Ik word uit mijn gedachten gerukt, als mijn lijf met een plof op de grond terecht komt. Ik kijk versuft om me heen. Nico loopt weg. Hij is blijkbaar klaar met zijn marteling. Tom komt naar me toe en maakt de ketting los. Zijn sterke armen tillen me weer op en dragen me mee. Ik kijk hem even aan, maar verdwijn weer in gedachten. Het is fijn daar aan het strand. Ik zie nog net een klein stukje zon in de zee zakken. Er blijft niets over dan een oranje gekleurde lucht en het water dat golft. Ik hoor de zee. Ik ruik de lucht. Kon ik hier maar voor altijd blijven.
Ik kom langzaam terug op aarde. Tom draagt me, via een onbekende weg, terug naar de kubus, waar hij me op bed neerlegt. Als ik lig, voel ik Toms handen aan mijn enkels.
‘Laat me met rust!’ zeg ik half verdoofd. ‘Ik kan niet meer. Alsjeblieft.’
‘Lara, ik maak je voeten los,’ zegt Tom rustig. ‘Ik ga je geen pijn doen.’ Hij kijkt me even aan. Ik sluit mijn ogen weer. Ik ben zo moe… En ik heb pijn…
Tom maakt mijn enkels los en daarna mijn polsen. Ik ben te slap om te bewegen.
‘Het spijt me,’ zegt Tom. Enigsinds verbaasd kijk ik naar hem op. Ik ben plotseling weer alert door die opmerking. Het lijkt wel alsof hij het meent, maar ik trap er niet in. Echt niet. Ik voel voorzichtig aan de snee die over mijn buik loopt.
‘Het is maar een sneetje. Het is niet diep,’ zegt Tom en knikt naar mijn buik.
‘Het is maar een sneetje? Het doet anders wel pijn! Ik ben net half open gesneden door die eikel! Jullie zijn echt gek! En jij, ik dacht dat ik je kon vertrouwen… Ik voelde me veilig en kijk waar dat mij gebracht heeft!’ Ik snuif kwaad en draai mijn gezicht van hem weg. Er komt geen reactie.
Tom haalt iets uit zijn broek tevoorschijn. ‘Ken je deze nog?’ Tom kijkt naar de spuit en dan naar mij.
‘Hier word je rustig van.’ Tom reikt naar mijn arm, maar ik trek hem weg.
‘Ga weg, Tom, niet doen! Ga weg. Waarom? Ik doe toch niets?!’ Tom prikt de spuit in mijn nek. Het is te laat… Hij laat me los en ik voel een rare tinteling in mijn vingertoppen en daarna in mijn tenen. Langzaam beginnen mijn armen en benen te tintelen en daarna voel ik niets meer. Helemaal niets.
Ik word wakker in een badkuip met warm water. Heel even weet ik niet waar ik ben, maar al snel herinner ik me de kelder. Hoe kom ik in bad? Lig ik hier al lang? Ineens schrik ik van een beweging naast me. Het is Tom. Zou hij me in bad hebben gelegd? Snel voel ik of ik nog iets aan heb. Ja! Mijn ondergoed! Tom heeft een tijdschrift vast. Hij zegt niets, kijkt me alleen aan met een vreemde blik.
‘Lig ik hier al lang?’ vraag ik hem. Hij haalt zijn schouders op. ‘Wat doe ik hier? Wat is er gebeurd?’ Tom klapt zijn boekje dicht en laat het op de grond vallen. Ik schrik van het geluid.
‘Nadat ik je verdoofd had, kwam Nico en hij zei dat ik je moest opknappen. Hij wilde niet, om hem even te quoten: “dat er zo’n smerig kreng in zijn huis ging wonen”, dus moest ik je in bad doen.’ Ik kijk hem angstig aan. Hij kan van alles met me hebben gedaan.
