Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#16 Huisje Boompje Beestje

16

Sander heeft zich gisteren over mij bekommerd, nadat ik eerst de hal vol gekotst had en vervolgens was flauwgevallen. Toen ik bijgekomen was, bracht bij me naar boven en is hij bij me gebleven totdat ik in slaap gevallen ben. Het was een heftige dag gisteren. Hij begon nog wel zo normaal. Ik ging naar mijn werk. Sprak een commercial in en een deel van een tekenfilm en ging naar huis. Toen ik de straat in reed stond ineens mijn wereld op zijn kop. De brandweer heeft nog contact gehad met Sander en vertelde dat mijn leuke, schattige lampjes de oorzaak van de brand waren. De kabel was kapot en had tegen het gordijn gehangen.

Ik weet niet wat ik erger vindt… Het verhaal over Michel, dat hij er met mijn geld vandoor is, of dat mijn tijdelijke woning afgebrand is en ik een onleefbaar huis heb.
Ik voel me zó bedonderd. Zó naïef en zó pissig. Hoe durft iemand zoiets te flikken? Mijn geld is foetsie. Met het beetje dat ik nu nog over heb kan ik bij lange na niet de hele verbouwing betalen. Dat geld heeft die klootzak in zijn zakken gestoken. Nu heb ik geen huis en geen geld meer om het nog op te bouwen.

‘Thee?’ Sander staat in de deuropening van mijn slaapkamer en houdt een mok dampende thee omhoog.
‘Ja, lekker.’ Ik knik en ga rechtop in bed zitten. Sander gaat op de rand van het bed zitten.
‘Het spijt me zo, Cleo. Ik wist echt niet dat hij dit soort dingen deed…’
‘Je hoeft geen sorry te zeggen. Jij hebt niets verkeerd gedaan.’ Ik neem een slok van de thee. Ah, dat doet me goed.
‘Ik begrijp gewoon niet waar hij het lef vandaan haalt om mensen op te lichten… Ik snap het niet. Ja, hij was altijd wel een beetje een sjachelaar en hij zal vast wel eens eerder iets gedaan hebben dat niet helemaal volgens de regels gegaan is, maar dit… dit had ik nooit achter hem gezocht.’
Ik leg een arm op Sanders schouder. ‘Maak je niet druk. Het is niet jouw schuld.’
Sander zucht diep. ‘Het spijt me echt heel erg, Cleo. Echt waar.’ Sander kijkt over zijn schouder naar me en ik zie de onmacht in zijn blik.
‘Nee, dat hoeft niet. Echt niet.’ Ik glimlach kort naar hem. Zijn kleine kraaienpootjes bewegen een beetje als hij een ander gezicht trekt.
‘Luister Cleo… Ik heb vannacht nagedacht, aangezien ik toch niet kon slapen, en ik wil dat je hier blijft.’ Sander kijkt me strak aan. ‘Ik bedoel… Als je dat zou willen. Je zult ergens moeten wonen en aangezien het huis toch niet meer bewoond is…’ Sander haalt zijn schouders op.
‘Eh… Kan dat wel? Mag ik hier zomaar wonen?’
‘Technisch gezien is het nog steeds Michels huis, maar ik verwacht hem voorlopig nog niet thuis.’
‘En jij dan?’
‘Ik kan terug naar mijn hotel gaan als je dat liever wilt…’
‘Nee! Dat hoeft niet.’ Het kwam er iets wanhopiger uit dan dat ik bedoelde en ik voel de kleur op mijn wangen. ‘Ik bedoel, als je liever in een hotel verblijft mag dat natuurlijk. Anders zit je de hele tijd met mij opgescheept.’
‘Dat is alles behalve een straf hoor, mevrouw Baudelaire…’ Sander knipoogt. O hemeltje, daar komen de vlinders alweer. Hoe kan iemand zo aantrekkelijk zijn? Zijn linker wenkbrauw die hij net iets hoger optrekt dan de rechter, die kraaienpootjes naast zijn ogen en dan die lach… Oh, ik zou bijna alle ellende vergeten.
Sander komt dichterbij. Hij gaat op zijn knieën op het bed zitten en zet zijn armen aan weerszijde van mijn hoofd. Zijn warrige haar is naar voren gevallen en hangt nonchalant over zijn voorhoofd. Ik voel zijn adem op mijn wangen. Zijn ogen doorboren de mijne. Zijn lippen bewegen een heel klein beetje van elkaar weg en dan voel ik ze op de mijne. Zijn warme lippen kussen de mijne. Zacht, maar toch ook stevig. Een golf van ontlading schiet door mijn lichaam.
‘Cleo?’ Sander kijkt me vragend aan.
‘Oh, sorry! Ik eh, was even in gedachten…’ Met een knalrood hoofd draai ik richting de andere kant van het bed en ga op de rand zitten. ‘Ik eh, denk dat we het wel kunnen proberen…’ Ik probeer de fantasie gedachten van zojuist te verdringen.
‘Zeker weten?’ Sander klinkt een tikkeltje opgewerkt.
‘Ja. Laten we het erop wagen. Als het je niet bevalt kun je altijd nog terug naar je hotel,’ zeg ik grappend terwijl ik opsta en de slaapkamer uit loop. Sander volgt me.
‘Precies.’

