Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#8 Achter de bergen

Nico heeft zijn hand stevig om mijn bovenarm gevouwen en duwt me voor zich uit de kamer uit. Ik sta in de hal waar we ook binnenkwamen. Ik kijk naar rechts en zie de voordeur. Blijkbaar kan mijn innerlijke zelf zich nog niet neerleggen bij het feit dat ik door deze man ben ontvoerd, want ik trek me los uit zijn greep en ren de hal door naar de deur waar ik door naar binnen ben gekomen. Ja! Ik kan ontsnappen! Met beide handen druk ik de klink naar beneden. Op slot. Ik rammel aan de deur. De deur is op slot. 
‘Help! Help me!’ schreeuw ik naar de deur en ik sla op het matte glas in de hoop dat iemand me kan horen. Ik kijk vluchtig achterom, omdat ik bang ben dat Nico me achterna komt, maar hij staat aan de andere kant van de hal met zijn armen over elkaar geslagen te grinniken. Hij heeft niet eens de moeite genomen om achter me aan te komen. Hij wist dat ik niet weg kon. Verloren zak ik langs de deur omlaag en laat me jammerend op de grond vallen. Dit was dom. Dit had ik beter niet kunnen doen. Ik heb hem vast weer kwaad gemaakt. Nico loopt naar me toe, terwijl hij lachend zijn hoofd schudt. Hij zegt helemaal niets en dat vind ik nog angstaanjagender dan dat hij tegen me schreeuwt. Als hij recht voor me staat stopt hij. Uit zijn broekzak pakt hij een pasje en zwaait ermee voor mijn neus. 
‘Dit huis is beter beveiligd dan een gevangenis. Ik heb het zelf ontworpen. Je komt hier niet weg, tenzij ik dat toesta.’ Ik kijk naar het pasje en sla beschaamd mijn ogen neer. Nico pakt me op, hangt me over zijn schouder en draagt me de hal uit. Ik kan niets dan mezelf de schuld geven van deze domme actie. Wat dacht ik toch?
‘Trouwens, dat foutje wat ik gemaakt heb…’ begint Nico. Geeft hij nu toe dat hij een fout gemaakt heeft? ‘Dat is inmiddels ook opgelost,’ zegt hij zelfvoldaan. Ik vraag me af hoe hij dat in godsnaam gedaan heeft, maar ik houd mijn mond. ’Je hebt me aan het denken gezet en dat maakte dat ik mijn belofte waar heb gemaakt.’ Het is even stil.
‘Welke belofte?’ vraag ik tenslotte uit nieuwsgierigheid.
‘Dat zie je zo.’ Nico draagt me door het huis. Ik heb werkelijk geen idee waar ik me bevind. Dit huis lijkt wel een kasteel, zo groot. 
Nadat we een trap af zijn gelopen, zet Nico me eindelijk neer. Hij tast naar iets in zijn broekzak. Het is het pasje. Hij haalt het door een sleuf en ik hoor hetzelfde piepje als ik ook bij de voordeur hoorde. Langzaam duwt hij de deur open. In eerste instantie durf ik niet te kijken, maar Nico beveelt me naar binnen te lopen. Ik kijk voorzichtig naar de kamer. Verbaasd kijk ik voor me. Er staat een gigantische, doorzichtige, glazen kubus in deze ruimte. Links van me staan een stuk of vijf fitnesstoestellen opgesteld op een stuk vloer dat verhoogd is. Ik richt mijn aandacht weer op de enorme kubus. Hij is minstens twee meter hoog en ik schat zo’n drie meter lang en breed. Ik kijk achterom naar Nico, die alleen maar voldaan staat te glimlachen.
‘Wat vind je ervan?’ vraagt hij tenslotte.
‘Wat is dit?’ vraag ik voorzichtig. Nico buigt naar me toe en houdt zijn hoofd naast dat van mij terwijl hij zijn handen op mijn schouders laat rusten. 
