Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#1 Achter de bergen

Terwijl de après-ski muziek tegen de wanden van mijn brein lijkt te bonken, kijk ik naar haar lange, blonde haren die meebewegen met haar ritmische dansbewegingen. Ik ben haar gaan haten sinds het moment dat ik het hoorde. Ik ben alleen een te slap watje om het haar te zeggen. Met een zucht kijk ik van haar weg. Terwijl ik me omdraai op mijn barkruk vang ik de blik van iemand die naar me staat te kijken. Ik negeer hem en staar naar mijn cola.  Ik heb helemaal geen zin om hier te zijn. Niet met haar. En ook niet met hem. Ik had gewoon thuis moeten blijven. Toch kan ik het niet laten om even te kijken of er net echt iemand naar mij keek en zo ja, of hij dat nog steeds doet. Ik draai me zo nonchalant mogelijk om. Shit! Geschrokken draai ik me terug. Ik voel dat ik een rood hoofd krijg. Oké, gewoon niet meer omkijken, dan is er niets aan de hand. Ik draai rondjes met mijn glas cola. Ik ben hier niet voor hem. De golfjes cola worden steeds wilder. Hebben ze soms eerst bedacht wat het slechtste moment ever was om dit nieuws te delen? Ik bedoel, wie denken ze wel dat ze zijn? Geërgerd kijk ik nogmaals naar Renate die heupwiegend op de dansvloer staat. Toevallig vang ik weer een blik op van die gast die net naar me keek en draai mijn gezicht snel weg. Hij ziet er goed uit. Een wit overhemd. Zwart, halflang, golvend haar. Donkere ogen, stoppelbaardje en een mooi gevormd, mannelijk gezicht.
‘Vette party, is het niet?’ Ik schrik op uit mijn gedachten als Thijn met zijn dronken gezicht voor me komt hangen met een lach van oor tot oor. Hij ruikt naar bier, sigaretten en zweet. Net boven zijn bovenlip zit een dun laagje schuim van het biertje dat hij in zijn rechterhand heeft. Zijn linkerhand steekt hij in de lucht en hij roept iets onverstaanbaars.
‘Thijn, rot op! Je stinkt!’ zeg ik en ik duw hem weg. Hij draait zich om, loopt naar de dansvloer en gaat helemaal los. Ik kijk zo onopvallend mogelijk of ik de onbekende, aantrekkelijke kerel nog zie staan, maar de plek waar hij net stond is leeg. Ik pak mijn colaatje, neem een slok en bekijk de dansende en drinkende menigte. Ongeveer vijfennegentig procent van alle mensen hier zijn Nederlands, ondanks dat we in Zwitserland zijn. Een echt vakantiegevoel heb ik dus niet. Niet dat die Nederlanders daar de oorzaak van zijn… Nee, dat heb ik aan Dennis en Renate te danken.
‘Hey, Laartje! Kom, doe ‘es mee!’ Pien trekt aan mijn arm. Ik verzet me. ‘Kom, doe nou niet zo vervelend!’ zegt ze en ze kijkt me aan met een pruilende onderlip. Ze kan zó goed zielig doen… ‘Alsjeblieft?’ Pien trekt haar wenkbrauwen op en houdt haar hoofd scheef. Ze lijkt een beetje op Billy, de boxer van mijn oude buurman, als ze zo kijkt. ‘Laartje…. Toe!’
‘Oké, oké!’ Ik rol met mijn ogen en zet mijn halflege glas cola op de bar. Misschien bots ik heel toevallig wel tegen mijn flirt aan? Ik loop achter Pien aan en beweeg automatisch mee op de muziek. Echt zin om te dansen hebt ik niet, maar ik heb nog minder zin in het gezeur van Pien wat ik me anders op de hals haal.
‘Ja, dansen!’ zegt Pien en ze gooit haar handen in de lucht. Het glas dat ze vast heeft glipt uit haar hand. Ik probeer het nog op te vangen, maar het lukt niet. De wodka-Redbull klotst over de rand, op mijn nieuwe blouse.
‘Pien!’ roep ik geïrriteerd. ‘Dit was een duur bloesje!’
Ze kijkt met grote ogen naar mijn blouse en dan naar mij terwijl ze haar hand voor haar mond houdt. ‘O sorry, Lara.’
‘Verdorie!’ zeg ik. Ik duw het glas terug in haar handen. Met grote passen loop ik naar de wc. In alle haast bots ik tegen iemand op.
‘Sorry!’ zeg ik gehaast zonder op te kijken wie ik net omverliep.
‘Geeft niet,’ hoor ik een stem zeggen. Ik sta abrupt stil. Er is iets met die stem. Hij klinkt… eh, ja, hoe? Apart. Anders dan anders. Zijn stem is laag, rustig en vriendelijk. Niet eens geërgerd omdat er zojuist een lompe koe tegen hem opliep. Hij klinkt heel… zen. Zou die stem horen bij… Ik draai me heel langzaam om. Shit, shit shitterde-shit. Ja dus.
