Nico heeft me naar mijn slaapkamer gestuurd en gezegd dat ik me moest omkleden. Ik pak de jurk die op het bed ligt en houd hem voor me. Hij is erg mooi. Ik heb hem niet in de kast zien hangen de vorige keer.
Eerst douche ik me snel en dan kleed ik me om. Op mijn kamer ga ik voor de spiegel staan. Wow. Even ben ik sprakeloos. Wat een mooie jurk! Hij staat me geweldig al zeg ik het zelf! Nu de make-up nog en mijn haar, al vraag ik me af wat er in hemelsnaam zo belangrijk is dat ik er zo overdreven uit moet zien. Het zal vast niet de koning zijn die komt…
Ik kijk naar mijn haar. Het ziet er anders uit na Nico’s knipbeurt, maar ik kan er wel wat van maken. Ik ga aan de slag en na een half uurtje ben ik helemaal opgetut en wel. Ik ga nog eens voor de spiegel staan. Ik heb mijn blauwe plekken zoveel mogelijk weggewerkt. Natuurlijk blijf je die snee op mijn wang wel zien, maar hij is niet meer zo duidelijk met die laag make-up erop. De rest van mijn lijf is bedekt door de lange jurk en de bolero. Je kunt haast niet zien dat ik al die tijd zo mishandeld ben. Dat is waarschijnlijk de bedoeling van Nico. Doen alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Ach ja, vandaag ga ik meespelen.
Ik loop de gang op en boven aan de trap blijf ik heel even staan. Ik moet ineens weer aan mijn ouders denken. Ik weet niet waarom, maar ik zie ze voor me staan en naar me kijken. Ze vinden ook dat ik er mooi uit zie. Ik knipper met mijn ogen en ze zijn weer verdwenen. Langzaam loop ik de trap af naar beneden. In de gang kom ik Joris tegen. Hij fluit naar me en met een smerige grijns op zijn gezicht laat hij me langs. Als ik voor de keukendeur sta haal ik eerst diep adem en vervolgens maak ik de deur open. Daar staat Nico. Hij heeft een zwarte pak aan. Ik haat de gedachten die door mijn hoofd spookt, namelijk dat hij er goed uitziet. Hij lijkt weer een beetje op de Nico die ik leerde kennen in het café. Ik sla mijn ogen neer, bang dat het opvalt dat ik te lang naar hem kijk.
‘Zo, Lara. Je ziet er goed uit!’ Nico maakt een goedkeurend geluid.
Gewoon meespelen, Lara. Nergens aan denken. Tom staat aan de andere kant van de keuken en knikt.
‘De man die dadelijk komt is heel belangrijk voor mij, dus gedraag je. Je weet wat er gebeurt als je je niet gedraagt, nietwaar?’ Ik knik. Maya. Nico zal ervoor zorgen dat haar iets overkomt als ik me niet gedraag. Tom loopt naar de huiskamer en wenkt dat ik mee moet lopen. Op dat moment gaat de deurbel. Nico loopt naar de gang.
‘Wie is die man? Wat komt hij doen?’ vraag ik zachtjes aan Tom, zodra Nico weg is.
‘Ssst. Stil. Ik weet het niet Lara. Ik wist hier niets van. Hij heeft me niet vertelt wie er komt. Gedraag je alsjeblieft, want ik kan je niet redden op dit moment, dat weet je.’ Ik knik begrijpend. Nico komt terug.
‘Treed binnen…’ gebaart Nico naar iemand op de gang. Er komen twee mannen binnen. Een forse man met donker haar en een snor en een klein mannetje met kort bruin stekelhaar. De kleine is nog niet zo oud. De forse man schat ik eind vijftig. Nico sluit de deur en leidt de twee mannen naar de keukentafel.
‘Ga maar zitten.’ De mannen schuiven aan. Ik zie de kleine man even naar me kijken en kijk snel weg.
