Noor heeft me aangeboden bij haar te blijven slapen, maar ik besluit naar Gino’s huis te gaan. Misschien dat ik hem vanavond nog wel kan confronteren met mijn ontdekking.
Ik wil de voordeur openmaken, maar bedenk me dat ik helemaal geen sleutel heb. Shit. Ik kijk op mijn horloge. Het is al half elf. Er zit niets anders op dan aan te bellen.
Mevrouw Lippi maakt de deur open met een geïrriteerde blik in haar ogen.
‘Sorry, ik heb geen sleutel,’ zeg ik, maar ze verstaat me toch niet. Ik loop haar voorbij en loop naar de keuken om een glas water te pakken.
Als ik de deur openduw deins ik geschrokken terug. Gino en Lidia hebben seks op de keukentafel. Hè bah, daar wil ik nu niet meer aan eten. Geschrokken kijk ik Gino aan, die omkijkt. Ik draai me abrupt om en haast me naar boven. Onderweg veeg ik een traan van mijn wang. Mijn hart klopt in mijn keel en ik voel het bloed door mijn lichaam suizen. Ik weet het, ze zijn samen. Ik weet het, Gino zei dat ze seks hebben ondanks dat ze elkaar niet echt meer liggen en ik weet ook wat Noor me net allemaal verteld heeft, maar toch deed het pijn om dit te zien. Ergens dacht ik misschien dat het allemaal onzin was en dat Gino écht om mij gaf. Dat er iets magisch tussen ons tweeën was ontstaan, maar nu ik hem zo bezig zag lijkt het erop alsof ik toch echt niet meer ben dan een leuk tussendoortje. Ik weet niet wat voor spel hij speelt, maar ik speel niet mee. Ik wil naar huis.
Ik trek mijn koffer onder het bed uit, pak mijn kleren bij elkaar en duw ze in de koffer. Op de badkamer pak ik mijn toiletspullen en die gooi ik in de koffer. De tranen blijven over mijn wangen druppen, maar ik maak geen geluid. Noor had gelijk. Hij is een smerig ventje. Wie weet wat hij allemaal met me wilde doen. Plotseling denk ik aan de foto’s
‘Fuck!’ zeg ik hardop. Wat ben ik toch ook een ei! Waarom moest ik me zo laten meeslepen? Waar was ik mee bezig? Ik herken mezelf helemaal niet in die acties. Ik schud mijn hoofd en duw mijn handpalmen tegen mijn slapen om het gebonk in mijn hoofd een beetje draaglijk te maken, maar het helpt niet. Het gebonk wordt erger en harder. Of staat er iemand op de deur te kloppen?
‘Kat! Alsjeblieft, mag ik binnenkomen?’ Gino’s stem zorgt voor kippenvel.
‘Ga weg!’ roep ik en ik kijk kwaad naar de deur. Niet dat die deur er iets aan kan doen…
‘Nee. Ik ga pas weg als we gepraat hebben.’
‘Nou, dan sta je daar nog wel even, want ik wil niet met je praten!’ De tranen druppelen steeds sneller van mijn wangen.
‘Katja… Alsjeblieft… Ik moet echt met je praten.’
‘En ik moet echt naar huis!’ Ik maak mijn koffer dicht en zet hem op de grond. Ik staar naar de deur. Ik wil hier weg, maar dan zal ik door die deur moeten en laat daar nou net een persoon achter staan die ik nu absoluut niet wil zien of horen.
‘Wat? Waarom? Kom, laat me alsjeblieft binnen. We moeten echt even praten.’
Mijn onderlip begint te trillen en ik probeer uit alle macht om het tegen te houden, maar het lukt niet. De emoties zijn te groot en mijn hart te gebroken. Ik barst in huilen uit en laat me op de rand van het bed zakken.
‘Katja, ik kom nu binnen…’
Mijn zicht is wazig en mijn ademhaling schokkend. Ik haat mezelf. Ik haat mezelf zó erg.
Gino komt binnen en blijft voor me staan. Ik staar naar zijn blote voeten. Wat heb ik gedaan? Ik heb mijn relatie op het spel gezet voor een of andere seksverslaafde in Italië. Hoe naïef is dat?
‘Kat…’ Gino hurkt voor me neer. ‘Kat… Je wist toch dat we…’ Gino maakt zijn zin niet af.
‘Ja…’ zeg ik mat. ‘Ik wist het…’
‘Het spijt me dat je ons zo hebt gezien. Ik begrijp dat…’
‘Jij begrijpt helemaal niets!’ Onderbreek ik hem. Gino kijkt me verward aan. ‘Je bent een klootzak!’ Gino’s blik verandert. Hij lijkt gekwetst, maar ik weet dat hij acteert. Alles was een grote act!