‘Sorry,’ zeg ik nogmaals. Ik lach ongemakkelijk.
‘Gaat het met je?’ vraagt hij voorzichtig. Wat is het toch met mij? De vraag die hij zojuist stelde raakt me behoorlijk, want hij klinkt zo oprecht. Het gaat helemaal niet met me. Het gaat uitermate slecht vandaag. Ik zou Dennis en Renate wel kunnen vermoorden! Het liefste ging ik nu meteen naar huis. Er komt een kriebelend gevoel in mijn maag opzetten dat ik herken van alle keren dat ik in snikken uitbarstte. Ik haal diep adem.
‘Ja, prima,’ bluf ik en kijk hem aan. Het licht is minimaal in dit gedeelte van de kroeg, maar ik zie dat zijn donkere ogen me oprecht geïnteresseerd aankijken. Onbewust glimlach ik. ‘Het gaat wel,’ zeg ik nogmaals en ik sla mijn ogen neer. Ik wijs naar mijn blouse. ‘Mijn vriendin heeft haar drankje over me heen gegooid.’
‘Leuke vriendin,’ zegt hij en hij trekt één wenkbrauw een beetje omhoog. Ik glimlach.
‘Ze is toevallig wel mijn beste vriendin tegenwoordig,’ zeg ik en ik haal mijn schouders op. ‘Het ging per ongeluk.’ De man draait zijn hoofd een beetje.
‘Tegenwoordig?’ vraagt hij. Ik bekijk zijn gezicht. Hij heeft een echt mannengezicht. Hoekig, stoer en gewoon heel mannelijk. Dat stoppelbaardje staat hem uitstekend. Zijn donkere haren vallen nonchalant langs de zijkant van zijn hoofd. Heel even voel ik een ander soort kriebel in mijn maag opkomen, maar ik negeer het.
‘Lang verhaal…’ zeg ik en ik wuif met mijn hand. Ik draai me weer om en loop naar de wc. Het ruikt hier naar een typische kroeg-wc. Vies. Ik ga voor de spiegel staan en bekijk mezelf. Was die vent nu met me aan het flirten? Was het wel netjes om zomaar weg te lopen? Mijn ogen dwalen af naar de vlek. Ik pak een papieren handdoekje. Ik weet heus wel dat die vlek er niet uitgaat, maar toch dep ik met het doekje op mijn linkerborst. Stom feest! Ik heb hier helemaal geen zin in. Iedereen loopt een beetje blij te doen terwijl ik allesbehalve blij ben. Ik denk dat ik maar naar het hotel ga. Als ik nog één keer naar het kleffe gedoe van Dennis en Renate moet kijken ga ik kotsen. Ik bekijk mezelf nog één keer in de spiegel en loopt dan met grote passen naar de deur. Ik zeg Pien gewoon dat ik hoofdpijn heb en dat ik naar het hotel ga en dan ben ik weg. Ik heb rust nodig.

Met een ruk maak ik de deur open.
‘Dus ze was niet altijd je beste vriendin?’ Klinkt een zware stem.
‘Jezusmina!’ zeg ik geschrokken en ik grijp in een reflex met beide handen naar mijn hart. Hij staat er nog steeds. Hij heeft zijn armen over elkaar geslagen terwijl hij tegen de muur leunt. Op de achtergrond hoor ik de muziek spelen.
‘Hè?’ Ik kijk hem niet-begrijpend aan.
‘Je zei dat ze “tegenwoordig” je beste vriendin is…’ Het duurt even voordat ik doorheb waar hij het over heeft.
‘O!’ zeg ik en ik lach een beetje verlegen, want ik voel me nogal dom op dit moment.
‘Ik ben wel benieuwd naar het verhaal achter je tegenwoordig beste vriendin,’ zegt hij een beetje plagerig. Zijn ogen vangen die van mij en kijken me geamuseerd aan. Er staat een scheve lach om zijn mond die hem echt woest aantrekkelijk maakt. Ik schuif met mijn voet heen en weer en kijk hem vluchtig aan om vervolgens mijn blik weer op de vloer te richten.
‘Zoals ik al zei, het is een lang verhaal…’ zeg ik een beetje ongemakkelijk en ik maak aanstalten om door te lopen, maar hij verplaatst zijn gewicht op zijn andere been zodat hij nu recht voor me staat.
‘Ik heb tijd…’ zegt hij geduldig. Hij wrijft over zijn kin, steekt dan zijn handen in zijn broekzakken en kijkt me afwachtend aan. Hoe kan ik ooit nee tegen deze persoon zeggen? Ik vraag me serieus af of hij wel eens nee als antwoord krijgt. Dit is zo iemand die gewoon gedaan krijgt wat hij wil. Dit is iemand die geen nee accepteert. Dit is iemand die weet wat hij wil.