‘Geen zorgen. Er is niets gebeurd…’ Hij kijkt me doordringend aan. Ik knik voorzichtig, haal diep adem en zak even helemaal onder water. Ik hoor alleen mijn eigen hartslag kloppen. Ik geniet van deze vreedzame stilte onder water. Boven water is mijn leven een hel. Hier beneden niet. Het is hier rustig, net zoals op het strand…
Na een paar seconde kom ik weer boven. Tom heeft een handdoek vast.
‘Hier, droog je af. Joris komt zo je wonden verzorgen.’ Ik knik en pak de handdoek aan. ‘Daar liggen nieuwe kleren, die kun je aantrekken.’ Tom knikt naar het stapeltje kleding dat op een krukje naast de wasbak ligt en loopt dan weg. Ik ben blij dat hij me alleen laat terwijl ik me moet afdrogen. Ik trek de stop uit het bad, laat het water weglopen en spoel het laatste schuim van me af. Nu pas zie ik de sneeën op mijn lijf. Ergens ben ik blij dat ik verdoofd was toen ik in bad gelegd ben, want het zal zeker pijn gedaan hebben toen er water aan die wonden kwam.
Ik stap uit bad, doe mijn natte ondergoed uit en droog me af. Overal waar een snee zit ga ik voorzichtig met de handdoek langs de wond en dep het droog. Ik ga voor de spiegel staan en bekijk mijn lichaam. Verschillende sneeën lopen in rechte lijnen over mijn lichaam. Ze zijn gelukkig niet diep, maar dat wil niet zeggen dat het minder erg is. Er loopt ook een snee op mijn wang. Allemaal Nico’s schuld. Hij heeft me verminkt. Voorzichtig voel ik aan de wond op mijn wang. Ik draai me om en kijk over mijn schouder naar de spiegel. Ik schrik. Een enorme rode streep loopt vanaf mijn rechterschouder schuin over mijn rug. Hij is minstens dertig centimeter lang. Voorzichtig droog ik me verder af en doe het ondergoed aan wat klaarligt. Een zwarte, gladde bh en een zwarte slip.
’Lara, ik kom nu binnen,’ hoor ik Joris zeggen. Automatisch sla ik de handdoek om me heen.
Joris komt de badkamer binnen met een verbandtrommel. Hij bekijkt me van top tot teen.
‘Laat die handdoek maar even zakken,’ zegt hij en hij loopt naar me toe. De verbandtrommel zet hij op de wasbak. Ik houd de handdoek stevig tegen mijn bovenlijf gedrukt. ‘Ik zie dat je je ondergoed al aanhebt, Lara, dus je kunt die handdoek laten zakken.’ Aarzelend laat ik hem zakken. ‘Goed zo,’ zegt Joris met een scheve lach. Hij neemt me even in zich op en maakt dan de verbanddoos open. Ik volg elke handbeweging die hij maakt. ‘Draai eens even om,’ zegt hij en hij maakt een kringetje met zijn vinger. Langzaam draai ik me om. ‘Hm, ja. Deze moet ik even bij elkaar plakken, hij is dieper dan die andere.’ Joris laat zijn vingers langs de snee over mijn rug lopen. Ik trek mijn rug hol. Moeizaam probeer ik mijn angst weg te slikken.
‘Gaat het pijn doen?’ vraag ik zacht.
‘Nee, ik gebruik een aantal zwaluwstaartjes, die zouden de boel bij elkaar moeten houden. Hechten lijkt me niet nodig. Gelukkig voor jou.’ Via de spiegel zie ik dat Joris naar me knipoogt. Ik laat hem zijn werk doen.
‘Ik heb een speciale olie in het bad gedaan, zodat je wonden goed schoon zijn geworden en ze snel zullen genezen,’ verklaart Joris. Goh, dat is dan weer iets dat ik niet verwacht had… ‘Je zult de eerste dagen wel wat last hebben van de wonden, met name deze op je rug, want die is iets dieper, maar daarna zullen ze goed herstellen.’ Ik moet het maar geloven en laat Joris ondertussen zijn werk doen.
