Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#24 Achter de bergen

Als ik wakker word, is het licht aan en is Tom verdwenen. Waar is hij? Wat hebben ze met hem gedaan? Zou hij er in zijn slaap toch tussenuit gepiept zijn? Of zou Nico hem vermoord hebben? Met een hartslag die behoorlijk verhoogd is, kijk ik naar de lege stoel. Er ligt een beetje bloed onder de stoel en ik maak me zorgen. Achter me hoor ik voetstappen. Het is Nico. Inmiddels herken ik zijn voetstappen.
‘Good morning sunshine! Heb je lekker geslapen schat?’ Hij streelt me in mijn nek en geeft me een kus op mijn hoofd. Ik draai mijn hoofd weg.
‘Waar is Tom? Wat heb je met hem gedaan?’ vraag ik boos.
‘Goh, wat ben je toch bezorgd om Tom. Zou je ook zo bezorgd zijn om mij als ik ineens verdwenen was?’ Hij pakt me bij mijn kin vast en kijkt me vragend aan. Ik weet niet wat ik hierop moet antwoorden en besluit om niets te zeggen, met als risico weer een rake klap. ‘Praat je ineens niet meer tegen me?’ Nico heft zijn hand op en ik knijp automatisch mijn ogen dicht, afwachtend op de klap die ik ga krijgen. Er gebeurt niets. Nico lacht. Hij lacht zo smerig, zo vies…
‘Jij stomme idioot! Sla dan, maar speel niet van die domme spelletjes met me! Lafaard! Ik haat je, ik haat je, ik haat je! Sla dan! Toe dan!’ Ik had het beter niet kunnen zeggen, want er volgt een harde stomp. Niet in mijn gezicht. Nee, op mijn bovenbeen. Precies daar waar hij me pas had gesneden. Met zijn vuist stompt hij met alle kracht op mijn been. Ik lijk door de grond te zakken van de pijn en begin te snikken. 
‘Je vraagt erom Lara.’ Nico haalt zijn schouders op.
‘Het is niet eerlijk,’ snik ik. ‘Je doet me alleen maar pijn. Laat me alsjeblieft gaan. Alsjeblieft. Ik zal niemand iets vertellen. Ik ga desnoods in een ander land wonen, maar laat me gaan. Alsjeblieft?’ Ik kijk hem smekend aan door mijn waterige ogen. Mijn lippen trillen. ‘Ik beloof het! Echt waar. Al zet je me op het vliegtuig naar China. Het kan me niet schelen, maar laat me alsjeblieft gaan! Ik kan het niet meer. Ik wil niet meer. Alles wat jullie hier met me doen… Ik kan het echt niet meer aan, Nico. De pijn, de vernedering, die stomme spelletjes van jullie. Ik geef het op. Ik speel niet meer mee. Je bekijkt het maar.’ Ik laat mijn hoofd hangen en staar naar de grond. De tranen stromen langs mijn wangen en af en toe ontsnapt er een snik.
‘Het vliegtuig naar China? Kom op, wat denk je zelf? Het spijt me, maar ik laat je echt niet gaan. Dat kun je vergeten. En die pijn, tja. Daar ben je deels zelf schuld aan. Dat weet je toch?’
‘Je hoeft me niet telkens pijn te doen als ik iets verkeerd doe of zeg. Dat HOEFT niet, maar je DOET het gewoon! Je kunt me net zo goed hier achterlaten, want ik stop ermee. Ik luister niet meer naar je. Je bekijkt het je maar! Je zoekt maar een ander die alles voor je wil doen, maar ik doe het niet meer!’ Zo, ik heb het eindelijk gezegd. Het is eruit. Heerlijk voelt dat.
