Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#25 Huisje Boompje Beestje

Terwijl ik mijn broodje met hagelslag naar binnen prop, luister ik naar Rewina, aan de andere kant van de lijn. Ze heeft me gebeld om me veel plezier te wensen op de bruiloft.
‘Je weet wat ze zeggen, hè?’ Rewina laat een stilte vallen.
‘Nee? Wat zegt wie?’ vraag ik met volle mond.
‘Van een bruiloft komt een bruiloft!’
‘Eh, ja nou, niet die van mij. Misschien dat Q en Brent wel in het huwelijksbootje willen stappen…’
‘Dat zou natuurlijk ook kunnen…’ Ik hoor aan haar reactie dat ze daar zelf nog niet aan gedacht had. ‘Nou, hoe dan ook, heel veel plezier en doe geen dingen die ik ook niet zou doen.’
‘Dat is niet zo moeilijk,’ zeg ik plagerig.
‘Veel plezier!’
‘Dankjewel! Tot snel!’
‘Tot snel!’

Ik neem een slok thee en haast me naar boven. Ik trek mijn jurk aan en kijk naar mezelf in de spiegel. Toch moet ik misschien vaker jurken dragen. Dat dacht ik de laatste keer ook en ik dacht ook echt dat ik dat zou gaan doen, maar ik deed het niet.
Mijn telefoon gaat. ‘Zeg, maak eens open! Ik sta al een kwartier te bellen!’ Quinten klinkt gefrustreerd.
‘Oh, sorry, de batterij van de bel is leeg!’ Ik hang op en haast me naar beneden. ‘Wow!’ Quinten ziet er geweldig uit. Zo heb ik hem nog nooit gezien. Hij draagt altijd hele kleurrijke en aparte kleding ‘Wat zie je er netjes uit in pak.’ Ik bekijk zijn donkerblauwe, glanzende pak. Het staat hem echt goed.
‘Dank je. En jij ziet er zelf ook niet verkeerd uit dame! Als de mannen hun handen maar thuis kunnen houden.’ Quinten knipoogt.
Ik wuif zijn opmerking weg. ‘Ach jij!’
‘Je weet maar nooit wie je tegenkomt. Misschien wel je toekomstige man! Je weet wat ze zeggen…’
‘Begin jij nu ook al?’ Ik kijk Quinten verbaasd aan en zet een gek stemmetje op ‘Van een bruiloft komt een bruiloft!’
‘Ja precies! Wie zei dat nog meer dan?’
‘Rewina natuurlijk.’
‘Ah, ik zweer het, als ik niet op mannen zou vallen was zij de vrouw van mijn dromen.’
Ik schiet in de lach. ‘Dat geloof ik goed.’
‘Zal ik je haar opsteken?’ Quinten kijkt me vragend aan.
‘Ja, is goed.’ Ik ben er zelf niet zo goed in, dus eerlijk gezegd ben ik blij dat hij het aanbied.

Goed, alles zit erop en eraan. Jurk: check. Make-up: check. Haar: check. Ik ben er klaar voor.
Quinten rijdt en ik bekijk de omgeving terwijl we de stad verlaten. Het is een dik uur rijden zei Quinten, dus we hebben tijd genoeg voor onnozele praat.
‘Luister, ik moet je even waarschuwen voor mijn oom Teddy.’ Quinten kijkt me vluchtig aan. ‘Hij is een beetje vreemd en nogal een rokkenjager. Het zou me niets verbazen als hij een poging deed om je te versieren.’
Ik schiet in de lach. ‘Ah, dus jij hebt ook zo’n oom. Een van mijn ooms probeerde ooit Rewina te versieren.’
‘Oh, dus je bent wel wat gewend?’
‘Geloof me: ik kan álles handelen. Geen situatie is te gek voor mij, ik red me eruit.’
‘Nou, nog even over mijn broer….’
‘Ga je nu weer over je broer beginnen? Wat is dat toch?’
‘Nou gewoon…’ Quinten haalt zijn schouders op. ‘Hij is gewoon een naar persoon.’
‘Maar het is je broer!’ Ik kan me niet voorstellen dat als ik een broer of zus had ik hem zou haten, maar ineens doemt er een scenario in mijn brein op. Michel en Sander. Zij konden elkaar ook niet zo goed uitstaan en al helemaal niet meer na wat er gebeurd is.
‘Ach, het komt vast wel goed,’ zeg ik nonchalant en ik wuif met mijn hand. ‘Hoe heet je zus eigenlijk?’ vraag ik om van onderwerp te veranderen. Ik besef me namelijk zojuist dat ik dat helemaal niet weet. Quinten heeft eigenlijk nooit heel veel over haar verteld. Nu ik erover nadenk, vertelt hij nooit over zijn familie. Behalve dan over zijn evil broer, sinds hij weet dat ik mee ga naar de bruiloft. Vreemd.
‘Patricia.’
‘En haar man? Of ja, ik bedoel toekomstige man.’
‘Eh…’ Quinten denkt na. ‘Hij heet… Roland… Nee! Ronald! Ja, Ronald.’ Quinten kijkt een beetje nerveus in de achteruitkijkspiegel.

