Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#8 Huisje Boompje Beestje

8

Ik heb de hele middag rare kriebels in mijn buik gehad. Ik kreeg geen hap door mijn keel en wist niet waar ik me moest ophouden. Ik heb geen fluit uitgevoerd. Eerst heb ik een beetje doelloos door de stad gefietst, waarbij ik natuurlijk verdwaalde en ik op mijn telefoon moest kijken hoe ik nog thuis kon komen. Daarna heb ik Rewina gebeld, maar ik heb niets gezegd over Sander. Ze zou me vast verbieden om met een vreemde man mee te gaan. Of ja, ik ga niet met hem mee. Ik ga alleen naar zijn hotelkamer toe.
Oh, wat heb ik gedaan? Ik kan toch niet bij een wildvreemd iemand gaan douchen? Dat is toch gek? Ik denk aan mijn eigen douche. Dáár douchen zou pas gek zijn…

Ik hoor de brievenbus klapperen en loop verdoofd naar de hal. Er ligt een witte envelop op de mat. Ik raap de envelop op en open hem. De offerte! Tot mijn grote verbazing valt de prijs reuze mee. Of ja… Het is veel geld, maar ik had meer verwacht, dus dat valt in dat opzicht mee.
Michel kan volgende week beginnen, verwacht er tot begin augustus mee bezig te zijn en wil graag een aanbetaling van vijfentwintig procent om zijn materiaal aan te schaffen. Als hij halverwege is wil hij vijftig procent betaald krijgen, ook weer om een deel van de materialen te bestellen en na oplevering kan ik de laatste vijfentwintig procent betalen. Ik heb geen idee of dit een normale gang van zaken is, maar het klinkt op zich wel logisch.
Er staat een mobiel nummer op de offerte en ik besluit een berichtje te sturen om te bevestigen dat ik akkoord ga met de offerte. Binnen een paar seconden is Michel online.

Prima. Zoals gemeld kan ik volgende week woensdag beginnen. Zou je me het eerste deel geld alvast kunnen betalen, zodat ik materialen kan aanschaffen?

Ik bevestig zijn vraag en zeg hem dat ik het geld zal overmaken. Het is zó fijn dat hij snel kan beginnen, dan hoef ik misschien helemaal niet zo lang in de troep te leven. Op een gegeven moment is het natuurlijk binnen een stuk leefbaarder dan nu.

Plotseling besef ik me dat het al vijf uur geweest is. Ik pak mijn tas, waar ik schoon ondergoed en schone kleren in heb gedaan en trek mijn jas aan. Ga ik dit echt doen? Wil ik dit doen? Is het slim om dit te doen? Ja. Misschien. Nee. De vragen spoken al uren door mijn hoofd, maar ik heb besloten dat ik een beetje uit mijn schulp moet treden. Niet dat ik zo mega verlegen ben of zo, maar je moet het leven ook gewoon ontdekken en niet altijd op safe spelen.

Plotseling dringt er een nare gedachte mijn brein binnen. Wat nu als hij een of andere seriemoordenaar is? Net als die gek van die serie op Netflix. Ineens vraag ik me af of ik nu niet problemen op aan het zoeken ben. Sander leek echt oprecht en heel aardig. Maar goed, als je je als een klootzak gedraagt gaat er natuurlijk niemand met je mee. De twijfel slaat toe. Wat nu als hij echt verkeerde bedoelingen heeft? Ah shit. Wat moet ik nu doen? Ik wil hem eigenlijk heel graag nog een keer zien. We hadden in die korte tijd dat we elkaar spraken best wel een goede klik. Ik denk na. Ah, ik weet het! Ik houd gewoon ten alle tijden mijn mobiel bij me, waar ik ook ga. Dan kan ik altijd om hulp bellen, mocht het nodig zijn. Ja, dat doe ik. Waarschijnlijk is hij geen seriemoordenaar, maar toch, dan kan ik íets.