‘Dit heb ik speciaal voor jou gemaakt,’ fluistert hij in mijn oor. De rillingen lopen over mijn hele lijf en ik voel een vreemd gevoel in mijn maag opkomen. Ik bekijk de kubus nauwkeuriger. Er staat een bed in. En een klein tafeltje met een stoel. ‘Voorlopig is dit je nieuwe thuis,’ zegt hij en hij knikt naar de kubus. Ik draai me geschrokken om.
‘Moet ik…’ Ik krijg de kans niet om mijn zin af te maken. Hardhandig duwt hij tegen mijn schouder en al struikelend beland ik in de kubus. Ik kruip zo ver mogelijk bij Nico vandaan, die stap voor stap dichterbij komt. Ik voel de wand van de kubus.
‘Het enige dat jij moet…’ zegt hij op een dwingende toon. ‘Is doen wat ik zeg. Begrepen?’ Met opgetrokken wenkbrauwen kijkt hij me aan. Ik knik zwijgend. ‘Mooi.’ Nico knikt tevreden. ‘Sta op!’ beveelt hij. Ik sta op. Nico bekijkt me aandachtig.
‘Het spijt me,’ zeg ik met een piepstemmetje. Ik krijg een klap in mijn gezicht. Geschrokken kijk ik naar hem.
‘Wat hadden we afgesproken?’ Ik kijk hem niet-begrijpend aan. ‘Wat hadden we afgesproken?’ Hopeloos probeer ik het antwoord te vinden, maar ik weet niet waar hij het over heeft. Nico grijpt mijn haren vast en trekt mijn hoofd naar achteren. Zijn gezicht hangt boven dat van mij. Zijn adem raakt mijn huid.
‘Wat hadden we verdomme afgesproken? Wanneer mag jij praten?’ Hij trekt nog wat harder aan mijn haar. Eindelijk begrijp ik waar hij op doelt.
‘Alleen als jij dat zegt!’ zeg ik snel. Nico briest en laat mijn haar los.
‘Inderdaad. Alleen als ik dat zeg! Begrepen?’ 
Ik knik. ‘Ja,’ zeg ik zacht.
‘Ik hoor je niet!’
‘Ja,’ zeg ik luider. ‘Ik begrijp het.’ Ik kijk hem aan. Mijn vochtige ogen maken het lastig om nog scherp te zien.
‘Mooi zo.’ Nico loopt een eindje van me weg en wijst naar de kubus waarin we ons bevinden. ‘Het is een geluiddicht ontwerp. Niet dat iemand je ook maar zou kunnen horen, mocht je het in je hoofd halen om nogmaals om hulp te roepen, maar het leek mij wel een handige bijkomstigheid.’ Voorzichtig kijk ik beter om me heen. ‘En dit,’ hij wijst naar de fitnessapparaten. ’Is mijn privé sportschool.’ Onbewust kijk ik naar zijn lichaam en nu begrijp ik hoe hij er zo uit kan zien. Hij heeft gewoon zijn eigen sportschool gebouwd.
