Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#28 Huisje Boompje Beestje

Ik word wakker als er zachtjes op mijn deur geklopt wordt. De deur gaat langzaam open en Sanders gezicht verschijnt om het hoekje. ‘Thee?’ Hij kijkt me vragend aan.
‘Ja, lekker.’ Ik ga rechtop zitten en wrijf de slaap uit mijn ogen. ‘Hoe laat is het?’
Sander kijkt op zijn horloge. ‘Kwart over twaalf.’
‘Zo laat?’ Enigszins geschrokken kijk ik Sander aan.
‘Dat geeft toch niet? Je had het nodig…’
‘Is Quinten er ook?’ Ik kijk Sander vragend aan.
‘Ja, hij is beneden. We zijn vannacht hier gebleven. Quinten heeft op de logeerkamer geslapen en ik beneden op de bank. Ik hoop dat je dat niet erg vindt?’
‘Nee hoor. Fijn dat jullie zijn gebleven.’
‘En ik moet zeggen dat je iets moois gemaakt hebt van het huis! Mijn complimenten.’ Sander kijkt me amusant aan.
‘Ik heb mijn best gedaan…’ een klein lachje komt tevoorschijn.
Sander kijkt me meelevend aan. ‘Ik vind het echt heel erg naar wat je overkomen is. Ik wou dat ik iets voor je kon doen.’
Ik denk na. ‘ Dat kun je.’ Ik kijk Sander amusant aan.
‘Alles… Zeg het maar.’ Zijn blauwe ogen kijken me afwachtend aan.
‘Je kunt beginnen met mij te vertellen wat je in godsnaam op die bruiloft deed.’
Sander schiet in de lach. ‘Goed dan…’ Hij knikt naar de lege plek naast me. ‘Mag ik?’
‘Ja.’ Ik pak de mok thee van hem aan. Sander loopt om het bed heen en kruipt naast me op mijn bed. Net zoals in het hotel.
‘Ik was op die bruiloft omdat een vriend van mijn zakelijke afspraak ging trouwen en alleen die dag tijd had om een paar dingen te bespreken. Op de bruiloft…’
‘Hè? Op de bruiloft?’
‘Ja, ik vond het ook een beetje vreemd, maar goed, de klant is koning… Dus ik ging naar de bruiloft.’ Er valt een korte stilte. Sander kijkt me aan. Bovendien had ik had een afspraak met een makelaar hier in Nederland.’
Ik kijk verrast op. ‘Hoezo?’
‘Ik ben al een poosje van plan om naar Nederland te verhuizen.’
‘O.’ Ik neem een slok van de thee en probeer me zo nonchalant mogelijk te gedragen, maar vanbinnen gebeurd er van alles.
‘Er is veel veranderd de afgelopen twee jaar, Cleo.’ Sander slaat zijn ogen op naar het plafond en zucht. Dan wendt hij zich tot mij. ‘Die dag op het vliegveld…’ Hij pakt mijn hand vast. Ik voel de pijn weer die ik voelde toen ik hem om de hoek zag verdwijnen. ‘Het deed me heel veel pijn om je achter te laten, al helemaal in de toestand waarin we toen verkeerden, maar ik moest. Ik kon niet anders. Ik wilde niet een man zijn die vreemd zou gaan, ondanks de ongewone situatie met mijn vrouw. Ik zou het mezelf nooit kunnen vergeven.’ Sander slikt en lijkt na te denken. ‘Het zat me niet goed om te vertrekken zonder je antwoorden te geven en dus besloot ik die brief te schrijven in de hoop dat je misschien zou begrijpen waarom ik bepaalde dingen had gezegd of gedaan. Of juist niet gedaan.’  Sander kijkt me even kort aan. ‘Sinds de dag dat ik vertrok… Het was bijna onmogelijk om je uit mijn hoofd te zetten. Ik werd wakker met jou in mijn gedachten en ging naar bed met jou in gedachten. Ondertussen lag ik elke nacht alleen in een tweepersoons bed. Ik heb veel nagedacht. Heel veel. Zo veel zelfs dat het een poosje niet zo goed met me ging.’ Ik kijk Sander meelevend aan. ‘Om een lang verhaal kort te maken…’ Sanders zucht. ‘Drie maanden nadat ik terug was in Londen gebeurde het ondenkbare.’ Sander stopt met praten en kijkt strak voor zich uit. ‘Mijn vrouw…’ Hij slikt moeizaam. ‘Ze is overleden.’
