Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#35 Achter de bergen

Heel langzaam, tree voor tree, loop ik met de rechercheur naar beneden.
‘Gaat het?’ vraagt de rechercheur bezorgd. Ik knik. Als mijn voeten de vloer van de gang raken kijk ik naar buiten. Ik voel me vrij. Echt vrij. Ik hoef alleen nog maar door de deur te lopen en dan ben ik verlost uit deze hel. Dan heb ik mijn eigen leven weer terug. Ik aarzel even en kijk naar de keuken. Het is een puinhoop in de keuken. Zo te zien is er een gevecht geweest. Ik kan me voorstellen dat Joris zich niet zomaar heeft over gegeven.
‘Waar is Nico?’ hoor ik mezelf ineens vragen.
‘Hij zit al in de ambulance. Hoezo?’ De rechercheur kijkt me vragend aan.
‘Mag ik nog iets tegen hem zeggen?’ vraag ik voorzichtig. 
De rechercheur trekt haar wenkbrauwen op. ‘Als je dat wilt…’ Ze kijkt me onderzoekend aan. ‘Weet je het zeker?’ 
‘Ja. Ik wil hem nog wat zeggen.’ Ik praat mezelf ondertussen moed in.
‘Oké, kom maar mee.’ De rechercheur ondersteunt me en ik strompel met haar mee. We lopen naar een ambulance. De deuren staan open. Daar zit Nico. Een verpleger is net klaar met zijn wond verbinden en de agent die naast hem staat maakt zijn boeien vast. Met zijn handen op zijn rug, zit hij voor zich uit te staren. 
‘Mag ik even?’ vraag ik aan de rechercheur. Ze knikt bevestigend.
‘Nico?’ Hij kijk op en knijpt zijn oogjes tot spleetjes. Ik zie een snee op zijn voorhoofd en een bebloede lip.
‘Ben je nu blij? Je hebt het voor elkaar, Lara. Het is je gelukt om mij op te doeken… Kreng!’ Ik slik. Hij is dus kwaad. Ik kan het hem niet kwalijk nemen natuurlijk.
’Ja. Inderdaad… Sorry.’ Ik sla mijn ogen neer en meen het. 
‘Ergens had ik het wel verwacht, weet je dat?’ Zijn stem klinkt rustiger. Aardiger. ‘Je bent een vechtertje…’ Hij schudt met zijn hoofd en moet ineens lachen. ‘Weet je? Ik ben blij dat jij degene bent die mij uiteindelijk de das om gedaan heeft… Zoiets kan alleen jij voor elkaar krijgen, Lara. Mijn Lara.’ Hij schudt met zijn hoofd.
‘Ik ehm… Ik wil je ondanks alles wat je me hebt aangedaan toch zeggen dat ik het misschien wel begrijp…’ stamel ik. Ik durf hem niet aan te kijken. ‘Je hebt geen makkelijke jeugd gehad begrijp ik…’ ga ik verder. Nico snuift. ‘En ik wil je bedanken…’ Nico kijkt op en ik kijk hem kort aan voordat ik mijn ogen weer neersla. ‘Ik bedoel, je hebt me wel van alles aangedaan, maar je was… je was verder wel oké. Het had erger gekund. Dat besefte ik nadat Joris probeerde me, eh, nadat hij….’ Ik stop met praten en kijk hem aan. Het lijkt erop dat ik een heel klein beetje medeleven in zijn ogen zie, maar hij probeert het niet te laten merken. ‘Het spijt me Nico, maar ik wilde gewoon mijn eigen leven weer terug.’ Ik kijk hem voorzichtig aan.
‘Ik weet het,’ zegt Nico en ik zie een heel klein lachje om mijn zijn mond verschijnen. Ik kan amper met mijn ogen knipperen of het is weer weg, maar het was er. Het was dezelfde lach die ik zag in het café. ‘Het blijft een rotstreek van je, maar ik begrijp je wel.’ Nico haalt zijn schouders op en dan kijkt hij me ineens streng aan. ‘Ik hoop voor je dat ik je nooit meer zal vinden, Lara. Ik hoop het echt voor je.’ Geschrokken kijk ik hem aan. Even ben ik weer gevangen in zijn blik en sta ik roerloos te kijken. Is dat een dreigement? Gaat hij me ooit weer vinden? Zal hij ooit nog vrijkomen?