‘Ik eh… Ik wilde net naar mijn hotel gaan,’ probeer ik.
‘Wat toevallig,’ zegt hij geamuseerd. ‘Ik ook!’ Hij knipoogt. Ik voel iets geks opborrelen in mijn maag. Nu ik hier tegenover deze aantrekkelijke, onbekende man sta voel ik me des te meer een troosteloos geval dat het liefst onder de grond wil verdwijnen, omdat ze het niet aankan om haar ex met haar ex-beste vriendin te zien. Ergens voel ik een enorme drang om mijn verhaal te doen bij een onbekend iemand.  ‘Ik sta wel open voor een interessant verhaal,’ vervolgt hij. Er flitsen duizenden gedachten door mijn hoofd op dit moment en ik krijg het warm. Weet je wat? Ik ga het gewoon doen. Ik ga mijn verhaal delen met een wildvreemd persoon. Dat hij mega aantrekkelijk is, is een toevallige – niet per se erge – bijkomstigheid. Ik bedoel, het is niet zo dat ik gelijk met hem tussen de lakens duik of zo. Hij is gewoon oprecht geïnteresseerd in mijn verhaal en ik wil het graag delen. That’s it. Deze avond is momenteel zoiets de ergste avond van mijn leven. Twee minuten geleden zou ik het liefste mijn spullen gepakt hebben en naar huis zijn gereden. Het is dat ik geen rijbewijs heb, anders zou ik waarschijnlijk vanavond nog vertrekken. Dennis en Renate kunnen in de stront zakken. Iedereen kan in de stront zakken! Ik ga dit doen. Ik slik en kijk op naar de man.
‘Goed dan…’ zeg ik en ik lach een beetje ongemakkelijk. ‘Ik zal je mijn verhaal vertellen…’ Zijn rechtermondhoek trekt omhoog. Oef… Ik voel mijn hart overslaan. Hoe aantrekkelijk kun je lachen?
Hij zet een stap naar me toe en ik merk dat ik sneller ben gaan ademen. Dan steekt hij zijn hand naar me uit.
‘Nico,’ zegt hij. Ik kijk naar zijn lange, slanke vingers en pak zijn hand vast.
‘Lara,’ zeg ik.
‘Aangenaam, Lara.’
Misschien wordt het toch nog een leuke avond? Onze handen houden elkaar nog steeds vast. Ik voel mijn hand gloeien in de zijne. Langzaam laat ik zijn hand los. Nico draait zich om en gebaart dat ik voor mag gaan. Ik glimlach kort naar hem en loop voor hem uit. Plots voel ik twee handen op mijn schouders.
‘Ik zie je buiten wel,’ fluistert hij zacht in mijn oor. Hij is zo dicht bij me dat ik zijn aftershave ruik. Mijn god… Het scheelt niet veel of ik zak door mijn knieën. Nico loopt me voorbij en verdwijnt in de mensenmenigte. Ik kijk hem even na, maar ben tegelijkertijd opzoek naar Pien. Het duurt even voordat ik haar gevonden heb.
‘Daar ben je!’ zegt ze als ze me ziet. ‘Je had wel lang werk!’ Ik voel dat ik een beetje rood aanloop, maar ik kan met zekerheid zeggen dat Pien inmiddels genoeg wodka-Redbull gedronken heeft om het niet op te merken.
‘Pien, ik ga naar het hotel,’ roep ik in haar oor. De après ski muziek staat zo hard dat ik mezelf amper kan verstaan. Om me heen dansen een hoop dronken mensen en vanuit mijn ooghoek zie ik Renate en Dennis verliefd met elkaar dansen. Ze kunnen doodvallen. Hoe durven ze net nú dit nieuws bekend te maken? Ik kan toch geen kant op? Ik zit vast in de Zwitserse bergen. Negen dagen lang! Ze hadden op z’n minst kunnen wachten tot de laatste dag. Dan was mijn skivakantie tenminste niet verpest. Ik richt me weer tot Pien.
‘Wat?’ Pien kijkt me verbaasd aan. ‘Waarom?’ Ze trekt een lang gezicht.
‘Ik heb hoofdpijn!’ zeg ik en ik wrijf over mijn slapen.
‘O, echt?’ Pien kijkt me meelevend aan. ‘Weet je het zeker?’ vraagt ze nogmaals en ze neemt een slok van haar wodka Redbull. Ik knik. ‘Goed, ik maak het ook niet al te laat.’ Ze staart even voor zich uit. ‘Denk ik…’ voegt ze eraan toe en ze lacht. Ik geef haar een knuffel, pak mijn jas, muts en sjaal en loop de kroeg uit.