‘Oké, dit is serieus. Ik ken deze mannen. Doe alsjeblieft niets geks, Lara,’ fluistert Tom zachtjes zonder zijn mond te bewegen.
‘Lara! Hier komen!’ beveelt Nico. Ik loop naar hem toe. De twee mannen bekijken me van top tot teen. ‘Dit is ze dan,’ zegt Nico en hij pakt me bij mijn arm vast.
‘Nou, kerel. Mooie vangst!’ zegt de forse man en hij lacht.
‘Ja, ik weet wel wat ik uit zoek voor mezelf!’ Hij geeft me een tik op mijn bil. Ik schrik op en de mannen beginnen te lachen.
‘Ga je voorstellen,’ commandeert Nico. Ik wil niet, maar ik doe het toch maar. Een beetje angstig loop ik eerst naar de forse man. Ik ga naast hem staan en steek mijn hand uit.
‘Knielen,’ zegt de man op norse toon. Ik kijk naar Nico. Hij knikt dat ik moet luisteren. Ik kijk weer naar de man. Hij ziet er niet al te gelukkig uit. Weer werp ik een blik naar Nico, die me inmiddels vuil aankijkt. Ik kniel naast de man neer.
‘Mooi zo. Nu geef ik je een hand. Ik ben Dirk,’ zegt de man en hij steekt zijn hand uit. Ik durf hem niet aan te kijken.
‘Lara,’ zeg ik met een piepstemmetje als ik me voorstel.
Dirk laat mijn hand los en ik sta snel op. Ik voel me klein en vernederd. Ik kijk weer naar Nico. Hij seint dat ik naar de andere man moet lopen.
Als ik voor de kleine man sta, weet ik niet wat ik moet doen. Moet ik knielen? Moet ik mijn hand uitsteken? Wat verwacht hij van me?
‘Dag Lara. Ik ben Victor,’ zegt hij en hij steekt zijn hand uit. Ik geef hem een hand. Dat viel gelukkig mee. Net als ik mijn hand los wil maken, draait hij mijn hand langzaam om en brengt hem naar zijn mond. Hij geeft een kus op de rug van mijn hand en kijkt me met zijn donkere ogen aan. Dit is een echte player. Ik heb het al door.
‘Je bent mooi. Fris. Jong. Ben maar blij dat je bij Nico mag blijven… Hij is best wel een gentleman. Wel jammer voor mij. Ik wist wel raad met je!’ Vlug trek ik mijn hand terug. Blij dat ik bij Nico mag blijven? O, wat ben ik blij! Ik barst van het geluk! Wat een kleine sukkel.
‘Heren, zullen we over gaan tot de orde van de dag?’ hoor ik Nico zeggen en hij gebaart dat ik de keuken moet verlaten.
Ik loop met een gebogen hoofd naar de woonkamer en kijk Tom vragend aan als ik hem passeer. Hij gebaart dat ik moet gaan zitten. Ik plof neer op de bank en vraag me af wat hier nu eigenlijk de bedoeling van is. Wie zijn deze mannen? Waarom gedraagt Nico zich zo poeslief? Zijn het soms zijn bazen? Nico laat zich toch niet sturen? Voor zover ik weet werkt hij alleen met Joris en Tom. Ik kijk opzij en zie dat ze druk met elkaar in gesprek zijn. Joris komt binnen. Hij groet de twee mannen, maakt een praatje en komt naar de woonkamer.
‘Tommie, je mag gaan. De rest van de dag heb je voor jezelf jongen! Geniet ervan!’ Joris klopt Tom op zijn schouder en gaat dan naast me op de bank zitten. Tom kijkt verbaasd en staat op.
‘Hoezo dat dan? Ik heb vorige week toch al vrij gehad?’ zegt hij tegen Joris.
