Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#19 Achter de bergen

Joris duwt me hardhandig op de stoel en maakt mijn armen en benen vast met de riemen die aan de stoel zitten. Daarna loopt hij naar een tafeltje waar een aantal spullen op liggen. Er staat ook een radio, zie ik nu. Joris duwt op een knop en er komt muziek uit de radio. Het is hele rustige muziek, net als je wel eens van die cd’s hebt met natuur geluiden en zo. Ik hoor vogeltjes fluiten en de wind waaien. Ik word er zenuwachtig van. Joris loopt weg en Nico komt naar me toe. Het enige wat hij doet, is heel gemeen lachen. Daarna geeft hij me een tik in mijn gezicht en loopt weer weg. Ik zit vastgebonden op de stoel en de muziek speelt door. Ik kijk angstig om me heen. Ik zie een emmer staan. Er staat een houten stoel in de hoek en er ligt een matras op de grond. Ineens ben ik zo ontzettend bang. Bang voor wat er gebeuren gaat. Als ik al die dingen in deze kamer zie, dan kan ik niet anders dan bang zijn. Hij gaat me pijn doen. Ik weet het zeker. Of zou Tom me redden voor het zover is? Dit zou wel een goed moment zijn… De cd speelt vrolijk verder en de muziek maakt me gek. De tijd tikt voorbij. Opeens vliegt de deur open. Nico staat in de deuropening. Hij heeft een ontbloot bovenlijf en draagt een joggingbroek. Ik zie zijn buik- en borstspieren rollen als hij beweegt. Ik word nog banger. Hij kijkt me strak aan. Hij gaat me pijn doen. Ik zie het in zijn ogen. Ik begin met mijn armen te draaien, probeer ze uit de riemen te krijgen, maar het lukt niet. Mijn benen dan. Ik wiebel wat heen en weer, maar het heeft geen effect. Ik zit vast. Inmiddels zijn Joris en Tom ook de kamer binnen gekomen. Tom werpt me een vluchtige blik toe waaraan ik kan aflezen dat hij even niet weet wat hij moet doen.
‘Lara. Wat er nu gaat gebeuren ga je je de rest van je leven nog herinneren, meisje.’ Nico komt naar me toe. Hij pakt mijn rechterhand vast en speelt met mijn vingers. Ik tril van angst. Nico lacht vermakelijk. 
‘Help! Help mij! Iemand! Help!’ schreeuw ik, maar niemand kan me horen. Ik kijk Tom aan. Het liefste zou ik hem om hulp vragen, maar dan zou ik alles verpesten, dan kom ik hier zeker niet meer weg.
‘Meisje, meisje toch. Er is niemand die je kan horen. Geloof me nu maar.’ Een scheve glimlach verschijnt om zijn mond. ‘Er is in de verste verte niemand die je hier hoort, al schreeuw je de longen uit je lijf.’ Ik kijk hem angstig aan. Ik wil iets zeggen, maar het gaat niet. Het lijkt wel alsof ik geen stem meer heb. Ik ben verdoofd van angst. ‘Ik heb je al eerder hardhandig aan moeten pakken, maar deze keer gaan we het met z’n allen doen. En we maken er een mooie film van. Leuk voor later!’ Nico knikt naar de camera. Er knippert een rood lampje. De camera staat aan. Hij heeft nog steeds mijn hand vast. ‘Als jij de held probeert uit te hangen, dan moeten we toch beter duidelijk maken dat dat niet de bedoeling is, schat.’ Ik hoor een akelig geluide en een pijnscheut schiet door mijn hand. Toen Nico het woord ‘schat’ uitsprak brak hij mijn pink. Ik schreeuw het uit van de pijn en huil. Ik kijk naar mijn hand. Mijn pink staat scheef, het doet enorm veel pijn. Tranen rollen over mijn wangen. Nico pakt mijn andere hand.
‘Nee, nee. Nico. Nee! Alsjeblieft…’ Angstig schuif ik op de stoel heen en weer. Ik kijk hem smekend aan, het doet hem niets. Hij geniet van mijn gesmeek. Snikkend zeg ik hem wel tien keer dat het me spijt. Nico blijft me aankijken en verroert geen vin. Hij geniet er duidelijk van. Gelukkig laat hij mijn hand los. Ik kijk naar Tom. Hij kijkt me aan en ik zie dat hij medelijden heeft. Als even niemand kijkt gebaart hij dat hij nu niets kan doen.
