Kan dat wel? Mag dat wel? Ben ik echt verliefd? In gedachten wordt heen en weer geslingerd tussen verliefdheid, blijdschap, verwarring en schuldgevoel. Hoe kan ik iets doen waarvan ik zelf altijd heb gezegd dat ik het nooit zou doen? Vreemdgaan bestond in mijn wereld niet en nu doe ik het zelf. Ik ga vreemd. En ik ben blijkbaar en behoorlijk mietje, want ik ga vreemd in Italië. Ergens waar Tristan me nooit en te nimmer tegen zou kunnen komen en ik niet betrapt kan worden. Slap. Heel slap van mij.
‘Kom, ze gaan de tijgers voeren!’ Gino sleept me mee naar de andere kant van het park.
De afgelopen uren hebben we veel foto’s gemaakt en gelachen. Ik voel me zó mezelf bij Gino. Het is alsof de tijd niet bestaat en niets of niemand mij iets kan maken. Hand in hand lopen is inmiddels ‘normaal’ en als mensen niet beter zouden weten zouden ze denken dat we een verliefd stel waren. Nou ja, misschien zijn we dat ook wel… Alleen is het allemaal veel ingewikkelder dan dat.
‘Kijk die sterke knaap!’ Gino wijst naar een tijger die in de boom klimt om een behoorlijk stuk vlees uit een of andere stellage te scheuren. Wat een magnifieke dieren. Slim en sterk.
‘Gaaf hè?’ antwoord ik mat.
‘Hey, is alles goed met je?’ Gino kijkt me vragend.
‘Hè? Wat?’ Ik kijk hem niet-begrijpend aan.
‘Gaat het wel met je? Waar zit je met je gedachten?’
‘O… eh…’ Ik knipper een paar keer met mijn ogen en probeer na te denken, maar dat lukt niet. ‘Hoezo?’
‘Het lijkt wel alsof je er niet helemaal bij bent. Waar denk je aan? Zit je iets dwars? Vertel het me alsjeblieft.’ Gino tilt mijn kin een beetje op zodat ik hem wel aan moet kijken.
‘Nou, het is gewoon…. Ik weet niet zo goed wat ik moet met… ons.’ Ik kijk Gino vragend aan. Er komt een scheve lach om zijn mond en Gino pakt zwijgend mijn hand vast en leidt me naar een rustig stukje van het park. Daar gaan we op een bankje zitten.
‘Vertel,’ zegt hij dan. ‘Wat weet je niet over ons?’ Hij is zo geduldig, dat het bijna irritant is. Het lijkt wel alsof hij het de normaalste zaak van de wereld vindt dat wij hier samen zitten, maar dat is het niet.
‘Ik weet niet zo goed wat ik voel.’
‘Voor mij?’
‘Nee, over deze situatie.’ Ik beweeg mijn wijsvinger tussen Gino en mezelf heen en weer. ‘Ik vind je echt geweldig en ik kan helemaal mezelf zijn bij je. Iets dat ik al veel te lang niet meer was, maar…’
‘Maar?’ Gino laat me niet uitspreken.
‘Ik weet het ook niet.’ Ik haal mijn schouders op. ‘Het voelt goed en fout tegelijk.’
‘Omdat je nog officieel een relatie hebt met Tristan bedoel je?’ Gino kijkt me vragend aan. Ik knik zwijgend. ‘Je hebt hem toch gezegd dat je er een punt achter wilt zetten?’
‘Ja, maar toch… Hij wilde graag een keer praten en…’
‘Maar waarover?’ Gino klinkt een beetje geïrriteerd en ik schrik een beetje van zijn toon. ‘Jullie passen gewoon niet bij elkaar, dat is toch duidelijk! Je vertelt me elke keer weer dat je je bij mij vele malen beter voelt. Waarom zou je dan bij iemand blijven hangen die je dat gevoel niet kan geven?’