‘Ja, klopt maar ik heb hier en daar moeten schuiven in verband met volgende week.’ Tom knikt begrijpend, haalt zijn schouders op en loopt richting de keuken. Als niemand kijkt geeft hij me snel nog een knipoog en dan verdwijnt hij. Zal hij nu hulp gaan halen? Zal hij nu de politie inschakelen? Word ik eindelijk gered uit deze verschrikkelijke situatie? Ik hoop het. Ik hoop het zo! Ik wil dat deze nachtmerrie stopt. Ik wil naar mijn eigen huis. Ik wil naar mijn familie en vrienden.
Joris zet de tv aan. Ik kijk wel naar het scherm, maar het dringt helemaal niet tot me door welk programma er op is. Ik kan alleen nog maar aan Tom denken. Hij is nu vast bezig met het regelen van mijn bevrijding. Na een paar minuten staat Joris op en loopt, zonder iets te zeggen, weg. Eindelijk! Ik voel me niet op mijn gemak met hem naast me op de bank sinds dat angstige voorval.
Een klein uurtje later zijn de mannen in de keuken uitgepraat.
‘Lara. Kom eens hier!’ roept Nico vanuit de keuken. Ik sta op en loop naar de keuken.
‘Jij gaat even met ons mee,’ zegt de forse man en hij grijnst naar me. Ik kijk Nico een vragend aan.
‘Rustig maar, ik ga ook mee. Ik heb deze verrassing tenslotte geregeld!’ zegt Nico trots.
De mannen beginnen te lachen. Verrassing? Wat gaat er gebeuren? Ik loop achter Nico de deur door en de twee mannen volgen ons. Buiten staat een grote zwarte Mercedes. De forse man stapt in, de kleine maakt het portier achter hem open en gebaart dat ik in moet stappen. Nico gaat voorin zitten naast de forse man en de kleinere man neemt plaats naast me op de achterbank. Ik heb een heel naar voorgevoel. Waarom draag ik die belachelijke kleding? Waarom was Tom zo verbaasd dat hij vrij had. Waarom, waarom, waarom? Ik word gek van mijn eigen gedachten en probeer te stoppen met denken. Ik zie het wel. Er is toch weinig dat ik kan veranderen aan de situatie waarin ik zit. Na een ritje van ongeveer 20 minuten, stoppen we bij een soort schuur. Ik stap uit en ik zie dat het busje van Nico er ook staat. Ik sla mijn armen over elkaar, want het is behoorlijk koud zo zonder jas. De ijzige wind waait door mijn haren. Het is maar een dun stofje, die jurk en ik krijg kippenvel over mijn hele lichaam. Nico duwt me voor zich uit, richting de schuur. De twee mannen volgen ons.
Nico opent de deur en ik kijk naar een grote lege ruimte. Ik krijg niet lang de tijd, want Nico grijpt me bij mijn arm en duwt me richting een trap die me nog niet was opgevallen.
‘Naar beneden!’ commandeert hij. Ik til mijn jurk een beetje op en loop naar beneden. In een klein halletje blijf ik staan. Nico komt voor me staan.
‘Schat. Ik heb een verassing voor je.’ Mijn hart begint sneller te kloppen. Volgens mij is er iets aan de hand. Het voelt niet goed. Nico heeft een rare klank in zijn stem waaruit ik opmaak dat het niet aan de haak is, wat het ook moge zijn… ‘Je hebt je niet voor niets zo mooi aangekleed en opgemaakt. Er is hier iemand die je heel graag wil zien.’ Het eerste dat door mijn gedachten schiet is Maya! Hebben ze haar te pakken gekregen? Nee toch? Ik kijk Nico geschrokken aan. De deur gaat open en mijn hart slaat over van schrik. Daar zit Tom, vastgebonden op een stoel. Zijn hoofd hangt naar beneden. Hij is helemaal vies en nat. Ik wil naar hem toe rennen, maar Nico houdt me tegen. ‘Ho, ho. Waar denk jij heen te gaan? Wil je je politievriendje helpen?’
Ik kijk hem geschrokken aan. Weet hij het?