Precies zeven minuten nadat ik met de auto vertrokken ben, parkeer ik bij het Fletcher hotel. De blauwe letters op het bord dat aan de gevel hangt stellen me om de een of andere reden op mijn gemak.
‘Hallo. Ik kom voor meneer…’ Shit, ik weet zijn achternaam niet eens. O dit is weer zo’n domme actie. ‘Meneer…’ Ik denk na. Hij heeft zijn achternaam toch niet gezegd of wel? Ben ik het soms vergeten? De jongeman achter de receptie kijkt me afwachtend aan. Zijn collega werpt een vluchtige blik op mij. ‘Kunt u me zeggen waar ik kamer vierhonderdtwaalf kan vinden?’ Zo, daar heb ik me even mooi uit gered. ‘Ik word verwacht.’ De receptionist bekijkt me van top tot teen. Zijn collega ook. O nee, dat klinkt natuurlijk heel vreemd… Ik word verwacht. Zou hij denken dat ik een prostitué ben? Ik voel dat mijn hoofd steeds een beetje roder wordt.
‘Dat is op de vierde verdieping. Dan links en dan is het de derde kamer aan de rechterkant.’ De jongeman achter de balie blijft me strak aankijken.
‘Dank u vriendelijk.’ Ik probeer zo min mogelijk als een prostitué te klinken, voor zover ik weet hoe die zouden klinken. ‘Ik wens u nog een prettige avond.’
‘Ja, u ook. Met meneer.’ De receptionist staat te gniffelen. Rotjong. ‘Oh, mevrouw!’ De jongen steekt zijn hand in de lucht. Het spijt me, maar de lift is tot onze grote spijt kapot. U zult het trappenhuis moeten gebruiken.’ De jongen wijst naar het trappenhuis. Serieus? Twee keer op één dag? Ik rol met mijn ogen en loop naar de dubbele deuren die voor het trappenhuis zitten. Daar gaan we.

Hijgend kom ik op de vierde verdieping aan. Ik kijkt rond en tot mijn grote verbazing stapt er iemand uit de lift, die zich links van het trappenhuis bevindt. Serieus? Rotjong! Ik loop zoekend naar kamer vierhonderdtwaalf en vind hem op de plek waar de receptionist aangaf. Goed. Ik doe het gewoon. Living on the edge, Ik klop voorzichtig op de deur. Het zweet staat op mijn rug en ik heb klotsende oksels. Ik weet niet of het van de zenuwen is of van het onnodig beklimmen van de trappen, maar nu kan ik in elk geval zéker een douche gebruiken. Vluchtig ruik ik aan mijn oksels. Hè bah… Oh nee, precies nu gaat de deur open.
‘Cleo! Je bent gekomen!’ zegt Sander euforisch. Ik laat mijn arm snel zakken.
‘O. Haha. Hallo! Sorry… Ik moest even… Ik zweet… De lift…’

