Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#35 Verborgen verleden ⚠️

Ik kijk nog even rond. Ja, ik denk dat ik alles heb.
‘Ben je klaar?’ roept Tristan beneden aan de trap.
‘Ja! Ik kom eraan!’ Ik sluit de slaapkamerdeur en loop de trap af.
‘We moeten echt gaan, anders missen we de vlucht.’ Tristan pakt mijn hand vast om me van de laatste paar treden te helpen. Mijn buik is best wel gegroeid, maar ik kan nog prima bewegen. Tristan behandelt me alsof ik van porselein ben. Ik begrijp het ergens wel, maar ik voel me prima en kan alles nog. Oké, bijna alles. Mijn schoenen aantrekken begint lastig te worden, net als mijn teennagels knippen, maar verder gaat het echt heel goed. 
‘Noor zal wel opkijken,’ zegt Tristan als we naar de auto lopen. 
‘Ja, dat denk ik ook, maar wat zij kan, kan ik ook,’ zeg ik lachend.

Over drie uur vertrekt ons vliegtuig naar Italië. We gaan naar de opening van de B&B en ik heb al die tijd geheim weten te houden dat ik zwanger ben. 
Onderweg bedenk ik steeds weer nieuwe scenario’s over hoe Noor zou reageren en ik moet telkens lachen.
Tristan parkeert de auto en we lopen naar de vertrekhal. Flashback. De laatste keer dat ik hier was ging het helemaal niet goed tussen Tristan en mij en kijk ons nu eens. Ik wrijf trots over mijn buik.
We lopen checken in en wachten bij de gate tot we mogen boarden. Weer krijg ik een flashback van de vorige keer dat ik hier was. Als ik toen geweten had wat er allemaal zou gebeuren…
‘Wil jij bij het raam?’ vraagt Tristan als we naar onze stoelen lopen en ik knik. Tristan laat me voorgaan en ik neem plaats aan het raam.
‘Nou, ik ben benieuwd.’ Tristan wrijft in zijn handen. ‘Eens kijken of je de B&B een beetje mooi hebt ingericht.’
‘Dat hebben ze zelf gedaan hoor. Ik heb alleen wat ideetjes aangedragen.’ Ik haal mijn schouders op.

We zijn inmiddels boven Italië en hoe dichterbij ik bij de eindbestemming kom, hoe vreemder het gevoel in mijn lichaam wordt. Ik kan er niets aan doen, maar ik moet bijna de hele vlucht aan Gino denken en aan wat er een paar maanden geleden is gebeurd. Hoe hij daar ineens voor mijn deur stond. En hoe die nacht verlopen is en hij plotseling weg was. Het lijkt wel een film. 
Ik staar naar de bergen die her en der bedekt zijn met een beetje sneeuw. Alleen de hoogste toppen. De vorige keer vond ik dit ook al zo’n prachtig uitzicht.
‘Daar gaan we!’ zegt Tristan als de piloot de landing inzet. Opstijgen en landen vindt Tristan niet zo heel erg fijn. Ik leg mijn hand op de zijne en knijp er een beetje in terwijl het vliegtuig daalt. Ik vind dit een geweldig gevoel, maar Tristan heeft het zweet op zijn voorhoofd staan.
De wielen raken de grond en we minderen vaart. Tristan haalt opgelucht adem en lacht flauwtjes naar me.
‘Dat hebben we weer overleefd,’ zegt hij als een boer met kiespijn.

We wachten op onze beurt met uitstappen en lopen naar de bagageruimte. Als we het vliegveld zelf binnenkomen zie ik Starbucks en mijn hart maakt een sprongetje. Het is zo vreemd om hier weer te zijn. Ik heb daar zó lang zitten wachten en ineens stond Gino daar. Een onbekende Italiaan die me heel lang had laten wachten. Ik had nooit kunnen weten dat ik ooit zoveel voor hem zou gaan voelen. Automatisch leg ik een hand op mijn buik en wrijf erover. Ik heb er een beetje een dubbel gevoel bij. Tristan pakt de koffers en we nemen een taxi naar de B&B. Als we er bijna zijn herken ik een paar plekken waar we langs komen. Het liefste zou ik Tristan vertellen dat het hier zo mooi is en wat ik allemaal gezien heb, maar dan zou Gino ook ter sprake komen en dat wil ik niet. Dat hoofdstuk is afgesloten. Al moet ik toegeven dat ik, nu ik hier in Italië ben, het bijna niet voor elkaar krijg om niet aan hem te denken. 
‘Is dat het?’ Tristan kijkt uit het raam en wijst naar een gebouw op een heuvel aan de rechterkant.
‘Ja!’ zeg ik blij en ik kijk naar de B&B. Deze heuvel heb ik toen beklommen toen ik van Gino’s huis naar de B&B liep, niet wetende dat het zo ver was. Dat was wat zeg. Ik lach er kort om.
‘Wat is er?’ vraagt Tristan nieuwsgierig.
‘Niets, ik moest gewoon lachen toen ik weer dacht aan hoe Noor zou reageren.’
‘Over een paar minuten weten we het.’ Tristan geeft me een knipoog.