‘Dacht je dat ik het niet wist? Dachten jullie mij te slim af te kunnen zijn?’ Nico schudt met zijn hoofd. ‘Je kunt hem niet helpen, Lara. Jij bent juist de rede waardoor hij in de problemen is geraakt. Jij, Lara. Jij!’ Ik kijk Nico verschrikt aan. Hij heeft een kille blik in zijn ogen staan.
‘Tom!’ schreeuw ik. Het kan me niet schelen. Ze weten het toch al. ‘Tom!’ Langzaam tilt hij zijn hoofd een beetje op. Hij ziet er verslagen uit.
‘Het spijt me Lara!’ zegt hij moeizaam.
Nico duwt me voor zich uit. De twee mannen lopen achter ons aan. Zodra Nico mijn arm loslaat, ren ik naar Tom. Ik zie vanuit mijn ooghoeken Joris tegen een zuil geleund staan.
‘Tom! Wat hebben ze gedaan! Wat is er gebeurd?’ Ik pak zijn hoofd voorzichtig vast en kijk hem aan.
‘Ze weten het. Ze weten het verdomme de hele tijd al! Ze hebben ons doen geloven dat ik je hier weg kon halen, terwijl ze al lang wisten dat ik undercover was…’
Nico komt achter me staan en trekt me bij Tom vandaan. Hij drukt mijn rug tegen zijn gespierde borstkast aan, slaat zijn armen stevig om me heen en fluistert in mijn oor.
‘Denk je werkelijk dat ik iemand toelaat in mijn wereld zonder dat ik hem uitvoerig in de gaten laat houden? Denk je nu echt dat hij je kan bevrijden? Laat me niet lachen, Lara. Je bent van míj. Niemand haalt jou hier weg. En hij al helemaal niet.’ Nico duwt me weg. Ik blijf met mijn voet in de lange jurk hangen en kom pijnlijk op de grond neer.
Vanuit het niets, gebeurt het. Alle frustraties die zich de afgelopen tijd opgehoopt hebben, Nico die me opensnijdt, het zogenaamde spel met het pistool, de achterkamer, Joris die me wilde verkrachten, Tom die hier zwaar mishandeld op een stoel gebonden zit en alles wat er nog meer gebeurd is. Het komt er nu uit. Ik sta op en ik neem een aanloop. Zo hard als ik kan, spring ik boven op Nico, die zich net omgedraaid heeft en met zijn rug naar me toe staat. Ik hoor dat de jurk scheurt, maar het kan me niet schelen.
‘Klootzak! Jij vieze, gore klootzak!’ Nico draait in het rond, maar ik blijf me aan hem vastklampen. Ik ben net een aapje dat op zijn moeders rug zit. Mijn armen strak om zijn nek geklemd en mij benen om zijn middel. Ondertussen probeert Nico me van zich af te schudden. Ik schreeuw en scheld hem de huid vol. Nico trekt aan mijn haar. Ik word nog kwader en bijt in zijn oor. Nico schreeuwt. Dan loopt hij naar de muur en knalt er met een rotvaart tegenaan. Mijn rug raakt de muur en mijn hoofd klapt naar achteren. Ik laat Nico los en val op de grond. Nico staat stil en kijkt me een klein beetje verward en tegelijkertijd woedend aan. Dan kijkt hij naar Victor en Dirk.
‘Kijk, dit is de echte Lara. Vurig als altijd! I love it!’ zegt Nico en hij voelt aan zijn oor. De mannen lachen en ik zie dat ze tevreden naar elkaar knikken. Ik zie bloed aan Nico’s vingers kleven. Net goed! Ik ben inmiddels opgestaan en houd mijn hoofd vast. Die klap is hard aangekomen.
‘Joris. Als je zo vrij zou willen zijn?’ Nico knikt.
