Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#17 Huisje Boompje Beestje

De afgelopen dagen is duidelijk geworden dat er niets meer gaat gebeuren in mijn huis. De werklui die voor Michel werkte werden niet meer door hem betaald en dus werken ze ook niet verder. Dat begrijp ik op zich wel, maar dat is rot voor mij. Wat moet ik nu? Ik kan niet nóg een keer zoveel geld betalen aan iemand om alles op te knappen. Straks moet ik het huis nog verkopen…
Ik kijk nog eens naar rechts, de straat in waar Rewina vandaan zou moeten komen. Ik heb haar het adres van het hotel doorgegeven. We hebben elkaar eigenlijk niet meer gesproken sinds de laatste keer dat we belde, behalve dan om af te spreken hoe laat ze kwam en waar ze heen moest.
Dan zie ik haar kleine, groene autootje de straat in rijden. Euforisch zwaai ik naar haar. Ze heeft het gezien en zwaait terug. Ik gebaar waar ze kan parkeren en loop naar haar toe.
‘Rewina!’ zeg ik als ze uitstapt en ik omhels haar zo stevig dat ze vraagt of het iets minder mag. ‘Sorry! Ik ben gewoon zó blij je te zien. Ik heb zo veel te vertellen!’ Ik pak haar tas van haar over en gebaar welke kant we in moeten.
‘Ik ben ook blij je te zien, Cleo! Het is veel te lang geleden!’ Rewina glimlacht. ‘Eindelijk kan ik weer autorijden!’ Ze knikt naar haar been.
‘Ja, hoe is het met je been?’
‘Helemaal top. Ik mag alles doen wat ik wil, zolang ik niet te gek doe,’ zegt ze vrolijk.
‘Wat fijn!’ Ik haak mijn arm de hare en begeleid Rewina naar binnen.
‘Gijs…’ zeg ik mat als ik hem achter de balie zie staan en knik zakelijk.
‘Mevrouw Baudelaire…’ Gijs knikt zakelijk terug. Ik zie zijn blik naar Rewina glijden. ‘Mevrouw.’ Hij knikt zakelijk naar Rewina.
‘Mevrouw?’ Rewina barst in lachen uit. ‘Ik ben geen vijftig!’
Gijs lijkt niet goed te weten wat hij met die opmerking moet en richt zich op zijn computer. Ik moet stiekem lachen. Sinds Sander hem op zijn nummer gezet heeft, is hij heel erg op zijn hoede als Sander of ik in zijn buurt zijn. Hij is de beleefdheid zelve.
‘Is er nog post gekomen?’ vraag ik op een kalme toon.
‘Nee.’ Gijs schudt zijn hoofd. ‘Meneer Bankers heeft me wel gevraagd u te zeggen dat hij u samen met uw vriendin vanavond om half zeven verwacht in het restaurant.’ Gijs friemelt met zijn vingers.
‘Oké, dank je Gijs.’ Ik knik en loop met Rewina naar de lift. Rewina kijkt nog een keer om naar de balie.
‘Wat denkt die gast wel niet? Mij mevrouw noemen?’ Rewina trekt een vies gezicht. ‘Dat klinkt toch oud? Zo oud ben ik helemaal niet. Die gast… Hoe heette hij ook alweer? Gijs?’ Ik knik bevestigend. ‘Wat denkt Gijs wel niet?’ Rewina kijkt me vragend aan. O jee… Ik ken die blik.
‘Rewina…?’ Ik kijk haar met samengeknepen ogen aan. ‘Zeg me alsjeblieft dat het niet waar is!’
‘Wat?’ Rewina trekt haar wenkbrauwen en haar schouders op.
Ik rol met mijn ogen. ‘Gijs…’
‘Ja wat nu?’ Rewina kijkt me verwijtend aan. ‘Misschien vind ik het stiekem toch wel leuk als hij me mevrouw noemt. Jij bent niet de enige die mag genieten van de mannen hier in de stad.’
‘Mannen? Die gast is een stuk jonger dan jou!’
‘Boeien! Hij ziet er schattig uit.’
‘Nou, geloof me, dat is hij niet. Je weet toch wat ik je verteld heb over wat hij tegen me gezegd heeft?’
‘Ja… Maar hij heeft ook zijn excuses aangeboden.’