‘We zullen nog wel eens zien of jij luistert of niet…’ Nico geeft me een duw en ik val met stoel en al om. Ik kom met een klap op de grond terecht. Ik zeg niets. Ik moet me nu groothouden en vol houden. Ik moet volhouden voor Tom. Waar is hij toch? Nico zet me weer rechtop. Hij loopt een rondje om me heen en blijft aan mijn linker kant staan. Hij pakt mijn hand vast. Er zit nog steeds van dat vieze verband om. Ik krijg kriebels. Geen leuke kriebels…. Ik weet wat hij gaat doen. Mijn vingers….
‘Zal ik nog een vingertje breken?’ vraagt Nico opgetogen.
Ik kijk hem angstig aan. Hij grijnst naar me. Klootzak. Hij gaat aan de andere kant staan. Ook daar pakt hij mijn hand vast. Ik begin te trillen, maar ik zeg niks. Nico heeft het in de gaten. Hij is aan het winnen, maar ik mag niet opgeven. Ik moet doorzetten. Sterk zijn. Ik wil niet nog een vinger breken, maar ik mag hem niet laten winnen.
‘Nou Lara. Ga je me niet smeken om het niet te doen?’ Nico kijkt me verbaasd aan. Ik houd mijn kaken stijf op elkaar. Ik houd me sterk. Althans, dat probeer ik. Vanbinnen ben ik verslagen, verscheurd. Ik lig aan flarden. Er is geen vezel meer in mijn lijf die nog meer pijn wil voelen. Alles in me schreeuwt dat ik hem moet gehoorzamen. Mijn lijf kan geen pijn meer verdragen, maar ik mág Nico niet de baas over me laten worden, dat mag gewoon niet. Ik wil het niet, dan zou ik mezelf kwijt zijn en dat is het enige wat ik op dit moment nog over heb. Een enorme tweestrijd speelt zich af in mijn brein. Ik word er bijna duizelig van.
‘Ik dacht dat het de vorige keer toch behoorlijk pijn deed, of heb ik dat verkeerd?’ Ik kijk hem aan, maar zeg niets. Plots hoor ik dat verschrikkelijke geluid dat ik al eens eerder gehoord heb. Zijn mes. Hij bekijkt zijn mes uitvoerig en draait ermee rond voor mijn gezicht. Nico kijkt me aan met een vragende blik.
Oké, misschien moet ik toch toegeven? Nee! Ik vertik het. Ik kan dit aan, ik heb dit al eens eerder meegemaakt. Het maakt het juist erger. Ik weet hoeveel pijn het doet, maar toch, ik mag niet toegeven. Kom op, Lara! Sterk zijn! Maar ik kan niet meer… Kom op, je kunt het! De tweestrijd met mezelf gaat verder.
Nico is nog steeds met zijn mes aan het spelen en kijkt me af en toe met een vieze grijns op zijn gezicht aan. Hij weet dat ik op het punt sta om te breken.
‘Waar zal ik nu eens beginnen? Hm, moeilijk. Ik heb al zoveel gehad de vorige keer. Misschien hier?’ Hij zet het puntje van het mes recht onder mijn linkeroog.
‘Ik kan je mooie oogje eruit snijden, dan doe ik het in een potje met sterk water en kan ik je altijd aankijken! Ja, dat lijkt me wel wat. Of zal ik dat mooie lipje van je eraf snijden?’ Hij zet het mes nu onder mijn mond en duwt mijn onderlip omhoog met het puntje van zijn mes. Ik ben bang, maar ik mag niet toegeven.
‘Misschien heb je liever dat ik je oortje eraf snij? Luisteren doe je toch niet, dus je hebt er geen twee nodig. De punt van het mes prikt achter mijn oor. Ik sluit mijn ogen en wacht tot er iets gebeurt. Mijn hart klopt zo hard dat ik bang ben dat ik nog een hartaanval zal krijgen. Gespannen wacht ik af. Er gebeurt niets. Althans. Er gebeurt niet wat ik dacht dat zou gebeuren. Met een knal zwaait de deur open en hoor ik een hoop gestommel. Het klinkt alsof er iemand hardhandig de trap af gesleept wordt, maar dat er tegengestribbeld wordt. Ik hoor het gemompel dichterbij komen. Het is Tom! Hij wordt voor me op de grond gesmeten. 