‘Zo, deze is klaar,’ zegt Joris tevreden. Hij draait me aan mijn armen om, hurkt voor me neer en bekijkt de snee op mijn bovenbeen en buik. Ik voel me extreem ongemakkelijk nu ik in mijn ondergoed voor Joris’ neus sta, maar ik probeer zo kalm mogelijk te blijven.
‘Hij heeft je flink te pakken gehad,’ zegt Joris terwijl hij de wond op mijn been ook met zwaluwstaartjes beplakt.
Ik slik moeizaam. De beelden van Nico die het mes over mijn wang haalt doemen op. Tranen prikken achter mijn ogen.
Joris kijkt naar me op. ‘Je moet niet proberen te ontsnappen, Lara. Kijk wat het je oplevert. Alleen maar ellende…’ Joris schudt met zijn hoofd. ‘Ik weet dat je denkt dat Nico een monster is, maar dat is hij niet. Je moet alleen doen wat hij zegt, dan is er niets aan de hand. Hij is best wel een aardige kerel.’
‘Als vriend misschien…’ zeg ik bijna onverstaanbaar. Joris stopt met wat hij aan het doen is en kijkt me aan.
‘Luister, ik zal niet zeggen dat je je in de meest ideale situatie bevindt, maar ik kan je wel zeggen dat het vele malen erger had kunnen zijn.’ Joris kijkt me strak aan. ‘Je had in de prostitutie terecht kunnen komen. Je had in een hokje van twee bij twee in een koude kelder kunnen zitten wegkwijnen… Echt, je hebt het getroffen met Nico. Als jij gewoon doet wat hij van je verlangt, kun je hier gewoon vrij rondlopen door het hele huis.’
‘Vrij?’ Ik kijk hem ongelovig aan. ‘Ik ben niet vrij. Ik ben gevangen!’
‘Het is maar hoe je het bekijkt,’ zegt Joris en hij haalt zijn schouders op. ‘Zo, dit is ook klaar. De andere wonden helen vanzelf.’ Joris staat op en klapt de verbandtrommel dicht. ‘Je kunt je kleren aandoen en dan wil Nico je spreken in de keuken. Weet je hoe je daar komt?’ Joris kijkt me vragend aan, maar ik reageer niet. ‘De trap af, dan naar rechts en dan de deur recht vooruit, daar is de keuken.’
Ik knik afwezig. Joris draait zich om en loopt weg. De badkamerdeur laat hij open staan. Vrij… Hoe kan hij nu zeggen dat ik vrij ben? Ik ben alles behalve vrij. Ja, het had misschien erger gekund, maar dat wil niet zeggen dat dit niet erg is! Ik ben plotseling uit mijn leven geplukt en nu wil een wildvreemd iemand dat ik de rest van mijn leven met hem doorbreng? Waarom?
Terwijl ik me aankleed, vraag ik me af wat Nico tegen me zal zeggen. Zou hij zijn excuses aanbieden? Vast niet. Ik zucht en trek moeizaam de trui aan. Elke beweging doet pijn. Is het niet de wond aan mijn rug, dan is het die aan mijn been of arm. Als ik aangekleed ben loop ik naar de gang. Ik kijk om me heen. Er is niemand. Langzaam loop ik de trap af. Ik kijk naar de voordeur. Nee, ik durf het niet te riskeren. Ik wil niet nog een keer zo behandeld worden als daarstraks. Ik draai de voordeur de rug toe en loop langzaam naar de keukendeur. Ik aarzel even als ik voor de deur sta, aangezien ik geen idee heb wat me te wachten staat, maar voorzichtig pak ik de klink vast, duw hem naar beneden en open de deur. Ik zie niemand. Ik hoor wel een geluid dat uit een tv lijkt te komen. Langzaam zet ik een stap naar voren. Ik sta in de keuken en kijk om me heen. Ik kijk naar rechts en schrik van Nico die me strak aankijkt. Ik weet niet wat ik moet doen. Moet ik hier wachten? Moet ik naar hem toe lopen. Moet ik iets zeggen of juist niet?