‘Nadat Sander hem op zijn nummer heeft gezet ja.’
‘Excuses zijn excuses.’ Rewina haalt haar neus op. Ik schiet in de lach.
‘Ach, als het je maar gelukkig maakt…’ zeg ik en Rewina lacht ook.
Als we de hotelkamer binnenlopen krijgt Rewina zo ongeveer een hartaanval.
‘Wát? Woon jij hier?’
‘Tijdelijk…’ Voeg ik toe.
‘Hier zou ik ook wel kunnen wonen…’ Rewina loopt door de kamer en inspecteert de boel. ‘Dat vriendje van je heeft het goed voor elkaar.’
‘Sander is mijn vriendje niet.’
‘Boeien. Je wilt hem wel als vriendje’
‘Hij heeft een vrouw.’
‘Ja, in Londen… Jij kunt zijn Nederlandse vrouw zijn.’
‘Rewina!’ zeg ik ferm. ‘Zo ben ik niet!’
‘Wat? Je doet toch niets verkeerd? Jij bedriegt zijn vrouw toch niet?’ Rewina haalt haar schouders op.
‘Winnie… Kom op. Je weet dat ik zoiets nooit zou doen.’
‘Ik zeg alleen dat als die gast je gelukkig kan maken, waarom ervoor kiezen om ongelukkig te blijven?’
‘Wie zegt dat ik ongelukkig ben?’
‘Eh… de laatste keer dat ik checkte zat je behoorlijk in de shit.’
‘Ja, nou die shit is maar tijdelijk….’ Ik gebaar met mijn handen en ijsbeer heen en weer.
‘Cleo… Gun jezelf nu eens een keer iets. Je wilt altijd alles zo perfect mogelijk doen en zo braaf mogelijk zijn. Waarom? Leef in godsnaam eens een keer.’
‘Ik leef hoor! Kijk!’ Ik spring voor haar heen en weer. ‘Springlevend!’
Rewina schiet in de lach. ‘Sorry, ik wil niet me er niet teveel mee bemoeien, maar je lijkt nogal hoteldebotel op die gast en wat is er mis mee om een move te maken?’
‘Dat durf ik toch helemaal niet?’ Ik gooi mijn handen in de lucht. ‘En hij weet dat ik weet dat hij een vrouw heeft dus dat zou helemaal raar zijn.’
Rewina zucht en gaat op de rand van het bed zitten. ‘Meisje toch…’ Ik ga naast Rewina op de bedrand zitten en laat ook een zucht ontsnappen. ‘Ik ga die Gijs echt wel te pakken nemen!’
‘Rewina!’ Zeg ik geschrokken en ik sta op. ‘Doe even normaal!’
‘Ja wat nu? Ik heb ook al in geen eeuwen meer seks gehad. Die gast ziet eruit alsof hij me een gezellige nacht kan bezorgen.’
‘Ja vast…’ Ik rol met mijn ogen. Rewina pakt gewoon wat ze wil. Altijd al. Als ze een doel voor ogen heeft dan laat ze niet meer los tot ze de prijs te pakken heeft. Ik kan dat gewoon niet. Ik weet niet waarom niet, maar ik ben gewoon een mietje. Ik durf dat niet. ‘Nou, alvast veel plezier dan, wanneer het ook moge gebeuren de komende twee dagen…’ Hoofdschuddend loop ik naar de koelkast en pak een blikje drinken. ‘Jij ook?’
‘Cola, alsjeblieft.’ Rewina knikt en pakt het blikje aan.
‘Dus…’ Rewina klimt op bed en gebaard dat ik naast haar moet komen zitten. Ik plof naast haar neer op het grote bed. ‘Nu vertel maar eens hoe de zaken er hier voor staan!’
‘Prut.’ Ik zucht diep. Rewina weet het hele verhaal nog niet. ‘Het is te bizar voor woorden, maar het blijkt dus dat die gast die er met mijn geld vandoor is, de broer is van Sander.’
‘Wat?’ Rewina vliegt overeind. ‘Dumpen die handel! Het zit vast in de familie!’ Heel even denk ik dat ze het meent, maar de lach die tevoorschijn komt na een paar seconden verraad dat ze maar een grapje maakt.
