De plotselinge kou overvalt me. Ik rits mijn jas dicht tot aan mijn kin, sla mijn sjaal om en trek mijn muts iets verder over mijn oren. Ik sluit mijn ogen, haal diep adem en houd mijn adem even vast. Het gedempte geluid van de muziek maakt dat het lijkt dat ik doof aan het worden ben. Hier buiten is het zo stil. Ik blaas mijn adem langzaam uit. Vier tellen later adem ik weer diep in, houd hem vier tellen vast en blaas hem zes tellen uit. Deze ademhalingsoefening helpt me om weer in het hier en nu terug te keren als alles me een beetje te veel of te druk wordt. Ik wil een laatste keer inademen als ik een stem achter me hoor. Elk haartje op mijn lichaam schiet omhoog bij het horen van die stem. Hij is het. Het is Nico. Ik houd mijn adem vast en open mijn ogen. In het dal voor me zie ik de lampjes van het kleine dorpje waar we vanochtend naartoe zijn geskied.
‘Gelukt?’ vraagt hij. Ik laat mijn adem langzaam ontsnappen en draai me naar hem om.
‘Wat?’ Ik kijk hem vragend aan.
‘Je smoes.’ Nico houdt zijn hoofd een beetje scheef en kijkt me vragend aan. ‘Om met mij een nachtelijke wandeling te maken en mij het verhaal achter je tegenwoordige beste vriendin te vertellen.’ Hij knipoogt. Ik schiet in de lach.
‘Hoofdpijn…’ zeg ik trots. ‘Werkt altijd.’ Ik lach naar hem.
‘Je bent dus een goede leugenaar?’ vraagt hij en hij lacht terug.
‘Ach, het is een leugentje om bestwil, toch?’ Ik haal mijn schouders op en kijk Nico vragend aan. Hij knikt.
‘Klopt…’ zegt hij en hij knipoogt. ‘Dus…’ Nico stopt zijn handen in zijn jaszak en op dat moment zie ik pas dat hij helemaal geen dikke ski-jas draagt, maar een leren jack. ‘Vertel eens… Je vriendin. Hoe zit dat?’ Ik hoor wel wat hij zegt, maar verbaas me ondertussen over zijn kledingkeuze.
‘Zeg, heb jij het niet veel te koud met die jas?’ vraag ik. Nico lijkt verrast door mijn opmerking.
‘Nee. Ik heb het altijd erg warm.’
‘Zelfs hier? In de sneeuw?’ Ik kijk hem vragend aan.
‘Zelfs hier…’ is zijn antwoord. Ik kijk naar het wolkje dat tevoorschijn komt uit zijn mond als hij praat. Langzaam zet ik een paar passen in de richting van het hotel dat ongeveer een kwartiertje lopen is vanuit hier. De sneeuw kraakt onder mijn sneeuwlaarzen. Ik kijk naar Nico’s voeten. Hij draagt gympen. Vreemd.
‘Nee, ik heb geen koude voeten.’ Ik voel me betrapt als Nico dit zegt en kijk snel voor me.
‘Ik eh…’ Ik kan zo snel niets bedenken om te antwoorden.
‘Ik plaag je maar,’ zegt Nico en hij lacht kort. ‘Ik ben niet echt gekleed op deze omstandigheden nee, dat klopt.’ Hij laat een hand nonchalant door zijn haar gaan. ‘Ik was vanavond niet van plan om naar de kroeg te gaan, maar een vriend van me belde me en vroeg of ik even langs wilde komen. Hij zei dat hij hier te vinden was.’ Nico knikt naar de kroeg achter ons. ‘Ik ben hier op zakenreis, dus ik heb mijn ski outfit thuis gelaten,’ zegt hij en hij haalt nonchalant zijn wenkbrauwen op. Zó sexy! Ik krijg het warm.
‘Wat voor zaken doe je?’ vraag ik. Ik kijk hem vluchtig aan en richt mijn blik dan weer op het pad voor me.
‘Ik ben architect. Mijn opdrachtgever had een klus voor me in Zwitserland. Ik moet eerlijk zeggen dat ik weinig zin had om hier heen te gaan. Ik heb zelfs geprobeerd een collega naar Zwitserland te sturen, maar mijn opdrachtgever wilde per se dat ik ging.’ Nico haalt zijn schouders op en stopt met lopen. Als vanzelf stop ik ook en kijk hem vragend aan. ‘Nu ben ik blij dat ik gegaan ben, want anders was ik jou niet tegengekomen.’ Hij kijkt me diep in mijn ogen. Het lijkt een eeuwigheid te duren. Ik lach verlegen. Ik heb het zó ontzettend heet! Ik trek mijn sjaal iets verder naar beneden zodat mijn hals een beetje gekoeld wordt door de koude buitenlucht. Volgens mij raak ik verloren in zijn blik. Plots is de magie verbroken en loopt hij weer verder. Verward schud ik mijn hoofd. Wat was dat? Wat gebeurde daar?