‘O, wat erg!’ Ik sla een hand voor mijn mond en kijk hem met grote ogen aan.
‘Het is beter zo,’ Sander slikt nogmaals. ‘Ze was enorm hard achteruit gegaan en kon helemaal niets meer zelf op het einde. Ze lag aan de beademing en werd eigenlijk alleen nog door de machines in leven gehouden. Samen met haar ouders heb ik toen de beslissing genomen dat het mooi geweest was. Ze heeft me ook verteld dat ze absoluut geen kasplantje wilde worden en dat heeft ze ook opgeschreven en ondertekend toen het nog beter met haar ging.’
‘Het spijt me zo.’
Sander glimlacht. ‘Dat hoeft niet. Ze is op een betere plek.’

Voordat ik kan vragen waarom hij een afspraak met een makelaar heeft, komt Rewina de kamer binnen gevlogen.
‘Cleo!’ Ze vliegt om mijn nek en knuffelt me bijna plat. Sander pakt behendig mijn mok thee uit mijn hand. ‘Oh schat, wat erg! Hoe is het met je?’ Ze laat me los en bekijkt me. ‘Q belde me. Ik ben meteen gekomen.’
‘Wat lief. Het gaat wel,’ zeg ik en ik knik. Rewina gaat op het rand van het bed zitten.
‘O hallo Sander!’ zegt ze grinnikend als ze hem ziet zitten.
Sander kruipt van het bed. ‘Ik laat jullie even…’ Hij knipoogt, zet mijn thee op het nachtkastje en loopt dan de kamer uit.
‘Hij is er echt!’ fluistert Rewina als hij de deur sluit. ‘Q heeft me alles verteld. Hoe bizar!’
‘Ja zeg dat!’
‘Vertel! Hoe kwam hij daar terecht?’ Twee grote, donkere ogen kijken me afwachtend aan.
Ik vertel Rewina het hele verhaal. Ik begin bij het uitzoeken van de jurk tot het moment dat Sander me gerust stelde in de auto.
‘Ik weet niet veel meer van de rest van de dag. Quinten heeft de rest van de rit gereden en Sander is achter bij me in de auto blijven zitten. Ze hebben me naar huis gebracht en nadat ik een lang bad genomen had ben ik naar bed gegaan. Ik werd pas wakker toen ik zojuist thee aangeboden kreeg door Sander.’
‘Jeetje meid, wat heftig. Weet je zeker dat het wel goed met je gaat?’ Rewina kijkt me onderzoekend aan.
‘Jawel, lichamelijk ben ik oké. Er is gelukkig niets gebeurd. En mentaal… nou ja, dat zal wel even tijd kosten, maar ik kan me geen betere vrienden wensen dan diegene die ik nu om me heen heb.’
‘Kom hier jij!’ Rewina geeft me nog een dikke knuffel en laat zich dan naast me neer ploffen. Ze vertelt over wat ze de afgelopen weken meegemaakt heeft.
‘Zeg, nu ik hier toch ben,’ begint Rewina. ‘Wil ik ook graag iets vertellen.’
Ik kijk haar verrast aan. ‘Vertel!’
‘Ik heb een vriend!’ Rewina glundert helemaal.
‘Wát?’ Ik kijk haar met grote ogen aan. ‘Waarom hoor ik dat nu pas?’
‘Nou…’ Ze laat een stilte vallen. ‘Ik wilde ook settelen en een serieuze relatie en niet meer met de eerste de beste
receptionist het bed in duiken.’
‘Slimme keus!’ Ik grinnik en por Rewina in haar zij.
‘En toen kwam er een poosje geleden iemand langs bij het bejaardenhuis en tja, wat kan ik zeggen? De vonk sprong over.’
‘Wie is het? Wat deed hij daar? Hoe oud is hij? Hoe ziet hij eruit?’ Ongeduldig kijk ik naar Rewina. ‘En nogmaals: waarom heb je het niet eerder verteld?’
