Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#28 Verborgen verleden

Ik heb gisteren en vandaag nog een aantal keer de voicemail van Tristan ingesproken, maar hij weigert op te nemen of terug te bellen en dat maakt me boos. Wie is hier nu kinderachtig bezig? We moeten er toch op zijn minst over praten?

Gisteren, nadat ik Gino voor het laatst sprak, ben ik gaan nadenken. Ik ben gaan nadenken over mijn relatie met Tristan en wat er nou eigenlijk precies voor gezorgd heeft dat we in zo’n sleur beland zijn die blijkbaar zo erg was dat ik vreemd moest gaan. Ik ben gaan nadenken over alles wat mis is gegaan, maar ook over alles wat altijd zo leuk was samen en waarom wij voor buitenstaanders zo’n perfect stel waren. Ik denk dat ik nog nooit in mijn leven zoveel nagedacht heb als de afgelopen twee dagen.
Met een scheef hoofd kijk ik naar de ruggen van de vakantieboeken die voor me in de kast staan. Ik pak het boek eruit van onze vakantie in Griekenland. Dat was een van de laatste vakanties die we samen hadden en waar we nog helemaal gelukkig waren. Tenminste, dat denk ik. Ik pak het boek uit de kast en neem het mee naar de bank, waar ik in de hoek mezelf zo klein mogelijk opvouw en dan het boek opensla. Meteen bij de eerste foto moet ik lachen. Tristan en ik hebben een selfie gemaakt in het vliegtuig en we kijken allebei scheel en steken onze tong uit. Waarom we zo deden weet ik eigenlijk niet meer, maar het ziet er grappig uit. Des te meer als je bedenkt dat Tristan meestal niet van dat soort dingen doet. Hij is meer van: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Ik niet. Ik ben af en toe zo gek als een deur, al is dat de laatste jaren minder geworden. Ik kijk op. Waarom is dat minder geworden? Peinzend zit ik op de bank. Ik denk dat ik me gewoon steeds meer ben gaan aanpassen aan Tristan en mezelf steeds minder heb laten zien. Waarom weet ik niet, maar ik denk dat dat het is.
Ik schrik op als mijn mobiel gaat. Tristan! 
‘Met Katja.’ Ik probeer heel spontaan te klinken, maar ik geloof dat dat niet lukt.
‘Met mij…’ Tristan is ook niet zo heel spontaan. Hij klinkt moe. ‘Ik heb je voicemail gehoord.’ Hij laat een korte stilte vallen en ik luister met een bonzend hart naar wat er komen gaat. ‘Je hebt gelijk. We moeten praten.’
Ik knik instemmend. ‘Ja.’
‘Is het oké als ik over een uurtje thuis ben?’ vraagt hij.
‘Ja hoor.’ Ik probeer het zo normaal mogelijk te laten klinken, maar man o man wat is dit een ongemakkelijk telefoongesprek.
‘Oké, tot over een uurtje dan.’ Tristan hangt op voordat ik iets kan zeggen. Ik staar naar mijn telefoon en merk op dat de zenuwen nu al beginnen op te spelen.

De bel gaat en ik loop gespannen naar de deur. Waarom belt hij aan? Hij kan toch ook gewoon achterom komen?
‘Hoi.’ Tristan staat met zijn handen in zijn zakken voor me en kijkt me vluchtig aan. Daarna werpt hij zijn blik naar de grond. ‘Ik dacht ik bel maar even aan, dan schrik je niet als ik zomaar binnenloop.’
‘Eh, ja, oké.’ Ik knik en zet een stap opzij zodat hij langs me heen naar binnen kan lopen. Zachtjes sluit ik de deur. En nu? Hoe gaan we dit doen?
Tristan is naar de woonkamer gelopen en neemt plaats op de bank.
‘Eh, wil je iets drinken?’ vraag ik ietwat ongemakkelijk. 
‘Nou, ik kan het zelf wel pakken als ik wil. Ik woon hier tenslotte ook.’ Ik kan niet opmaken of hij dit als een soort grapje bedoelt, een ijsbreker, of dat hij het meent.