Nico wenkt dat ik zijn kant op moet komen. Voorzichtig loop ik zijn kant op en kijk rond in de ruimte. Er staat een grote witte hoekbank in het midden van de ruimte. Er ligt een harige deken op. Aan mijn rechterkant hangt een enorme tv aan de muur. Het lijkt wel een bioscoop. Tussen de bank en de tv in staat een hele lage tafel. Een zwarte. Er staat een schaaltje met chocolaatjes, chips, borrelnootjes en worstjes op en twee flesjes bier. De flesjes staan voor Joris en Tom. Nico heeft geen flesje voor zich staan.
Ik ben inmiddels bij de rand van de bank. Het valt me op dat er ook een groot, harig kleed op de grond ligt. Nico klopt op zijn schoot. Hij kijkt naar de tv. Er is een of ander sportprogramma op. Nico klopt nog een keer op zijn schoot. Wil hij dat ik bij hem op schoot kom zitten? Dat wil ik helemaal niet, maar ik wil ook geen stennis meer schoppen. Een beetje huiverig ga ik eerst voor hem staan. Hij gebaart dat ik met mijn benen naar de rechter kant moet gaan zitten. Ik weiger. Ik wil niet. Nico klopt nog een keer, maar nu met een strenge blik op zijn gezicht. Ik ga langzaam zitten. Ik voel me extreem ongemakkelijk.
‘Brave meid. Heb je lekker gebadderd?’ Hij wrijft over mijn rug en ik trek mijn rug hol.
‘Oh, sorry, je zult er wel last van hebben, of niet?’ Wat een idiote vraag! Natuurlijk heb ik dat! ‘Zeg, schat, ga eens even wat te drinken pakken in de keuken.’ Nico knikt in de richting van de keuken. ‘In de koelkast staat een fles wijn. Pak die maar. We hebben iets te vieren!’ Ik sta op, blij dat ik van zijn schoot af mag en loop naar de keuken. Onderweg kijk ik nog even om. Nico kijkt alweer naar de tv. In de keuken zoek ik naar de koelkast. Rechts naast mij is eerst een stuk aanrecht. Mijn oog valt op het messen blok dat ik eerder zag toen ik het koksmes gepakt heb. Er ligt een broodplank met een broodmes langs. Ik zou het mes kunnen pakken en… Nee Lara, even geen domme dingen doen nu. Naast het aanrecht staat een enorme Amerikaanse koelkast. Ik loop er heen en maak de deur open. Mijn hemel. Zo’n volle koelkast heb ik nog nooit gezien. Ik moet even zoeken en dan blijft mijn blik hangen op de fles wijn. Ik pak de fles en loop terug naar de kamer. Als ik bij de bank sta kijkt Nico naar me. Hij schudt zijn hoofd.
‘Wat moet ik nu met een fles wijn waar de kurk nog op zit? Tweede la van boven naast de spoelbak. Hup!’ commandeert hij en wijst naar de keuken. Ik draai me om en loop naar de la die hij beschreven heeft. Er ligt inderdaad een kurkentrekker. Ik zie het mes op de broodplank weer liggen. Ik pak de kurkentrekker uit de la en staar nog eens naar het mes, maar loop uiteindelijk door naar de kamer.
