Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#23 Verborgen verleden

De afgelopen twee dagen zijn voorbij gevlogen. Ik heb Noor uitgelegd hoe de vork zin de steel zit en ze voelde zich best wel schuldig dat ook zij zomaar alles had aangenomen wat haar dorpsgenoot zei. 
‘Ben je er klaar voor?’ vraagt Gino die langs me heen loopt en mijn koffer achter zich aansleept.
‘Ik denk het… Ik vind het wel erg spannend, als ik eerlijk ben.’
‘Dat mag. Maar geen zorgen, ik ben bij je, de hele tijd. Als je het niet trekt dan gaan we gewoon, goed?’ 
‘Goed.’ Ik knik en en loop naar de auto. Dit voelt gek. Het is de laatste keer dat ik dit uitzicht heb. Het is ook de laatste keer dat ik in deze auto rijdt en de laatste keer dat Gino en ik samen zullen zijn. Alles wat hier in Italië is, is nu voor de laatste keer. Ik ga vandaag naar huis. Naar Tristan. Naar mijn oude leven. 
‘Noor en Giulia zullen vast blij je te zien.’
‘Ja…’ zeg ik afwezig.

We zetten koerst naar het ziekenhuis en als Gino de auto parkeert op de parkeerplaats begin ik weer zenuwachtig te worden.
‘Je kunt het!’ zegt Gino als hij mijn blik ziet. ‘Je bent een sterke vrouw.’ Gino knipoogt en stapt uit. 
Samen lopen we naar binnen. Ik herken het ziekenhuis van de vorige keer. Ook nu ben ik zenuwachtig, maar om de een of andere reden voelt het anders dan de vorige keer.
‘Je blijft bij me, hè?’ vraag ik nogmaals aan Gino die bevestigend knikt. Ik pak zijn hand vast en knijp erin. We lopen door de lange witte gang. 
‘Hier moeten we zijn,’ zegt Gino als we bij een grote deur stoppen. Ik kijk hem aan en slik. 
Voorzichtig maak ik de deur open en stap naar binnen. Ik zie Giulia in een ziekenhuisbed liggen. Als ze me opmerkt lacht ze vrolijk naar me.
‘Katja! Wat fijn om je te zien!’ zegt ze vriendelijk en ze spreid haar armen. Ik geef haar een knuffel.
‘Ja,’ zeg ik zacht. Mijn hart klopt sneller en ik voel me een beetje gejaagd. Vanuit een hoek in de kamer hoor ik plotseling een kreet en ik schrik op. Het is een baby! Ik draai om en zie Noor met Silvan in een schommelstoel zitten. Ze geeft hem de fles.
‘Katja, wat fijn dat je bent gekomen,’ zegt Noor en ze glimlacht trots. Ik kijk naar de baby in haar armen, die nu geen geluid meer maakt en gulzig aan de fles slobbert. 
‘Dat hongerige heeft hij van Giulia,’ grapt Noor. ‘Ze wil ook altijd eten.’ 
Iedereen lacht. Ik zet een klein stapje richting Noor en bijkijk het roze hoopje met het blauwe mutsje. Wat is hij klein! Langzaam kom ik dichterbij. Mijn hart bonkt sneller en sneller. Ook mijn ademhaling versnelt naarmate ik dichterbij kom.
‘Is hij niet prachtig?’ Noor draait Silvan een beetje en nu zie ik zijn gezichtje goed. Hij is inderdaad prachtig. 
‘Hij lijkt op je,’ zeg ik zacht, bang om de baby te laten schrikken.
‘Ja?’ Noor kijkt trots op. 
‘Hij heeft jouw neus.’ 
‘Goed gezien, Katja,’ zegt Giulia. 
‘Gaat het met je?’ Gino is achter me komen staan en legt zijn hand op mijn schouder.
‘Ja, het gaat.’ Ik adem diep in en uit en kijk naar hoe Silvan zijn flesje leegdrinkt. Als hij klaar is begint hij te schreeuwen. Ik deins achteruit.
‘Geen zorgen, dat is normaal. Hij is gewoon boos dat zijn eten op is.’ Noor zet het flesje weg en draait Silvan zo dat hij rechtop tegen haar schouder ligt. Noor klopt zachtjes op zijn rug.
Er gaan op dit moment zoveel gedachten door me heen dat ik er duizelig van wordt. Ik ga op de rand van Giulia’s bed zitten.
