We lopen vanaf de parkeerplaats naar een rustig plekje op het strand. Noor laat zich met een zucht op het zand zakken. Ik blijf staan en kijk naar de zee. Beelden van Gino in het water komen voorbij. Hij had me zijn shirt geleend. Hij is al die tijd zo lief voor me geweest. Hoe kan het dan dat hij niet is wie ik dacht dat hij was? Ben ik zo blind?
‘Blijf je staan?’ Noor kijkt me vragend aan. Ik keer terug uit mijn gedachten en ga naast haar zitten.
‘Ik snap het gewoon niet…’ zeg ik terwijl ik naar de zee blijf staren. ‘Ik snap het echt niet. Hij was zo aardig en lief en geduldig en…’ Een diepe zucht ontsnapt uit mijn longen.
‘Niet ze streng zijn voor jezelf!’ Noor slaat een arm om me heen. ‘Je kon het niet weten. Ik wist het tot op heden ook niet. Ik geloofde de geruchten niet die wel eens de rondte gaan. Ik bedoel… mensen praten altijd over anderen en vaak is het niet of maar half waar. En precies om wat jij zegt: hij is behulpzaam en lief, dus ik ging er gewoon vanuit dat het allemaal lariekoek was, maar toen die dorpsgenoot mij kwam waarschuwen ging er toch wel een belletje rinkelen en ik vond dat je het moest weten.’ Noor kijkt me aan. ‘Ik wist niet hoe close jullie waren…’
‘Close dus…’ zeg ik en ik kijk Noor glazig aan. Ze glimlacht.
‘Ja…’ Noor knikt begrijpend. ‘Maar vertel eens… Wat is er dan met Tristan en jou aan de hand?’
‘Nou… Ik weet het allemaal niet meer. Misschien heb ik het ook wel allemaal opgeblazen.’
‘Maar ergens zit er iets niet helemaal goed, anders zou je niet willen nadenken over je relatie, toch?’ Voorzichtig trekt Noor haar wenkbrauwen op.
‘Klopt,’ zeg ik na een korte stilte. ‘Ik twijfel al een hele poos.’
‘Maar waar twijfel je dan aan?’ Noor schuift haar benen languit voor zich uit.
‘Gewoon… aan alles eigenlijk. Ik heb een beetje het idee dat ik niet meer ben wie ik eigenlijk was.’
‘Hoe bedoel je dat?’
‘Ik weet het niet. Ik voel me gewoon anders dan een aantal jaar geleden. We doen eigenlijk niets meer samen. We leven meer langs elkaar heen en we delen weinig meer met elkaar.’ Terwijl ik dit opsom zie ik onze laatste ruzie voor me. Die was vlak voordat ik vertrok.
‘Weet je ook hoe dat komt?’ Noor kijkt naar de zee de rustige golvende bewegingen maakt.
Ik haal mijn schouders op. ‘Ik weet het niet. Misschien is het ook wel normaal als je zo lang bij elkaar bent. Ik heb geen idee. Ik heb nooit eerder zo’n lange relatie gehad.’
‘Nee, klopt. Alleen met die ene weirdo.’ Noor schudt met haar hoofd. Mijn hart klopt in mijn keel en ik voel het bloed in mijn ogen suizen. Ik krijg het benauwd. Ik was bijna vergeten dat ik daarom met Noor wilde praten.
‘Zeg, gaat het wel goed met je? Je gaat toch niet weer flauwvallen?’ Noor pakt mijn hand vast en gaat op haar knieën naast me zitten. ‘Katja?’
Ik kijk haar glazig aan. ‘Wat zeg je?’
‘Gaat alles goed met je?’ Ik zie aan Noors blik dat ze zich zorgen maakt.
‘Eh, ja… of ja, nee. Of… ik weet het niet…’ stamel ik. Het duurt even, maar ik weet me te herpakken. ‘Ik moet je iets vertellen…’
Noor kijkt me niet-begrijpend aan en laat zich langzaam weer op haar billen zakken.
‘Oké…’ Een beetje argwanend bekijkt ze me. ‘Vertel…’
Ik sluit mijn ogen en haal diep adem. Als ik ze open begin ik te vertellen.
‘Over die klojo gesproken…’ Ik staar naar het zand voor me en maak met mijn vingers cirkeltjes die ik telkens weer wegveeg. ‘Ik eh… Hij… Ik was zwanger van hem.’ Mijn hart spring bijna uit mijn borstkast van de spanning die ik voel.