Tristan betaald de taxichauffeur en ik stap uit. Ik voel de warme lucht om mijn hele lichaam waaien en ik sluit mijn ogen. Ja, dit is Italië.
‘Kom…’ Tristan pakt mijn hand vast en we lopen naar de ingang van de B&B. Als we halverwege het pad zijn zwaait de deur open en komt Noor op ons afstormen.
‘Kat!’ roept ze opgewonden. ‘Daar ben je!’ Met haar armen gespreid komt ze op me af en als ze bijna bij ons is stopt ze ineens. Met grote ogen kijkt ze naar mijn buik. Haar mond valt open en ze kijkt van Tristan, naar mij en dan weer naar mijn buik. ‘Kat! Je bent zwanger!’ Ze houdt haar handen voor haar mond en begint te gillen. 
‘Verrassing!’ zeg ik heel overdreven. 
Noor komt naar me toe en geeft me een dikke knuffel. ’Ja, zeg dat! Wat een verrassing zeg!’ 
‘Ik dacht… wat jij kan, kan ik ook, grap ik. 
‘Oh, dit is zó leuk!’ Noor klapt in haar handen en haakt daarna haar arm in de mijne. ‘Kom, we moeten Giulia het nieuws vertellen!’
Niet veel later staat ook Giulia te gillen van blijdschap en ze feliciteert ons. Daarna krijgen we een rondleiding door de B&B.
‘Wat is het mooi geworden!’ Ik kijk mijn ogen uit. De laatste keer dat ik hier was lag dit deel nog in puin. Ik heb nog stenen weggesjouwd.
‘Waar is Silvan eigenlijk?’ vraag ik tijdens de rondleiding.
‘Oh, hij is bij een vriendje spelen en komt strakjes thuis.’
‘Ah, oké.’ Ik ben benieuwd hoe hij er nu uitziet. Hij is al dik twee jaar oud!
‘Jullie hebben het goed voor elkaar,’ zegt Tristan. ‘Ik zou bijna hier komen wonen.’
‘Dankjewel. Dat hebben we mede te danken aan die vriendin van jou! Noor knikt naar mij en ik glimlach. Het is inderdaad erg mooi geworden. Beter nog dan ik ooit had durven dromen.

Tristan brengt de koffers naar onze kamer en ik loop met Noor mee naar de keuken.
Ineens lijkt de stemming om te slaan en er hangt een vreemde sfeer in de lucht. Noor is plotseling heel zwijgzaam.
‘Is er iets?’ vraag ik voorzichtig. Noor draait zich naar de keukenkastjes en pakt twee glazen en een fles met wijn. Ze zet de glazen op de tafel voor ons en dan kijkt ze naar mijn buik.
‘O, nee, dat mag nu niet!’ zegt ze en ze slaat zichzelf voor haar voorhoofd. ‘Water?’ 
‘Prima.’ Er valt een stilte. Het klotsende geluid van de wijn die in het glas geschonken wordt is het enige geluid dat te horen is. Je kunt bijna een speld horen vallen.
‘Wat is er?’ vraag ik normaals.
Noor draait rondjes met de wijn in haar glas en neemt een grote slok. Ze kijkt me strak aan terwijl ze haar wijn doorslikt.
‘Ik heb slecht nieuws…’ Weer valt er een stilte. Noor blijft me aankijken. ‘Ik wist eerst niet of ik iets moest zeggen of niet, maar ik vind dat je het verdient om te weten.’
‘Wat is er dan?’ vraag ik bezorgd. 
Noor neemt nog een slok en staart naar de keukentafel. Ik neem een slok water om de spanning weg te drinken.
‘Gino is dood.’ Noor kijkt me voorzichtig aan. Ik verslik me in mijn water en begin te hoesten. 
‘Wát zeg je?’ vraag ik als mijn hoestbui voorbij is.
‘Gino is dood.’ Ze slikt moeizaam.
Mijn mond valt open en ik kijk Noor ongelovig aan. Ze maakt een grapje. Dat moet wel. Een paar maanden geleden heb ik hem nog gezien. Toen was hij nog in Nederland. Hij is echt niet dood. Hij ging zijn leven opnieuw inrichten zei hij. 
‘Maar…’ Ik kijk Noor vragend aan. ‘Hoe dan? Waarom? Hoezo?’ Ik schud met mijn hoofd en kan het niet geloven.
‘Hij heeft zelfmoord gepleegd.’
Wederom valt mijn mond open en ik ben sprakeloos. Zelfmoord? Waarom? Ik dacht dat hij vrede had met het besluit? Of speelde er ander dingen in zijn leven? Waarom zou hij zoiets doen? Ineens denk ik aan het verhaal dat hij vertelde toen hij in Nederland was. Hij had al een keer eerder zelfmoord willen plegen. Shit. Heb ik er nu voor gezorgd dat het deze keer wel lukte? 
Tranen druppelen over mijn wangen en ik moet even gaan zitten om dit te bevatten. Ik kan het niet geloven.
‘Het spijt me dat ik dit moet vertellen, maar ik dacht dat je het wel wilde weten. Of ja, wilde… Niet dat…’
‘Nee, het is goed. Dankjewel dat je het me vertelt.’ Ongelovig staar ik voor me uit. Gino is dood.
Ik zie voor me hoe hij op het bed lag in het hotel. Zijn kraaienpootjes en die lachrimpel. Zijn donkere haar en donkere ogen. De hand die op mijn buik lag en de eerste schopjes die hij voelde. 
Als vanzelf leg ik mijn hand op mijn buik en direct wordt er tegen geschopt. Tranen vloeien rijkelijk over mijn wangen en het duurt een hele poos voordat ik iets kan zeggen.
‘Hoe?’ vraag ik uiteindelijk stilletjes. 
‘Ik weet niet of…’ Ik kap Noor af.
‘Jawel, ik wil het weten.’ Ik kijk Noor streng aan.
‘Hij… Hij is van een rots gesprongen…’ Noor heeft het er ook moeilijk mee. ‘Ze hebben hem gevonden onder op het strandje. Een paar jaar gelden is daar…’
‘Een jong meisje naar beneden gesprongen,’ maak ik haar zin af. 
Verbaasd kijkt Noor op. ‘Hoe weet je dat?’ Ik haal mijn schouders op en zwijg. ‘Wacht hier even,’ zegt Noor en ze loopt weg. Niet veel later is ze terug met een envelop in haar hand. Ze reikt me de envelop aan.
‘Deze zat in een andere envelop die aan mij gericht was met de vraag of ik deze gesloten envelop aan je wilde geven als ik je weer zou zien. Hij droeg het bij zich toen…’ Noor klikt moeizaam. Ik pak de envelop met bevende handen aan en zie dat mijn naam erop geschreven staat. Voorzichtig maak ik hem open en haal er een briefje uit.

