Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#12 Huisje Boompje Beestje

12

Een half uur nadat ik uit de badkamer gekomen ben, gaat eindelijk de hotelkamerdeur open.
‘Cleo?’ Sander klinkt bezorgd.
‘Ja, ik leef nog,’ antwoord ik vanuit de stoel die naast het raam staat. Ik durf hem niet aan te kijken. ‘Ik eh, het spijt me dat…’
‘Nee, nee. Daar kun je toch niets aan doen?’ Sander komt naar me toe en geeft me een tasje.
Verwonderd kijk ik op. ‘Wat is dit?’
‘Sorry dat het wat langer duurde, maar ik heb iets voor je gehaald.’ Sander knikt naar het tasje.
Voorzichtig steek ik mijn hand erin. Met een knalrode kop kijk ik naar het ding in mijn hand.
‘Ehh…’ Ik durf Sander niet aan te kijken.
‘Ik dacht, misschien nadat…’ Sander knikt naar de badkamerdeur. ‘Als je wilt douchen lijkt het mij fijner om schoon ondergoed te hebben?’ Sander krabt op zijn achterhoofd. Hij is supercute als hij zich zo ongemakkelijk voelt.
‘Dank je!’ zeg ik terwijl ik de slip weer terug doe in het tasje. ‘Dat is heel attent van je.’ Ik glimlach naar hem en gelukkig, de vreemde spanning die er hing is weg. ’Zullen we afspreken dat we het er niet meer over hebben?’
‘Daar stem ik mee in.’ Sander knikt opgelucht. ‘Dus, omdat die champagne niet door ging heb ik maar iets anders gekocht.’ Sander loopt naar de deur en komt dan terug met een bosje bloemen.
‘Alsjeblieft. Omdat je je zo slecht voelde.’
‘Oh, nou dank je. Dat had niet gehoeven!’ Bloemen! Ik heb bloemen gekregen! Zelfs als ik jarig was kreeg ik geen bloemen en nu krijg ik ze omdat ik… eh, tja, omdat ik buikpijn had.
‘Nou eerlijk gezegd wist ik niet wat ik moest en hoe lang je…eh… je weet wel.’
‘We zouden het er toch niet meer over hebben?’ Ik kijk Sander vragend aan.
‘Juist,’ Sander kijkt naar zijn voeten en wipt wat heen en weer. ‘Je moet nog douchen?’
‘Ja, ik wilde even wachten tot eh… nou je weet wel.’ Ik knik naar de deur van de badkamer. Tot het er niet meer rook alsof er een beerput opengetrokken was, denk ik bij mezelf, maar dat durf ik niet te zeggen.
‘Best moeilijk hè? Het er niet meer over hebben,’ plaagt Sander. Ik schiet in de lach.
‘Inderdaad. Laten we het zo doen: Je mag nu, eenmalig, alles zeggen wat je nog wilt zeggen en daarna sluiten we dit af. Goed?’ Afwachtend kijk ik Sander aan.
‘Dat is goed.’ Sander knikt instemmend.
‘Dus, wat wil je graag nog zeggen? En ben alsjeblieft maar gewoon eerlijk, ook als het moeilijk is om te zeggen.’
‘Goed. Ik eh, kon niet meer aanhoren wat er daarbinnen aan de hand was en dus ben ik langer weggebleven. Bovendien kwam er zo’n groene stankwolk onder de deur omhoog…’
‘Oh! Dat is niet waar!’ Ik stomp hem op zijn arm. Maar hij had wel dezelfde fantasie als ik!
‘Goed, dat is niet waar, maar het rook echt… vies…’ Sander trekt zijn bovenlip omhoog.
‘Ja, ja, ik weet het. Ik zat er midden in, oké! Anders nog iets?’
‘Dat ik het heel vervelend voor je vind dat je dit mee moest maken, want het lijkt me super ongemakkelijk. Daarom heb ik je ook een bos bloemen gekocht.’
‘Nou, dankjewel nogmaals en fijn dat we alles uitgesproken hebben.’
‘En jij dan?’
‘Eh, nou zoals je zei: super ongemakkelijke situatie. Laten we het dan nu begraven en er nooit meer over praten.’
‘Deal.’ Sander knikt. Ik knik terug.
‘Dan ga ik nu even een douche nemen.’