‘Ah, ben je daar weer!’ zegt Nico spottend. ‘Net op tijd. Ik wilde je vriendinnetje net haar oor af gaan snijden, aangezien ze zojuist aangekondigd heeft dat ze toch niet meer gaat luisteren.’ Nico kijkt me strak aan en houd zijn mes stevig vast. Hij loopt op me af en gaat weer achter me staan. Hij zet het puntje van zijn mes weer achter mijn oor. Hij prikt wat harder dan net. Het doet best pijn. Zou hij het echt doen? Zou hij mijn oor er zomaar afsnijden? Ik denk aan de keer dat hij me neergestoken had en aan de keer dat ik daar in die loods had gehangen. Hij is gek, hij zou het gewoon doen! De zenuwen en de angst om mijn oor te verliezen winnen het. Ik verlies. Nico krijgt zijn zin.
‘Oké, oké! Stop! Ik luister. Het spijt me. Ik luister naar je. Alsjeblieft, ik wil geen pijn meer! Nico, alsjeblieft…’ Ik heb opgegeven. Ik ben niet zo sterk als ik dacht en ik voel me een enorme zwakkeling. Al helemaal nu ik Tom daar zo zie liggen. Mijn hart is gebroken. Het is mijn schuld dat hij daar zo ligt. ‘Als je Tom laat gaan, dan zal ik beloven dat ik me gedraag en dat ik niet meer voor moeilijkheden zorg. Ik zal luisteren en nooit meer vragen of je me wilt laten gaan. Ik zal hier blijven, voor altijd.’ Bij die laatste twee woorden word ik al misselijk bij de gedachten, maar goed, als ze Tom laten gaan, kan ik er wel mee leven.
‘Je bent grappig… Lara toch!’ Nico lacht hardop en Joris lacht mee.
‘Nee, ik meen het echt! Serieus! Als je Tom laat gaan, ben ik van jou. Helemaal van jou. Ik beloof het! Echt waar, Nico. Echt waar.’ Ik meen wat ik zeg.
‘Nee, Lara. Beloof dat niet. Ze laten me toch niet gaan. Ik ben dood. En ze gaan gewoon door met jou pijn doen, wat je ook zegt. Ze verzinnen telkens wel een andere reden om je pijn te doen. Of ze doen het gewoon zonder reden. Dat vinden ze blijkbaar leuk…’ Tom kijkt met een afkeurende blik naar Nico en Joris.
‘Tom heeft gelijk, Lara. Hij komt hier niet meer levend vandaan. En jij… jij blijft toch wel hier, of je nu wilt of niet en dat we je pijn zullen doen, tja, dat weet je nu toch ondertussen wel, of niet? Ik heb je toch gezegd dat ik daar een kick van krijg. You are here to stay, Lara. Voor altijd. Jij en ik.’ Nico knipoogt naar me.
‘Nee!’ Ik spuug naar Nico en mijn spuug belandt op zijn arm. Hij kijkt naar het natte goedje op zijn arm en richt zijn samengeknepen ogen op mij. Vliegensvlug grijpt hij me bij mijn keel en knijpt hem dicht. Ik krijg geen lucht meer. Ik spartel zo goed en zo kwaad als het kan, maar de touwen waarmee ik aan deze stoel zit vastgebonden geven me niet veel bewegingsvrijheid. Ik voel mijn hoofd bonken. 
‘Als je dat nog eens doet, ben je dood! Ik eis dat je me met respect behandeld, verdomme! Hoor je me?’
 Met grote ogen kijk ik Nico aan en knik voor zover dat gaat. Hij laat los. Ik snak naar adem en zuig de lucht naar binnen. Ik vul mijn longen met zuurstof. Na een minuut kan ik weer normaal ademen. ‘Lara. Luister. Je hebt voor vandaag nog maar één ding op het programma staan. Als je dat gedaan hebt, ga je weer gezellig mee naar huis en mag je in bad. De rest van de dag zal niemand je meer lastigvallen. Goed?’