Ik zie voor me hoe ik, jaren geleden zo’n baby vast zou hebben gehouden. Ik wist er vast geen raad mee. Het lijkt alsof Noor al jarenlang ervaring heeft met baby’s zo rustig en gemakkelijk gaat ze met Silvan om. Vol bewondering kijk ik naar haar.
‘Wil je hem even vasthouden?’ Vraagt Noor nadat Silvan een boer gelaten heeft die klonk alsof een volwassen man er eentje liet. Mijn ogen schieten naar Gino. Hij knikt. 
‘Ik eh… Ik weet het niet.’
‘Het hoeft niet, ik vroeg het alleen. Als je niet wilt is het niet erg, Kat.’ Noor wiegt een beetje heen en weer met Silvan in haar armen.
‘Ik weet niet hoe het moet. Dadelijk laat ik hem vallen.’
‘Nee joh! Je laat hem heus niet vallen!’ zegt Giulia rustig. Ik kijk Noor en Gino om beurten aan.
‘Het hoeft niet, hè,’ zegt Noor nogmaals.
‘Nee, weet ik. Ik wil het wel, maar je moet me helpen.’ Ik kijk Noor hopeloos aan. Ze glimlacht en loopt naar me toe. 
‘Geen zorgen, ik help je. Ga daar maar even zitten.’ Noor knikt naar de stoel waar ze zojuist in zat.  Ik neem plaats en volg de aanwijzingen van Noor op. 
En dan heb ik ineens een baby in mijn armen. Een echte baby. Een kleine jongen. Ik slik en kijk naar zijn kleine neusje, zijn kleine handjes en zijn dichtgeknepen oogjes. Alles zit erop en eraan, alleen is het allemaal mini. Ineens wordt het me teveel. Ik begin hevig te schokken en de tranen biggelen over mijn wangen. Noor pakt Silvan van me over.
‘Wat heb ik gedaan?’ zeg ik snikkend. ‘Wat heb ik gedaan! Ik heb mijn kind weggegeven!’ Ik sta op en ijsbeer heen en weer. ‘Wat ben ik voor een monster?’ De paniek neemt toe. 
‘Rustig maar,’ zegt Noor. ‘Je bent geen monster!’
‘Maar ik heb mijn kind aan vreemde mensen meegegeven!’ Ik kijk haar aan met een betraand gezicht. ‘Een baby! Mijn baby!’
Gino komt naar me toe en slaat een arm om me heen. Ik draai me naar hem toe en huil het uit in zijn armen. Wat is er toch mis met me? Hoe kon ik zo egoïstisch zijn? Je kunt toch niet zomaar je kind weggeven aan iemand anders! Waarom heeft mama me niet tegengehouden? Ze had beter haar best moeten doen om me om te praten. Ik heb iets verschrikkelijks gedaan!
‘Ssst, stil maar…’ Gino streelt mijn haar. ‘Het is al goed.’
‘Nee! Het is helemaal niet goed!’ Ik wurm me los uit zijn omhelzing en ren de kamer uit, de hal door en uiteindelijk naar buiten. Daar haal ik diep adem en probeer ik rustig te worden
‘Kat…’ Noor is me achterna gekomen. ‘Kat, ben niet zo streng tegen jezelf! Je was hartstikke jong, zwanger zonder dat je het wist en degene van wie het kind was ging vreemd. Je bent geen monster! Echt niet. Ik wil niet dat je zoiets ooit nog een keer zegt. Je bent een mens. Gelukkig maar. En je bent toevallig een heel leuk en lief mens.’
‘Leuke en lieve mensen geven hun kinderen niet zomaar weg,’ zeg ik nors.
‘Katja… Kom op nou. Jij zat toch in een hele andere situatie dan wij? In een extreme situatie zelfs. Ik kan me niet voorstellen hoe het geweest is om niet te weten dat je zwanger bent en dan ineens een baby voor je te zien. Jouw baby. Ik geloof oprecht dat dit je een trauma bezorgd heeft en daarom ben ik ook zo verdrietig. Ik zou willen dat je het gedeeld had met me, dan had ik kunnen helpen, of je in elk geval kunnen steunen. Ik verwijt je niets, begrijp me niet verkeerd, maar jeetje wat jij hebt meegemaakt is niet niks, Kat.’
Ik veeg de snot die uit mijn neus komt druppelen weg, samen met de tranen op mijn wangen en ga op het muurtje naast de ingang zitten. 
‘Oh Noor… Ik heb zo’n puinhoop van mijn leven gemaakt… Eerst de baby en nu Tristan en Gino… Waar ben ik mee bezig?’ Ik schud met mijn hoofd en voel me extreem uitgeput.
