Ik kijk naar het gezelschap aan tafel. ‘Wat fijn dat jullie er allemaal zijn. Ik weet dat het nogal kort dag was, maar ik bedacht me gisteren hoe enorm dankbaar ik ben dat ik jullie mijn vrienden mag noemen en ik wilde graag iets terug doen voor de goede zorgen.
‘Ach, meid, dat hoeft toch niet!’ Quinten wuift met zijn hand. ‘Het was niets meer dan normaal dat we voor je zorgden.’
‘Nou, dat mag misschien wel zo wezen, maar toch wilde ik iets terug doen.’ Ik hef mijn glas omhoog. De rest volgt mijn voorbeeld. ‘Op de beste vrienden die ik maar kan wensen. Dank jullie wel voor jullie steun!’
‘Op de beste vriendin die we maar kunnen wensen!’ roept Rewina er meteen achteraan.
Het is echt een super gezellig avond en we lachen tot we de tranen over onze wangen hebben lopen. Ik heb al in tijden niet meer zo hard gelachen als vandaag.
Tegen half tien nemen we afscheid van elkaar. Rewina brengt op haar weg naar huis meteen Brent en Quinten naar huis.
‘Meid, bedankt voor de gezellige avond!’ Quinten slaat een arm om me heen en geef me een dikke zoen op mijn wang. ‘Zorg goed voor haar!’ maant hij met een zwaaiende vinger naar Sander.
‘Doe ik.’ Sander knikt.
‘Bedankt voor de gezellige avond, Cleo.’ Brent geeft me een hand en loopt dan richting Sander om hem ook een hand te geven.
‘Kom hier, tuttebel!’ Rewina klemt haar armen om me heen, zo stevig als ze maar kan. ‘Doe lekker rustig aan en laat goed voor je zorgen.’
‘Komt goed.’ Ik lach naar haar. ‘Een goede reis en breng de heren heelhuids thuis.’
‘O, dat gaat wel lukken!’ Ze richt zich tot Sander. ’Zorg goed voor mijn meisje! En waag het niet om er weer vandoor te gaan!’ Rewina wijst verwijtend naar Sander en kijkt hem streng aan.
‘Ik zou niet durven!’ Sander steekt zijn handen in de lucht.
Ik loop met Rewina, Brent en Quinten mee naar de voordeur en zwaai ze uit.
Als ik terug kom in de kamer is Sander al bezig met het opruimen van de laatste spulletjes.
‘Het was echt heel gezellig!’ zegt hij terwijl hij de kommen in elkaar stapelt en ermee naar de keuken loopt.
’Dat was het zeker. Het was precies wat ik hoopte dat het zou zijn. Ik ben echt heel blij dat iedereen er was.’
‘Ga jij maar lekker even zitten, dan regel ik dit wel,’ zegt Sander en hij knikt naar de spullen die nog op de tafel staan.
‘Ben je gek! Ik help wel!’
‘Nee, nee, ik heb je vrienden zojuist beloofd dat ik goed voor je zou zogen en dus doe ik dat. Ga maar lekker op de bank zitten.’
‘O, nou eh… Oké, als je dat per se wilt.’
‘Ja.’ Sander kijkt me strak aan, maar kan zijn gezicht niet in de plooi houden en dus komen er schattige lachrimpeltjes om zijn mond te staan.
Ik plof op de bank neer met een diepe zucht. Sander is in de keuken bezig en ik zet de tv aan en zoek mijn favoriete serie op.
Niet veel later komt Sander naast me zitten. Best wel dichtbij ook.
‘Zo. Alles is opgeruimd, mevrouw.’
‘Dankjewel.’ Ik glimlach naar Sander.
‘Voor jou doe ik alles.’ Sander knipoogt. Er valt een ongemakkelijke stilte. Op de achtergrond hoor ik de mensen op tv met elkaar praten. Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen. Ik heb hem twee jaar niet gezien en ondanks dat we gisteren wel gepraat hebben, weet ik nu op dit moment ineens niets meer te zeggen.
‘Wat kijk je?’ Sander knikt naar het beeld.
‘Oh, mijn favoriete serie op het moment. Lekker romantisch en een beetje drama.’
‘Mag ik meekijken?’
‘Natuurlijk!’ Ik kijk naar Sander die zijn arm om me heen slaat. Heel even twijfel ik, maar dan besluit ik maar in het moment mee te gaan en ik laat mijn hoofd op zijn schouder rusten. Het voelt onwerkelijk, maar tegelijkertijd fantastisch. Ik kruip nog een beetje dichter tegen hem aan. Ik kijk wel naar mijn serie, maar krijg totaal niet mee wat er zich afspeelt voor mijn ogen. Ik ben alleen maar bezig met Sander. De plekken waar onze lichamen elkaar raken. Die plekken voelen warm. In mijn buik fladderen een hoop vlinders rond en rond. Ik zou het liefste voor altijd zo blijven zitten.