‘Ik wilde eerst kijken of het echt iets was. Iets serieus.’
‘Oké, oké.’ Ik steek mijn handen in de lucht als teken van overgave. ‘Maar vertel, hoe heet hij? Hoe ziet hij eruit? Hoe lang zijn jullie al samen?’
‘Hij heet Ylan, heeft donker haar en is lang en slank. Hij kwam op bezoek bij zijn oma. Mevrouw Tissen. Ze wordt volgende maand tweeënnegentig.’
‘Zo zeg, dat moet ik maar zien te halen.’
‘Ik botste per ongeluk tegen hem op toen ik met de medicijnen rond ging.’
‘Geen bloedneus?’ vraag ik lachend.
‘Nee gelukkig niet.’ Rewina lacht. ‘En ja, van het een kwam het ander.’ Rewina straalt. Ik heb haar nog nooit zo blij gezien. ‘We zijn nu een week of negen samen.’
‘Wát? Zo lang al? En mij niets zeggen!’ Ik kijk haar met grote ogen ana. ‘En wanneer ga ik hem ontmoeten? Ik moet hem natuurlijk ook even goedkeuren.’
‘Binnenkort, echt waar.’ Rewina knikt. ‘Eerst moet je opknappen.’
‘Ik ben niet ziek hoor!’
‘Nee, maar je hebt wel iets heftigs meegemaakt en dat kost ook tijd om te verwerken.’ Ze kijkt me meelevend aan en ik knik kort.
‘Zeg, zou je Sander misschien nog even naar boven kunnen sturen? We waren eigenlijk midden in een gesprek toen jij binnenkwam…’
‘O, wat lomp van mij! Sorry. Ja ik was gewoon heel erg bezorgd en blij je te zien. Het lijkt me echt een nare ervaring.’
‘Dat was het ook, maar gelukkig waren mijn redders in nood er op tijd bij.’ Ik knipoog naar Rewina die inmiddels opgestaan is van het bed.
‘Ik ga je vriendje halen,’ zegt Rewina plagend een ze steekt haar tong uit.

Een paar minuten later klopt er iemand op de deur. ‘Binnen.’ Het is Sander. Hij heeft een dienblad in zijn hand en er verspreid zich een heerlijke geur door mijn slaapkamer.
‘Ik ben misschien niet zo’n topkok als Brent, maar ik dacht dat je misschien wel honger had en je hebt me een keer verteld dat dit je comfortfood is…’ Sander loopt met het dienblad naar me toe en zet het voor me neer.
‘Spaghetti met frikandellen!’ zeg ik euforisch. ‘Heb je dat onthouden?’ Ik kijk Sander vol ongeloof aan.
‘Jazeker. En ik heb nog veel meer onthouden.’ Sander knipoogt en komt op de rand van het bed zitten. Hij bekijkt me zorgvuldig.
‘Wat is er?’
‘Niets speciaals.’ Zijn lachrimpel komt tevoorschijn en zijn kraaienpootjes worden duidelijker. Hij is nog even aantrekkelijk als twee jaar geleden. Misschien nog wel aantrekkelijker, nu ik hem zo lang niet heb gezien. Ik glimlach naar hem en neem dan een hap van mijn spaghetti. ‘Is het echt zo lekker?’ Met een opgetrokken wenkbrauw kijkt Sander van het bord naar mij en weer terug.
‘Hier, proef eens…’ Ik draai een paar slierten spaghetti om mijn vork en prik er dan een klein stukje frikandel aan. Sander opent zijn mond en hapt de spaghetti van de vork terwijl hij me aankijkt. Zijn kaken bewegen heen en weer en dan kijkt hij me met grote ogen aan.
‘Het is nog lekker ook!’
‘Dat zei ik toch! Niemand gelooft het ooit, tot ze het zelf proberen.’ Sander lacht. ‘Wat ik nog graag wil weten…’ Ik kijk Sander vragend aan. ‘Waarom had je een afspraak met een makelaar?’