‘Ja,’ zeg ik uiteindelijk maar. ‘Ik pak wel even iets,’ zeg ik en ik zet koers naar de keuken. Ik hoef helemaal geen drinken, maar damn wat is dit ongemakkelijk. Ik pak een glas uit de kast en houd het onder de kraan. Ik kijk naar het doorzichtige water dat erin stroomt en neem een grote slok. Goed, ik ben er klaar voor. Denk ik…
Ik neem plaats op de andere bank en drink nogmaals van mijn water. Tristan beweegt niet. Wie moet er beginnen? Moet ik iets zeggen of Tristan? Hoe gaan dit soort gesprekken in zijn werk? Het voelt zo raar. Het is net alsof we twee vreemden zijn.
‘Ik had me niet zo kinderachtig moeten gedragen,’ zegt Tristan uiteindelijk als eerste. Thank god dat hij iets zei, want ik wist echt niet wat ik moest zeggen. ‘Het was niet zo netjes om niet te reageren, maar ik was gewoon kwaad. Furieus.’ Terwijl hij het zegt zie ik dat er weer wat van die gevoelens terugkomen.
‘Snap ik.’ Ik knik en kijk Tristan kort aan. ‘Het spijt mij ook…’ Ik sla mijn ogen neer en neem nog een slok water. ‘Ik… Ik had niet…’ 
‘Laat maar, ik begrijp het,’ onderbreekt Tristan me.
‘Hoe bedoel je?’ Ik trek mijn wenkbrauwen op en kijk hem vragend aan. Begrijpt hij het?
Tristan slaakt eerst een diepe zucht en begint dan te praten. ‘Ik kan wel enigszins begrijpen waarom het gebeurd is…’ Zijn ogen vangen de mijne en we kijken elkaar een paar seconden aan voordat hij weer wegkijkt. ‘Ik ben ook niet dom. Ik weet heus wel dat het al een tijdje niet zo lekker loopt tussen ons. Ik zie het ook wel. Ik wilde het alleen niet zien, denk ik.’ Het is een hele opluchting om dit uit Tristans mond te horen moet ik zeggen. ‘Ik denk dat we niet genoeg gepraat hebben…’ Ik maak een instemmend geluid. ‘Als ik meer had gedaan dan was je misschien nooit…’ Tristan maakt zijn zin niet af. Ineens snap ik wat hij bedoelt.
‘Maar het is niet jouw schuld!’ zeg ik verontwaardigd. ‘Ik bedoel… Het is niet zo dat ik daarom vreemd ben gegaan! Het gebeurde gewoon een soort van. Ik had het niet gepland of zo! Ik wilde het zelfs niet. Als er iets is dat ik verschrikkelijk vind, is het vreemdgaan. Wat denk je hoe ik me voelde toen het gebeurd was? Ik voelde me slecht!’ Ik zwijg. Ja, ik voelde me slecht, maar waarom heb ik het dan vaker gedaan? Oké, Tristan gaat ervan uit dat het maar één keer gebeurd is…
‘Weet je? Ik wil er eigenlijk helemaal niets van weten. Ik wil alleen dat we dit kunnen uitpraten en hier samen uitkomen, op welke manier dan ook.’ Tristan wrijft door zijn haar en kijkt me radeloos aan.
‘Ja…’ zeg ik zacht en ik staar voor me uit. ‘Dat wil ik ook…’
‘Is dat zo?’ Tristan kijkt me onderzoekend aan. ‘Wil je met mij verder?’
Er valt een stilte en in mijn hoofd draait alles op volle toeren. Wil ik verder? Na twee dagen nadenken weet ik het antwoord misschien wel…
‘Ik denk het wel… Ik bedoel, ik wil niet zomaar alles opgeven. Er zullen misschien wel wat veranderingen moeten plaatsvinden, maar ik wil niet alles wat wij de afgelopen jaren opgebouwd heb zomaar weggooien,’ zeg ik eerlijk.
Tristan lijkt opgelucht en zakt achterover in de bank. ‘Oké.’ Hij sluit zijn ogen, ademt diep in en laat dan alle lucht uit zijn longen ontsnappen. ‘Ik denk dat we naar een therapeut moeten of zo. Ik weet namelijk niet of we er zonder hulp uit kunnen komen.’