‘Je weet helemaal niet wat Tristan me wel en niet kan geven,’ schiet ik in de verdediging. Gino schudt met zijn hoofd.
‘Luister, jij kwam hier geloof ik voor twee dingen. Het eerste dat je hier wilde doen was je vriendin Noor op zoeken en haar helpen met het inrichten van haar Bed & Breakfast, toch?’ Gino laat een korte stilte vallen en ik knik. ‘Het tweede dat je hier wilde doen was erachter komen of je nog met Tristan verder wilde gaan. Klopt dat?’ Wederom knik ik zwijgend. ‘Dat eerste heb je gedaan, voor zover het mogelijk was. Jij wist niet dat Noor en Giulia een baby zouden krijgen en zij wisten niet dat een onhandige bouwvakker een deel van de B&B weer zou platrijden. Dat wat je kon doen heb je gedaan en daar waren Noor en Giulia heel blij mee.’
‘Ja,’ zeg ik zacht.
‘Vervolgens wil je erachter komen of je nog met je relatie verder wilt…’
‘Ja…’ Ik kijk Gino afwachtend aan.
‘Ik denk dat jij al lang besloten had dat je een punt achter je relatie ging zetten. Al voordat je in het vliegtuig stapte. Ik denk dat je jezelf voor de gek hield en je zogenaamd een reden nodig had om een poosje bij hem weg te gaan, zonder dat je hem dat zo hoefde te zeggen. Het was makkelijker om te zeggen dat je naar je vriendin ging, dan te zeggen dat je je relatie op pauze wilde zetten omdat je tijd nodig had om na te denken.’ Gino praat snel en klinkt een beetje opgefokt.
‘Je weet niet…’ Gino kapt me alweer af en nu begin ik me te irriteren.
‘Ik weet wat niet?’ Gino haalt zijn schouders op en houdt zijn handen opgeheven voor zich. ‘Ik weet wat niet, hè? Ik weet verdomme dondersgoed wat er aan de hand is, maar je durft het zelf niet toe te geven. Je hangt nog te veel vast aan die vent en je hebt de moed niet om het touw door te knippen en écht vrij te zijn! Of dat nu met mij is of niet.’
‘Wát?’ Ik kijk hem verontwaardigd aan. ‘Wat is dat nu weer voor een opmerking? Hoezo met jou of niet? Ik zit hier toch met jou!’
‘Hier had ook iemand anders kunnen zitten…’ Zijn lakse houding en uitspraken beginnen me nu behoorlijk te irriteren.
‘Wat bedoel je nu eigenlijk?’ Ik sta op en kijk naar Gino, die hoofdschuddend zijn ellebogen op zijn knieën laat rusten en naar me opkijkt.
‘Ik bedoel dat ik niet de reden wil zijn dat je een punt achter je relatie zet. Ik wil niet dat je denkt dat ik probeer je relatie te laten crashen. Ik wil dat je vrijwillig kiest om bij me te zijn en niet dat je bij me bent om erachter te komen of je misschien toch liever bij een andere man bent. Ik wil dat je voor me kiest omdat je dat wilt. Echt wilt.’
‘Ik kies toch voor jou!’ roep ik verontwaardigd. ‘Ik ben hier toch samen met jou en niet met iemand anders!’
‘Maar wil je dat ook?’
‘Ik begin er steeds meer aan te twijfelen als je zo tegen me doet!’ Inmiddels is mijn volume harder geworden en kijken er een aantal mensen die langskomen naar ons op.
‘Ik wil dat jij eerst uitvogelt of je écht iets voor me voelt of dat dit voor jou alleen maar een soort vakantieliefde is.’ Gino staat op, steekt zijn handen in zijn zakken en loopt weg. Verbaasd over zijn opmerking loop ik achter hem aan.
‘Dat is het niet. Je bent geen vakantieliefde! Ik voel al sinds het begin iets, maar ik wilde het niet toestaan.’