‘Zo is het wel genoeg, stoere kerel.’ De rechercheur draait me aan mijn schouders om en loopt met me naar een andere ambulance, waar ik op een brancard moet gaan zitten. Er wordt weer naar mijn wond gekeken. Ik kijk nog even naar Nico, die achter in de andere ambulance plaatsneemt. Een agent maakt de deuren dicht en de ambulance rijdt rustig weg. Daar gaat Nico. Het is voorbij.
‘Alles goed met je?’ vraagt de rechercheur. ‘Trek je maar niets van die dreigementen aan. Hij gaat achter slot en grendel, net als Joris.’ De rechercheur klopt op mijn schouder. ‘We rijden even naar het ziekenhuis om alle wonden te verzorgen. Ik denk dat je een nachtje ter observatie blijft en dan mag je in principe naar huis. Ik moet je helaas wel nog een en ander vragen om het onderzoek te kunnen voortzetten en te zorgen dat Nico en Joris voor hun daden worden gestraft.
‘Dat begrijp ik,’ zeg ik en ik knik. ‘Ik vertel jullie alles.’ 
‘Ik begrijp dat het heftig kan zijn, maar het is van grootste belang om zoveel mogelijk informatie te winnen. Hoe eerder hoe beter, want dan herinner je je waarschijnlijk alles beter.’ Weer knik ik. ‘Ik zal met je meerijden,’ zegt de rechercheur terwijl ze instapt. Een verpleger duwt de brancard in de ambulance en doet de deuren dicht.
‘Vind je het erg als ik alvast een paar vragen stel onderweg?’ vraagt de rechercheur.
‘Dat is prima,’ zeg ik en er ontsnapt een diepe zucht van opluchting. Ik ben vrij! Ik ben echt vrij! Nico is opgepakt. Ik ben veilig. Het is achter de rug. Als ik de rechercheur aankijk zie ik dat ze me vragend aan zit te kijken. ‘Sorry, wat was de vraag?’
Ze lacht kort. ‘Weet je wat? Ik laat je even. Die vragen komen straks wel. Rust maar even goed uit nu. Het is allemaal achter de rug.’ Ze pakt mijn hand vast en knijpt er even in. Ik sluit mijn ogen en haal een aantal keer diep adem.

Een dag later

Heel langzaam gaat de deur open. Dat zal de verpleegster wel weer zijn om alles te controleren. Ze hebben me sinds ik binnengebracht ben goed in de gaten gehouden. Mijn been is als eerste verzorgd en daarna hebben ze de rest van mijn lichaam heel goed schoongemaakt en alle andere wonden verzorgd. Er is zelfs al een psycholoog geweest om vast te stellen hoe mijn mentale toestand was. Buitengewoon goed, had hij geconcludeerd. Al werd het dringend advies gegeven om in Nederland een goede psycholoog te zoeken in verband met het verwerken van dit trauma.
De politie heeft ook een verklaring opgenomen en ik heb zo goed mogelijk verteld wat er allemaal gebeurd is. De rechercheur is tot laat in de avond bij me gebleven en zorgde ervoor dat ik af en toe een pauze kreeg als het me teveel werd.
De deur is half open. Een hand vouwt zich om de deur. Ik kijk nieuwsgierig op. Als ik zie wie de deur openmaakt begin ik te huilen.
‘Maya!’ zeg ik snikkend. ‘Maya!’ Ik strek mijn handen naar haar uit. 
‘Lara!’ Maya rolt zo snel als ze kant naar mijn bed en grijpt mijn handen stevig vast. ‘Oh Lara!’ De tranen lopen over haar wangen.
‘Ik heb je zó gemist kleine. Oh, ik dacht dat ik je nooit meer zou zien!’ zeg ik en ik knijp in haar hand.