‘Jij gaat de dag van je leven beleven in deze kamer. Als je dat maar weet.’ Nico knikt. ’En die tranen, tja, die kun je achterwegen laten. Denk maar niet dat ik ook maar een héél klein beetje medelijden met je heb, schat. Echt niet. Ik ben nu eenmaal een crimineel. Ik ken niets anders dan geweld.’ Nico knikt naar Joris, die komt naar de stoel gelopen. Hij maakt mijn polsen en benen los. Ik ruik zijn aftershave terwijl hij me van de stoel hijst en me een harde duw geeft. Ik val tegen de bedbodem en beland op de grond.
‘Sta op!’ zegt Joris. Met samengevouwen armen kijkt hij op me neer. Heel langzaam sta ik op. Ik kan me niet afzetten met mijn rechterhand, want mijn pink doet zo ontzettend veel pijn. Ik probeer mezelf omhoog te hijsen aan de bodem van het bed. Als ik eenmaal sta, pakt Joris mijn linkerpols vast. Hij maakte hem vast aan de bedbodem. Dan mijn rechterpols. Mijn hele rechterhand klopt van de pijn. Daarna spuugt hij in mijn gezicht.
‘Ik wist al vanaf de eerste dag dat jij voor problemen zou gaan zorgen,’ fluistert hij in mijn oor en loopt dan weg. Joris pakt de emmer die ik eerder al had zien staan. Er zit water in. Joris gooit de emmer water over me heen. Koud, ijskoud! Ik haal schokkend adem. Joris draait zich om en loopt de kamer uit. Tom volgt. Nico blijft nog even staan. Angstig kijk ik hem aan. Hij draait hij zich ook om en loopt weg. Ik hoor de deur dichtgaan en een piepje. Voor het eerst ben ik blij dat piepje te horen. Het betekend namelijk dat de deur op slot is en dat ik alleen ben. Nico is weg. Hij is gelukkig weg.

Snikkend sta ik vastgeketend aan een bedbodem, overgoten met ijskoud water en een gebroken pink. En die muziek, die vogels! Ik houd van de natuur, maar ik word hier gek van! Ik wil die vogels niet vrolijk horen fluiten, want er is niets, maar dan ook niets om vrolijk om te zijn! 
Hoe langer ik hier sta, hou kouder ik het krijg. Ik sta te klappertanden en mijn hele lichaam rilt. Het is ijskoud. Ik heb al zeker twee keer hetzelfde liedje gehoord, dus de cd is al vaker afgespeeld. Mijn benen kunnen haast niet meer. Ik kan nog maar amper staan en mijn hand klopt van de pijn.
Ik wil met mijn gedachten weer naar het strand gaan, maar het lukt niet. Ik ben te bang. Ik ben zó bang voor wat nog komen gaat. Als ik naar de attributen in deze kamer kijk, dan zie ik het somber in. 
De deur wordt open gemaakt. Doodsbang kijk ik ernaar. Het is Tom. Godzijdank! Tom komt binnen, doet de deur achter zich dicht en loopt snel naar me toe. 
‘Lara. Ik… Ik wou dat ik je kon helpen, maar we moeten echt wachten tot we buiten zijn. Als Nico ons naar buiten laat, dan kan de politie ingrijpen. Ik vind het verschrikkelijk om je hier zo te zien.’ Tom pakt mijn hoofd voorzichtig vast en veegt de natte haren uit mijn gezicht. Hij heeft heerlijk warme handen. Ik zie dat hij naar mijn pink kijkt. ‘Lara, ik wist niet eens dat deze kamer bestond! Dit is de eerste keer dat ik hier kom. Ik zweer het je! Dit is ook nieuw voor mij. Toen ik al deze spullen hier zag…’ Hij maakt zijn zin niet af, kijkt me even aan en kijkt nog eens naar mijn pink. ‘Ik weet dat het pijn doet, maar die pink is zo weer de oude. Probeer je alsjeblieft niet te verzetten. Nico zal je alleen maar meer pijn doen.’ Ik kijk Tom aan.
‘Maar… Ik kan niet meer… Ik wil geen pijn meer.’ De woorden komen schokkend uit mijn mond.
‘Ik weet het, maar hoe graag ik het ook wil, ik kan je nu niet helpen. Nico en Joris zijn even de stad in, maar ze komen zo terug en ik ben bang dat Nico nog lang niet klaar is met je, maar je moet je sterk houden Lara. Alsjeblieft.’