‘Zoals ik al zei op de avond dat ik je voor het eerst zag, ik ben een architect. Ik heb dit huis helemaal zelf ontworpen. Zelf gebouwd. Zo kon ik precies maken wat ik wilde hebben.’ Nico draait zich om en kijkt naar me. ‘Ik was alleen nog op zoek naar de juiste kandidaat voor dit project.’ Hij knikt wederom naar de kubus en lacht zelfverzekerd. ‘Ik wist niet dat de kans zich al zo snel zou voordoen. Ik ben pas twee weken klaar met de bouw van dit meesterwerk,’ zegt hij tevreden. Nico loopt weer naar me toe. Stap voor stap. Hij laat zijn blik niet los. Zijn ogen doorboren de mijne. Ik voel mijn hart in mijn keel kloppen. Als hij nog maar een centimeter of dertig van me verwijderd is blijft hij staan. Ik ruik zijn aftershave weer. Mijn ademhaling versnelt en ik voel me letterlijk en figuurlijk gevangen door Nico. Hij staat veel te dichtbij. Ik vind dit niet prettig, maar ik kan geen kant op. ‘Ik heb eindelijk gevonden naar waar ik al zo lang naar verlang.’ Zijn rechter mondhoek trekt omhoog. Op datzelfde moment veegt hij met de achterkant van zijn vingers over mijn wang. Ik draai mijn hoofd weg, maar hij pakt mijn kin beet en draait het terug. ‘Je bent perfect!’ Hij kijkt me strak aan. ‘Jij bent alles waar ik al zo lang van droom…’ Mijn hart bonkt in mijn keel. ‘Ik heb alles… Vrienden, een geweldig groot huis, geld als water. Ik kan kopen wat ik wil. Alles. Alles heb ik, behalve iemand zoals jij…’ Hij houdt zijn hoofd een beetje scheef. ‘Iemand die helemaal voor mij is… Dat miste ik nog.’ Zijn gezicht is nog maar een paar centimeter van het mijne vandaan. Ik haal schokkerig adem en voel de tranen achter mijn ogen prikken. ‘Jij bent mijn trofee, Lara. Jij bent de kers op de taart. Jij maakt mij compleet. Jij bent dat kleine puzzelstukje dat ik nog miste. Jij.’ Nico laat mijn kin los en zet allebei zijn armen naast mijn hoofd tegen de glazen wand. Hij kijkt op me neer. Ik voel me kleiner en machtelozer dan ooit. ‘Jij gaat mij voorzien in mijn laatste behoeften.’ Ik kijk hem angstig aan. Mijn ademhaling is inmiddels zo snel dat ik bang ben dat ik ga hyperventileren. ‘Jij bent van mij, Lara. Helemaal van mij en je gaat alles doen wat ik je zeg. Is dat duidelijk?’ Ik knik en voel een traan over mijn wang rollen. Nico veegt hem weg met zijn duim. ‘Je hoeft niet te huilen,’ zegt hij zacht. ‘Je bent hier veilig. Niemand zal je vinden. Niemand.’ 
Die woorden doen pijn. Heel veel pijn, want ik geloof er namelijk in. Ik denk dat hij gelijk heeft. Dit is niet zomaar iemand die een vrouw van straat plukt. Hij heeft dit goed gepland, anders zou hij zoiets als dit niet kunnen bouwen. 
‘Laat me alsjeblieft gaan,’ zeg ik en ik begin te snikken. ‘Alsjeblieft? Ik zal niemand zeggen wat er gebeurd is…’ Ik kijk hem smekend aan. 
Nico lacht. ‘Kindje toch…’ Hij pakt de zijkant van mijn gezicht vast en kijkt naar me. ‘Ik laat je niet gaan. Nooit meer. Jij en ik zijn nu samen. Samen één.’ 
Ik schud met mijn hoofd. ‘Nee…’ jammer ik. ‘Alsjeblieft? Ik… Ik moet…’ Nog voordat ik mijn zin af kan maken krijg ik een klap.
‘Jij moet doen wat ik zeg en verder helemaal niets! Is dat verdomme duidelijk?’ Nico schreeuwt naar me. Ik duik ineen en zak naar de grond. Mijn armen houd ik voor mijn hoofd. ‘Je bent mijn eigendom, Lara. Ik kan doen met je wat ik wil! Zeven jaar lang ben ik bezig geweest met dit hele project. Zeven jaar van mijn leven heb ik voor jou gegeven! Dit huis is als een fort! Je komt er niet in of uit, tenzij ik dat toelaat. Begrijp je me?’ Nico hurkt voor me neer. Ik knik snel. ‘Goed, dan heb ik nog een kleine verrassing…’ zegt Nico en hij draait zich om. Ik ben opgelucht als hij wegloopt. Ik volg hem met mijn ogen en zie dat hij naar een tafeltje loopt dat naast de kubus staat. Er staat een doosje op. Hij pakt het doosje en komt terug. ‘Dit is voor jou,’ zegt hij en hij zet het doosje voor me neer. Ik kijk hem vragend aan. Nico knikt naar het doosje. Met bevende handen pak ik het op en vouw het open. Een rode, satijnen doek glimt in het licht dat erop schijn. Ik kijk naar Nico op, die voldaan toekijkt. Langzaam til ik de satijnen doek op. Er ligt een kaartje of iets in. Ik pak het er voorzichtig uit en draai het om. Het is een foto. Geschrokken laat ik hem vallen en kruip gillend zo ver mogelijk bij de foto vandaan. Ik wil er niet naar kijken. Nooit meer! Mijn hoofd bonkt. Mijn hart klopt in mijn keel. Het bloed suist in mijn oren. Nico staat te lachen. Ik sla mijn handen voor mijn gezicht en huil. Ik huil zoals ik nog nooit gehuild heb. 