‘Ik ook! Oh Lara, ik wist niet of ik je ooit nog zou zien… Maar je bent er weer! Wat ben ik gelukkig! Ben je wel oké?’ Ze laat me los en bekijkt me bezorgd van top tot teen. Ze kijkt naar het verband om mijn been en mijn hand. Daarna bekijkt ze mijn gezicht, het ziet er natuurlijk nogal gehavend uit.
‘Eh, ja, ik ben wel oké. Het ziet er erger uit dan het is,’ zeg ik stoer. 
Maya en ik praten bij. Ik vertel haar een beetje van wat er gebeurd is, maar laat voor nu alle details achterwege, dat komt later wel. De rechercheur komt binnen en lacht.
‘Ah, jullie hebben elkaar gevonden! Daar ben ik blij om,’ zegt ze vrolijk.
‘Ja. Bedankt dat jullie me zo snel hierheen hebben kunnen halen,’ zegt Maya dankbaar.
‘Geen probleem!’ zegt de rechercheur en ze knipoogt. ‘Dat was het minste wat we konden doen.’
‘Mag ik nog iets vragen?’ Ik kijk de rechercheur vragend aan. 
‘Ja hoor,’ 
‘Had Tom familie? Een vriendin, of misschien een vrouw?’
De rechercheur schud met haar hoofd. ‘Nee, hij was vrijgezel. Zijn moeder zit in een bejaardenhuis, ze is zwaar dement en zijn vader is jaren geleden overleden. Hij was enigs kind.’ De rechercheur klinkt teneergeslagen. Ik zucht en voel een traan over mijn wang lopen.
‘Je gaf veel om Tom, hè?’ vraagt ze zacht. 
‘Ja… en ik heb hem de dood in gejaagd.’
‘Nee, dat moet je niet te zeggen! Je weet dat het niet jouw schuld is. Jij hebt hem niet vermoord. Dat deed Nico.’ De rechercheur loopt naar me toe en laat haar hand op mijn schouder rusten. ‘Geloof me. Je hebt goed gehandeld. Zonder jou was Nico nu nog steeds vrij. Je hebt jezelf gered en ervoor gezorgd dat een zware crimineel is opgepakt. Twee zelfs.’ 
‘Ja,’ zegt Maya. ‘Je mag jezelf hier niet de schuld van geven!’
‘En Dennis dan?’ vraag ik. ‘Hij…’
‘Ook dat is niet jouw schuld, Lara. Echt niet! Nico is een gevaarlijke man. Hij draait zijn hand niet om voor moord, ontvoering en wat dan ook. Niets van dit alles is jouw schuld. Niets!’
Ik glimlach flauwtjes naar de rechercheur en sla mijn ogen neer. ‘Oké…’ zeg ik twijfelend. ‘Oké…’
‘Ik laat jullie weer alleen. Lara, ik kwam alleen even afscheid nemen. Er is vervoer geregeld naar Nederland. Jullie worden over twee uur opgehaald. Mochten we nog informatie nodig hebben, we hebben je gegevens dus dat komt goed. Het onderzoek zal in Nederland verder behandeld worden, aangezien het om allemaal Nederlanders gaat.’ De rechercheur pauzeert kort en kijkt me dan strak aan. ‘Ga alsjeblieft naar een goede psycholoog, want wat jij hebt meegemaakt is niet niks. Beloof je dat?’ De rechercheur kijkt me doordringend aan. 
‘Ja, dat beloof ik,’ zeg ik.
‘Ik zal erop toezien dat het ook echt gebeurd,’ zegt Maya en ze knipoogt naar de rechercheur.
‘Mooi,’ zegt de rechercheur lachend.
‘Ik wil je bedanken voor alle informatie die je ons hebt gegeven. Het heeft enorm geholpen. De zaak is ijzersterk en Nico en Joris zullen voor langere tijd achter slot en grendel gaan, daar zal ik persoonlijk voor zorgen.’
‘Dat is goed.’ Ik lach even. ‘U ook bedankt voor alles. Bedankt voor de goede zorgen en natuurlijk voor mijn bevrijding.’
