11
Onderweg naar het hotel besef ik ineens dat misschien wel diezelfde gast weer aan de receptie staat en ik besluit mijn verhaal aan Sander te vertellen. Hij lacht zich een ongeluk.
‘Ik vond het jammer dat je weg was toen ik wakker werd,’ Sander kijkt me vluchtig aan.
‘Ja, nou ik wist niet echt wat ik moest doen. Ik was bang dat je misschien gekke dingen ging denken en eerlijk gezegd wist ik niet wat ik met de hele situatie aan moest.’
‘Begrijpelijk…’ Sander knikt. ‘Het is ook niet per se normaal om bij een wildvreemd iemand te gaan douchen,’ zegt hij lachend.
‘Precies!’
Onderweg bedenken we een plan hoe we de vervelende receptiegast een lesje kunnen leren, mocht hij er weer zijn.
Na een poosje komen we bij het hotel aan.
‘Laten we eens zien of onze vriend er is,’ zegt Sander en hij trekt zijn mondhoek omhoog. Hot, hot, hot! Ik heb het al lang niet meer koud.
‘Ja!’ zeg ik als ik door de deur naar binnen kijk. ‘Hij is er.’
‘Mooi,’ zegt Sander en hij knikt. ‘Let’s do this!’
Sander loopt nonchalant naar binnen, met mij aan zijn zijde.
‘Goede avond…’ Sander kijkt extra overdreven naar het naamkaartje van de receptiegast. ‘Gijs.’
‘Meneer Benson…’ Gijs knikt beleefd, maar als hij mij ziet weet hij even niet waar hij moet kijken.
‘Gijs…’ Sander slaat een serieuze toon aan. ‘Mijn goede vriendin hier vertelde me dat ze vrij respectloos behandeld is door u en uw college de laatste keer.’ Sander laat een stilte vallen. Gijs wordt plotseling een beetje rood.
‘Ik eh…’ stamelt hij. Dit doe mij goed.
‘Ik weet niet of je weet wie ik ben, maar ik ben ervan overtuigd dat dit niet de juiste manier is om een van mijn beste vriendinnen te behandelen.’
‘Nee, sorry ik weet niet wie u bent en het spijt me dat…’
‘Google,’ onderbreekt Sander hem en hij kijkt Gijs strak aan. Gijs kijkt Sander niet-begrijpend aan. ‘Google me maar.’ Gijs schudt met zijn hoofd. ‘Ik hoef niet…’
‘Google. Ik zeg het niet nog een keer.’
Gijs loopt naar de computer en tikt iets in op het toetsenbord. Met grote ogen kijkt hij Sander aan.
Wat heeft hij in hemelsnaam gegoogeld? Wat staat er op het wereldwijde web over Sander?
‘Het spijt me meneer, ik wist niet dat…’
‘Geeft niet. Je kunt het niet weten, maar ik zou het fijn vinden dat je in het vervolg mijn dierbare met rust laat en gewoon je werk doet.’
‘Maar natuurlijk meneer Benson. Het spijt me.’ Gijs weet niet waar hij kijken moet. Nu ben ik toch wel erg benieuwd naar wat hij op internet gevonden heeft.
‘Ik geloof dat u die excuses aan iemand anders moet maken…’ Sander kijkt Gijs afwachtend aan.
‘Het spijt me mevrouw… Ik dacht niet na. Mijn welgemeende excuses.’
Ik knik. Niet goed wetend wat ik met de hele situatie aan moet. Ik had er geen idee van dat Sander blijkbaar bekend op internet is. Ik dacht dat hij voor de grap zei dat hij de hotelgast zou laten opzoeken wie hij was. Zou hij een of andere YouTube hit gescoord hebben of zo? Ik bekijk Sander. Nee, daar is hij het type niet voor.
‘Ik zou graag over een half uur een fles champagne bezorgde hebben op mijn kamer.’ Sander kijkt Gijs strak aan. ‘Tenzij dat teveel gevraagd is…’
‘Nee, nee! Natuurlijk niet meneer. Ik zorg dat er over een half uur een fles champagne bij u gebracht wordt.’
‘Mooi zo.’ Sander knikt en dan loopt hij, met mij aan zijn zijde, richting de lift. Daar wachten we geduldig – puur acteer werk op dit moment, want ik ben alles behalve geduldig – tot de lift beneden is. We stappen in en wachten zonder iets te zeggen tot de deuren sluiten.
Zodra ze dicht zijn kijk ik Sander met grote ogen aan.
‘Wat was dát? Wie ben jij? Wat staat er op internet?’
Sander lacht en oh echt, die lachrimpels maken hem zó aantrekkelijk.
‘Niets geks, mocht je daar bang voor zijn.’
‘Nou, toch wel iets indrukwekkends, want anders reageerde die gast niet zo.’ Ik blijf Sander vragend aankijken.
‘Goed, als je het per se wilt weten…’ Sander draait zich naar me toe en kijkt me aan. ‘Ik ben een van de grootste aandeelhouders van deze hotelgroep.’
‘Oh…’ Ik zet grote ogen op. ‘Juist ja.’ Ik denk na. ‘Je bent dus een beetje undercover Boss aan het spelen.’
