Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

Proloog Huisje Boompje Beestje

PROLOOG

Met tranen in mijn ogen sta ik te kijken. Ik kan hem toch niet laten gaan? Dat kán toch gewoon niet? Zou ik stiekem langs de douane kunnen glippen en hem kunnen overtuigen dat hij moet blijven? Ik kijk naar de serieuze man die achter het glas zit. Dan kijk ik naar de beveiligers die achter het hokje staan. Ze kijken ook al zo serieus. Zou ik kans maken? Nee, nee, nee. Mijn hoofd slaat op hol. Ik zou waarschijnlijk opgepakt worden. Ik zucht heel diep en voel mijn onderlip trillen. Ik bijt erop om te voorkomen dat ik hier tussen al die mensen in huilen uitbarst. Hoe kan dit gebeuren? Waarom loopt de liefde van mijn leven van me weg? Waarom zitten er dadelijk biljoenen liters water en vijftigduizend soorten vissen tussen hem en mij?

Het universum heeft een rare manier van mensen bij elkaar brengen. Eerst bezorgt ze je een soulmate (waar je knetterverliefd op wordt en een toekomst mee wilt opbouwen) en vervolgens scheurt ze die twee keihard uit elkaar. Waarom? Dat hoeft toch helemaal niet! Hij kan toch ook gewoon bij míj blijven!

Ik bijt nog een beetje harder op mijn onderlip als hij zich nogmaals omdraait en naar me zwaait. Die blik in zijn ogen… Ik weet zeker dat hij dit ook niet wil, maar waarom moet het dan zo eindigen? Hoe kan ik ooit mijn gebroken hart nog te boven komen? Dat kan ik helemaal niet. Ik zal er aan onderdoor gaan. Eerst ga ik naar de huisarts met een gebroken hart. Die kan er niets aan doen. Vervolgens kom ik bij de psychiater terecht, maar die kan me ook niet helpen, zó erg is het met me gesteld. En dan stoppen ze me in een inrichting en draag ik zo’n wit pak waar je armen in zitten vastgebonden en kan ik alleen nog maar heen en weer wiegen op een stoel, denkend aan hém.

Oké, oké, dat is misschien een beetje overdreven, maar ik heb gewoon nog nooit zoiets gevoeld voor iemand en nu vertrekt hij naar Engeland en zal ik hem waarschijnlijk nooit meer zien. Ik zal nooit de kans krijgen om hem te vertellen wat ik écht voor hem voel. Mijn oma had gelijk. Ik wend mijn blik heel kort hemelwaarts. Ze zei altijd dat je gevoelens nooit voor je moet houden en dat je, zodra je weet dat ze oprecht zijn, die gevoelens uit moet spreken. Ze had gelijk. De liefde van mijn leven gaat weg zonder écht te weten wat ik voor hem voel. Ik weet wel dat we afgesproken hadden dat we gewoon vrienden zouden zijn, maar ik kan er toch ook niks aan doen dat ik verliefd op hem ben geworden? Het is niet zo dat hij op mijn verlanglijstje voor Kerst stond of zo. Helemaal niet. Ik had niet eens zín in een relatie toen ik hem ontmoette, maar het gebeurde gewoon. Ik werd verliefd.

Hé, wacht eens. Hij draait zich nog een keer om. Hij staat daar maar wat te staan en kijkt me aan. Wat is er? Heeft hij zich bedacht? Waarom kijkt hij zo? Wat is er aan de hand? Verwachtingsvol kijk ik hem aan. Misschien wil hij toch liever hier in Nederland blijven? Bij mij. Hoopvol zet ik een stap naar voren. Mijn hart maakt een sprongetje. Hij bedenkt zich! Of niet… Hij zwaait, wendt dan zijn blik af en loopt de hoek om. Huh? Hij kwam toch terug? Hij wilde toch bij mij zijn? Toch? Een enorme snik barst uit mijn mond. De vrouw naast me kijkt geschrokken op, maar dat interesseert me niet. Hij is weg. Hij is weg! De tranen vloeien rijkelijk over mijn wangen en ik kan niet stoppen met huilen. Hij is echt weg. Terwijl ik de snot die uit mijn neus loopt aan mijn mouw afveeg blijven mijn ogen zich vullen met tranen. Ik mis hem nu al. Kan dat? Ja dat kan. Ik mis hem zo.