‘Wát?’ Noor kijkt me geschrokken aan. ‘Zwanger? Van je ex? Maar wanneer dan? Hoezo?’
‘Ik heb dit nooit aan iemand vertelt.’ Noor kan me alleen maar verbaasd aankijken. ‘Zelfs Tristan weet het niet.’
‘Maar…’ Noors mond valt open en ze weet niets meer te zeggen en dus begin ik mijn verhaal te doen.
‘Om het even in het kort samen te vatten…’ Ik haal nogmaals diep adem. ‘De avond dat ik ontdekte dat hij vreemdging, of ja, dat ik hem zag met die andere meid, kreeg ik buikpijn. Hele hevige buikpijn. Zo erg dat mijn moeder de ambulance heeft gebeld. Tegen de tijd dat ze er waren dacht ik dat ik doodging van de pijn. Het was ondraaglijk. De verpleegster zag echter vrij snel wat er aan de hand was en ze vertelde me dat ik aan het bevallen was. Ik raakte in shock en begreep niet wat er allemaal gebeurde. Binnen enkele minuten hield de verpleegster ineens een baby vast. Mijn baby…’
Noor hoort me met open mond aan. Ze heeft nog geen spier vertrokken. Het is dat ik zie dat haar borstkast beweegt, maar anders kon ze door gaan voor standbeeld.
‘Ze namen mij en de baby mee naar het ziekenhuis. Alles bleek goed met de baby. Ik was echter helemaal de weg kwijt en begreep er totaal niets van. Mijn moeder bleef al die tijd kalm.’ In gedachten zie ik mam weer naast mijn bed zitten. Ze heeft mijn hand niet losgelaten. ‘Toen ik na een hele poos enigszins helder kon denken besloot ik dat ik de baby niet wilde.’ Voorzichtig kijk ik Noor aan. Ze slikt moeizaam. ‘Ik wilde geen baby van die eikel en ik was nog veel te jong. Bovendien wilde ik sowieso geen kinderen, dat weet je.’ Noor knikt. ‘Ik besloot de baby ter adoptie aan te bieden.’ Noor heeft de tranen inmiddels in haar ogen staan. Dit is misschien wel de meest slechte timing ever om dit te vertellen, aangezien ze net moeder is geworden, maar het is nu of nooit. ‘Mijn moeder probeerde me nog om te praten, maar ik was vastberaden afstand te doen van de baby.’
‘Heb je de baby wel gezien?’ vraagt Noor met een piepstemmetje.
‘Nee…’ Ik snuif de frisse zeelucht op en zucht diep. ‘Ik was bang dat ik misschien iets zou voelen voor de baby en dat wilde ik niet. Ik heb hulp gehad van een psychiater en bleef bij mijn keuze.’
‘Oké…’ Noor is nog nooit zo stil geweest tijdens een gesprek.
‘Toen ik dus hoorde dat jullie… Dat jullie een baby kregen,’ Moeizaam slik ik de brok in mijn keel weg. ‘Kwam alles weer terug en raakte ik een beetje in paniek.’
‘Ja, dat snap ik… God zeg, maar waarom heb je dat nooit vertelt?’ Noor kijkt me met grote, vragende ogen aan. Ik haal mijn schouders op.
‘Ik durfde niet… Ik had mijn eigen kind weggeven aan wildvreemde mensen. Ik dacht dat niet veel mensen dat zouden begrijpen.’
‘Misschien niet veel mensen, maar ik wel! O Kat toch!’ Noor slaat een arm om me heen en drukt me tegen zich aan. ‘Je weet toch dat je alles met me kunt delen. Wat had ik je graag willen steunen!’
‘Weet ik, maar ik kon het niet. Ik kon het echt niet. Alleen mijn ouders weten hiervan, verder niemand. Ik heb het Tristan ook nooit verteld, want ik weet hoe graag hij kinderen wil… Dat is dus ook een van die redenen dat ik niet meer zeker weet of we wel samen moeten blijven.’
‘Hm, ik snap het,’ Noor laat me los uit haar omhelzing en kijkt me met betraande ogen aan. ‘Ik snap nu ook dat het je allemaal te veel werd in het ziekenhuis. Nu snap ik het! Het spijt me!’