Voor ik het weet heeft Joris me in een soort houtgreep. Mijn armen zijn op mijn rug gedraaid. De twee mannen komen dichterbij. Nico draait zich naar me toe en ik zie hem een vuist maken. Met een ongelofelijke kracht komt zijn vuist in mijn maag terecht. Ik moet hoesten en duik in elkaar. Joris trekt me weer overeind. Ik zie dat de kleine man zijn jas uit heeft gedaan en de mouwen van zijn blouse opstroopt. Met zijn handen in zijn zij staat hij te kijken hoe Nico me keer op keer een klap verkoopt.
‘Mag ik ook een keer?’ vraagt hij tenslotte aan Nico.
‘Natuurlijk. Hoe meer zielen hoe meer vreugde.’ Nico loopt weg en de kleine man komt naar me toe. Hij blijft even voor me staan en bekijkt me. Ik ben kwaad en spuug in zijn gezicht. Lachend veegt hij het weg en komt heel dicht bij me staan. Hij pakte me bij mijn kin vast en draait mijn hoofd opzij. Dan fluistert hij in mijn oor.
‘Ik heb altijd al eens een mooi meisje een flinke klap willen geven, weet je dat? Ik heb andere hobby’s dan de meeste jongens van mijn leeftijd. Ik sla graag meisjes in elkaar. Het liefst mooie meisjes. Eens kijken of dat gezichtje van jou straks nog steeds zo mooi is…’ Meteen nadat hij zijn laatste woord uitspreekt, krijg ik een stomp in mijn gezicht. Shit, dat doet pijn!
‘Is dat het?’ zeg ik kwaad in een opwelling. Ik wil me niet laten kennen, maar ik heb gelijk spijt van mijn uitspraak. De ene na de ander rake klap raakt mijn gezicht, arm en maag. Ondanks de pijn, spartel ik tegen, maar Joris heeft me stevig vast.
‘Stop daarmee, verdomme! Pak mij! Laat haar met rust!’ Tom probeert met alle macht de aandacht van de kleine man te trekken. Het lijkt te werken.
De man loop naar Tom en blijft voor zijn stoel staan. Hij zet zijn voet tegen de zitting en duwt de stoel achterover. Tom komt met een klap op de grond terecht.
‘Eikel!’ roept Tom. ‘Nico, kom hier! Laat niet iemand anders dit smerige klusje voor je klaren! Doe het dan verdomme zelf!’ Tom is behoorlijk kwaad.
Ik kijk naar Nico. Hij loopt naar Tom en zet hem met stoel en al weer overeind. Ik hang half verlamd in de armen van Joris en wil het liefst hier neervallen. Ik heb behoorlijk veel pijn.
‘Tom, beste kerel. Dacht jij dat ik jou niet in de gaten zou hebben? Ik heb in de achterkamer camera’s en microfoontjes hangen, maar dat ben ik vergeten te vertellen. Oeps, mijn fout! Ik vertrouwde het niet helemaal en ik heb je bewust alleen gelaten met Lara. Het was nu alleen een kwestie van wachten. Wanneer zou de heldhaftige Tom zijn lieve kleine meisje gaan redden? Je hapte gelijk toe, ik was nog amper de deur uit of je snelde al naar haar toe. Ik had van jou toch wat meer voorzichtigheid verwacht!’ Nico loopt naar Dirk en klopt op zijn schouder.
‘Dirk hier is gespecialiseerd in het martelen van mensen, maar dat wist je waarschijnlijk al toen je hem zag, of niet Tom? Het leek me wel leuk om een workshop te organiseren,’ zegt Nico lachend.
‘Je blijft met je vieze poten van haar af! Hoor je me?’ schreeuwt Tom. Nico geeft hem een klap in zijn gezicht. Tom is stil.
Dirk komt naar me toe en pakt me bij mijn haar vast. Hij sleurt me mee naar Tom. Hij geeft me een trap in mijn knieholtes en ik val op mijn knieën op de grond. Ik kijk Tom aan, terwijl ik geknield voor hem zit. Hij heeft alles op het spel gezet om mij te redden nu zitten we hier allebei vast.
