Verslagen zit ik op de bank. Het lijkt wel alsof ik midden in een film zit of zo. Waarom stond Gino ineens voor mijn neus?
Verward schud ik mijn hoofd en zucht diep. Ik probeer mezelf toe te spreken om te voorkomen dat ik aan hem blijf denken, maar hallo! Ik kan niet zomaar even vergeten wat er zojuist gebeurd is. Het was zo onverwacht. Ik had nooit, maar dan ook echt serieus nóóit verwacht dat ik hem ooit nog zou zien. Laat staan dat hij op de stoep stond.
Ik sta op en loop een paar rondjes door de kamer. Wat moet ik nu doen? Niks toch? Of wel? Waarom zei hij dat hij in het hotel hier in dorp verbleef? Er blijft van alles door mijn hoofd malen en ik word helemaal gek. Ik trek dit niet. In een poging mezelf te kalmeren, maak ik mezelf een kop thee. Precies op het moment dat ik het kokende water in mijn beker wil schenken, gaat mijn telefoon. Ik schrik me wezenloos en knoei het water op het aanrecht. Er spetteren een paar druppels op mijn hand. Het is heet, maar ik negeer het. Mijn hart slaat sneller dan ooit en het eerste dat bij me opkomt is dat Gino me belt. Waarom weet ik niet, maar ik denk het. Ik pak mijn telefoon van de keukentafel en zie dat het Tristan is. Opgelucht zucht ik.
‘Hey!’ Ik probeer zo normaal mogelijk te klinken.
‘Met mij! Hey, Sjors had een ideetje, maar ik weet niet of je het goed vindt…’ begint Tristan zijn verhaal. Ik luister wel, maar ook weer niet.
‘Hm,’ zeg ik afwezig. In gedachten zie ik Gino weer in de woonkamer staan. Tristan heeft het over de kast, iets met de jongens en een biertje.
‘Dus als jij het goed vindt, blijf ik vannacht hier.’ Tristan is stil. De laatste zin heb ik enigszins meegekregen, maar het dringt niet echt door. ‘Kat, ben je er nog?’
‘Hè, ja, sorry…’
‘Voel je je wel goed? Als je liever hebt dat ik niet hier blijf…’
‘Nee, nee! Het is goed. Maak er maar een gezellige avond van.’
‘Zeker weten?’ Tristan checkt het nogmaals, maar ik hoor aan zijn stem dat hij graag bij Sjors wil blijven. Misschien is dat na wat er zojuist gebeurd is ook wel beter.
‘Ja, zeker weten. Veel plezier!’ Ik probeer heel vrolijk te klinken.
‘Goed, ik ga dan morgenvroeg vanuit Sjors meteen even op de zaak kijken, dus ik zal pas tegen een uur of elf thuis zijn denk ik.’
‘Oké.’ Ik knik. Niet dat dat zin heeft, want Tristan ziet me niet, maar ik blijf knikken. Mijn gedachten zijn bezig nog andere dingen te verwerken.
‘Tot morgen, schat!’ Tristan maakt een kus geluid.
‘Tot morgen!’ Ik hang op en staar voor me uit. Ik ben Tristans gesprek alweer vergeten. Het enige dat ik echt goed heb meegekregen is dat hij bij Sjors blijft vanavond.
Het duurt een tijdje voordat ik weer in het hier en nu ben, aangezien mijn gedachten ergens blijven zweven tussen Gino en de informatie die hij gaf voordat hij vertrok. Hij is tot morgenvroeg tien uur nog hier, daarna gaat hij naar het vliegveld en zal ik nooit meer iets van hem horen.
Ik ben zo enorm in de war dat ik niet weet wat ik met die informatie moet doen. Wil hij hiermee zeggen dat ik nog langs kan komen? Ik ijsbeer heen en weer door de kamer. Mijn rechterhand rust op mijn buik. Stress is niet goed voor de baby. Ik besluit een kop jasmijnthee te zetten.
Ik nestel me op de bank met mijn mok en sluit mijn ogen als ik mijn eerste slok thee drink. Zalig.
Als ik mijn thee op heb, lijkt het alsof ik ineens beter kan denken.
Het verhaal dat Gino vertelde is niet niks, maar aan de andere kant, daar kan ik niets aan doen.
Verdomme. Ik was hem eigenlijk vergeten en ineens staat hij hier. Goed, heel af en toe denk ik nog wel eens aan hem, maar dat is dan vooral iets wat we bijvoorbeeld gedaan hebben en wat een leuke herinnering is. En nu ineens krijg ik hem niet meer uit mijn hoofd. Sinds hij op de deurbel drukte heeft hij mijn hoofd gevuld en het voelt alsof mijn gedachten dadelijk uit mijn hoofd gaan barsten. Er moet een manier zijn om dit op te lossen zodat ik niet weer opnieuw in therapie moet om dingen af te sluiten. Misschien moeten we toch nog een keer praten? Elkaar geen verwijten maken en dan officieel écht afscheid nemen, zodat we dit hoofdstuk allebei kunnen afsluiten? Of is dat iets doms?
Pff. Ik weet het ook allemaal niet. Wat moet ik nu? Ik denk na.