We ontbijten samen en dan vertrekt Sander. Hij moet nog een paar dingen regelen voor de begrafenis van zijn moeder, die is morgen.
‘Ik ben tegen lunchtijd weer hier. Zullen we samen ergens een hapje eten?’
‘Ik moet werken…’ zeg ik, maar terwijl ik het zeg voel ik me weer misselijk. ‘Of ja, ik denk dat ik me ziek meld. Ik voel me niet helemaal top.’
‘Begrijp ik. Zal ik dan iets meenemen?’
‘Ja, is goed.’ Ik knik bevestigend. Sander steekt zijn hand op en loopt dan de kamer uit. Ik wacht totdat hij de voordeur dichttrekt.
Ik besluit me eerst ziek te melden en dan Rewina te bellen.
‘Wát zeg je? Wát heeft die gast geflikt? Als ik die gozer ooit tegenkom, dan verkoop ik hem er een. En niet zo’n beetje.’ Het is aandoenlijk hoe ze het zo voor me opneemt. Ik mis haar… ‘En als hij ooit thuis komt zorg ik er persoonlijk ervoor dat zijn huis er net zo uit ziet zoals dat van jou: onleefbaar!’
Ik laat haar uitrazen, want ertussen komen heeft nu geen zin.
‘Hoe gaat het met je pootje?’ vraag ik als ze eindelijk uitgeraasd is.
’Ja super goed! Heerlijk zonder gips! Ik mag volgende week al auto rijden, dus bereid je voor. I’m coming!’
‘Oh wat leuk! Ik kijk er nu al naar uit! Ik mis je zo! Er is zo veel gebeurd in zo’n korte tijd.’
‘Ja! Ik mis jou ook. Ik kan niet wachten om te zien waar je nieuwe thuis is.’ Er valt een stilte. ‘Sorry… ik bedoel…’
‘Nee, het geeft niet, ik begrijp het. Komt goed. Voorlopig is dit mijn huis. Hoe bizar ook…’
‘Oh, sorry Cleo, ik moet hangen, mijn moeder komt net binnen. Ik spreek je snel weer!’
‘Zeker en doe je moeder de groeten!’
‘Doe ik! Doei!’