‘Het spijt me zo, Tom. Het spijt me! Je had me nooit moeten helpen. Kijk ons nou zitten. Ik had dit allemaal kunnen voorkomen. Als je mij niet had willen helpen dan… dan…’ Ik begin te huilen. Ik kan het niet meer inhouden.
‘Lara… Luister. Lara…’ Tom praat rustig tegen me. ‘Lara, het is niet jouw schuld! Die klootzakken hier, die zijn schuldig! Zij zijn degenen die hiervoor zouden moeten boeten!’
‘Hou je smoel!’ schreeuwt Nico, die inmiddels naast me is komen staan.
‘Je mag nu kiezen Lara. Gaan we jou pijn doen of Tom? Zeg het maar.’
‘Eikel!’ schreeuwt Tom. Hij krijgt weer een klap verkocht. Tom jammert zacht.
‘Nee!’ roep ik snel. ‘Pak mij, ik heb jullie al zo lang overleefd. Ik ben heus niet bang voor jullie, hoor!’ zeg ik. Dat is niet helemaal waar, ik ben doodsbang, maar dat weet Nico niet. Ik moet sterk overkomen. Ze mogen Tom geen pijn doen. Ik wil het niet hebben.
‘Zoals je wenst.’ Nico knikt naar Dirk. Ik voel twee stevige armen onder mijn oksel en word omhoog gehesen.
‘Lara, nee!’ zegt Tom radeloos. ‘Nico! Neem mij! Laat Lara met rust! Alsjeblieft Nico. Ik smeek je.’ Tom probeert van alles, maar het helpt niet.
‘Ik heb Lara laten kiezen en ze heeft een besluit genomen, daar blijven we bij,’ zegt Nico heel kalmpjes.
Ondertussen word ik door Dirk een meter of twee meegesleurd en ook op een stoel vastgemaakt. Dan loopt hij weg en komt Victor achter mijn stoel staan. Hij legt zijn handen op mijn schouders. Ik huiver. Ik vind hem een vies mannetje. Hij begint langzaam in mijn schouders te knijpen en te kneden. Verassend genoeg werkt het best ontspannend. Het lijkt wel alsof hij precies weet welke spier hij moet masseren. Mijn spieren zijn al dagen verkrampt van alle klappen. Heel even ontspannen de spieren in mijn schouders zich, maar de gedachte dat hij aan me zit overwint het. Ik wil dat hij stopt. Dirk is naar buiten gelopen.
Nico staat tussen Tom en mij in en kijkt van de ene naar de andere kant. Oh, wat vermaakt hij zich, de smeerlap! Ik wens vurig dat die kleine, vieze handjes van die kleine, vieze vent me snel loslaten. Ik walg van hem. Het masseren houdt op en ineens gaat er een enorme pijnscheut vanuit mijn schouder naar mijn nek. Ik trek mijn schouder op en schreeuw het uit van de pijn. Mijn spier zit vast. Ik kan mijn schouder niet meer bewegen! Het lijkt wel een soort kramp en het doet enorm veel pijn.
‘Au, wat doe je? Au, hou op!’ probeer ik. Victor is voor me komen staan. Ik kan niet bepaald zeggen dat ik dol ben op Nico, maar hij… Met zijn lelijke bruine schoenen en donkerblauwe broek staat hij daar met zijn armen over elkaar geslagen smerig naar me te grijnzen.
‘Ik doe niets schat, ik sta hier.’ Hij lacht smerig. ‘Ik weet precies welke spieren ik moet gebruiken om sommige effecten te verkrijgen.’ Victor knipoogt naar me.
‘Je zou je zelfs eens moeten zien zitten zo. Je ziet er een beetje belachelijk uit!’ Nico lacht hardop.
‘Maak het alsjeblieft weer in orde! Alsjeblieft?’ probeer ik.
‘Voor deze keer.’ Ik ben verbaasd over deze reactie. Dit verwachtte ik niet. Ik voel zijn vingers weer langs mijn schouders en nek glijden en inderdaad, de pijn verdwijnt langzaam weer. Ik haal opgelucht adem.
