Nadat ik Gino uiteindelijk binnen heb gelaten, omdat ik anders bang was dat Tristan hem voor de deur zou zien staan, loop ik compleet overrompeld naar de woonkamer. Ik zeg geen woord. Gino volgt me op de voet.
Als hij de woonkamer binnenkomt kijkt hij rond. ‘Leuk huisje,’ is zijn conclusie. Totaal verbouwereerd kijk ik hem aan. Waarom is hij hier? Wat wil hij in godsnaam?
‘Gino, wat…’ Ik krijg de kans niet om mijn zin af te maken.
‘Katja, ik weet dat dit nogal onverwacht komt, maar ik moet je de waarheid vertellen…’ Gino loopt een rondje door de kamer. Mijn hart zit in mijn keel en ik voel me een beetje duizelig. Automatisch leg ik een hand op mijn buik. Alsof ik zo de baby afscherm voor wat komen gaat. Wat het ook moge zijn… Gino draait zich naar me toe en kijkt me strak aan. ‘Nadat we ons gesprek niet zo fijn geëindigd waren, was ik kwaad. Ik was kwaad op jou, maar ook op mezelf. Het werd zelfs zo erg dat ik op een gegeven moment naar die plek ben gereden waar ik al eens eerder had gestaan met dezelfde gedachten.’ Geschrokken kijk ik hem aan. Hij heeft me het verhaal verteld van die keer dat hij zelfmoord had willen plegen toen hij hoorde dat Lidia ervoor gezorgd had dat ze zwanger werd. Hij heeft toch niet….
‘Wilde je…’ Ik kan de woorden niet over mijn lippen krijgen.
Gino slaat zijn ogen kort neer en kijkt me dan weer aan. ’Ja… Ik wilde zelfmoord plegen.’
Ik krijg een brok in mijn keel en voel de tranen achter mijn ogen branden. Ik besluit even te gaan zitten, omdat ik bang ben dat mijn benen het dadelijk begeven. Ik ben met stomheid geslagen. Eerst staat hij zomaar voor mijn deur, nadat ik twee jaar lang niets meer van hem heb gehoord en nu komt hij me dít vertellen? Waarom? Hoe kan het dat deze dag van super-geweldig-mooi naar super-ongemakkelijk-vreemd is omgeslagen? Gewoon binnen een paar seconden!
‘Luister even naar me, alsjeblieft.’ Gino volgt mijn voorbeeld en gaat aan de andere kant op de bank zitten. ‘Ik was echt heel erg kwaad op je na dat telefoongesprek. Ik heb zelfs het hele servies aan gort gegooid.’
Wát? Serieus? Ik had geen idee dat het hem zoveel had gedaan. Ik bedoel, als hij zich er niet bij had willen neerleggen had hij me toch kunnen bellen?
‘Ik was kapot Katja. Je had me tot wanhoop gedreven. Ik ben naar die bewuste plek gereden en heb uren op het randje van die rots gezeten. Ik heb nagedacht over wat ik op dat moment had, over wat wij samen hadden en over hoe mijn toekomst eruit zou kunnen zien, maar op dat moment kon ik nergens positief over zijn. Ik zag alleen nog maar alle ellende in mijn leven. Een leven waar ik in was gezogen en niet meer uit leek te komen. Ik wilde geen relatie meer met Lidia. Ik had ook nooit kinderen gewild. Ik voelde de connectie niet. Het enige waar ik écht zeker van was, dat was jij. Jij was mijn houvast. En hoe kort het ook maar duurde, ik wist gewoon dat jij degene was die mij uit mijn huidige, armzalige, zielige leven kon redden.’ Hij kijkt me hoopvol aan. ‘Tot dat ene telefoongesprek was ik er zelfs van overtuigd dat je zou inzien dat ook jij niet in een goede relatie zat en dat je beter bij mij paste dan bij hem.’ Gino knikt naar een foto aan de wand waar Tristan en ik op staan. ‘Vanaf het moment dat jij in het vliegtuig stapte, heb ik altijd gedacht dat ik je weer een keer in mijn armen zou sluiten, maar ons laatste telefoongesprek bewees het tegendeel en ik kon het gewoon niet meer aan. Ik had al zoveel ellende meegemaakt en dit was de druppel.’ Gino stopt even en haalt diep adem. ‘Ik besloot op te staan en keek voor me uit. Mijn tenen aan het randje van de rots. Ik ademde drie keer heel diep in en uit en besloot tot tien te tellen en dan te springen. Toen ik bij zeven was hoorde ik ineens een luid geschreeuw dichterbij komen. Ik opende mijn ogen en deed een stapje terug om te kijken wat er aan de hand was. Er kwam een jonge dame hysterisch mijn kant op rennen. Plotseling besefte ik wat haar doel was. Ze wilde een eind aan haar leven maken, net als ik. Ik schatte haar een jaar of twintig, misschien tweeëntwintig, maar niet veel ouder. Het ging allemaal zo snel, ik weet niet precies meer wat ik dacht, maar automatisch stak ik mijn hand uit om haar tegen te houden. Ze had echter zoveel vaart dat ik haar niet tegen kon houden. We vielen allebei en rolde samen naar de afgrond. Het ging allemaal zo snel! Ik kon haar arm nog net op tijd grijpen, maar de rest van haar lichaam verdween over de rand. Ze was zwaarder dan ze eruitzag. Ik kroop naar de rand en probeerde haar omhoog te trekken, maar ze schreeuwde dat ik los moest laten. Ik zal haar ogen nooit meer vergeten. Ze straalde rust uit en tegelijkertijd een soort woede. Ze wilde dat ik losliet, dat schreeuwde ze ook, maar ik weigerde. Ik probeerde haar omhoog te trekken, maar het was onmogelijk. Ik moest me met een hand aan de rots naast me vasthouden, anders zou ik ook vallen en om haar met één arm omhoog te trekken lukte me niet. Ze bleef schreeuwen dat ik los moest laten, dat ze niet meer wilde leven. Ze wiebelde heen en weer, maar ik gaf niet op. Ik wilde haar redden. Op een gegeven moment kreeg ik kramp in mijn hand en ik verloor mijn grip op haar arm. Ik voelde haar wegglijden en sloot mijn ogen. Niet veel later hoorde ik een doffe plof. Dat vreselijke geluid zal ik nooit meer vergeten.’
Met tranen in mijn ogen luister ik naar Gino. Wat een verschrikkelijk verhaal.
‘Dat was het punt waarop ik besefte dat ik helemaal geen einde aan mijn leven wilde maken. Het zat dan misschien wel allemaal tegen, maar wat er zich zojuist voor mijn ogen had afgespeeld was vreselijk. Ik moest meteen denken aan haar ouders, vrienden en familie. Ze zouden kapot zijn als ze dit nieuws zouden horen. Nog behoorlijk in shock van wat er gebeurd was, heb ik de politie gebeld. Ironisch genoeg hebben ze me zelfs nog aangehouden en werd ik heel even verdacht van moord, maar al snel werd duidelijk dat dit niet het geval was. Ik werd vrijgelaten en reed naar huis. Onderweg naar huis zag ik telkens weer de ogen van dat meisje en hoorde ik die doffe plof. Ze had het opgegeven, dát was wat ik in haar ogen had gezien. Pas in de auto op weg naar huis kon ik het plaatsen. Thuis ging ik voor de spiegel staan en keek mezelf aan. Ik had nog niet opgegeven. Bijna had ik het gedaan, maar dit meisje had mij gered, hoe verschrikkelijk het voor haar ook is afgelopen.’ Het is even stil. Ik veeg de tranen van mijn wangen en snik een keer. Gino staat op en komt naast me zitten. Hij legt een hand op mijn knie.