Ik wacht in spanning af. Nico loopt naar Joris die hem iets geeft. Als Nico zich omdraait, slaat mijn hart even over. Hij heeft een pistool vast. Ik kijk naar Tom. Hij kijkt ook naar het pistool. Zou dat het neppistool zijn van laatst? Of zou deze echt zijn? Zou hij Tom neer gaan schieten? Nico pakt het pistool met zijn rechterhand vast, strekt zijn arm en richt het op Tom. Ik kijk naar Tom. Tom kijkt naar mij. Ik zie de wanhoop in zijn ogen, maar ik kan niets doen. Hij is nog zo jong. Hij mag niet doodgaan. Al helemaal niet na alles wat hij voor me gedaan heeft.
‘Nee,’ schreeuw ik zo hard als ik kan. ‘Niet doen! Niet schieten! Nico! Nee!’
Nico draait om en richt het pistool op mij.
‘Nico! Niet doen! Schiet mij neer, maar doe Lara niets, alsjeblieft! Ze heeft niets verkeerd gedaan.’ Tom kijkt me aan en schudt zijn hoofd.
‘Ja zeg… Ik mag niet op Tom schieten van Lara en ik mag niet op Lara schieten van Tom. Lastige situatie.’ Nico wrijft met zijn hand over zijn kin. ‘Oké, ik weet al hoe we dit gaan oplossen!’ Nico komt naar me toe en maakt mijn rechterhand los. Hij pakt mijn hand vast en duwt het pistool er in. Hij gaat schuin achter me staan en richt het pistool op Tom. Ik bibber van angst. ‘Als je nu je hand even stil zou willen houden, dan heb je meer kans dat hij gelijk dood is. Het is ook zo zonde als je hem vaker moet neerschieten, vind je niet?’
‘Ik schiet niet! Ik ga Tom niet neerschieten!’ Ik wil loslaten, maar Nico houdt mijn vingers stevig om het pistool heen geklemd.
‘Lara, meisje. Je hebt niets te willen hier. Schiet hem neer!’ Nico wordt een beetje ongeduldig.
‘Nee. Ik kan het niet! Alsjeblieft! Nee,’ smeek ik. ’Nee, ik kan het niet. Ik durf niet, Nico!’ Ik huil hard en mijn hand trilt enorm. Ik kan Tom echt niet neerschieten.
‘Nou, je hoort je vriendje. Het is goed. Schiet!’
‘Nee! Ik kan het niet!’ Ik begin nog harder te huilen. Ik voel de druk op mijn keel toenemen.
‘Lara. Doe het alsjeblieft. Liever door jou dan door hem! Het is goed zo. Ik ga hoe dan ook dood. Ze laten me hier echt niet meer levend gaan. Ik vind het fijner als jij het doet, dan ga ik tenminste in vrede, met jou in gedachten.’ De tranen stromen over mijn wangen. Ik kan niet geloven dat Tom dit zegt. Waarom? Waarom moet ik dit doen?
‘Maar…’ probeer ik.
‘Geen ge-maar. Lara. Het spijt me van alles en het is niet jouw schuld, als je dat maar onthoudt. Die rotzakken worden nog wel gepakt! Dat weet ik zeker. Tot die tijd, ben sterk meisje! Voor mij! Doe het nu maar.’ Tom kijkt me aan en ik zie dat hij er echt vrede mee heeft. Ik niet. Ik kan hem niet neerschieten. Nico brengt nog wat meer druk op het mes. Ik voel het mes in mijn keel drukken. Er komt een warme druppel bloed uit.