‘Omdat je toch om die vent in Nederland geeft,’ zegt Gino mat.
‘Nee! Juist omdat ik niet meer om hem geef!’
‘Dat denk je maar!’
‘Nee, dat weet ik! En ja, misschien had ik jou nodig om dat te beseffen, maar dat is toch niet erg? We weten nu toch van elkaar wat we voelen? We zijn toch samen omdat het goed voelt?’
Ik zet een paar snelle passen om Gino in te halen en ga voor hem staan. Ik kijk hem strak aan. ‘Ik kan jou hetzelfde vragen. Misschien ben ik voor jou wel niet meer dan een leuk tussendoortje. Als ik straks in het vliegtuig zit en er arriveert een andere meid pik je haar misschien wel op en ga je naar de dierentuin en…’
‘Kappen nu!’ Gino kijkt me kwaad aan. Ik schrik van de toon die hij aanslaat. ‘Houd godverdomme je mond dicht!’ Hij wijst met zijn vinger naar me. ‘Nu praat je onzin, Katja. Nu maak je me echt kwaad!’
‘Zie je!’ bijt ik hem toe. ‘Niet leuk als iemand zoiets zegt, is het wel?’ Ik zet mijn handen demonstratief in mijn zij en kijk hem strak aan. Gino wil iets zeggen en opent zijn mond, maar bedenkt zich. Hij schudt met zijn hoofd en zucht.
‘Kom, laten we maar naar huis gaan. Het is nog een dik uur rijden…’ Gino loopt langs me heen en slentert richting de uitgang. Ik blijf een paar seconden ontdaan naar hem staan kijken, maar besluit hem te volgen, aangezien ik hier de weg niet weet. Ik blijf een eindje achter hem lopen en denk na over wat er zojuist gebeurd is. Hebben we ruzie gehad? Ik denk na over zijn woorden. Heeft hij gelijk? Had ik hem nodig om erachter te komen dat ik niet meer met Tristan verder wil? Ik denk na, maar lang duurt het niet. Ik denk dat Gino namelijk gelijk had. Ik had een trigger nodig om mijn besluit te nemen. Ik heb het eerder nooit gedurfd. Ik kijk naar Gino, die inmiddels al een behoorlijk stukje voor me uitloopt en ren naar hem toe.
‘Stop!’ zeg ik als ik voor hem sta. Gino kijkt verbaasd op.
‘Kunnen we nog even praten, alsjeblieft?’ Ik kijk hem zo lief mogelijk aan. Gino kijkt me strak aan en slaat dan zijn ogen neer.
‘Vooruit dan,’ zegt hij zacht. ‘Kom, ik weet een plek waar we kunnen praten.’ Gino slaat een paadje in en ik volg hem zwijgend. Na twee minuten lopen komen we bij een grasveldje, waar een ik twee andere stelletjes zie zitten. Er is een meertje waar zwanen en eenden zwemmen. Het ziet er een beetje uit als een park. Gino zoekt een plekje in de schaduw en gaat op het gras zitten. Hij trekt zijn knieën op en slaat zijn armen eromheen.
Ik volg zijn voorbeeld en ga zitten. Mijn benen strek ik voor me uit en ik steun op mijn handen die ik schuin achter me plaats.
‘Mooie plek,’ zeg ik en ik meen het oprecht.
‘Weet ik. Niet veel mensen weten dat dit deel van het park bestaat, het staat namelijk niet op de kaart.’
‘O.’ Meer weet ik niet te zeggen.
‘Nou, vertel maar,’ zegt Gino, die inmiddels weer een beetje gekalmeerd lijkt te zijn.