‘Wat spijt je?’
‘Nou gewoon… Als ik geweten had dat jij…’
‘Had je dan geen baby gekregen wil je zeggen?’ Ik kijk haar confuus aan. ‘Wat een onzin! Dat weet je zelf ook.’
Noor schiet in de lach. ‘Ja, inderdaad.’ Ik moet ook lachen. ‘Dat weet ik zelf ook.’
‘Kom op, ik ben oprecht gelukkig voor jou en Giulia en ik wens jullie alle geluk van de wereld, maar aan mij is een baby niet besteed. Oké, dat klinkt heel aso nu, ik weet het.’
‘Nee ik snap het wel,’ zegt Noor meelevend.
En dan is het plotseling stil. We zeggen beiden niets meer. We staren naar de zee voor ons. Het begint langzaam al laat te worden.
‘We hebben nog niet besloten wat we met Gino gaan doen…’ zegt Noor opeens uit het niets. Gino… Ik was hem even vergeten.
Een diepe zucht ontsnapt uit mijn longen en ik laat me achterover in het zand vallen. Ik denk terug aan de leuke tijd die ik de afgelopen dagen met hem heb doorgebracht. Hij heeft me zoveel laten zien, zoveel laten meemaken en ik voelde me zo gelukkig bij hem.
‘Denk je dat ik Gino toch te veel heb laten meespelen in mijn keuze om een punt achter de relatie met Tristan te zetten?’ Ik kijk Noor vragend aan.
‘Ik weet het niet. Ik weet niet precies wat er tussen jullie gebeurd is. Tristan en jij bedoel ik dan. En ik weet ook niet wat je voelt voor Gino, even niet denkend aan wat hij je geflikt heeft.’
‘Gino heeft me weer laten voelen wie ik was. Ik voelde me weer jong en avontuurlijk en mezelf… Gewoon net als vroeger of zo.’
‘Maar denk je niet dat het dan zoiets is als een vakantieliefde?’
‘Geen idee… Die heb ik nooit gehad,’ grap ik. ‘Ik weet het echt niet.’
‘Sta je nog wel achter je keuze om een punt achter je relatie te zetten?’
Als Noor die vraag stelt moet ik langer nadenken. Tot vanavond stond ik nog helemaal achter die keuzen, maar met de kennis die ik nu heb ben ik blijkbaar gaan twijfelen, want ik kan niet volmondig ja antwoorden op haar vraag.
‘Dat weet ik eerlijk gezegd niet meer.’ Ik kijk Noor wanhopig aan. ‘Wat nu als ik de verkeerde keuze gemaakt heb?’
‘Wat zei Tristan dan toen je het hem vertelde?’
‘Hij weigerde het te accepteren. Hij zij dat een of andere Italiaan mijn hoofd op hol gebracht had en dat hij onder vier ogen met me wilde praten.
‘Ja, op zich wel logisch toch?’
Ik geef haar gelijk. Dat is inderdaad best wel logisch. Een relatie die zo lang duurt eindig je niet even via de telefoon als je een paar duizend kilometer van elkaar verwijderd bent. Niet echt netjes van mij.
‘Weet je?’ Ik houd mijn hoofd scheef en kijk Noor nadenkend aan. ‘Ik ga eerst eens een goed gesprek met Gino houden en dan bel ik Tristan op en leg ik alles uit.’
‘Oké, goed plan, al zou ik dat uitleggen bewaren voor als je in Nederland bent. Onder vier ogen, weet je nog?’
‘Ja, inderdaad. Eh, nou dan zeg ik hem dat ik akkoord ga met die optie om er eerst over te praten.’
‘Dat kun je wel doen. Ik kan me voorstellen dat hij namelijk helemaal gek wordt op dit moment.’
Nu Noor dat zegt voel ik me plotseling heel slecht. Ik heb Tristans leven overhoopgegooid met dat ene telefoontje. Nu zit ik in Italië en weiger te praten en hij weet niet eens wat de precieze reden is van al deze commotie. Eerlijk is het niet. Ik ben egoïstisch geweest en voor het eerst sinds maanden voel ik ineens dat ik Tristan mis. Ik mis hem. Ik mis zijn nuchtere kijk op het leven en de simpele dingen die hij altijd voor me doet. Ik mis thuis. Ik mis mijn oude leven.