Een half uur later zit ik naast Sander op bed een film te kijken. Het is een comedy. We hebben echt dezelfde humor, zo blijkt wel.
Als de film afgelopen is valt er een stilte. Ik heb best wel wat vragen over zijn vrouw, maar ik durf er niet over te beginnen.
‘Luister… Even over mijn zus…’ begint Sander.
‘Je zus?’ Ik kijk hem niet-begrijpend aan.
‘Ja, Karlijn.’ Er valt weer een stilte. ‘Je hebt haar gezien in het restaurant?’
‘Oh!’ Het was zijn zus! Het was niet zijn vrouw. Het was zijn zus. ‘Ja, sorry… Ik dacht… Ik wist niet dat het je zus was…’
‘Ja, helaas wel.’ Sander rolt met zijn ogen. ‘We liggen elkaar niet echt. Ze lijkt veel op mijn moeder, dus dat verklaard het waarschijnlijk. We hebben het nooit goed samen kunnen vinden. Vroeger al niet.’
‘Ah.’ Ik weet niet zo goed waar dit gesprek heen gaat en ik weet niet wat ik met deze info moet.
‘Maar goed, ik wil mijn excuses aanbieden voor haar gedrag.’
‘Dat hoeft toch niet?’
‘Jawel, ze was onbeleefd en volgens mij heeft ze je de hele tijd aan zitten staren?’
‘O nee hoor.’ Ik schud hevig met mijn hoofd. Sander kijkt me aan en houdt zijn hoofd scheef. ‘Nou ja, misschien af en toe.’ Sander knijpt zijn ogen een beetje samen terwijl hij me nog steeds aankijkt. ‘Goed, goed.’ Ik steek mijn handen verslagen op. ‘Ze blééf maar kijken! Ik vond het heel erg ongemakkelijk!’
Sander lacht. ‘Zie je wel,’
‘Waarom deed ze dat als ik vragen mag?’ Ik kijk Sander onderzoekend aan. Hé, wat is dat? Hij lijkt ineens verlegen te worden. Zie ik dat nu goed? Krijgt hij een kleur?
‘Het zit zo…’ Sander schraapt zijn keel. ‘Je lijkt…’ Hij ontwijkt mijn blik. ‘Heel veel op mijn vrouw…’ Een hele vluchtige blik verraad het ongemak dat hij voelt.
‘Wát?’ Ik kijk Sander met een opgetrokken wenkbrauw aan. ‘Ik lijk op je vrouw?’ Zonder iets te zeggen knikt Sander. Nog steeds ontwijkt hij mijn blik zoveel mogelijk. ‘Ga je daarom met me om?’ Ik heb niet eens nagedacht over deze vraag, maar hij kwam er gewoon uit.
‘Nee, natuurlijk niet!’ Sander schiet in de verdediging en kijkt me strak aan. ‘Het is gewoon toeval!’
‘Toeval?’ vraag ik op een zo rustig mogelijk toon.
‘Ja!’ Sander trekt zijn schouders op. ‘Toen ik je bij dat koffietentje zag zitten schrok ik me wezenloos. Ik dacht dat je Josie was.’
‘Dus daarom knoopte je een gesprek met me aan! Zal wel gek zijn geweest dat ik ineens iemand anders bleek te zijn.’
‘Nee, nee. Zo is het niet. Ik zag al vrij snel dat jij Josie niet was, maar je lijkt echt enorm veel op haar.’

Ik weet niet zo goed wat ik met deze informatie moet. Heeft hij met me aangepapt omdat ik op haar leek? Wat verwacht hij eigenlijk van me?
‘Sorry… Ik geloof dat ik maar eens moet gaan.’ Ik sta op van het bed, trek mijn schoenen aan en loop naar de deur.
‘Cleo, wacht!’ Sander komt me achterna.
‘Bedankt dat ik mocht douchen…’ Zonder om te kijken loop ik de deur door en omdat ik zo in mijn gedachten zit, loop ik automatisch de trap af in plaats van de lift te pakken. Elke stap naar beneden brengt me in een soort trance. Het ritme maakt dat ik even niet nadenk. Stap, stap, stap.
Ik ben beneden. Heel even staar ik voor me uit en dan loop ik de glazen deur door. Zonder te kijken loop ik de receptie voorbij en haast me naar buiten. Ik snuif de frisse lucht op.
Ik dacht dat we het samen leuk hadden. Ik dacht dat er een klik was. Ik voelde dat tenminste wel zo, maar blijkbaar was ik alleen leuk omdat ik op zijn vrouw leek. Jeetje, wat ben ik naïef. Het zou ook veel te mooi zijn geweest als ik in mijn eerste week hier iemand tegen het lijf zou lopen. Mijn droomprins. Mijn toekomstige man en vader van mijn kinderen. Ja, ik loop hard van stapel, maar toch… Plotseling herinner ik me een artikel dat ik ooit in een vrouwenblad las. Als je te graag iets wilt, dan komt het niet. Pas als je het loslaat zul je het aantrekken. Yeah right. Het zal wel. Als ik loslaat is het over. Klaar. Punt erachter.
Ik besef me dat het een pokkeneind is om naar huis te lopen vanuit het hotel, maar het is laat en aan deze kant van de stad rijden bijna geen bussen.
Met een hoop tegenzin besluit ik de wandeling maar te maken. Veel keus heb ik niet.
Terwijl ik door de verlaten straten loop, denk ik aan Rewina. Ik mis haar zo. Ik wil haar zó veel vertellen, maar via de telefoon is dat toch anders. Ik zucht diep. Volgende week gaat het gips eraf, dan kan ze hopelijk snel weer autorijden.

Als ik na een wandeling van een dik uur eindelijk mijn eigen huis binnenstap, springen de tranen me in de ogen. Waar ben ik aan begonnen? Wat is dit voor ellende? Ik had dit huis nooit moeten accepteren. Ik probeer niet te veel naar alles in huis te kijken en vervolg mijn weg naar mijn Tiny House in de tuin. Met een zucht knip ik het lampje aan en zet mijn schoenen aan de kant. Ik trek mijn pyjama aan en kruip mijn bed in. Het is koud en wiebelig op het luchtbed. Er flitst een beeld door mijn hoofd van Sander en mij op het grote bed, lekker warm in zijn hotelkamer.
Ik lijk op zijn vrouw…pff… Dat hij maar lekker terug gaat naar zijn vrouw.
Plotseling besef ik me de morgen de materialen geleverd worden en dat brengt me in een iets betere stemming. Er gaat eindelijk iets gebeuren aan dit huis. Ik hoop dat alles soepel verloopt en dat ik snel in mijn eigen huis kan wonen in plaats van het tuinhuisje.
Met die gedachte val ik in slaap.