‘Wat is er met de lift?’ Sander gebaart dat ik binnen kan komen. Ik stap naar binnen.
‘Blijkbaar niets…’ Ik rol met mijn ogen. ‘Maar die gast beneden aan de balie vond het leuk om te doen alsof hij kapot was en stuurde me vier verdiepingen omhoog met de trap.’
Sander krijgt kleine lachrimpeltjes om zijn mond. Súper aantrekkelijk!
‘Heb je misschien een glas water voor me?’ Ik nodig mezelf uit in de rest van de kamer en neem alles in me op. Het ziet er niet uit alsof hier een moordenaar logeert.
De kamer is wel opvallend ruim. Ik had hem kleiner verwacht.
Er staat een tweepersoons bed, met aan beide kanten een nachtkastje met een lampje. Aan de andere kant van de kamer staat een bureau  en daarnaast hangt een tv aan de muur. Bij het raam staat een groene fauteuil. De badkamerdeur zit naast het bureau.
‘Kijk eens.’ Sander geeft me een glas water aan.
‘Dank je.’ In één teug drink ik het glas leeg. Dat had ik even nodig.
‘Dus je bent gekomen.’
‘Daar lijkt het wel op, ja.’ Ik durf Sander niet zo goed aan te kijken. ‘Je bent toch geen seriemoordenaar of zo hè?’ floept eruit. Waarom zei ik dat nu weer?
Sander schiet in de lach. ’Als ik dat wel was, denk je dat ik dan nu eerlijk zou antwoorden?’
Ik haal mijn schouders op. ‘Waarschijnlijk niet.’
‘Maar je bent evengoed gekomen?’ Sander loopt langs me heen en bekijkt me. ‘Dat is wel heel bad-ass.’
‘Je moest eens weten.’ Ik kijk hem strak aan. Dan schieten we allebei in de lach.
‘Wil je meteen een douche nemen of wil je nog even kletsen of iets drinken of zo?’
‘Eh, misschien is het fijn als ik meteen even een douche neem, die trappen…’ Ik knik naar de deur.
‘Ah ja. Prima. Heb je zin om daarna nog iets te drinken of wil je meteen weer naar huis? Naar je tuinhuis?’ Sander kijkt me plagerig aan.
‘Nou, misschien kunnen we wel nog iets drinken…’ Ik plaag hem terug en verdwijn dan achter de badkamerdeur. Oh, wacht, mijn telefoon zit in mijn jas, die heb ik opgehangen. Ik kom weer naar buiten.
‘Sorry, die was ik vergeten,’ zeg ik als ik mijn telefoon in de lucht houdt.
‘Nu maak je me wel nieuwsgierig. Gebruik jij je telefoon onder de douche?’ Met grote ogen kijkt Sander me aan. ‘Wat doe jij onder de douche?’
Ik krijg een knalrode kop. ‘Niets. Ik eh, zet even een muziekje op,’ verzin ik ter plekken.
‘Ah zo.’ Nou geniet van je douche.’
‘Ja, dank je.’ Ik verdwijn weer achter de deur en draai hem op slot.

O wat is het fijn om te douchen. Heerlijk! Het is al zeker vier dagen geleden dat ik een fatsoenlijke douche genomen heb. Met gesloten ogen laat ik het warme water over mijn hoofd langs mijn lijf naar beneden stromen. Za-lig. Ik neurie mee met de muziek die speelt. Ik pak een flinke dot shampoo uit de flacon die aan de muur bevestigd is en was mijn haar. Het neuriën gaat over in zacht zingen.
Ik spoel mijn haar uit en pak conditioner. Oh, dit doet me zó goed. Heel even vergeet ik waar ik ben en ik zing luidkeels mee met Lady Gaga en The edge of glory.

There ain’t no reason you and me should be alone tonight. Yeah baby, tonight. Yeah baby.’ Terwijl ik het zing besef ik wát ik zing en meteen houdt ik mijn mond. Zou Sander dat gehoord hebben?
‘Hey, waarom stop je nu? Dat klonk goed!’ Sanders stem klinkt gedempt door de deur.
Ja dus. Ik durf geen woord meer uit te brengen. Snel smeer ik mijn lijf in met douchegel, spoel mijn haar uit en stap uit de douche. De handdoeken zijn lekker zacht. Ik draai mijn haar in de kleinste handdoek en met de grote handdoek droog ik me verder af. Oh nee. Mijn tas! Mijn tas staat nog in de kamer! Wat moet ik nu doen? Ik ijsbeer heen en weer. Ik zal Sander moeten vragen of hij hem voor me wil pakken, want ik verlaat deze badkamer echt niet in alleen een paar handdoeken. No way in hell.
‘Sander?’ vraag ik met een lief stemmetje.
‘Ja?’ hoor ik aan de andere kant van de deur.
‘Ik hebben klein probleempje…’
‘En dat is?’
‘Mijn tas met kleding staat nog onder de kapstok. Ik had hem bij binnenkomst daar neergezet.’
‘Ja, klopt. Ik zie hem.’
‘Zou je hem misschien even willen aangeven?’
‘Ja hoor.’ Ik hoor een paar stappen en dan is het stil.
‘Je zult wel even de deur open moeten doen, anders kan ik je niets aangeven.’
‘O ja, haha. Natuurlijk.’ Ik voel me alweer heel erg warm worden. Een vluchtig blik in de spiegel vertelt me dat mijn hoofd inderdaad behoorlijk rood aangelopen is. ‘Ik ga de deur openmaken. Ik zou het fijn vinden als je niet stiekem zou gluren.’ Ik voel mijn hoofd nog roder worden.
‘Vanzelfsprekend. Ik zal de andere kant op kijken.’
‘Fijn.’ Ik draai de sleutel van het slot en reik met mijn arm naar buiten.
‘Alsjeblieft.’ Sander duwt de tas voorzichtig in mijn handen.
‘Dank je!’ Ik pak de tas aan en alsof ik mijn hand in het vuur stak, zo snel trek ik hem weer naar binnen. Ik draai de deur weer op slot en haal opgelucht adem.