‘Sander was er net zo kapot van als ik. Misschien nog wel erger. Hij schaamde zich voor de daden van zijn broer. En dan is ook nog zijn moeder overleden…’
“Je hebt gelijk, dat is niet niks. Hoe is hij eronder?’
‘Ik heb hem sinds hij me deze kamer heeft laten zien eigenlijk niet echt meer gezien of gesproken.’
‘Appen jullie niet?’ Rewina kijkt me verbaasd aan.
Heel even laat ik een stilte vallen. ‘Ik heb zijn nummer niet.’
‘Wat zeg je me nu? We leven in 2023 hoor! Ik kan het nummer van de Paus krijgen als ik wil!’ Rewina kijkt me verontwaardigd aan. ‘Meen je dat echt?’
‘Ja, ik meen het echt. We hebben geen nummers uitgewisseld.’
‘Hm… Hij houdt vast van het renaissance tijdperk of zo. Hij is toch niet honderd jaar oud of zo?’ grapt Rewina en we moeten allebei lachen.
‘Geen zorgen, hij is nog niet grijs…’
‘Maar even serieus. Jullie hebben dus geen contact met elkaar, behalve als jullie elkaar tegenkomen?’ Rewina kijkt me afwachtend aan.
‘Inderdaad.’ Er valt een stilte. Ik hoor Rewina bijna nadenken. Ik snap volkomen dat dit haar van de wijs brengt. Dit is tenslotte heel wat anders dan een ik-pak-wat-ik-wil-en-ik-zal-het-hoe-dan-ook-krijgen-situatie waar zijn meestal mee dealt.
‘Interessant…’ Rewina wrijft over haar kin.
‘Maar voor het zelfde geld staat hij aan de andere kant van de deur naar ons gesprek te luisteren,’ zeg ik zacht terwijl ik naar de deur tegenover het bed knik. Rewina draait zich vliegensvlug naar me om.
‘Cleo Baudelaire! Wil jij beweren dat die gozer van jou al die tijd al aan de andere kant van die deur leeft?’ Rewina kijkt me met grote ogen aan. O hemel… Ik had beter niets kunnen zeggen. ‘En jij hebt nooit aan die deurknop gevoeld zeker?’ Rewina knijpt haar ogen samen.
‘Nee…’ Ik kijk zo onschuldig mogelijk naar mijn beste vriendin. Haar brein draait overuren op dit moment, dat weet ik zeker. Langzaam staat ze op. ‘Nee! Winnie, niet doen!’ Ik moet haar tegenhouden en kruip van het bed af, maar ben te lomp en de inhoudt van het blikje drinken verspreid zich over mijn kleren. ‘Shit!’ zeg ik terwijl ik het natte shirt van me wegtrek. Het is koud! Snel zet ik het blikje neer, en trek mijn shirt uit. Precies op dat moment zwaait Rewina de deur open.
Sander draait zich geschrokken om. Hij staat met de telefoon in zijn hand in zijn kamer. Zonder shirt. Holy shit. Ik besef me opeens dat ik ook midden in de kamer sta. Zonder shirt. Ik duik naar links en gebaar naar Rewina dat ze de deur dicht moet doen.
‘Sorry!’ zegt Rewina tegen Sander en ze gooit de deur dicht.
‘Rewina!’ zeg ik geërgerd. ‘Wat flik je me nu?’
‘Sorry! zegt Rewina. Ze slaat haar handen voor haar mond en zet grote ogen op. ‘Ik wist toch niet dat hij daar topless zou staan?’ Dan barst ze in lachen uit. Ik kan wel janken.
‘Jij bent echt niet cool bezig!’ bijt ik haar toe.
‘Het spijt me zo, Cleo. Echt waar….’ Rewina trekt haar rechter wenkbrauw omhoog. ‘Maar oelala mama. Daar zou ik best wel eens een beschuitje mee willen eten.’ Rewina likt over haar lippen en kijkt me zwoel aan.
‘Hou op!’ zeg ik en ik wil boos zijn, maar schiet in de lach.
‘Je hebt in elk geval niet gelogen. Wat een lekker ding, die buurman van je.’
Terwijl ik naar de kast loop op een nieuw shirt te pakken probeer ik te bedenken wat voor excuus ik in godsnaam moet maken als ik Sander weer zie. Hoe verklaar ik dit?