‘Nee, ik kan het niet meer, Tom. Ik heb het koud, ik ben moe en ik heb pijn. Ik wil niet meer. Tom, alsjeblieft, maak me los. Laat me gaan. Je zei zelf dat er niemand is.’ Ik zie de twijfel in zijn ogen. Hij wil het wel, maar hij kan het niet. Hij moet undercover blijven, wil hij die eikels kunnen oppakken.
‘Lara. Alsjeblieft. Hou nog even vol.’
‘Het gaat niet meer Tom… Als we niet weg kunnen…’ Ik slik moeizaam. ‘Maak er dan maar een einde aan.’ 
Tom kijkt geschrokken op. ‘Nee Lara!’
‘Ik kan echt niet meer Tom. Ik kan niet nog meer pijn verdragen. Ik wil dat het stopt. Wil je het alsjeblieft laten stoppen? Ik wil rust en geen pijn meer voelen. Pak een mes en het is zo voorbij…’
Tom pakt mijn hoofd tussen zijn handen.
‘Lara!’ zegt hij streng. ‘Je mag nu niet opgeven! Doe het voor mij. Voor Maya!’ Als hij Maya’s naam zegt kijk ik op. Maya. Ik was haar vergeten! Ik moet sterk zijn voor Maya. Anders heeft ze helemaal geen familie meer.
‘Ik moet gaan. Ze kunnen elk moment terugkomen. Goed?’ zegt Tom gehaast.
‘Tom?’ vraag ik als hij weg wil lopen.
‘Ja, Lara?’ Er rolt weer een dikke traan over mijn wang. Tom kijkt me aan. Ik schud mijn hoofd. ‘Nog even Lara, alsjeblieft. Nog even volhouden!’ zegt hij vastberaden. ‘En Lara…. Het spijt me echt enorm als Nico van me verwacht dat ik je pijn moet doen, maar het kan echt even niet anders. Ik zou willen dat het ging, maar…’
‘Ja, ik weet het,’ zeg ik terneergeslagen. Ik probeer mezelf moed in te praten, maar echt goed lukt het niet.
‘Sorry,’ fluistert hij, daarna trekt hij de deur dicht en hoor ik het piepje weer. Hij wil me echt helpen, maar het zou natuurlijk opvallen als ik weg was, dan zouden ze achter Tom aan gaan. Ik moet sterk zijn. Ik moet sterk zijn voor Maya. 

Na een paar minuten hoor ik dat de deur weer open gaat. Tom had gelijk, ze waren al in de buurt. Het is Joris. Hij draagt een zwarte emmer. Hij laat de deur open staan en Nico en Tom komen achter hem aan. Tom knikt. Ik zie dat Joris de camera weer aan zet. Nico gaat voor me staan. Hij bekijkt me van top tot teen en gebaard naar Joris. Wederom kiept Joris een emmer koud water over me heen. Ik spuug het water uit dat in mijn mond is gelopen en schud even met mijn hoofd. Mijn haar bungelt in lange, natte slierten voor mijn gezicht. Mijn lichaam staat gammel en schokkend overeind, maar hoe lang ik dit nog vol kan houden weet ik niet. Ik zie dat Nico een soort kabel aan het ijzer vast maakt. Aan de ander kant zit een kastje. Ik kijk Tom vragend aan. Hij reageert niet. 
‘Ik heb even wat boodschappen gedaan…’ Nico lacht smerig.
‘N-N-Nico… alsjeb-b-blieft,’ zeg ik bibberend. ‘D-d-doe dit n-n-niet. H-h-het spijt me. Echt w-w-waar!’
‘Te laat, schat. Het heeft geen zin.’ Hij loopt naar het kastje en draait aan een knopje. Een enorme schok van pijn giert door mijn lichaam. Ik voel al mijn spieren samentrekken. Het lijkt wel alsof mijn hele lijf in elkaar getrokken wordt. Intense pijn! Na een paar seconden draait Nico het knopje weer terug.
‘Ha ha. Fijn toch, die spanning! Daar krijg je het weer lekker warm van.’ Nico knipoogt naar me en lacht hardop. Ik zie Tom verbijsterd staan kijken. Hij is machteloos. Hij moet toekijken hoe Nico zijn gang gaat en hij kan niets doen. Weer een pijnscheut door mijn lijf. Mijn handen worden tot vuisten gebald en mijn tenen worden samengetrokken. Elke spier in mijn lijf voel ik. Elke spier in mijn lijf doet pijn. Nico lacht nog harder. Als hij het stomme ding uit heeft gezet, loopt hij naar me toe. ‘En? Hoe voel je je? Ben je een beetje opgewarmd?’ Nico staat helemaal tegen me aan gedrukt. Ik voelde zijn warme lijf tegen mijn koude huid. Zijn hand glijdt over mijn gezicht langs mij nek. Ik huiver, maar gek genoeg vind ik de warmte van zijn hand fijn aanvoelen. Hij fluistert iets in mijn oor, maar ik luister niet. Ik heb pijn. Heel veel pijn. Het voelt alsof al mijn spieren ingekort zijn. Een soort kramp lijkt het.