‘Ik eh…’ Ik kijk Gino aan. ‘Ik denk dat je gelijk had. Ik denk dat ik jou nodig had om in te zien dat ik een einde aan mijn relatie wil maken.’ Gino kijkt op. ‘Maar dat wil niet zeggen dat ik niets om je geef!’ zeg ik snel. ‘Juist wel… Jij hebt me laten inzien waar ik zelf niet achter kon komen. Ik was opzoek naar mezelf, maar vond niets, totdat jij op mijn pad kwam. Ik wist dat er iets miste, maar ik wist niet wat. Dankzij jou weet ik dat weer. Ik weet weer wie ik was, wie ik ben, wie ik wil zijn. Dat heb ik allemaal aan jou te danken, Gino. Aan jou!’ Ik kijk Gino hoopvol aan. Hij zegt niets en kijkt voor zich uit. ‘Ik wil je niet het gevoel geven dat ik je gebruik, want dat is absoluut niet het geval, dat zweer ik.’
Gino draait zijn hoofd mijn kant op en kijkt me zwijgend aan. ‘Mooi.’ Zijn blik verzacht. ‘Want het toeval wil dat ik je namelijk heel erg leuk vind.’ Een glimlach verschijnt om zijn mond, maar hij lijkt zich er een beetje voor te schamen. Als vanzelf begin ik ook te glimlachen.
‘Het spijt me echt als ik je dat gevoel heb gegeven,’ zeg ik gemeend.
‘Is al goed.’ Gino slaat een arm om me heen. ‘Ik ben blij dat we dit hebben uitgepraat.’
‘Ik ook,’ zeg ik tevreden.
‘Ik kan soms nogal heftig reageren, of iets temperamentvoller dan ik zou willen, maar dat zit nu eenmaal in me.’ Gino haalt zijn schouders op.
‘Geeft niet. Ik had het nodig.’ Ik laat mijn hoofd tegen zijn schouder zakken en geniet van het uitzicht.
‘En even voor de duidelijkheid. Je bent niet de zoveelste en er zal ook geen ander komen als je vertrekt. Ik denk dat je mijn hart gaat breken als je weer naar Nederland vliegt.’ Gino trekt zich steviger tegen me aan. ‘Ik mis je nu al,’ zegt hij en hij knipoogt. Ik glimlach.
‘Ik wil ook niet weg, maar ik kan hier ook niet blijven.’ Een diepe zucht ontsnapt uit mijn longen.
‘Ik weet het…’ Gino laat zich achterover in het gras vallen. ‘Misschien kan ik je een keer komen opzoeken in Nederland. Daar ben ik nog nooit geweest. Ik heb alleen van Amsterdam gehoord.’
‘Haha, ja maar Nederland is meer dan Amsterdam en tulpen en klompen.’
‘Als jij het zegt…’ Gino gebaard dat ik ook moet gaan liggen. Ik laat me langzaam achterover zakken en kijk naar de wolken die voorbijtrekken.
‘Ik denk dat we er gewoon maar het beste van moeten maken zolang we samen zijn.’ Gino draait zijn hoofd naar me toe en kijkt me aan.
‘Ja, ik denk het ook,’ zeg ik en ik knik.
Gino drukt een kus op mijn voorhoofd en richt zijn blik weer op de wolken. Ik doe hetzelfde.
Nadat het een poosje stil is begint Gino als eerste te praten. ’Wat ga je nu doen aan de situatie met Noor en de baby?’
Ik zucht diep. ‘Tja, ik zal het haar moeten vertellen, denk ik.’
‘Dat lijkt me wel het verstandigste,’ oppert Gino.
‘En wat moet ik haar zeggen over ons?’ Ik draai mijn hoofd naar Gino. Hij kijkt me aan en lacht.
‘Dat moet je zelf weten,’ zegt hij met een glimlach. ‘Het is spannend om dingen stiekem te doen, vind je niet?’ Gino knipoogt en ik schiet in de lach. ‘Maar het is ook wel fijn als we gewoon kunnen gaan en staan waar we willen. Kunnen doen wat we willen, zonder dat we ons moeten verstoppen.’
‘Ja…’ Hij heeft gelijk. Misschien moet ik maar eens een serieus gesprek met Noor gaan houden.