‘Het spijt me, dit is niet leuk om te horen, maar je moet de waarheid weten.’ Ik knik zwijgend. ‘Ik wil dat je weet hoe hopeloos ik was. Niet om je een slecht gevoel aan te praten, maar om te laten zien hoe belangrijk jij voor me was. De maanden na het ongeluk ben ik langzaam overeind gekrabbeld, met hulp van een psychiater. Ik heb de moed verzameld om Lidia te verlaten en een scheiding aangevraagd. Ik heb ook een document getekend waarin is vastgelegd dat ik afstand doe als vader van mijn kinderen. Hoe erg het ook klinkt, ik had gewoon totaal geen connectie met de kinderen. Ze voelde als kinderen van iemand anders. Sterker nog… Later, toen ik de scheiding doorzette, bleek dat het ook helemaal niet mijn kinderen waren, maar de kinderen van een van haar collega’s waarmee ze blijkbaar dagelijks een wip maakte op het werk.’
‘Gino…’ zeg ik vol medelijden. Ik ben sprakeloos.
‘Toen ik mijn familie vertelde over de scheiding, wilde mijn vader helemaal geen contact meer met me. Blijkbaar doe ik er zelf niet toe. Alleen als ik bij een vrouw met status ben, ben ik voor hem belangrijk. Ik heb dus besloten om hem niet meer als mijn vader te zien en zal ook geen contact meer met hem opnemen.’
‘Oh, Gino…. Het spijt me zo…’ zeg ik terwijl ik nog meer tranen van mijn wangen veeg. ‘Ik wist niet dat je… Dat alles zo…’ Ik kom niet uit mijn woorden.
‘Nee, nee. Jij kunt hier niets aan doen.’ Gino zucht. ‘Het is alleen zo dat ik dingen wilde afsluiten. Of in elk geval een poging wil doen om dingen af te sluiten, maar ik besefte dat ik het hoofdstuk waar jij in speelt maar niet af kon sluiten. Het lukte niet om je te vergeten en dat zag ik als teken om hierheen te komen.’
‘Maar hoe ben je aan mijn adres gekomen?’ Ik kijk Gino vragend aan.
‘Ik zo mijn bronnen…’ Gino lacht kort, maar gaat serieus verder. ‘Het spijt me, Kat, dat ik hier plotseling sta, maar ik moest dit doen. Het moest gewoon. We hebben het niet goed afgesloten, jij en ik.’
Het is een paar momenten stil. Ik probeer te verwerken wat Gino zojuist allemaal tegen me vertelde.
‘Wat verwacht je nu van me?’ vraag ik uiteindelijk.
Gino zucht en kijkt me aan. ‘Onderweg naar hier heb ik me dat ook afgevraagd en ik zal je eerlijk zeggen dat ik het eigenlijk nog steeds niet weet. Het enige dat ik zeker weet is dat ik je nog een keer moest zien.’
‘Oké… Je ziet me… En nu?’ Ik ben inmiddels weer bijgekomen van het verhaal dat Gino zojuist vertelde en wil serieus weten wat hij denkt te bereiken met deze actie.
‘Ik weet het niet.’ Gino haalt zijn schouders op en loopt naar de kast. Als ik zie waar hij naar kijkt houd ik mijn adem vast. Zijn hand beweegt naar het kaartje dat op de kast staat. Hij pakt het vast en bekijkt het kaartje goed. Hij mag dan misschien geen Nederlands kunnen lezen, maar het is duidelijk om welke boodschap het hier gaat. Ik kreeg het kaartje van Tristan nadat ik hem het goede nieuws vertelde. Ik wacht gespannen af als Gino het kaartje dat hij vast heeft openslaat en de tekst bestudeerd. Dan draait hij zich langzaam om en kijkt naar mij. Het eerste waar zijn blik naartoe gaat is mijn buik. Hij snapt het.
‘Ben je…’ Hij wijst naar mijn buik met het kaartje nog in zijn hand. Ik knik zonder iets te zeggen. Gino zet het kaartje weer neer en staart voor zich uit. Wat zal hij nu denken? Zonder een woord te zeggen loopt hij naar de hal.