Na een dik uur rijden komen we bij een groot landgoed. In de verte zie ik een gebouw liggen. Het is hier echt prachtig. Er is een grote appelboomgaard en een houten schuur en aan de andere kant lift midden in een groot grasveld een prachtige vijver. Het kiezelpad dat naar het gebouw leidt is afgezet met bloempotten met boompjes waar witte linten in geknoopt zijn. Het ziet er heel erg feestelijk uit. Het kost vast een fortuin om te trouwen op zo’n locatie als deze. Het lijkt wel een film.
We mogen zelfs de auto inleveren bij zo’n mannetje die hem dan gaat parkeren.
‘Wow, dit is echt vet,’ zeg ik tegen Quinten en ik haak mijn arm in de zijne.
‘Ja.’ Quinten kijkt om zich heen. Hij lijkt zich niet zo op zijn gemak te voelen. Wat is er toch met hem aan de hand?
‘Uw naam?’ Een man met een rood jasje, zwarte broek en witte handschoenen kijkt ons om beurten aan.
‘Quinten van Hovenburgh, broer van de bruid.’
De man bekijkt een lijst. ‘Ja, Q. Van Hovenburgh. Welkom op deze speciale dag. Kijk eens, alstublieft.’ De man duwt een pakketje papieren in Quintens hand en gebaard dat we door mogen lopen. Quinten kijkt nerveus rond.
‘Gaat het wel met je? ’vraag ik.
‘Ja hoor.’ Nog steeds kijkt hij zoekend om zich heen.
Ik stop met lopen en ga voor hem staan. ‘Weet je dat wel zeker? Je gedraagt je een beetje vreemd.’
‘Nee er is niks. Ik…’ Hij is plotseling stil en zet grote ogen op. Hij kijkt naar iets achter me.
‘Quinnie!’
Ik draai me verrast om. Een lange, blonde man in een pak komt op ons af. Er staat een scheve grijns op zijn gezicht.
‘Hoi Elias.’ mompelt Quinten en zijn gezicht verstard. Oh, wacht, dat is zijn broer!
Elias steekt zijn handen in zijn broekzak en bekijkt me van top tot teen.
‘Ben je overgestapt op vrouwen? Jeetje, dit is me wel een uniek exemplaar.’ Elias laat zijn ogen langzaam over mijn lijf glijden en ik voel me zeer ongemakkelijk. Hij aait over mijn bovenarm en knipoogt. Gadver, wat een engerd. Quinten had gelijk.
‘Doe even normaal Elias. Dit is mijn beste vriendin, Cleo.’
‘Cleo. Mooie naam.’ Elias duwt Quinten aan de kant en komt voor me staan. Zijn ogen houden mijn blik vast. Hij likt over zijn lippen en knijpt zijn ogen een beetje dicht. Dan verschijnt er een scheve grijns om zijn mond. ‘Aangenaam.’ Elias steekt zijn hand naar me uit. Twijfelend pak ik hem vast. Hij brengt mijn hand naar zijn mond en kust hem terwijl hij me aan blijft kijken. ‘Misschien heb ik later het genoegen om met je te dansen of zo…’ Hij knipoogt en laat mijn hand los. Dan richt hij zich weer tot Quinten door mij de rug toe te keren.
‘Lekker wijf, die vriendin van je.’
‘Hou je kop!’ Quinten probeert er zelfverzekerd uit te zien, maar ik zie dat hij zich alles behalve dat voelt.
‘Oeh… Heb ik Quinnie boos gemaakt? Neem je het op voor haar?’ Elias draait zich om naar mij. ‘Quinten is een mietje. Waarom gaat een vrouw zoals jij om met zo’n loser?’ Elias knikt naar Quinten terwijl hij me strak aankijkt. ‘Of geil je er soms op om te zien hoe twee mannen het met elkaar doen? Zou je graag mee willen doen? Je weet wel, twee piemels om mee te spelen…’ De zelfingenomen blik op zijn gezicht maakt me kwaad en voordat ik er erg in heb stomp ik hem in zijn kruis. Elias vouwt zich kreunend dubbel en ik haast me naar Quinten.
‘Kom, we gaan,’ zeg ik gehaast en we lopen zo snel als het kan naar het gebouw dat zich rechts van ons bevindt. Ik volg de bordjes die naar de toilet leiden.
‘Gaat het?’ vraag ik als we op de wc zijn aangekomen. Ik kijk naar Quinten
‘Dat is dus mijn broer…’ zucht Quinten. ‘Klootzak eerste klas. Wat een mooie actie, dat je hem in zijn kruis stompte!’
‘Ja, nou het was niet mijn bedoeling,’ zeg ik een beetje beverig. Wie had ooit gedacht dat ik zoiets durfde? ‘Het ging vanzelf. Hij maakte me zó boos.’
‘Herkenbaar…’
‘Waarom doet hij zo tegen je?’
Quinten zucht. ‘Hij heeft het niet zo op homo’s…’
‘Ja en? Dat is toch nog geen reden om zo te doen? Of om zo tegen een vrouw te praten? Hij is echt… echt…’ Ik kom niet uit mijn woorden.
‘Vergeet hem alsjeblieft. Hij is het niet waard. Ik probeer hem vandaag zoveel mogelijk te vermijden en na vandaag hoef ik hem hopelijk heel lang niet meer te zien.’ Quinten bekijkt zichzelf in de spiegel. ’Nu weet je in elk geval waarom ik liever niet alleen naar de bruiloft wilde komen…’
Ik knik meelevend. ‘Ik ben er voor je. We gaan deze dag samen doorkomen, goed?’ Ik kijk hem via de spiegel aan en sla een arm om hem heen. Ongelofelijk dat mensen zó met andere mensen om durven te gaan!