Aan mijn enige echte liefde die ik ooit gekend heb.

Ik weet niet zeker of je deze brief ooit zult ontvangen, maar ik heb er zo goed mogelijk voor gezorgd dat hij ooit bij je terecht zal komen. 

Ten eerste wil ik je zeggen: Sorry. Sorry voor dit. Sorry dat je dit nieuws moet horen. Sorry dat je geen afscheid hebt kunnen nemen, alweer niet. Sorry voor het verstoren van je leven, alweer. Sorry daarvoor.

Ten tweede: Dankjewel. Dankjewel dat je in mijn leven was. Dankjewel voor de mooie tijd die we samen hadden. Dankjewel dat je écht naar me luisterde. Dankjewel dat je mijn lichtpuntje was. Dankjewel.

En ten derde: Ik hou van je. Ik hou voor altijd van je. Ik heb geprobeerd je te vergeten, maar het lukte niet. Het lukte echt niet. I love you until the day I die.

Leef en ben gelukkig, dan zal ik dat ook zijn, waar ik ook ben.

Je was mijn alles.

Dankjewel.

Snikkend zit ik op de keukenstoel. De tranen druppelen op de brief en maken vlekken. Noor komt naast me zitten en slaat een arm om me heen. Dit moet een droom zijn. Het kan niet anders. 
‘Het spijt me zo,’ zegt Noor als ze met haar hoofd tegen het mijne leunt. ‘Het spijt me echt. Als ik iets voor je kan doen…’ 
Ik schud huilend mijn hoofd. ‘Nee, dank je.’ Snikkend geef ik haar de brief. Ze mag het lezen. 
‘Nee, dat is privé. Die is voor jou.’ Ze duwt mij hand weg en legt haar hand op mijn schouder. 
‘Wanneer is het gebeurd?’ vraag ik als het snikken minder is geworden.
‘Een paar weken geleden. Ik wilde het je niet via de telefoon vertellen, dus ik heb de brief bewaard tot je hier was.’
‘Ja… Dat is goed,’ zeg ik zacht. ‘Ik kan het gewoon niet geloven…’ Ik veeg de tranen van mijn wangen en kijk Noor aan. ‘Ik wist niet dat hij… dat ik… dat…’ De tranen komen weer opzetten ik huil uit bij Noor. 
‘Kom, ik ga je een lekker bad maken met lavendel, dat werkt ontspannend. Dan kunnen we daarna met z’n allen eten en mag je ons alles vertellen over de zwangerschap. Goed?’ Noor staat op en steekt haar hand uit. Ik pak hem aan en kom overeind.
‘Wil je alsjeblieft niets tegen Tristan zeggen?’ Ik kijk Noor vragend aan. ‘Ik weet nog niet of ik wil dat hij dit weet. Het gaat allemaal zo goed en ik wil het niet verstoren. Ik wil ook niet liegen, maar ik denk niet dat het iets aan onze relatie toevoegt als ik dit vertel.’
‘Weet je dat zeker?’ Noor kijkt me met een opgetrokken wenkbrauw aan. 
‘Voor nu wel. Misschien dat ik het later vertel, maar ik moet het eerst zelf verwerken.’
‘Oké.’ Noor knikt en we lopen naar de badkamer. Daar laat Noor het bad vollopen en gooit er wat vers geplukte lavendel in. ‘Probeer een beetje te ontspannen.’ Noor knipoogt en sluit dan de deur.