Het lukt me om mijn mond niet open te laten vallen, maar ik ben stomverbaasd dat dit uit Tristans mond komt. Echt waar. Ik had van alles verwacht maar dat niet.
‘Eh… Ja, dat denk ik ook,’ zeg ik een verrast.
‘Goed… dan eh, ga ik maar weer. Ik zal wel contact opnemen met een therapeut en dan laat ik je wel horen wanneer we terecht kunnen.’ Tristan staat op en wil weglopen.
‘Wil je niet liever gewoon thuis zijn?’ vraag ik voorzichtig. Van dat alleen zijn word ik namelijk ook niet veel vrolijker en als we nu afstand blijven houden wordt het misschien alleen maar ongemakkelijker. ‘Ik bedoel, als je niet bij me wilt zijn snap ik dat wel, maar als we aan onze relatie willen werken kunnen we misschien weer heel simpel beginnen? We kunnen een film kijken of zo? Ik kan op de logeerkamer slapen?’ Ik kijk Tristan vragend aan en zie dat hij deze informatie even moet verwerken.
‘Kan,’ zegt Tristan schouderophalend. ‘Ik moet alleen wel wat spullen ophalen bij Sjors.’
‘Wat voor spullen?’ vraag ik.
‘Eh, mijn tandenborstel en een paar kleren…’
‘Er ligt nog een nieuwe tandenborstel in de kast en kleren heb je toch ook wel?’ 
‘Ja, daar heb je wel gelijk in.’ Tristan draait zich weer om en gaat weer op de bank zitten. ‘Filmpje dan maar?’
Het voelt zo raar. Filmpje dan maar? Het is raar om Tristan zo te zien. Om zo ver bij elkaar vandaan te zijn, maar aan de andere kant zullen we er iets aan moeten doen, wil deze relatie slagen.
‘Weet je het zeker?’ Tristan bekijkt me en ik voel me betrapt. Hij ziet blijkbaar dat ik me ongemakkelijk voel. ‘Als je toch liever hebt dat ik ga…’
‘Nee! Het voelt gewoon een beetje gek, dat is alles… Ik eh, zal even wat chips pakken voor bij de film. Net voordat ik naar de keuken loop zie ik dat Tristan de afstandsbediening pakt. 

Als de film afgelopen is, is het pijnlijk stil. Zwijgend kijken we naar de aftiteling. Ineens krijg ik een idee. Ik spring overeind en pak een van de fotoboeken en geef hem aan Tristan. Ik blijf achter de bank staan als hij hem openslaat. Meteen schiet hij in de lach. 
‘Oh wat een verschrikkelijke foto!’ Hij wijst naar de foto in het vliegtuig. 
‘Het was een leuke vakantie hè?’ vraag ik zo nonchalant mogelijk terwijl ik over zijn schouder meekijk. Ik heb het boek al twee keer doorgebladerd vandaag.
‘Ja, erg leuk.’ Tristan slaat de bladzijdes langzaam om en bekijkt elke foto uitvoerig. Als hij het boek dichtslaat vraagt hij om een ander fotoboek. Deze keer ga ik naast hem zitten op de dank. Het is het fotoboek van onze vakantie naar Duitsland.
‘Bah, wat was het slecht weer dat jaar, hè!’ Tristan schudt met zijn hoofd. ‘We hebben die vakantie geloof ik maar twee dagen droog weer gehad’
‘Ja, dat was echt balen. Maar toch hebben we wel leuke dingen gedaan.’ Ik wijs naar een foto waar we in een museum zijn.
En zo zitten we dik anderhalf uur foto’s te kijken. Het voelt alsof we elkaar een klein beetje opnieuw leren kennen. Of ja, niet echt leren kennen, maar of we ons weer herinneren wat we toen allemaal hadden en dat maakt des te meer dat ik achter mijn keuze sta. Ik ga deze relatie niet opgeven. We moeten hier uit een te komen. Dat moet gewoon. Tristan is namelijk helemaal geen verkeerde jongen en ik weet dat hij zielsveel van me houdt. We gaan het redden, dat moet gewoon!