‘Kom hier jij!’ Noor geeft me een dikke knuffel. ‘Het komt allemaal wel goed, geloof me maar.’
Ik weet niet hoe lang ik met Noor op dat muurtje heb gezeten, maar ik had het nodig om even weg bij Gino en weg bij de baby te zijn. Even quality time met Noor, mijn allerbeste vriendin die ik veel te weinig zie en spreek.
‘Soms zou ik willen dat ik niet zo ver bij je vandaag woonde,’ zegt Noor na
een tijdje.
‘Ja… Ik ook…’ Een verdwaalde snik komt opzetten. 
‘Maar ik heb hier mijn leven. Ik hou van dit land, van de B&B, althans van wat er nog van over is…’ We schieten allebei in de lach. ‘Ik hou van Giulia en Silvan en alle mensen die ik heb leren kennen. Ik hoor hier thuis.’
‘Weet ik wel…’ Ik glimlach naar Noor. ‘Het was altijd je droom om naar het buitenland te verhuizen en die droom heb je waargemaakt. Ik heb daar respect voor, want ik heb namelijk geen idee meer wat mijn droom is.’
‘Je wilde toch een bekende binnenhuisarchitect worden?’ Noor tikt me tegen mijn schouder.
‘Ja, ach… die zijn er al zoveel… Ik ben maar een klein stipje tussen een hoop grotere stippen.’
‘Dat is niet waar! Je doet je werk echt geweldig! Giulia en ik zijn echt blij met wat je op hebt gezet voor de B&B.’
‘Dank je,’ zeg ik timide. Ik zucht diep en kijk Noor aan. ‘Het is eerst tijd om mijn relatie uit te pluizen en te fixen wat gebroken is of achter me te laten wat niet meer bij me past… Een van de twee zal het zijn, al ben ik op dit moment zo in de war dat ik niet weet wat de juiste keuze is.’
‘Je weet het als het zover is, geloof me maar.’
Ik kijk Noor aan die me een glimlachje schenkt en tegen mijn schouder tikt. ‘Jij komt wel weer op je pootjes terecht, Kat.’ Ik lach. Dat heb ik al lang niet meer gehoord. Dat grapje maakte ze altijd toen we op de middelbare school zaten.
‘Zeg, zullen we even afscheid gaan nemen van Giulia, of is dat te veel denk je?’ Noor kijkt op haar horloge. ‘Hoe laat vertrekt je vlucht?’ 
‘Om zes uur.’ Ik sta op en loop met Noor weer naar binnen.
‘Sorry,’ zeg ik tegen Giulia als ik binnenkom.
‘Meid, je hoeft geen sorry te zeggen! Ik begrijp het.’ Giulia glimlacht lief naar me en ik lach terug.
‘Ik wilde nog even afscheid nemen van jou en kleins Silvan. Het zal wel weer even duren voordat ik jullie zal zien.’
‘Ja, dat denk ik ook.’ Giulia draait Silvan om zodat ik hem goed kan zien. ‘Silvan is in elk geval blij dat jij je ontmoet heeft.’’Ik lach. Het is een knap ventje. 
‘Dank je. Dank jullie wel wat jullie allemaal voor me gedaan hebben.’
‘Wat wij voor jou gedaan hebben? Wij moeten jou bedanken voor alles wat je voor ons en de B&B gedaan hebt!’ zegt Noor en ze omhelst me nogmaals stevig. ‘Echt waar, dank je, Kat. En denk erom: je pootjes!’ Noor knipoogt. Ik knik lachend. 
‘Een goede reis, Kat en tot de volgende keer.’ Giulia gebaard dat ik bij haar moet komen en geeft me twee zoenen. 
‘Tot de volgende keer!’ Ik werp een snelle blik op Silvan en dan kijk ik naar Gino. Hij staat geduldig te wachten bij de deur.
‘Nou eh, dan ga ik maar. Bedankt voor alles en heel veel geluk met jullie drietjes! Noor, we hebben nog contact.’
‘Zeker! Alvast een goede reis en geniet van de laatste uurtjes hier in Italië.’ Noor richt zich op Gino. ‘En jij!’ Ze wijst met haar vinger. ‘Zorg goed voor mijn beste vrienden!’ 
‘Ja mevrouw!’ Gino knikt beleefd en lacht. ‘Komt in orde.’
‘Nou, tot ziens dan!’ Ik zwaai nog een keer en loop dan samen met Gino het ziekenhuis uit.