Sander schiet in de lach. ‘Zo kun je het zien. Al staat dat niet in mijn functie-omschrijving. Ik verblijf meestal in een van onze hotels. Niet om mensen te controleren, maar ik vind het fijn om te weten waar ik mijn geld in steek.’
Godzijdank staan er dus geen gekke dingen op internet over hem.
‘Begrijpelijk.’ Ik knik.
De lift geeft aan dat we op de juiste verdieping zijn en de deuren schuiven langzaam open. Sander laat me voorgaan. Er komt plotseling weer een vreemde spanning opzetten en mijn buik voelt heel vreemd. Het borrelt en het bubbelt. Waarom ben ik toch zo zenuwachtig?
‘Dus…’ Sander opent de hotelkamerdeur en laat me wederom voorgaan. ‘Ik denk dat jij na het liggen op die koude grond wel een warme douche kunt gebruiken?’ Met een opgetrokken wenkbrauw kijkt hij me aan. Ik knik zwijgend. Mijn buik borrelt nog heviger. Het voelt een beetje alsof het hele zware vlinders zijn.
‘Gaat alles wel goed?’ Sander kijkt me bezorgd aan. Vervolgens werpt hij een blik op mijn buik. ‘Je maag lijkt van streek?’ Shit, hoort hij de vlinders ook? Zijn ze zo overduidelijk? Meteen voel ik dat ik een rood hoofd krijg. Ik heb het ook ineens zo warm gekregen. Pff…
‘Ja…’ Terwijl ik het zeg borrelt mijn buik enorm. Ik trek een verkrampt gezicht. Dit zijn geen vlinders. De vlinders hebben zich getransformeerd en voelen alsof er zware stenen in mijn maag zitten. Ik krijg buikpijn en voel enorme drang. Drang om een scheet te laten. Maar dat kan niet. Ik kan geen scheet laten in het bijzijn van Sander.
‘Weet je zeker dat het gaat? Je ziet er een beetje… eh, bleekjes uit.’
‘Ik… Het gaat…’ Mijn darmen komen in opstand. Ik moet naar de wc. En snel! ‘Ja, ik moet alleen even nodig plassen. Ik ben zo terug!’ Zonder verder iets te zeggen draai ik me om en haast me naar de badkamer. Wat er dan gebeurd is erger dan mijn ergste nachtmerrie. Mijn buikpijn explodeert. Ik zat nog maar net op tijd op de wc. Het klettert en het galmt en ik kreun bij elke steek die ik voel. Oh help. Het zweet breekt me uit. Ik ben me meer dan ooit bewust van de geluiden die momenteel in deze badkamer klinken. Ik wens van harte dat die geluiden binnen deze muren blijven, maar ik weet hoe dun de muren van deze badkamer zijn en hoe gehorig een hotelkamer is. Er is geen twijfel over mogelijk dat Sander alles meekrijgt. Alleen van die gedachten al krijg ik nóg meer buikpijn.
Er lijkt maar geen einde te komen aan deze marteling. Telkens als ik denk dat het voorbij is komt er weer een pijnlijke steek in mijn buik en klinkt er toiletpottenmuziek.
‘Cleo? Is alles goed met je?’ Sander klopt op de deur.
‘Ja, prima!’ lieg ik.
‘Het spijt me dat ik dit zo moet zeggen,’ begint Sander zijn zin. ‘Het klinkt niet alsof het goed gaat.’
De tranen staan bijna in mijn ogen van schaamte. In gedachte zie ik de vieze, stinkende lucht die ik de afgelopen veertien minuten heb geproduceerd als een groene waas onder de deur door zweven, op weg naar Sanders neus. Ik durf echt nooit meer uit deze badkamer te komen.
‘Misschien, eh… kun je even beter naar beneden gaan en die fles champagne annuleren? Ik geloof dat mijn maag dat nu niet aankan. Of was hij niet bedoeld om…’
‘Je hebt gelijk. Ik ga even naar beneden. Ik vraag ook meteen even of er post is gekomen. Ik ben over tien minuten terug, goed?’
‘Ja, prima. Tot zo.’ Ik wacht tot ik de deur dicht hoor vallen en laat opgelucht mijn schouders hangen en zucht diep. Hoe erg kan ik mezelf voor schut zetten? Dit houd je toch niet voor mogelijk? Ik durf me echt nooit meer te vertonen voor Sander. Het stinkt als de malle en ik ben helemaal bezweet. Waarom voel ik me plotseling zo slecht? Het is heus niet van de zenuwen. Zou ik iets verkeerds hebben gegeten of zo?
Voorzichtig maak ik de deur van de badkamer open. Mooi, Sander is nog weg. Ik zet snel een raam open om te luchten. Ik ruik de stank zelf al niet meer, maar ik wil absoluut geen stinklucht in deze kamer achterlaten. Poeh, over beschamende situaties gesproken… Heb ik dat weer!
Terwijl ik wacht bekijk ik de hotelkamer. Ik kijk in de kledingkast. Er hangt niet zo heel veel kleding in. Een pak, een paar nette schoenen staan onder in de kast en er hangen nog twee truien en twee broeken. Ik kijk op mijn telefoon. Er zijn al meer dan twintig minuten om sinds Sander vertrok, dat weet ik zeker. Waar blijft hij toch?