Om kwart over twaalf hoor ik de voordeur. Mijn hart als een malle te kloppen. Is dat Michel? Is hij terug? Ik kijk gespannen naar de gangdeur, wachtend tot hij open gaat.
‘Goede middag!’ Sander komt vrolijk binnen stappen, maar zijn lach verdwijnt van zijn gezicht zodra hij me ziet. ‘Jeetje Cleo. Gaat het wel?’
‘Ik dacht dat je misschien Michel was. Ik werd ineens bang… Ik wist niet of…’
‘Oh, wat stom van me. Dit is niet echt een hele goede situatie waar ik je in heb achtergelaten.’
‘Nee, nee, ik besefte het pas toen ik de deur hoorde. De rest van de ochtend is dat helemaal niet bij me opgekomen.’
‘Toch… Het is niets, jij hier in het huis van mijn broer terwijl hij er vandoor is met al je geld.’
Ik sla mijn ogen neer en zucht. Hij heeft wel gelijk.
‘Weet je wat? We gaan gewoon naar het hotel. Ik zorg voor een de meest luxe kamer. Dan heb je hopelijk wat meer rust.’
‘Ik hoef geen luxe kamer.’
‘Jawel, dat is het minste wat ik kan doen…’ Sander steekt zijn hand op als teken dat tegenstribbelen geen zin heeft. Ik houd wijselijk mijn mond. Meteen belt Sander het hotel en reserveert twee kamers.
‘Zo, dat is geregeld. Zullen we de lunch hier opeten of liever in het hotel?’ Twee ogen staren me vragend aan.
‘Hier is prima.’ Ik knik en glimlach.

Na de lunch pak ik mijn boeltje bij elkaar. Veel is het niet, want de alles is afgebrand of staat in het huis. Sander heeft aangeboden te rijden in mijn auto. Hij doet alles met de taxi, maar ik zal toch een auto moeten hebben als ik morgen weer ga werken.
Onderweg zeggen we niet veel. Het ritje duurt gelukkig niet al te lang, maar ik ben toch blij als we aankomen bij het hotel. Sander checkt in. Gijs is er niet zo te zien. Misschien heeft hij wel ontslag genomen nadat Sander hem op zijn nummer gezet heeft? Ik bekijk Sander terwijl hij alles regelt met de receptionist. Hij is zo knap. Echt heel erg knap. Hoe kan het dat ik überhaupt met zo’n stuk aan de praat ben geraakt. Dit soort knappe mannen is normaal niet voor mij weggelegd. Nou ja, nu ook niet… Hij heeft een vrouw, dus ik kan alleen maar naar hem kijken, meer niet.
‘Klaar?’ Sander kijkt me vragend aan.
Ik schrik op uit mijn gedachten. ‘Eh ja!’
We stappen de lift in en ik kijk hoe de deuren langzaam dichtrijden. Mijn hart klopt harder dan gemiddeld. Ik sta in een hele kleine ruimte en er is niemand die ons kan zien… Wat nu als…
‘Weet je? Het klinkt misschien een beetje vreemd om te zeggen…’ Via de spiegel in de lift kijkt Sander me aan. Hij buigt een heel klein beetje naar me toe. ‘Maar je ruikt altijd zo lekker.’ De glimlach die om zijn mond verschijnt maakt mijn hart sneller aan het kloppen.
‘O, eh, dank je…’ zeg ik ietwat stuntelig. Ik kan niet zo goed omgaan met complimentjes. Nooit gekund ook. Ik maak me meestal snel uit de voeten als iemand me een compliment geeft, maar ik sta in een lift. Erg ver zou ik niet komen. Ik zie mezelf in de spiegel in schaam me dood. Mijn wangen zijn helemaal rood geworden, dankzij die opmerking van Sander. Ik geloof dat hij het ook ziet.
‘Heb je het warm?’ vraagt hij quasi nonchalant.
‘Ja! Haha, heel warm!’ Waarom moet ik erbij lachen? Jeetje Cleo, reageer eens een keer normaal.
Sander zet een stapje dichterbij en beweegt zijn hand richting mijn nek. Geboeid volg ik zijn beweging. Hij duwt mijn haar langzaam opzij. Als zijn vingers mijn nek raken wordt het ineens nóg tien graden warmer.