Nico loopt weer naar het kastje. Nog een pijnscheut giert door mijn lijf en ik schreeuw. Ik schreeuw de longen haast uit mijn lijf en voel mijn hart zo hard bonken dat ik bang ben dat het ermee stopt. Dadelijk ga ik letterlijk dood van de pijn! Zo kan mijn einde er toch niet uit zien? Als de pijnscheut weer stopt, komt Joris naar me toe en maakt hij me los. Gelukkig. Geen stroom meer door mijn lijf.
‘Zo, nu ben je een beetje opgewarmd,’ zegt Nico spottend. Als Joris mijn armen los maakt, zak ik als een pudding in elkaar. Ik kan niet meer staan. 
‘Raap haar op, Joris’ commandeert Nico. Joris pakt me onder mij armen en trekt me omhoog. 
‘Waar wil je d’r hebben?’ vraagt hij aan Nico, maar Nico komt zelf al en pakt me vast. Joris stapt terug. 
‘Je zorgt wel voor vermaak in de tent! Dat moet ik toegeven,’ zegt Nico met een donkere stem. Ik ben te slap om me te verzetten. Nico pakt me bij mijn kin beet, draait mijn gezicht eerst naar links en dan naar rechts. ‘Zonde van dat mooie gezichtje van je. Je ziet er mishandeld uit,’ zegt hij op een spottende toon.
‘Dat komt omdat ik mishandeld ben!’ zeg ik moeizaam, maar meteen als de woorden mijn mond verlaten, heb ik spijt. Nico geeft me een stomp in mijn maag en laat me weer los. Ik val op de grond. Hij schopt tegen mijn schenen en rug. Ik maak me zo klein mogelijk.
‘Nico!’ hoor ik Tom ineens roepen. ‘Zo is het wel genoeg. Ik denk dat ze het wel door heeft…’ zegt Tom en hij kijkt me even aan. Nico stopt. Ik zie dat hij kwaad is, omdat Tom hem onderbrak, maar voordat Nico kan reageren begint Tom te praten.
‘Nu ben ik aan de beurt. Jullie hebben je al allebei een keer vermaakt met onze Lara. Nu mag ik.’ Tom kijkt Nico strak aan. Nico kijkt verbaasd op en knikt dan. ‘Wat jij wil, Tommie.’ Nico loopt weg en geeft Tom een klop op zijn schouder. Tom komt naar me toe. Hij geeft een knipoog.
‘Zo Lara.’ Hij pakt me bij mijn arm en trekt me omhoog. Hij is sterk. Met een ruk smijt hij me tegen de muur. Ik sta met mijn rug naar hem toe en hij buigt mijn linkerarm omhoog op mijn rug, het doet best wel pijn. Hij fluisterde in mijn oor. ‘Speel mee, sorry als het pijn doet, maar het moet wel echt lijken.’ Ik voel zijn lijf tegen dat van mij drukken. ‘Nu mag ik even met je spelen. Eindelijk!’ zegt hij op een hele andere toon dan ik van hem gewend ben. ‘Wat voor spelletje zullen we eens gaan spelen?’ Zijn handen glijden van mijn heupen naar mijn zij, omhoog naar mijn nek. Ineens pakt hij mijn haar vast en trekt eraan. Met een ruk draait hij me om zodat ik met mijn rug tegen de muur sta gedrukt. Zijn lijf drukt weer tegen het mijne. Ik zie dat Nico en Joris zich goed vermaken. Hij laat me los en zet een pas naar achteren. Hij bekijkt me van top tot teen. ‘Hmm…’ is alles wat hij zegt en hij maakt ondertussen zijn broeksriem los. Dat zal toch niet? Hij zal toch niet… Tom kijkt even achterom naar Nico en Joris, die steken hun duim op. Wat een eikels zijn het. Het idee dat het allemaal gefilmd wordt is nog bijna het ergste. Ze zijn gewoon ziek.
Tom zegt dat ik een paar stappen naar voren moet doen. Ik doe wat hij zegt en loop langzaam drie passen naar voren.
