Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#34 Verborgen verleden

Slaperig voel ik naast me. Ik hoor mijn telefoon, maar er klopt iets niet. Ik lig niet in mijn eigen bed… Verward wrijf ik door mijn ogen en kijk om me heen. Waar ben ik in godsnaam? Mijn zicht verscherpt zich en ik zie een schilderij aan een muur hangen met allerlei vlekken. Half slaperig kijk ik naast me. Niemand te bekennen. Waar ben ik toch? Ineens vlieg ik overeind en kijk geschrokken om me heen. Ik weet het weer! Ik ben in het hotel. In Gino’s kamer! Zoekend naar mijn telefoon tast ik het bed af en uiteindelijk vind ik het ding onder mijn kussen.
‘Eh ja?’ zeg ik zonder te kijken wie er belt.
‘Katja, waar ben je?’ Het is Tristan. God o god, mijn brein maakt overuren om te achterhalen wat ik hier doe, wat er is gebeurd en wat ik Tristan moet vertellen.
‘Ik eh, ben thuis…’ lieg ik. 
‘Waar heb je je verstopt dan? Ik heb net het hele huis doorzocht!’ zegt Tristan half serieus, half lachend.
‘Ik bedoel bij mam en pap thuis…’ zeg ik aarzelend.
‘Oh… Waarom?’ Tristan klinkt een beetje verbaasd.
‘Ik eh, wilde gewoon even op bezoek. Even vertellen over hoe de sessie ging en zo.’
‘Ah, oké. Had het maar gezegd, dan was ik met je meegegaan. Ik moet je vader ook nog die schuurmachine teruggeven.’
‘O ja, niet meer aan gedacht. Sorry. Pap mist hem toch niet.’
‘Oké. Hoe laat ben je thuis denk je?’ Tristan stapt zo te horen in de auto.
‘Eh, ik weet het niet precies. Een uurtje?’
‘Oké. Zie ik je dan!’ Tristan hangt op en ik slaak een zucht van opluchting. Ik weet het. We zouden eerlijk zijn tegen elkaar, maar ik kan hem toch niet vertellen dat ik in mijn ondergoed wakker ben geworden in de hotelkamer waar Gino verblijft? Hij weet niet eens dat Gino in het land is.
Shit, shit, shit! Ik zit in de problemen. Ik zit heel diep in de problemen. Ik sta op en loop de hotelkamer rond, op zoek naar sporen. Ik vind niets, behalve twee lege blikjes in de prullenbak. Waar is Gino? Wat is er gebeurd? Ik loop naar de badkamer. Leeg. Zou hij misschien even zijn ontbijten? Maar waar is zijn koffer dan? Ik loop nog een keer de kamer door en dan valt mijn oog op het nachtkastje aan Gino’s kant van het bed. Er staat een dienblad met een ontbijtje. Een glas jus, een croissant, een bakje jam, een plakje verpakte kaas en een had broodje. Er ligt een briefje bij het ontbijt. Voorzichtig pak het briefje van het dienblad en vouw het open.

Liefste Katja.

Het spijt me dat ik zomaar vertrokken ben, maar dat leek me het beste. Afscheid nemen is niet echt een van mijn sterke kanten. Bovendien lag je zo lekker te slapen, dat ik je niet wakker wilde maken. Je hebt je rust nodig en het was laat vannacht.

Wees gerust, er is niets gebeurd. Je hebt gisteren zelf je kleding uitgedaan, omdat je het zó heet had van het lachen. We zijn allebei in slaap gevallen na die laatste lachbui die we hadden over dat verhaal van die koe. Tenminste dat denk ik. Dat is het laatste dat ik me kon herinneren. 

Het was een van de mooiste avonden uit mijn leven, echt waar. Het was écht. Je bent zo’n geweldige vrouw. Tristan mag in zijn handjes klappen dat hij zo’n mooi persoon in zijn leven mag hebben.

Toen ik vanmorgen wakker werd heb ik de deken iets hoger opgetrokken zodat je het niet koud zou krijgen. Ik heb nog even naar je gekeken, naar dat mooie, zachte gezichtje. Ik heb je bewonderd en me erbij neergelegd dat dit de laatste keer was dat ik je zou zien.  Daarna heb ik een lekker ontbijtje voor je geregeld en ben ik vertrokken naar huis. Ik denk dat ik mijn draai wel kan vinden nu. Blijkbaar had ik dit echt nodig om dingen af te sluiten. Ik moest je nog één keer zien om het helemaal af te kunnen sluiten. Ik denk dat dat ook wel gelukt is. Ik voel me nu al anders dan voordat ik hierheen kwam. Ik zal altijd van je houden en je altijd bij me dragen. Vergeten zal ik je nooit. Ik hoop dat jij ook af en toe nog aan mij zult denken, gewoon als een soort fase in je leven. 