‘Wat heb ik gedaan dan? Ik heb je toch eerlijk verteld over de relatie met Lidia. Je weet dat we nog seks hebben, maar dat onze relatie verder niets voorstelt.’
‘Ja, dat zal best…’ Ik draai mijn hoofd opstandig weg.
‘Katja, wat is er toch met je? Waarom ben je zo boos?’ Gino komt overeind en gaat naast me op het bed zitten. ‘Nogmaals, het spijt me dat je net zag dat we…’
‘Dat interesseert me niet!’ Roep ik kwaad, al is dat niet helemaal waar. Het deed wel degelijk pijn om Gino met iemand anders te zien. Het brak mijn hart. ‘Ik dacht dat wij iets speciaals hadden. Dat er een klik was. Dat je om me gaf dat je…’
‘Dat doe ik ook!’ Gino pakt mijn hand vast, maar ik trek hem weer los. ‘Katja, dit was niets anders dan gewoon seks. We waren allebei opgewonden en dan doen we het gewoon.’
‘Eerst scheldt ze je de huid vol en dan dit…’ Ik schud met mijn hoofd.
‘Dat was niets! Ze was boos, dat is ze wel vaker.’
‘Het klonk anders serieus.’ Ik kijk Gino met samengeknepen ogen aan.
‘Ja, maar het is al opgelost, niets waar je je zorgen om hoeft te maken. Lidia heeft wel vaker van die opvliegers. Dan is ze ineens extreem kwaad om een klein dingetje. En ja, daarna hebben we vaak seks…’ Gino haalt zijn schouders op. Ik begrijp deze relatie niet. Echt niet.
‘Zal best.’ Ook ik haal mijn schouders op. Ik begin een beetje te kalmeren.
‘Vertel me nu eens wat er allemaal aan de hand is, want volgens mij is er meer dan alleen dit.’ Gino knikt richting de benedenverdieping.
Een paar minuten geleden was ik nog vastberaden Gino te confronteren met wat ik gehoord heb van Noor, maar nu ben ik plotseling minder zeker van mijn zaak. Gino waagt een nieuwe poging om mijn hand vast te pakken en deze keer laat ik hem.
‘Kom op, je kunt me alles vertellen. Wat is er aan de hand?’ Gino tilt mijn kin op zodat ik hem wel aan moet kijken. Shit! Dat was dom van me. Zijn ogen… Die onschuld… Ik ben er niet tegen bestand. Snel sluit ik mijn ogen en zucht diep.
‘Ik heb buitenlucht nodig,’ zeg ik en ik sta op. Gino laat mijn hand los en volgt me.
‘Ik weet wel een plekje waar je tot rust kunt komen,’ zegt Gino zacht. ‘Als je me tenminste vertrouwt…’
Vertrouw ik hem? Dat is nog eens een goede vraag. Vertrouw ik Gino? Het ene stemmetje in mijn hoofd roept keihard: Nee! Het andere zegt: ja.
‘Misschien…’ zeg ik uiteindelijk en ik laat Gino voor. Ik volg hem naar beneden. Lidia is nergens meer te bekennen. Net als mevrouw Lippi. Vreemd hoor.
‘Waar is Lidia?’ vraag ik.
‘Ze moest weg. Noodgeval in het ziekenhuis.’ Gino pakt zijn autosleutels.
‘En mevrouw Lippi? En de tweeling?’
‘De tweeling is nog bij Lidia’s ouders. Mevrouw Lippi is naar huis. Lidia heeft haar afgezet op haar weg naar het ziekenhuis.’
‘Oké,’ zeg ik amper verstaanbaar. Het zal wel. Een paar minuten geleden hadden ze nog stomende seks op de keukentafel en nu is het huis plotseling verlaten…
We lopen naar buiten. Gino gaat blijkbaar met zijn busje, want hij loopt zijn auto voorbij. Ik heb gelijk. Hij maakt, galant als altijd, het portier van het busje voor me open. Ja, ja… die trucjes ken ik nu wel. Ik kijk naar de bank waarop ik had gezeten toen we gezwommen hadden. Toen voelde ik me zó fijn. Ik had echt het idee dat er een klik was tussen ons. Vanuit het niets komt ineens een zin naar boven die Noor straks uitsprak. Ik heb gehoord dat hij in het verleden meisjes heeft geronseld voor een vriend van hem en die meisjes zijn in de prostitutie beland.
