op. ‘Jullie hebben toch niet…’
‘Wat?’
‘Eh, nou…. Iets gedaan dat niet…’ Noor lijkt zich ongemakkelijk te voelen.
‘Ben maar niet bang. We hebben alleen maar gezwommen. Meer niet.’
‘Oké,’ zegt Noor opgelucht. ‘Goed, ik ga samen met Giulia naar haar ouders, maar ik kom elke dag nog even hier kijken, want ik wil niet dat het hele project helemaal stil komt te liggen. De muren die omgereden zijn moeten op zijn minst weer staan. Daarna kijken we wel verder. Ik wilde eigenlijk vragen of jij misschien alvast boven aan de slag kan gaan zodat we dadelijk wel een kamer voor onszelf en de baby hebben, mocht de rest nog niet klaar zijn. Vind je dat oké?’ Noor kijkt me vragend aan.
‘Natuurlijk vind ik dat oké! Dan kan ik toch nog iets voor je betekenen.’
‘Ik wilde je ook vragen of jij, eventueel samen met Gino, want hij praat wat beter Italiaans, een oogje in het zeil zou willen houden?’
‘Ja hoor,’ zeg ik zonder erover na te denken. ‘Dat komt helemaal goed.’ Ik geef Noor een knuffel. ‘Maak je daar maar geen zorgen over. Ik zal zorgen dat jullie straks in een mooie kamer kunnen wonen met die kleine kruimel van jullie. Ik ga meer dan mijn best doen om jullie dat te geven.’
‘Dank je, Kat. Dank je.’ Noor drukt me steviger tegen zich aan. ‘Je bent de beste!’