‘Maar nu wil ik graag het verhaal horen van je vriendin. Je tegenwoordig beste vriendin.’ Hij kijkt me over zijn schouder vragend aan. Ik zet een paar snelle passen om weer bij hem te komen.
‘Goed dan,’ zeg ik. ‘Pien, mijn tegenwoordig beste vriendin, was er als enige voor me toen mijn wereld instortte.’
‘Dat klinkt niet als een leuk verhaal,’ constateert Nico.
‘Goed opgemerkt,’ zeg ik. ‘Maar jij wilde het per se horen,’ zeg ik plagend.
Nico glimlacht. ‘Klopt.’
‘Een jaar geleden, net voordat we met onze vriendengroep op skivakantie zouden gaan, bekende Dennis – mijn toenmalige vriend – al vier jaar een affaire te hebben.’
‘Wát?’ Nico stopt met lopen en kijkt me verbaasd aan.
Ik knik. ‘Met Renate… Al twaalf jaar mijn beste vriendin.’
‘Nee! Ga weg! Dat meen je niet!’ Nico kijkt me ongelovig aan.
Ik knik wederom en haal mijn schouders op. ‘Ze is mijn beste vriendin dus niet meer,’ vervolg ik mijn verhaal.
‘Nee, dat mag ik hopen! Wat een eikel!’ Het valt me op dat Nico zijn vuist balt.
‘Pien was de enige die me gesteund heeft. Ze is zelfs niet mee gegaan op skivakantie om mij bij te staan.’ In gedachten zie ik ons weer samen op de bank zitten. Ik rode, gezwollen, pijnlijke ogen van al het huilen. Pien met haar arm om me heengeslagen. Ze heeft me urenlang aangehoord. Ik kon alleen maar boos zijn, schelden en huilen. Pien was er. Ze deed verder niets dan luisteren en aanwezig zijn en dat vond ik zo fijn.
‘Dat zijn pas echte vrienden,’ stemt Nico in.
‘Ik heb een hele tijd geen contact met Dennis en Renate gehad, maar omdat we gezamenlijke vrienden hebben, is het af en toe onvermijdelijk dat we elkaar tegenkomen op bijvoorbeeld een verjaardag. Ik heb besloten mezelf eroverheen te zetten en me volwassen te gedragen. Ik heb het ze niet vergeven en dat zal ik ook nooit doen, maar inmiddels kan ik het aan om in één ruimte met ze te zijn. Tenminste… Tot vandaag…’ Ik voel de woede weer opladen, maar probeer me te beheersen. Ik wil niet in het bijzijn van Nico flippen om dit hele gebeuren, dus richt ik me op mijn omgeving. We moeten zo meteen die scherpe bocht nog, dan langs het kleine dennenbos en vanuit daar hebben we al zicht op het hotel. ‘Een uur geleden kondigden ze doodleuk aan dat ze gaan trouwen…’ zeg ik mat. Een koude wind komt opzetten. Ik duw mijn schouders omhoog en trek mijn sjaal weer wat strakker.
‘Wat een naaistreek,’ zegt Nico. Ik knik en moet dan ineens lachen. Hij zei het zo droog.
‘Inderdaad,’ zeg ik. Nico stopt ineens met lopen. Ik stop automatisch ook en draai me om. ‘Wat is er?’ Vragend kijk ik hem aan.
‘Lara?’ Hij pakt mijn schouders vast en kijkt me diep in mijn ogen. ’Ik beloof je plechtig dat die klootzak je nooit meer iets aan zal doen. Ik zal er persoonlijk voor zorgen dat niemand jou ooit nog zal kwetsen. Dat meen ik.’ Zijn ogen staan strak op de mijne gericht en ze lijken donkerder dan in de kroeg. Ik voel het gewicht van zijn handen op mijn schouders drukken. Ik wil iets zeggen, maar weet niet wat. Hij kent Dennis niet eens, dus waarom zegt hij dit eigenlijk? Hij kent mij niet eens…
‘Oké,’ zeg ik uiteindelijk een beetje overdonderd door zijn reactie. Ik lach kort. Nico laat mijn schouders los en vormt zijn arm zo dat ik de mijne erin kan haken.
‘Kom, dan breng ik je naar je hotel. Dan kun je lekker rusten. Misschien dat die hoofdpijn van je dan weggaat,’ zegt hij plagend. Ik schiet in de lach en haak mijn arm in de zijne. We lopen de scherpe bocht om en komen bij het kleine dennenbos.
‘Die dennenbomen ruiken altijd zo lekker, vind je ook niet?’ vraag ik aan Nico en ik haal diep adem.
Nico knikt instemmend. ‘Vooral als het geregend heeft,’ zegt hij.
‘Ja! Dan ruikt het nog duizend keer lekkerder!’ Ik glimlach naar hem. Heel even valt mijn oog op iets dat niet thuis hoort in dit stuk natuur, maar Nico leidt me af met de vraag of hij misschien morgen langs mag komen om gezellig wat te drinken.