‘Omdraaien!’ commandeert hij. Ik draai me langzaam om. Achter me hoor ik gerommel. Ondanks dat Tom het is, raak ik toch een beetje in paniek. Wat gaat hij met me doen? Ik hoor voetstappen mijn kant op komen.  
‘Doe je shirt uit!’ hoor ik Tom zeggen. 
‘Wat?’ zeg ik. Ik weet even niet of ik het goed gehoord heb.
‘Kop dicht. Ik zei shirt uit.’ Tom klinkt dwingend. Nico en Joris lachen. Wat is Tom van plan? Aarzelend trek ik mijn natte shirt uit en laat het op de grond vallen. Het komt met een plof op de grond neer. 
‘Armen omhoog.’ Ik luister naar Tom en steek met moeite mijn armen omhoog. Ze voelen nog behoorlijk slap. ‘Joris, wil je even?’ hoor ik Tom zeggen. Wil hij wat even? Ik hoor voetstappen mijn kant op komen. Joris reikt naar iets wat aan het plafond hangt. Het is de ketting die ik heb zien hangen. Zo’n zelfde als in de kelder. Joris maakt mijn polsen vast en loopt weer weg. Daar sta ik weer. Ik kan geen kant op. Tom zou me toch niet ook zo gaan mishandelen zoals Nico dat gedaan heeft? Hij zou me toch niet gaan opensnijden? Ik hoor een klap en ineens voel ik een pijnscheut over mijn rug lopen. Ik kreun van de pijn.
‘Stel je niet aan, Lara!’ roept Tom. Ik schrik van de toon die hij aanslaat tegen me. Ik kijk achterom en zie dat hij zijn riem in zijn handen heeft. ‘Kijk voor je!’ commandeert hij weer. Hij gaat wel goed in zijn rol op. Mijn God, dat deed pijn. Weer een slag met de riem. Weer een scheut van pijn golft door mijn rug. Het gaat zo hard dat ik door mijn knieën zak. De ketting houdt me overeind. Ik hoor iedereen lachen.
‘Stop! Alsjeblieft! Tom! Het doen pijn! Alsjeblieft,’ smeek ik.
‘Ha, die Tom. Dat had ik nou niet van je verwacht! Je bent een rustige jongen, maar dit bevalt me wel. Goed bezig! Ga door.’ Beveelt Nico. Ik kijk achterom en zie de paniek in Tom zijn ogen. Dat was niet de bedoeling geweest. Hij had me maar twee keer willen slaan. Nu moet hij doorgaan van Nico.
‘Nee, Tom, alsjeblieft. Stop ermee…’ probeer ik nog een keer.
‘Hou je kop dicht en kijk voor je!’ snauwt Nico. ‘Anders doe ik het zelf.’ Tom twijfelt geen moment en haalt nogmaals uit. Ik jammer van de pijn. Ondertussen raakt de riem me weer. Nog een keer. Ik huil en smeek dat hij moet stoppen. Tom had beloofd me niet zo’n pijn te doen. De eerste drie keer vielen ook wel mee, maar nu… Het smeken helpt niet. Het gaat alleen maar harder. Ik kijk nog een keer achterom en tot mijn grote verbazing zie ik dat Tom de riem helemaal niet meer vastheeft. Joris heeft de riem vast. Tom kijkt me radeloos aan. 
‘Hou op! Hou op! Stop!’ schreeuw ik. Ik hoor Nico en Joris vol vermaak lachen en praten. Tom is stil. Muisstil.
‘Zo gaat ie goed! Laat d’r maar eens zien wie de baas is! Kom op!’ Nico moedigt Joris aan. Weer klapt de riem tegen me aan. 
‘Joris, alsjeblieft…’ Ik smeek, maar tevergeefs. Vanuit mijn ooghoeken zie ik dat Joris de riem aan Nico geeft. Nee….
Een afschuwelijk harde klap volgt op mijn rug. Ik voel de wond die hij eerder met zijn mes maakte openspringen. Op mijn gehuil na is het ineens stil. Het lachen is gestopt. Ik hoor alleen mijn eigen gehuil en gejammer.
‘Zo, schat. We hebben even pauze. We zien je zo weer terug,’ zegt Nico. Iedereen verlaat de kamer en de deur gaat op slot. Alsof ik zou kunnen ontsnappen uit deze situatie. Ik kan niet beschrijven hoeveel pijn ik  voel, maar ik kan niet meer. Ik merkte dat mijn zicht begint te verslappen en ik begin wazig te zien. Het is donker.