‘Ik heb je toch plechtig belooft dat ik ervoor zou zorgen dat die klootzak je nooit meer zoiets aan zou doen?’ Nico klinkt voldaan. ‘Ik heb mijn belofte waargemaakt. Hij zal je nooit meer kwetsen. Nooit meer.’
Dit kan niet. Dit kan niet waar zijn! Onmogelijk! Ik kan niet geloven dat hij Dennis… Dat hij… Dat Dennis… Huilend schud ik mijn hoofd. 
‘Je hebt Dennis vermoord!’ zeg ik jammerend. ‘Klootzak!’ schreeuw ik kwaad. Nico lacht. 
‘Ik kom mijn beloftes altijd na, Lara. Altijd!’
‘Ik heb je nooit om zoiets gevraagd!’ zeg ik verontwaardigd. 
‘Tja, ik heb het probleem met je verdwijning in elk geval opgelost. Je wordt nu gezocht voor moord!’ Nico lacht zelfvoldaan. Met open mond kijk ik hem aan. Dit meent hij niet. Dit kan niet! 
‘Zoiets zou ik nooit doen!’
‘Blijkbaar wel…’ Nonchalant haalt Nico zijn schouders op. ‘Ik heb een aantal factoren toegevoegd, zoals een klein beetje van je bloed en een paar huidcellen onder de nagels van Dennis. Toen je gedrogeerd was, heb ik een en ander voorbereid, mocht de nood aan de man zijn en zo zie je maar weer: het komt nu al goed van pas. Jij kon Dennis niet uitstaan voor wat hij je aangedaan had en raakte met hem in gevecht. Jammer genoeg verloor hij. Je hebt een motief en bovendien zitten er DNA-sporen van jou op zijn lichaam. Lijkt me een duidelijke zaak voor de politie. Jij bent niet langer een vermist persoon, maar een gezocht persoon, Lara.’ Nico klakt met zijn tong en schudt met zijn hoofd. ‘Stoute meid…’
‘Je bent gek! Je bent echt gek! Ik zou Dennis nooit vermoorden! Nooit! Dat weet iedereen!’
‘De bewijzen zeggen iets anders…’ Nico lacht voldaan. Ik heb geen weerwoord meer. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Hij heeft gelijk. Tenminste, als het waar is dat hij mijn DNA-sporen op Dennis’ lichaam heeft aangebracht, word gezien als een moordenaar!
Ik word kwaad en sta op. Ik ren naar Nico toe en wil hem slaan, maar hij houdt me tegen. Zijn hand grijpt mijn pols en draait mijn arm om. Ik kan niet anders dan me omdraaien, anders breekt hij mijn arm.
‘Dat had je gedacht, schat,’ zegt Nico fluisterend in mijn oor. Met zijn andere hand drukt hij mijn lijf tegen dat van hem. ‘Je bent misschien een moordenaar, maar mij kun je geen pijn doen. Je bent geen match voor mij.’  Ik draai mijn hoofd weg. ‘Oh, Lara toch…’ Nico snuift in mijn nek en laat me abrupt los. Hij zet een paar passen bij me vandaan en slaat dan lachend de deur van de kubus dicht.