‘Weet je? Ik denk dat ik heel even onder een drankje ga doen. Ik wil even met Gijsje-pijsje praten.’ Rewina knipoogt gemaakt naar me.
‘Ho! Wacht eens! Dat kun je niet maken! Hoe moet ik dan uitleggen wat er zojuist gebeurd is?’ vraag ik terwijl Rewina aanstalten maakt om te vertrekken. ‘Oh… Jullie komen er vast wel uit. Ik ben over een half uurtje…’ Rewina denkt na. ‘Of misschien over drie kwartier terug. Bye. Bye!’ Rewina wappert met haar hand en loopt de deur uit. ‘O. Hallo buurman!’
Bij het horen van die woorden schiet ik in de stress en begint mijn hart sneller te kloppen. Staat hij op de gang? ‘Mooie sixpack!’ hoor ik Rewina zeggen. Arg! Ik haat het als ze zo doet.
‘Buurvrouw?’ Zijn stem doet mijn hart een slag overslaan. Amper een seconde later verschijnt hij in de deuropening. ‘Oh, sorry! Ik wist niet dat… Ik dacht dat je misschien al iets had aange…’ Sander kapt zijn zin af en knikt naar me.
Paniekerig graai ik in de kast, op zoek naar een shirt. Hoe kan ik nu vergeten dat ik hier in mijn bh sta? Jeetje Cleo. Hoe ongemakkelijk kun je een situatie maken? Ik trek een shirt over mijn hoofd. ‘Misschien kan ik beter later terugkomen?’ vraagt Sander rustig.
‘Nee, nee. Ik eh, het is goed zo.’ Ik klap de kastdeuren dicht en kijk Sander aan, die inmiddels dichterbij is gekomen. Ik pers een glimlach om mijn mond en loop dan naar het raam, weg van de spanning. Er hangt een rare stilte in de lucht.
‘Luister…’ Ik zucht diep en kijk naar de fietsers die voorbij fietsen beneden op straat. ‘Het spijt me van daarnet. Rewina is altijd een beetje gek en ze luistert nooit naar me…’ Ik haal hopeloos mijn schouders op. ‘Ze wilde… Ze vond het gek dat…’ Ik stop met praten, want Sander is zó dicht bij me komen staan dat ik niet meer weet wat ik wil zeggen.
‘Stil maar. Het geeft niet. Ik begrijp het.’ Sander veegt mijn haar aan de kant en legt zijn hand achter in mijn nek. Met zijn duim wrijft hij heen en weer. Jup… er kan weer gedweild worden. Damn it… Zijn aanraking doet me bijna smelten. Ik voel de warmte van zijn hand in mijn nek sluit heel even mijn ogen. In mijn buik vliegen miljoenen vlinders kris kras door elkaar. Ik moet er bijna van giechelen.
‘Die vriendin van jou is best wel een grote blok energie, of niet?’ Sander komt nog iets dichterbij staan. Help. Iemand, bel de brandweer. Ik sta in brand! Ik voel zijn torso tegen mijn linker elleboog.
Plots zwaait de deur open. ‘Sorry!’ Rewina komt binnengestormd. ‘Mobiel ver…geten… maar laat jullie vooral niet afleiden door mij. Ga vooral door met wat jullie aan het doen waren. Ik ben weer weg!’ Rewina grist haar mobiel van het tafeltje naast de kapstok en verdwijnt weer. Ik heb inmiddels ook een ambulance nodig, want mijn hartslag is twintig keer zo hoog dan medisch verantwoord is.
Sander heeft een paar passen achteruit gedaan en schudt lachend met zijn hoofd. ‘Ze is me er eentje. Ik kan niet wachten tot vanavond om haar te leren kennen.’ Sander houdt mijn blik nét iets te lang vast, glimlacht en draait zich weer om. Ik kijk hoe zijn gestalten richting de deur beweegt. ‘Tot vanavond. Buurvrouw.’ zegt hij en trekt de deur achter zich dicht.
Oh lieve help… Hoe hij buurvrouw zei… Met een glimlach van oor tot oor kijk ik weer naar buiten, maar dan dringt het tot me door. Vanavond wordt een ramp met Rewina erbij.