Het spijt me dat ik je leven op zijn kop gezet heb. Dat is nooit mijn intentie geweest. Ik heb al die tijd gehoopt dat wij een toekomst hadden samen, maar na gisteren wist ik dat ik dat idee moest vergeten. Toen ik zag dat je zwanger was en die blik in je ogen toen je de baby voelde… Ik denk dat dat het moment was waarop ik besefte dat het oké was zo. Dat jij gelukkig bent waar je nu staat en dat ik niet in dat leven pas.  

Ik hoop oprecht dat jullie gelukkig worden met jullie kindje. Ik gun je namelijk alle geluk van de wereld en een lang en onbezorgd leven. Jij hoort hier thuis. Ik niet. Ik ga mijn leven in Italië opnieuw inrichten. Dat kan nu eindelijk, dankzij jou.

Kat, ik wens je alle geluk van de wereld. Bedankt dat je in mijn leven kwam, al was het maar voor even…

Ik beloof plechtig dat dit het laatste is dat je ooit van me zult horen. 

xoxoxo

Gino.

De tranen glijden over mijn wangen. Hij is gegaan zonder dat ik er erg in had. Nu kan ik nooit meer iets tegen hem zeggen. Ik heb zijn nummer niet meer en ik weet niet waar hij woont. Ik zal echt nooit meer iets van hem horen. Nooit meer. 
Ik veeg de tranen van mijn wangen en kijk naar buiten. Het is een zonnige dag. 
‘Verdomme Gino!’ zeg ik hardop. Ik lach terwijl ik mijn hoofd heen en weer schud. Typisch iets voor hem. 
Ik lees het laatste deel van de brief nog een keer. Bedankt dat je in mijn leven kwam, al was het maar voor even. Ja, zo denk ik er ook over. Kort maar krachtig. That’s it. Dit hoofdstuk is nu afgesloten. Gino is verleden tijd. Het is goed zo.
Met een glimlach kijk ik opnieuw naar buiten. Heel even schrik ik op als ik iemand zie lopen. Gino? Ik druk mijn hoofd tegen het raam. De man draait zich om. Het is Gino niet. Ik moet lachen om mezelf. Goed, Katja. Dit was hoofdstuk Gino. Ik moet het nu afsluiten, voor eens en voor altijd.

Op mijn gemak eet ik mijn ontbijtje op. Het smaakt prima. Niet het meest lekkere ontbijt, maar vies is het zeker niet. Gewoon echt een hotel ontbijtje. 
Het was echt zó gezellig gisteravond. Ik heb zoveel gelachen dat ik er gewoon buikpijn van kreeg. Gino heeft nog een paar keer aan mijn buik gevoeld en de baby heeft nog een aantal keer een schop uitgedeeld. 
Ineens besef ik me iets. Gino is degene die als eerste de baby gevoeld heeft. Dat zou Tristan moeten zijn. Hij is de vader. Hij zou het moeten voelen. Toch heeft het iets speciaals. Ik weet dat ik beloofd heb de waarheid te vertellen, maar dit blijft geheim. Dit ga ik aan helemaal niemand vertellen. Ook niet aan Noor. Dit is tussen de baby en mij. En Gino natuurlijk.
‘Het ga je goed,’ zeg ik met mijn blik naar buiten gericht. ‘Het ga je goed, Gino.’ Ik sta op, kleed me aan en pak mijn spullen.
Ik geef de sleutel af bij de balie. Hetzelfde meisje als gisteren staat achter de balie en lacht naar me. Ze denkt vast dat we… Ach… wat maakt mij het uit wat anderen denken. Ik weet hoe de vork in de steel zit. Met een vriendelijke glimlach knik ik en ik loop naar de parkeerplaats. Als ik in de auto zit haal ik diep adem en sluit mijn ogen. Dit was het. Dit was hoofdstuk Gino. Ik start de auto en rijdt de parkeerplaats af. Op de radio komt een liedje dat wel héél toepasselijk is. Luidkeels zing ik de tekst mee. ‘I can see clearly now the rain is gone…’ Met een grote glimlach rijdt ik rustig door. ‘All of the bad feelings have disappeared.’ Bij de stoplichten draai ik de volumeknop nog iets verder open. ’Here is that rainbow I’ve been praying for. It’s gonna be a bright, bright sunshiny day…’