‘Nu Lara! Anders snij ik je keel door! NU!’ Dat laatste woord schreeuwt Nico zó hard dat ik van schrik de trekker over haal. Een oorverdovende knal volgt. Van schrik laat ik het pistool vallen. Ik heb mijn ogen dicht geknepen. Ik wil niet kijken. Ik wil niet zien dat Tom daar dood op de grond ligt. 
‘Au!’ hoor ik iemand jammeren. Is dat Tom? Langzaam open ik mijn ogen. Tom leeft nog! Hij leeft! Maar ik heb hem wel geraakt. Ik heb hem in zijn arm geschoten. Oh mijn god! Hij is gewond! Het bloedt behoorlijk.
‘Jij stomme trut! Je kunt nog niet eens raak schieten!’ Nico is kwaad.
‘Tom! Sorry! Ik wilde niet schieten! Ik schrok van Nico en toen…’ Knal! Het geluid vult de ruimte. Tom kijkt me heel even aan en zakt dan in elkaar. Zijn gejammer houdt op en het is muisstil. Ik kijk naar Nico. Hij heeft het pistool gepakt en Tom neergeschoten. Geschrokken kijk ik hem aan. Nico stopt het pistool weg, pakt zijn mes en snijd de touwen om mijn armen en benen los. Heel even zit ik roerloos en sprakeloos op de stoel, totdat het tot me doordringt dat Nico Tom daadwerkelijk heeft neergeschoten.
‘Tom! Nee! Tom!’ Ik vlieg overeind uit mijn stoel en kniel naast hem op de grond.
‘Tom?’ Ik schud aan zijn schouders. Hij doet zijn ogen open. Hij leeft nog! ‘Tom?’ Er komt bloed uit zijn borstkast.
‘Lara, het is goed zo. Ik vond het fijn je ontmoet te hebben. Let op jezelf. Ze komen je bevrijden, ik weet alleen niet wanneer. Het spijt me!’ Er loopt bloed uit zijn mond en hij begint te hoesten. Het bloed spat op mijn kleren. ‘Tom…’ Ik wrijf over zijn wang. Tom knipoogt naar me en ik begin te huilen. Hij mag niet doodgaan.
‘Tom, nee. Alsjeblieft! Tom! Ik schud hem voorzichtig door elkaar. Hij kijkt me aan en glimlacht. Dan sluit hij zijn ogen en stopt zijn ademhaling opeens. Ik begin te snikken, te schreeuwen en te huilen. Ik ben nog nooit, maar dan ook nog nooit in mijn leven zó kwaad geweest als nu. Ik wil Nico vermoorden. En Joris ook. Ik wil ze neerschieten. In alle woedde vlieg ik Nico aan. Ik grijp hem naar zijn keel, maar hij is sterk en trekt mijn hand weg. Ik krab hem in zijn gezicht, schop en sla hem. Al snel heeft hij me overmeesterd en kan ik niets meer. Hij heeft zijn armen om mij heen geklemd en ik kan niets dan alleen een beetje spartelen. Ik geef het op en laat me slap in zijn armen hangen. Het voelt alsof ik zelf een beetje dood ben gegaan. Ik kijk naar Tom. Nico laat me los en ik zak op de grond. Snikkend kruip ik naar Tom toe, dit heeft hij niet verdiend. Arme Tom! Ik blijf bij hem liggen en vertel hem wel honderd keer dat het me spijt. Ik wil het liefst voor altijd hier bij hem blijven liggen, zijn hand vasthouden en naar zijn mooie gezicht kijken, ook al ziet dat er op het moment niet uit met al dat bloed en die blauwe plekken.

Nico laat me gelukkig even een paar minuten met rust. Als ze uiteindelijk willen gaan, haalt Joris me bij Tom weg. Ik ben verdoofd door verdriet en laat het toe. Nico pakt Tom vast, zet hem rechtop en slaat hem over zijn schouder, alsof hij niks weegt. Ik kijk toe hoe Nico de trap op loopt met Tom slap over zich heen. Zijn armen zwaaien slap van links naar rechts. Arme, arme Tom…