Ik kijk hem aan. ‘Eh… ja, dat kan denk ik wel,’ zeg ik terwijl ik nadenk wat ook alweer de planning voor morgen was. Ik kan geen reden bedenken om het niet te doen, al lijk ik er blijkbaar toch naar te zoeken. Het voelt een beetje tegenstrijdig. Misschien komt het omdat ik deze vreemde man pas net ken en hij nu al iets met me wil drinken. Misschien komt het ook omdat ik het gek vind dat iemand zoals hij iets met míj wil drinken. Ik bedoel, laten we eerlijk wezen… Hij is out of my league, dus ik voel me vereerd. Dit soort mannen spreekt mij normaal niet aan.
‘Tja, ik zou vanavond ook wel iets met je willen drinken,’ zegt hij een beetje uitdagend. ‘Maar je hebt hoofdpijn.’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Dus je moet rusten.’ Ik kijk hem aan en schiet in de lach.
‘Weet je?’ Ik haal diep adem. ‘Die frisse lucht heeft me goed gedaan.’ Ik laat even een stilte vallen en kijk hem speels aan. ‘Mijn hoofdpijn is verdwenen,’ zeg ik. Ik wacht zijn reactie af. Ondertussen kriebelt het in mijn maag. Leuke kriebels.
‘Nou in dat geval…’ Nico knipoogt en trekt me iets dichter tegen zich aan met zijn arm. Ik glimlach. Dennis kan doodvallen. Ik loop hier met de meest aantrekkelijke man ooit. Wacht maar tot hij dat ziet. Dan wordt hij vast jaloers! Precies op dat moment besluit ik er gewoon helemaal voor te gaan. Vandaag gaan alle remmen los. Wat gebeurt dat gebeurt. Wil het toeval dat we elkaar zoenen? Nou dan is dat zo. Gaan we misschien verder dan zoenen? Prima. Ik leef maar één keer en ik hang al lang genoeg in de nasleep van mijn relatiebreuk. Ik mag leven! Ik mag ook plezier hebben! Van die gedachte alleen al krijg ik een enorm goed gevoel en bergen energie. Er vormt zich een glimlach om mijn mond. Het valt Nico op.
‘Waar lach je om?’ vraagt hij.
‘O, niets. Binnenpretje,’ zeg ik plagend. Nico stopt met lopen, haakt zijn arm uit de mijne en kijkt me aan. Hij pakt mijn bovenarmen vast.
‘Ik weet dat je me letterlijk nog maar een paar minuten kent, maar vertrouw je mij?’ vraagt hij op een hele zachte toon.
Ik frons mijn wenkbrauwen even en denk na. ‘Eh, ik denk het…’ zeg ik nog steeds met een halve glimlach om mijn mond. Zou hij me willen zoenen? Nu? Dit is wel de perfecte plek natuurlijk… Niemand die ons ziet, de sterren stralen aan de heldere hemel, de geur van de dennenbomen… Kleine, witte wolkjes komen uit zijn mond. Mijn hart klopt sneller en de kriebels in mijn maag worden alleen maar heviger. Nico laat mijn bovenarmen los.
‘Sluit je ogen,’ zegt hij bijna fluisterend. Ik kijk hem kort aan en sluit dan mijn ogen. ‘Niet spieken,’ zegt hij.
‘Nee, ik spiek niet,’ beloof ik hem. Ik hoor zijn leren jas kraken. In de verte hoor ik een uil. Verder is het doodstil. Ik bevind me ergens tussen de drukke aprèski-wereld en het hotel, in een klein stukje niemandsland. Mijn hart klopt sneller en sneller en ik wacht totdat ik zijn lippen op de mijne zal voelen.
‘Weet je zeker dat je me vertrouwt?’ vraagt Nico nogmaals fluisterend. Ik knik. Ik voel zijn warme adem op mijn gezicht. Hij moet dichtbij zijn. Ik snuif de lucht op en ruik zijn aftershave. Dat betekent dat hij inderdaad dichtbij moet zijn. Het kost me heel veel moeite om niet toch te spieken, maar ik vind het te spannend om dit moment te verpesten. Ik sta op het punt om een mega lekkere man te zoenen.
‘Ben je er klaar voor?’ Zijn warme adem streelt mijn koude lippen. Ik glimlach en knik. Ik ben er meer dan klaar voor.
Het voelt anders dan ik me had voorgesteld. In plaats van twee warme, zachte lippen op de mijne, voel ik een pijnlijke steek in mijn nek. Ik open geschrokken mijn ogen. Nico kijkt naar me met een zielloze blik. Ik begrijp niet wat er gebeurt. Mijn blik glijdt omlaag naar iets dat hij in zijn hand heeft. Een spuitje. Met grote ogen kijk ik hem aan. Ik heb ineens moeite om mijn ogen open te houden. Mijn benen voelen slap. Ik ben moe en ik…