‘Dat heb je aan jezelf te danken, Lara.’ De rechercheur knipoogt nogmaals. Ze steekt haar hand naar me uit en ik grijp hem vast. 
‘Hou je taai, Lara. Je komt er wel. Het heeft tijd nodig. Als er iets is, aarzel dan niet om te bellen. Jullie hebben mijn nummer.’
‘Ja.’ Ik knik. ’Nogmaals bedankt voor alles,’ zeg ik. De rechercheur neemt afscheid en loopt dan de kamer uit. Ik blijf achter met Maya.
‘Ik kan haast niet geloven dat je hier bent!’ zegt ze als ze naar me kijkt. ‘Ik dacht echt dat ik je nooit meer zou zien.’ 
‘Zo gemakkelijk kom je niet van me af!’ grap ik. Plotseling schiet er een gedachten door mijn hoofd en ik kijk Maya met grote ogen aan. ‘Joris… Wat heeft hij met je gedaan?’ 
‘Joris? Wie is Joris? Waar heb je het over, Lara?’
Ik denk na. Hoe noemde hij zich ook alweer?
’Sjoerd? Sander? Nee…’ Ik denk na. Maya kijkt me niet-begrijpend aan. ‘Sjors! Dat was het! Sjors!’
‘Sjors?’ Maya fronst haar wenkbrauwen.
‘Die man met die camera en dat kledinggedoe.’
‘Wat is daar mee?’ vraagt Maya.
‘Wat heb je met hem gedaan?’ vraag ik snel. Mijn hart klopt in mijn keel. Ik wil het eigenlijk niet horen, maar ik moet weten wat hij met haar heeft uitgespookt.
‘Niets, ik heb met hem gegeten, daarna heb ik nooit meer wat van hem gehoord.’ Maya kijkt me vragend aan. ‘Hoezo?’
‘Oké. Goed zo.’ Ik zucht. Gelukkig, het was onzin wat Joris vertelde. Godzijdank.
‘Lara, wat is er met hem?’ 
‘Ik, eh, hij…’ Kan ik het haar wel vertellen? Waarschijnlijk zou ik haar bang maken, maar ze zou er toch wel achter komen als ze zijn gezicht zou zien in de rechtszaak of op tv of zo.
‘Lara?’ Maya kijkt me doordringend aan. Nu is ze nieuwsgierig geworden. Ik moet het haar maar vertellen.
‘Oké, Maya. Ik wil je niet bang maken, maar dat was één van mijn ontvoerders.’
Maya’s mond valt open. ‘Wat?’
‘Hij wilde me bang maken en heeft alles gefilmd. Het was een middel om me in bedwang te houden. Ze wisten dat ik wilde zorgen dat jou niets overkwam. Het was een machtsmiddel. Zolang ze je met rust lieten, zou ik doen wat ze wilden. Ik heb ze gesmeekt je met rust te laten, maar nadat ik voor de zoveelste keer geprobeerd had te ontsnappen hebben ze je toch gevonden. Het was Nico’s manier om me pijn te doen, daar waar het het meest pijn doet: mijn zusje. Het spijt me zo.’ Er rolt een traan over mijn wang.
‘Lara toch, dat is toch niet jouw schuld.’ Maya geeft me een dikke knuffel. ‘Er is helemaal niets gebeurd, we hebben alleen gepraat, daarna is hij vertrokken en ik heb helemaal nooit meer iets van hem gehoord.’ Maya neemt het gelukkig goed op.
‘Hebben ze je erg veel pijn gedaan?’ vraagt Maya voorzichtig.
Ik sla mijn ogen neer. ‘Best wel,’ zeg ik zacht. ‘Maar het kon me allemaal niets schelen, zolang ze jou maar met rust zouden laten.’ Ik zit een hele tijd met Maya te praten. Ik vertel haar toch nu al wat er allemaal gebeurd is. Ze huilt af en toe en ik huil met haar mee. 
Uiteindelijk worden we opgehaald en naar Nederland gebracht. Die avond val ik uitgeput in slaap. In mijn eigen bed…