Ik kijk Gino geschrokken aan. Misschien brengt hij me wel naar een of andere viezerik die god weet wat met me van plan is. Waar ben ik mee bezig? Wat doe ik hier?
‘Wat is er?’ vraagt Gino, die mijn blik ziet. Ik probeer koeltjes te reageren, maar echt goed lukt dat niet.
‘Ik eh… Ik denk dat ik misschien beter… Ik moet…’
‘Kom op, Kat.’ Gino rolt met zijn ogen. ‘Stap alsjeblieft in. Ik wil dat we dit als twee volwassen mensen uitpraten.’
‘Maar… dat kan toch ook hier?’ Ik draai me om en wil bij het busje vandaan lopen, maar schrik als Gino dichterbij staat dan ik dacht. Zijn rechterarm leunt op het portier. Zijn linkerarm tegen het dak van zijn auto. Ik zit klem. Moeizaam slik ik een brok in mijn keel weg.
‘Wat is er toch met je?’ Gino kijkt me onderzoekend aan. ‘Kom, stap in. Het is niet ver.’
Ik wil niet. Ik wil niet instappen. Misschien maak ik dan wel de grootste fout van mijn leven. Als ik nu instap kom ik misschien ook wel ergens terecht in de prostitutie. In gedachte zie ik allemaal vieze mannen op me duiken, keer op keer. Beelden die ik wel eens op tv heb voorbij zien komen over meisjes die mishandeld waren en gedwongen werden tot seks doemen op. Ik raak in paniek. Wat moet ik doen? Ik moet hier weg!
‘Laat me gaan!’ zeg ik en ik duw tegen Gino’s torso, maar hij blijft staan.
‘Kat… rustig maar. Wat is er aan de hand?’
‘Rot op! Laat me gaan!’
‘Katja!’ Gino klinkt nu geïrriteerd. ‘Stop met dit achterlijke gedrag en stap in!’
‘Nee!’ schreeuw ik in zijn gezicht. Gino pakt me bij mijn pols en trekt me naar zich toe.
‘Hou godverdomme op met dit kinderachtige gedoe en stap in!’ Hardhandig duwt hij me in het busje. Ik probeer de deur tegen te houden, maar Gino drukt hem dicht. Ik trek aan de hendel, maar de deur gaat niet meer open. Ik wil er aan de bestuurderskant uit, maar Gino is me te snel af.
‘O nee, jij gaat nu met me mee en je gaat me precies vertellen wat er aan de hand is,’ zegt Gino streng. ‘Ik ben het godverdomme zat nu!’ Gino start de motor en rijd weg.
Ik laat me stilletjes op de bank zakken en staar als verdoofd voor me uit. Te laat. Het is te laat. Hij heeft me. Mijn leven gaat vanaf nu alleen nog maar bergafwaarts. Niemand kan me meer redden. Waarschijnlijk zit ik over een paar maanden zwaar onder de drugs en ben ik god weet hoe vaak misbruikt. Dit is allemaal mijn eigen schuld. Ik moet mensen niet vertrouwen! Ik had Gino niet moeten vertrouwen. Niemand kan ik vertrouwen. Ineens besef ik me dat Tristan eigenlijk de enige man in mijn leven is, op mijn vader na dan, die ik volledig kan vertrouwen. Hij is er altijd voor me. Hij zal me nooit kwetsen en doet alles om het naar mijn zin te maken. Hij is de enige man die me altijd netjes behandeld. Ja, wat hebben soms ruzie en ja, het loopt al een tijdje niet zo lekker, maar toch… Hij heeft me nooit pijn gedaan, op wat voor manier dan ook. Ik ben een ongelofelijke trut door hem dit op zijn bord te gooien. Ik had het nooit zo moeten aanpakken. Ik heb zoveel spijt van mijn acties. Ik wil naar huis. Ik wil Tristan vertellen dat het me spijt en in zijn armen liggen. Ik wil mijn oude leven terug. Ik wil niet eigendom worden van een of andere pooier. Ik wil gewoon mijn oude, saaie leventje terug. Ik wil naar huis! De tranen stromen rijkelijk over mijn wangen en ik haal schokkend adem.
‘Katja, wat zit je te huilen? Wat is er in godsnaam aan de hand?’ Gino werpt een vluchtige blik op me, maar moet goed opletten waar hij rijdt, aangezien het donker is en dit een of andere slingerweg door de bergen is. ‘Luister… het spijt me van zojuist. Soms verlies ik mijn geduld en dan…’
‘Ik wil niet in de prostitutie belanden!’ zeg ik huilend. ‘Laat me alsjeblieft gaan!’