‘Nico. Ik kreeg net een telefoontje van Danny. Noodgeval.’ Dirk komt weer binnen en gebaart naar zijn telefoon. ‘We moeten er vandoor kerel. Jammer, maar ik kan nu even niet met je meisje spelen. Volgende keer beter! Victor, neem jij mijn jas even mee?’
Victor gehoorzaamd. ‘Nico, ik zie je de volgende keer wel weer. Kunnen we dan misschien verder spelen? Lara, het was me een genoegen.’ Victor geeft me een schouderklopje en knipoogt naar me, dan loopt hij weg. Eindelijk.
‘Doe Danny de groeten van me!’ roept Nico hem nog na.
Ik ben weer alleen met Nico en Joris. Ergens vind ik het fijner en ergens ook niet. Ze zijn vast nog niet klaar. Nico kennende gaat hij gewoon door. Tot mijn grote verbazing wenkt hij Joris en ze lopen allebei weg. De lichten gaan uit en de deur gaat op slot. Nico heeft geen woord meer gezegd. Verward blijf ik achter.
‘Lara. Gaat het met je?’ vraagt Tom zodra de deur dicht is.
‘Ja hoor. Het gaat wel. We leven allebei nog,’ zeg ik een beetje verwonderd en tegelijkertijd bedoel ik het grappig.
‘Tja, nog wel… Ik althans. Jou laten ze zeker leven, Lara. Nico zal je wat dat betreft niks doen. Je bent zijn pareltje.’ Tom kijkt treurig. Ondanks dat ik Nico zijn pareltje ben, zit hij er absoluut niet mee om me pijn te doen. En hoe! In zijn blik zie ik vaak dat hij geniet. Hoe meer pijn ik heb, hoe meer hij geniet. Hij wordt er volgens mij nog opgewonden van ook. Hij is ziek in zijn hoofd. Een normaal mens doet zoiets niet. Ergens is er iets misgegaan. ‘Mij laten ze niet leven, Lara. Ik ben alleen nog maar een gevaar. Als ik zou ontsnappen dan kan ik bekend maken wie ze zijn en waar ze wonen en wat ze allemaal doen. Ik zou Nico’s leven verpesten. Ik kom hier niet meer levend weg ben ik bang.’ Ik heb even tijd nodig om deze woorden tot me door te laten dringen. Verward stop ik ze weg.
‘Heb je nog geen sein kunnen geven dat ze moeten ingrijpen?’
‘Helaas niet. Sorry Lara. Het spijt me zo enorm!’ Ik hoor de teleurstelling in zijn stem en hij slaat zijn ogen neer. Nog nooit heb ik een grote, stoere kerel, zó kwetsbaar gezien. Ik heb medelijden met hem.
‘Nee, Tom. Je hoeft geen sorry te zeggen.’ Ik zucht diep en merk gelijk de pijn in mijn buik op. ‘En nu dan?’ vraag ik aan Tom.
‘Ik weet het niet…’ Tom zucht. ‘We kunnen nergens heen. We moeten afwachten.’
‘Komen ze je niet zoeken als ze niks van je horen?’ vraag ik voorzichtig.
‘Dat is moeilijk in te schatten. Het komt vaker voor dat agenten die undercover zijn, om wat voor reden dan ook, niet kunnen reageren. Ze mogen tenslotte de zaak niet in gevaar brengen.’
De hoop die ik vandaag had om misschien te ontsnappen is helemaal verdwenen. Zeker nadat Nico pijnlijk duidelijk gemaakt heeft dat hij al lang wist dat Tom een agent was.
‘Lara. Ik hoop écht dat Dirk en Victor niet nog eens terugkomen. Je weet niet half tot wat die twee in staat zijn. Ik was zó opgelucht dat ze een noodgeval hadden en weg moesten. Echt waar Lara. Ik wil je niet bang maken, maar je wilt écht niet door die twee mishandeld en gemarteld worden. Nico is er niets bij. Ik zou je zo graag helpen en je hier vandaan halen, maar ik ben bang dat mijn uren geteld zijn. Ik ben bang dat ik je niet meer kán helpen.’ Tom balt zijn vuisten. Hij is kwaad.