‘Waar ga je heen?’ Ik sta op en loop hem achterna.
‘Het spijt me. Ik had dit nooit moeten doen. Dit was dom van me. Sorry dat ik je dag verpest heb.’ Gino maakt aanstalten om te vertrekken maar ik grijp hem bij zijn arm.
‘Stop! Wacht even!’ Ik kijk hem niet-begrijpend aan. ‘Het bevalt je niet wat je ziet en dan besluit je weer te vertrekken? Weet je wel wat je zojuist gedaan hebt? Mijn leven liep op rolletjes tot een paar minuten geleden. Mijn relatie met Tristan is nog nooit zo goed geweest en ja, we verwachten ons eerste kindje.’
‘Ik dacht dat je nooit kinderen wilde…’ Gino kijkt me vragend aan.
‘Dat dacht ik ook, tot een poos geleden. Weet je, dingen kunnen veranderen. Jij bent niet de enige die dingen moest verwerken, Gino. Ik heb ook moeten knokken om er weer bovenop te komen. Mijn relatie lag in de goot en ik heb alles op alles moeten zetten om hem te redden, maar het is gelukt. Er kwamen nog een aantal dingen bij uit het verleden die ik moest verwerken en dat alles heeft geleid tot het punt waar ik nu sta: zwanger van ons eerste kindje en het is meer dan welkom. Ik wíl dit zelf.’
Gino slaakt een zucht. ‘Het spijt me. Ik moet gaan…’ Gino trekt zich los uit mijn greep en loopt naar de voordeur.
Ik loop achter hem aan. ‘Wat had je verwacht, Gino? Wat had je verwacht om aan te treffen?’
‘Geen idee…’ Gino haalt zijn schouders op. ‘Misschien hoopte ik dat je alleen woonde, dat je relatie met Tristan ten einde was. Misschien hoopte ik dat die paar weken die we samen waren voor jou net zoveel betekende als voor mij. Misschien hoopte ik iets anders. Weetje, ik weet het eigenlijk niet en ik moet je eerlijk bekennen dat ik heel erg in de war ben nu ik weet dat je een kindje krijgt. Een paar jaar geleden was dat iets wat je absoluut nooit wilde, zei je.’ Het lijkt wel of ik een soort teleurstelling bij hem zie. ‘Weet je nog hoe het was toen we naar het ziekenhuis gingen om Silvan te bezoeken? Weet je nog dat je het niet aankon? Weet je ook nog dat ik degene was die er voor je was op dat moment? Niet Noor, niet Tristan, want die wisten allemaal niets van je verborgen verleden. Alleen ík wist het. Dat zou toch iets moeten betekenen zou je denken, maar ik had het blijkbaar mis.’
Ik herinner me het eerste bezoekje in het ziekenhuis nog goed. Ik raakte in paniek en inderdaad, Gino was daar om me op te vangen. ‘Je gaf geen donder om me, Katja. Je had gewoon even wat afleiding nodig om de stress en ellende hier te vergeten.’ Gino gebaart in het rond. ‘Maar uiteindelijk wist je waarschijnlijk al lang dat wij nooit een serieuze relatie zouden krijgen.’
‘Nee! Zo was het niet! Ik hield echt van je! Ik heb maanden geworsteld met de gevoelens die ik voor je had. Ik was je heus niet zomaar vergeten!’
‘Waarom belde je dan niet terug?’ Gino klinkt geïrriteerd.
‘Waarom belde jíj niet terug?’ Zwijgend staren we elkaar aan. De tijd lijkt stil te staan.
Gino zucht diep. ‘Luister, Katja… Het spijt me. Ik had je niet moeten opzoeken. Ik verblijf vannacht in Hotel de Bijenhof hier in dorp. Morgen om tien uur check ik uit en vertrek ik met de trein naar het vliegveld. Je zal ooit meer iets van me horen.’ Gino loopt met een gebogen hoofd en grote stappen weg. Ik kijk hem na totdat hij de hoek om is. Wat is er zojuist in godsnaam gebeurd?