Een paar minuten later ben ik aangekleed en kom ik voorzichtig de kamer binnen.
‘En?’ Sander kijkt me afwachtend aan. ‘Lekker gedoucht?’
‘Ja…’ Ik weet niet zo goed waar ik moet kijken.
‘Lady Gaga dus…’ Sander kijkt me onderzoekend aan. ‘Interessante tekst, vind je ook niet?’
‘Ja, haha. Toevallig.’ Ik haal mijn schouders op. ‘Ik was even vergeten dat er mensen in de buurt waren.’
‘Dus je zingt alleen als er niemand in de buurt is?’
‘Ja, eigenlijk wel.’ Ik leg mijn tas weer op de grond onder de kapstok. Jeetje, dit is ongemakkelijker dan ongemakkelijk. ‘Maar goed, ik ben heel blij dat ik even mocht douchen. Dank je.’
Sander knikt. ‘Je weet dat ik je maar een beetje zit te plagen toch?’ Sander houdt zijn hoofd scheef terwijl hij me vragend aankijkt.
‘Ja. Ja. Dat weet ik.’ Ik probeer niet al te opgelucht te klinken.
‘We zijn praktisch vreemden. We zouden echt niet de nacht samen doorbrengen, zoals mevrouw Gaga graag zou willen.’
Mijn hoofd begint weer rood aan te lopen. ‘Inderdaad. Dat zou belachelijk zijn.’ Zie je, weer die link naar een prostitué… Wat is dat toch? ‘We kennen elkaar niet eens.’
‘Precies. Je komt gewoon even bij een vreemde man douchen. Verder niets.’ Sander glimlacht.
‘Ja. Inderdaad. Niks geks toch?’ Ik speel zijn spel mee. ‘Doe ik vaker.’
‘O. Interessant! Vertel eens…’
We kijken elkaar even aan en dan schieten we in de lach.
‘Drankje doen?’ Zijn heldere blauwe ogen kijken me verlangend en afwachtend aan.
‘Ach ja, als ik hier mag douchen is dat het minste wat ik voor je kan doen.’
‘Gezellig. Op de kamer of in de bar?’
‘Doe maar hier. Mijn haar moet nog drogen.’ Dat is een perfect excuus. No way dat ik in de bar ga zitten, want die ligt naast de receptie. Ze denken al rare dingen van me.
‘Wat wil je drinken? Wijn?’
‘Eentje kan wel. Daarna moet ik over op water, want ik moet nog rijden.’
‘Prima. Een wijntje voor mevrouw komt eraan.’ Sander schenkt twee glazen wijn in. Zou die wijn standaard in de minibar zitten eigenlijk of zou hij hem speciaal hebben gekocht?
‘Op een lekker douche-ervaring.’ Sander heft zijn glas in de lucht.
‘Op een lekkere douche-ervaring.’ We proosten.