‘Nee Tom, het geeft niet. Het is niet jouw schuld. Echt niet. Ik neem je niets kwalijk. Ik neem het Nico kwalijk.’
‘Lara, er zit een briefje in mijn broekzak. Ik had het je al eerder willen geven, maar ik kreeg er de kans niet voor. Er staat een telefoonnummer op van een rechercheur. Probeer te bellen, zodra je de kans krijgt. Ik ben bang dat ik niet meer levend van deze stoel vandaan kom. Beloof je dat? Beloof je me dat je probeert het nummer te bellen als het je lukt een telefoon te vinden? Beloof je me dat, Lara?’
‘Ik beloof het.’ Ik knik vastberaden, maar heb werkelijk geen idee hoe ik het voor elkaar zou moeten krijgen om ergens te kunnen bellen.
‘Dank je.’ Tom knikt opgelucht. Ik heb zoveel medelijden met hem. Aan alles is te zien dat hij het heeft opgegeten. Dat mag toch niet? Hij is een sterke, stoere agent! Hij moet dit overleven, maar ik zie dat Tom aan het vechten is tegen de moeheid. Hij kan zijn ogen nog maar amper openhouden.
‘Doe je ogen maar dicht, Tom. Je hoeft voor mij niet wakker te blijven. Ik let wel op,’ zeg ik vastberaden.
‘Nee, Lara,’ zegt hij zacht. ‘Dit is waarschijnlijk de laatste keer dat ik je zie…’ Tom haalt diep adem, maar het gaat moeizaam. Ik zie zijn kracht met de seconden verdwijnen. ‘Dit is de laatste keer dat ik met je kan praten. De laatste keer, Lara. De laatste keer.’ Tom schudt met zijn hoofd. Ik wil de woorden die hij uitspreekt niet geloven. ‘Het spijt me dat ik je niet uit deze hel weg kan halen. Het spijt me zo.’
‘Ben jij gek! Je hoeft geen sorry te zeggen! Jij hebt mij niet ontvoerd! Alsjeblieft, niet jezelf de schuld geven van dit alles, Tom!’ Ik voel tranen achter mijn ogen prikken, maar ik moet sterk zijn. Ik moet Tom laten zien dat ik sterk ben. Hij moet ook sterk zijn. Het moet gewoon!
‘In een ander leven hadden we misschien een leukere eerste date gehad…’ Hij lacht heel even. Ik lach met hem mee.
‘Ja, dat hoop ik wel!’ grap ik. Tom reageert niet.
‘Tom?’ Hij heeft zijn ogen gesloten. Hij gaat toch niet recht voor mijn ogen dood terwijl ik met hem aan het praten ben?
‘Tom! Wakker worden!’ roep ik naar hem. Hij tilt zijn hoofd een beetje op. Gelukkig, hij beweegt! ‘Waag het niet, Tom! Waag het niet om er tussenuit te knijpen nu!’ zeg ik ferm. Ik moet hem wakker houden. Ik ben veel te bang dat hij dadelijk dood in die stoel zit.
‘Geen zorgen, Lara. Ik… ik ben alleen… moe.’ Hij laat zijn hoofd hangen.
Gespannen kijk ik of zijn borstkast nog beweegt. Haalt hij wel adem? Ik focus me op zijn gespierde bovenlijf en houd mijn adem in, op zoek naar leven. Ja, hij beweegt! Heel langzaam, maar het beweegt! Godzijdank. Ik haal opgelucht adem.
Ik merk dat ik zelf ook aardig moe ben en probeer net als Tom tegen mijn slaap te vechten. Het lukt. Een paar minuten, maar dan val ik toch in slaap.