‘Misschien helpt dit…’ Sander blaast zachtjes in mijn nek. Een koel briesje zorgt ervoor dat ik kippenvel over mijn hele lichaam krijg. Niet van de kou trouwens. Ik haal schokkerig adem. Hij kan blazen wat hij wil, maar ik ga het zo never nooit koud krijgen. Alleen maar heter en heter.
Ik sluit mijn ogen en probeer me te focussen. Kom om Cleo. Het is maar wind. Net zoals wanneer je op de fiets zit. Gewoon wind. Sanders duim wrijft een keer heen en weer over mijn nek. Damn it. Dadelijk zak ik door mijn knieën.
Plotseling stopt de lift. Thank god! We zijn er. Sander laat mijn haar weer over mijn nek vallen en gebaard dat ik als eerste uit mag stappen zodra de deuren van de lift open gaan.
‘Dames eerst…’ Hij maakt een kleine buiging en ik lach vluchtig naar hem. Halleluja, wat was dat? Dit was toch geen verbeelding? Het gebeurde echt, toch? Ik betrap mezelf er soms op dat ik nogal eens iets fantaseer over Sander, maar dit was echt. Dit gebeurde echt.
‘Zo, eens kijken.’ Sander bekijkt de bordjes die op de muur tegenover de lift hangen. ‘Die kant,’ zegt hij en hij wijst naar links.
We stoppen bij kamer 505. ‘Deze is voor jou…’ Sander houdt het pasje voor de scanner en maakt de deur open.
‘Voorlopig mag jij dit je thuis noemen.’ Sander gebaard dat ik naar binnen kan lopen.
‘Wát?’ Ik sla mijn handen voor mijn mond en kijk naar de mega grote hotelkamer. Het is bijna net zo groot als mijn oude appartement. ‘Ik wist niet dat er zo’n grote kamers waren.’
‘Oh, dit is nog niets. Het is maar een vrij simpel hotel. Je moest eens weten wat voor prachtige suites er te vinden zijn.’
‘Ook hier in Nederland?’ Ik kijk Sander vragend aan.
‘Ook hier in Nederland.’ Sander knikt. Hij loopt naar de deur die zich links van mij bevindt. ‘En mocht je ooit hulp nodig hebben…’ Sander maakt de deur open en ik kijk naar een andere hotelkamer, net zo groot al deze. ‘Ik zit hierlangs…’ Met een knipoog maakt hij de deur weer dicht.
‘O!’ zeg ik verrast. ‘Dat is… eh… handig…’ Ik kijk Sander verlegen aan. ‘Of ja, ik bedoel leuk. Nee fijn. Nee… Gewoon…’ Serieus Cleo? Get it together!
‘Ik laat je even wennen aan je nieuwe huis.’ Sander legt zijn hand heel even op mijn bovenarm, knipoogt en loopt dan mijn kamer uit.
‘Dankjewel!’ roep ik nog snel.
‘Voor jou doe ik alles!’ roept hij terug en ik hoor de deur dichtgaan.
Zei hij dat echt? Zei hij dat hij alles voor me doet? Zou hij mij misschien ook leuk vinden?  Nee, dat kan niet. Zo iemand als Sander vind iemand als mij niet leuk. Ik ben ver onder zijn niveau. Ik beeld het me in. Misschien voel ik voor hem meer als een zus of zo? Of een nicht? Of gewoon een goede vriendin? Weet ik veel. Ik laat me op bed zakken. Maar waarom deed hij dat in de lift dan? Is dat normaal om te doen bij vrienden? Of familie? Of wie dan ook? Ik heb nog nooit in iemands nek geblazen omdat hij het warm had. Zelfs Rewina heb ik nooit zoiets zien doen en zij durft alles.
Verward laat ik me achterover op het bed vallen. Ohhh… dát ligt lekker!