‘Over stiekem gesproken…’ Gino kijkt me ondeugend aan. ‘Kom!’ Hij springt overeind en trekt me omhoog van het gras. ‘Ik ken een plekje in dit park waar ik nog nooit iemand tegen ben gekomen!’ Nog voordat ik iets kan zeggen trekt Gino me mee. Ik moet best wel snel lopen om hem bij te houden. Gino houdt mijn hand stevig vast. Hij slaat een paar een paadjes in en we komen ergens aan de achterkant van een gebouw uit. Er loopt een smal weggetje tussen de hoge begroeiing. Het is hier bijzonder rustig in vergelijking met de rest van het park. Het lijkt wel alsof we helemaal niet in de dierentuin zijn, maar ergens in the middle of nowhere. We lopen een eindje verder en plotseling stopt Gino. Ik bots tegen hem op, want ik was niet aan het opletten. Ik zat om me heen te kijken.
‘Oh, sorry!’ zeg ik lachend.
‘Hier is het,’ zegt Gino met een scheve lach.
‘Oké…’ Ik kijk hem afwachtend aan. ‘Een dichtbegroeid bos?’
‘Ook…’ Gino kijkt me schuin aan.
‘Eh, wat dan nog meer?’ Ik kijk om me heen, maar ontdek echt niets anders dan planten en bomen en het smalle weggetje.
‘Ik wil je graag op de foto zetten.’ Gino pakt zijn camera en tilt hem op. ‘Daar.’ Hij wijst naar een piepklein open plekje tussen de begroeiing.
‘Oké…’ Ik kijk hem met opgetrokken wenkbrauw aan en vraag me af wat er zo speciaal aan deze plek is.
‘Je hebt niet zo heel veel licht hier, toch?’ vraag ik een beetje verward.
‘Ik heb genoeg licht voor de soort foto’s die ik wil maken,’ zegt hij zelfverzekerd.
‘Oké, jij bent de fotograaf…’ zeg ik en ik haal mijn schouders op. Ik loop naar de open plek en draai me dan naar Gino toe en lach, zodat hij een foto kan maken. Hij was erop bedacht, want hij klikt meteen en bekijkt zijn gemaakte foto.
‘Mooi,’ zegt hij en hij bijt op zijn onderlip. Hij kijkt me recht aan. ‘En nu zonder kleren,’ zegt hij zonder zijn blik van me los te maken.
‘Wat?’ Met grote ogen kijk ik hem aan. Hoorde ik het wel goed?
‘Je hoorde me wel,’ zegt Gino met een scheve lach. ‘Kleren uit.’ Met zijn ogen kleedt hij me uit.
Ik lach een beetje ontdaan. Hij is serieus. ‘Wil je echt dat…’
‘Alleen als je er zelf achter staat.’ Gino klinkt ineens heel oprecht en meelevend. Poeh, wat een voorstel! Ik moet er even over nadenken.
‘Wat nu als er iemand langs komt?’ vraag ik om tijd te rekken.
‘Hier komt nooit iemand.’
‘Jij anders wel.’
‘Ik ben niet zomaar iemand,’ zegt Gino en hij knipoogt. ‘Wat zeg je ervan?’
‘Ik eh… weet niet…’ aarzel ik.
‘Kom op. Het is spannend! Dit zal je de rest van je leven herinneren!’
‘Ja, dat is in elk geval zeker.’ Een beetje gespannen lach ik naar Gino. ‘Ik weet niet zo goed wat ik moet doen.’
‘Ik help je wel. We doen het stap voor stap. Heel langzaam, goed?’ Twee vragende ogen kijken me aan. Ik zie aan hem dat hij staat te trappelen om dit te doen, maar hij probeert zich te beheersen. Maar goed… welke man wil nu geen vrouwen naakt fotograferen?
‘Heel langzaam!’ zeg ik streng.
Gino lacht tevreden. ’Héél langzaam…’