Sander kruipt weer naast me op bed. ‘Nou, ik ben eens goed gaan nadenken over wat ik met mijn leven wilde. Ik vroeg mezelf af wat ik in Londen had. Behalve mijn baan – die ik steeds minder leuk ben gaan vinden de afgelopen jaren – had ik eigenlijk niets meer wat mij aan Londen bond, nadat mijn vrouw was overleden. Waarom blijven?’ Sander haalt zijn schouders op. ‘Dus ik schreef een paar plekken in de wereld op waar ik heen zou kunnen gaan en waarom ik daar eventueel naar zou kunnen verhuizen.’
‘O, wat stond er allemaal op je lijstje?’ vraag ik nieuwsgierig.
‘Parijs: romantisch, maar druk.’ Sander knipoogt. ’Canada: mooie natuur, heel ver weg.’
‘Jeetje, dat is inderdaad wel ver weg, ja.’
‘Australië… Idem. Maar toen schreef ik plotseling Nederland op.’ Sander kijkt me aan en knijpt zijn ogen een beetje samen. ‘Het verbaasde me eigenlijk een beetje.’
‘O? En waarom schreef je Nederland dan toch op? Wat was daar zo leuk aan?’ Ik durf hem niet aan te kijken terwijl ik het vraag.
‘Jij, Cleo. Jij was de reden om hierheen te komen.’ Sander pakt mijn hand vast. ‘Ik heb je de afgelopen twee jaar enorm gemist.’
‘Maar waarom heb je niets van je laten horen?’
‘Ik wilde je leven niet overhoop gooien. Je had het al moeilijk genoeg toen ik vertrok.’
‘Oké…  Maar toch…’
‘Ik weet het, maar ik had het idee in mijn hoofd gepland dat jij door was gegaan met je leven en je vast wel een leuke vriend had gevonden, want ik kon me niet voorstellen dat zo’n leuk iemand alleen zou blijven. En dat jullie samen gelukkig waren en zo en dat ik ook door moest met mijn leven.’
‘Nope… Fout gedacht…’
‘Ja, blijkbaar.’ Sander veegt een pluk haar uit mijn gezicht. ‘Ik ben echt blij dat ik je weer gevonden heb.’
‘Ik ook.’ Ik voel de lach om mijn mond steeds groter worden. ’Dus je bent nog op zoek naar een huis?’ Afwachtend kijk ik hem aan.
‘Ja, al is het nog niet zo makkelijk’
‘Maar… begrijp me niet verkeerd, jij hebt toch geld genoeg om een huis te kunnen kopen?’
Sander lacht. ‘Dat wil niet zeggen dat het makkelijk is.’
‘Zoek je iets specifieks dan?’
‘Misschien…’ Sander trekt zijn wenkbrauwen op. ‘Misschien wil ik in een bepaalde stad wonen. In de buurt van bepaalde dingen…’
‘Dingen?’ Ik kijk Sander met grote ogen aan.
‘Ja, een supermarkt of zo,’ grapt hij en we schieten in de lach. We kijken elkaar aan. Nog steeds. En nog steeds. Vlinders fladderen vrolijk in het rond in mijn buik en mijn hart klopt ritmisch mee.
‘Ik zou je nu heel graag willen kussen…’ Sander legt een hand op mijn wang. Zijn hand voelt zacht en warm.
‘Maar…?’ Ik kijk hem afwachtend aan.
‘Ik denk dat het niet gepast is na wat je meegemaakt hebt gisteren. Ik wil niets overhaasten. Ik heb tijd.’
‘Oké…’ Ik bijt op mijn onderlip terwijl ik hem aankijk. Ik had graag een zoen van hem gekregen, maar het feit dat hij zo bezorgd om me is doet me wel wat. ‘Wat lief van je.’
‘We hebben geen haast toch?’ Sander kijkt me lachend aan. ‘We hebben tenslotte al twee jaar gewacht…’
‘Ja, precies.’ Ik knik. Nu begint het ongemakkelijk te worden. Ineens krijg ik een idee.
‘Hey! Ik ga misschien iets heel geks zeggen, maar dit is het minste wat ik voor je kan doen na alles wat je voor mij gedaan hebt. Zou je hier bij mij in huis willen blijven?’