‘Oké,’ zeg ik hardop tegen mezelf. ‘Ik ga dit oplossen. Voor eens en voor altijd.’ Ik trek mijn jas aan en pak mijn tas en stap in de auto. Ik weet waar het hotel ligt dat Gino noemde en rijd er naartoe.
Ik parkeer mijn auto en loop naar binnen. Zoekend kijk ik rond en loop naar de receptie.
‘Mevrouw, wat kan ik voor u doen?’ vraagt een jong meisje. Ik schat haar een jaar of tweeëntwintig.
‘Ik eh… Ik kom iemand… Er is… Ik…’ Het meisje achter de balie kijkt me vragend aan. Ik kom vast niet heel intelligent over.
‘Er logeert hier iemand…’ begin ik opnieuw. Er valt een korte stilte.
‘Ja, dat klopt,’ zegt het meisje lachend. ‘Er logeren hier meer mensen…’ Ik kijk haar verbaasd aan. Haar glimlach verdwijnt van haar gezicht en ze tikt met haar vingertoppen op haar bureau.
Wat stom. Ik weet Gino’s achternaam niet. Ik denk na. Of weet ik die wel en ben ik hem vergeten? Heeft hij me ooit zijn achternaam verteld? Ik kan het me niet meer herinneren.
‘Eh, nou het zit zo…’ Ik probeer in mijn geheugen te graven, maar ik kom echt niet op Gino’s achternaam. Misschien zijn het de hormonen? Dat kan ook. Je kunt blijkbaar heel erg vergeetachtig worden als je zwanger bent. ‘Ik zoek een… vriend… ‘ Ja, hoe moet ik hem anders noemen? ‘Hij logeert hier, maar ik ben zijn achternaam vergeten.’
Het meisje kijkt me fronsend aan. ‘Oké…’ zegt ze langzaam.
‘Hij eh, moet morgen uitchecken. Zijn voornaam in Gino. Hij komt uit Italië en hij… eh…’
‘Mevrouw, het spijt me, maar zonder achternaam kan ik niets voor u doen. Ik denk dat u…’
‘Katja?’ onderbreekt een mannenstem het meisje achter de balie en ik kijk verwonderd om. Hij is het.
‘Gino!’ zeg ik opgelucht. Ik richt me weer tot het meisje achter de balie. ‘Laat maar, ik heb hem gevonden,’ zeg ik en ik lach gemaakt naar haar.
‘Wat doe jij hier?’ vraagt Gino als ik naar hem toeloop. Ja, dat is een goede vraag, gaat er in mijn hoofd om. Wat doe ik hier eigenlijk?
Ik blijf staan en kijk Gino aan. ‘Ik… eh…’ Mijn blik dwaalt af naar de vloer en ik probeer me te herinneren waarom ik hier ook alweer naartoe ben gekomen, maar wederom kan ik het me niet meer voor de geest halen. Het moeten de hormonen wel zijn, wat anders?
‘Ik kwam even een blikje cola halen,’ zegt Gino en hij loopt naar een frisdrankautomaat. Ik volg zijn beweging. Hij haalt een munt uit zijn broekzak en stopt het dingetje in een soepele beweging in het gleufje. Hij drukt met zijn smalle vingers op de afbeelding van een colablikje en pakt dan heel behendig het blikje onder uit het klepje.
‘Wil je anders even meekomen?’ vraagt hij. Ik blijf naar het blikje kijken, wachtend tot hij het open zal maken, maar het gebeurt niet. Hij stopt zijn vrije hand in zijn broekzak en knikt naar de lift. Er hangt een behoorlijk ongemakkelijke stilte in de ruimte. Ik kijk vluchtig naar het meisje achter de balie. Ze volgt ons gesprek. Niet bepaald netjes.
‘Ja, ik eh, ga wel even mee…’ zeg ik confuus. Ik knipper met mijn ogen en volg Gino de lift in. Hij drukt op nummer drie en de deuren schuiven dicht. Zonder iets te zeggen staan we daar. Gino met zijn blikje in zijn hand. Ik heb mijn hand zó stevig om mijn tas geklemd dat ik bijna kramp krijg.
Ik weet niet of ik iets moet zeggen of doen… Het voelt zo gek. Daarstraks was ik helemaal in shock toen ik hem zag, maar nu voelt het anders. Ik slik moeizaam en krijg het warm. Ik voel dat Gino naar me kijkt, maar ook hij blijft zwijgen. Eindelijk! We zijn op de derde verdieping aangekomen. Gino gebaard dat ik als eerste uit mag stappen, dus dat doe ik. Vervolgens loopt hij me voorbij en ik ruik zijn typische luchtje. Alles komt weer terug. Alles. Het lijkt wel alsof ik overspoeld word door mijn verleden. Het wordt me allemaal wat veel en ik steun met mijn hand tegen de muur.
‘Alles goed?’ vraagt Gino bezorgd als hij me ziet staan. ‘Er is toch niets mis met de baby of zo?’
Er vormt zich een kleine glimlach om mijn mond. Hij is nog steeds zo zorgzaam.
‘Nee, het gaat wel. Ik was een beetje duizelig, maar het gaat weer goed.’ Ik laat mijn hand zakken en loop achter Gino aan de gang door. Bij kamer 332 stoppen we. Gino opent de deur en laat mij wederom als eerste binnen.