‘Goed zo! Goed gedaan. Nu moet ik natuurlijk nog iets hebben om het in te schenken. Ik wil niet als een ongemanierde vent aan de fles lurken.’ Hij knikt weer met zijn hoofd in de richting van de keuken. Ik wacht tot hij me zegt waar de glazen staan, maar hij zegt niets en kijkt alweer vol aandacht naar de tv. Ik draai me verward om en loop voor de derde keer naar de keuken. Is hij soms weer een stom spelletje met me aan het spelen? Dit slaat echt nergens op. Hij is een ongemanierde vent, dus hij kan best uit die fles drinken. Ik begin me aan hem te irriteren. Ik kijk naar alle kastjes in de keuken. Het zijn er best veel. Waar zouden de glazen staan? Ik open het eerste kastje. Nee, niet hier. Hier staat alleen maar voorraad. Het tweede kastje. Ook niet. Ik loop verder. Het derde kastje. Nee. Ik zie het mes weer liggen en loop er naartoe. Mijn hand zweeft boven het mes, maar ik schrik op als Nico begint te roepen.
‘Krijg ik nu nog een glas of hoe zit dat?’ Ik trek mijn hand terug en open snel het vierde deurtje. Ja! Hebbes! Ik pak een glas en loop naar de kamer, maar voordat ik de keuken uitloop werp ik nog een blik op het mes. Zou Nico weten dat het mes op de broodplank ligt?
Als ik naast de bank sta, geef ik Nico het glas.
‘Dat werd verdomme tijd!’ zegt hij een beetje geërgerd.
‘Ik wist niet waar de glazen stonden. Je had me niets gezegd…’ zeg ik zacht en ik kijk naar de vloer, bang om hem aan te kijken.
‘Ja en? Denk je dat ik alles ga wijzen en uitleggen als jij daar behoefte aan hebt? Ik dacht het niet! Ik vertel je iets als ik dat wil, als ik denk dat jij daar behoefte aan hebt. Aangezien je een slimme meid bent, dacht ik dat je wel even in de kastjes zou kijken waar de glazen staan.’ Ik weet niets te zeggen. Ik durf ook niets te zeggen. Ik kijk snel naar Tom en vang zijn blik. Geschrokken wend ik de mijne af. Ondertussen maakt Nico de fles open.
‘Ga nog drie glazen halen!’ beveelt hij. Ik draai me om, loop naar de keuken, pak drie glazen uit het kastje en kom een beetje boos terug. Ik word gewoon als huisslaaf gebruikt. ‘Zet daar maar neer.’ Nico wijst naar de tafel. Ik zet de glazen neer. Nico schuift naar het puntje van de bank en schenkt de glazen vol met wijn en geeft Joris en Tom ook een glas.
‘Op mijn Lara, dat ze nog lang bij me mag zijn en goed mag luisteren.’ Hij knipoogt naar me. Iedereen proost met elkaar en ze drinken een slok wijn. Ze zijn op mij aan het toasten… Op mij! Dat ik hier lang mag blijven. Moet blijven! Ik wil hier helemaal niet lang blijven, maar op het moment zie ik geen andere uitweg dan eraan toe te geven. Ik wil geen pijn meer voelen, daar heb ik even genoeg van gehad vandaag.
‘Oja, Lara, ik heb nog iets speciaals voor jou!’ Nico schuift een klein beetje op en klopt op de bank. Ik moet naast hem gaan zitten. Gelukkig niet op zijn schoot. Ik loop voor hem langs en ga tussen Joris en hem in zitten. Nico legt een hand op mijn bovenbeen. Ik deins terug. Nico glimlacht. Ik kijk naar zijn hand. Hij beweegt heen en weer met zijn duim. Ik kijk naar zijn gezicht, dat weer op de tv is gericht en bekijk dan de rest. Allemaal staren ze naar die stomme tv. Nico zapt naar een andere zender. Het nieuws komt er op. Het is het Zwitserse nieuws. We zijn dus nog in Zwitserland. Dat stukje van de puzzel is opgelost. Ik voel een sprankeltje hoop door mijn lichaam schieten. Het voelt goed.
Nico, Joris en Tom kijken aandachtig naar het tv-scherm.
‘We beginnen het nieuws vandaag met de negenentwintig jarige Lara uit Nederland die verdacht wordt van de moord op Dennis S. Ze is nog steeds spoorloos.’ Ik kijk geschrokken op.