Uiteindelijk is mijn serie afgelopen en valt er een stilte in de woonkamer.
‘Leuke serie,’ zegt Sander.
Ik ga verzitten, want mijn lichaam is scheef gegroeid, maar ik weigerde om eerder uit zijn armen te kruipen.
‘Ja, vind ik ook.’ Ik lach naar hem. Sander lacht terug.
‘Dus…’ Sander wrijft met zijn handen over zijn bovenbenen en richt zich dan tot mij. ‘Wonen we nu officieel samen?’ Zijn blauwe ogen kijken me vragend aan.
‘Eh, ja ik denk het wel,’ zeg ik een beetje stuntelig. Ik voel mijn wangen rood kleuren en slik moeizaam. ‘Gek hè?’
‘Een beetje,’ geeft Sander toe. Weer valt er een stilte.
‘Ik denk dat…’
‘Ik ga denk ik…’ We beginnen tegelijk met praten. ‘Jij eerst.’ Sander knikt.
‘Nou, ik wilde eigenlijk zeggen dat ik denk ik maar naar bed ga. Ik ben behoorlijk moe.’
‘Ja, dat wilde ik ook net zeggen.’ Sander kijkt me met twinkelende ogen aan. We staan beide op en lopen naar de hal. ‘Wil jij eerst op de badkamer?’ vraagt Sander terwijl we de trap op lopen.
‘O, eh, ja dat is goed.’ Ik loop direct naar de badkamer en kijk mezelf aan in de spiegel. Sander woont in mijn huis. Hoe bizar is dat? Terwijl ik tandpasta op mijn tandenborstel doe, blijf ik nadenken over die zin. We wonen samen. Toch? Of ja, we wonen in hetzelfde huis. Het is niet dat we in hetzelfde bed slapen of zo. Vannacht heeft hij ook in de logeerkamer geslapen en vandaag ook. Het zou een beetje gek zijn om samen te slapen. Toch? Of niet? Ik bedoel… We weten nu zeker dat we elkaar leuk vinden, dus theoretisch gezien zouden we in hetzelfde bed kunnen slapen. Dat hebben we al eens eerder gedaan. Per ongeluk natuurlijk, maar het is niet zo dat het nog nooit gebeurd is.
Ik spoel mijn mond, ga nog even naar de wc en loop dan de badkamer uit. Als ik bij de logeerkamer kom wil ik zeggen dat Sander de badkamer mag gebruiken, maar ik zie dat hij al in slaap gevallen is op bed. Zachtjes loop ik de kamer binnen en dek hem toe met de deken.
‘Slaap lekker,’ fluister ik en met een glimlach om mijn mond loop ik naar mijn slaapkamer. Ik laat mijn deur op een kiertje staan.
Geschrokken vlieg ik overeind als ik geschreeuw hoor. Even weet ik niet wat er aan de hand is, maar dan besef ik me dat het Sander is. Ik klim uit bed en haast me naar de logeerkamer. Sander ligt te woelen en te draaien. Zijn hoofd is bezweet en hij roept dingen die ik niet kan verstaan.
‘Sander… Sander!’ Ik schud zachtjes aan zijn schouder. ‘Sander! Het is maar een droom.’
Sander stopt met geluid maken. ‘Sander?’ Ineens vliegt hij overeind, waarbij hij me een kopstoot geeft tegen mijn neus.
‘Au,’ zeg ik terwijl ik mijn hand op mijn zere neus leg.
‘Josie?’ Sander ademt snel en kijkt verwilderd om zich heen. ‘Josie?’
‘Rustig, Sander. Het is maar een droom.’ Ik probeer hem gerust te stellen. ‘Ik ben het, Cleo. Rustig maar.’ Ik wrijf over zijn rug. Dan lijkt hij ineens bij zinnen te komen en kijkt me verward aan.
‘Het was maar een droom,’ zeg ik nogmaals. ‘Alles is goed. Ik ben er.’
Sander zucht diep en begraaft zijn hoofd in zijn handen. ‘Het spijt me.’ Hij zich nogmaals. ‘Ik heb zo nu en dan nog wel eens nare dromen. Meestal gaan ze over mijn vrouw…’
‘Het spijt me.’ Sander draait zijn hoofd weg.
‘Je hoeft geen het spijt me te zeggen. Je kunt er niets aan doen.’ Ik wrijf nog steeds over zijn rug. ‘Het is niet niks wat jij hebt meegemaakt.’
Sander draait zich weer naar me toe en zet grote ogen op. ‘Cleo!’ Hij wijst naar mijn neus. ‘Je hebt een bloedneus!’
Verward kijk ik hem aan en voel aan mijn neus. Er loopt inderdaad iets uit mijn neus. Ik had het helemaal nog niet in de gaten. O nee hè. Mijn hele pyjama zit vol bloed. En de deken van Sander.
‘O, ja, je gaf me net een kopstoot.’
‘Echt waar?’ Sander kijkt me geschrokken aan. ‘Wat erg! Sorry!’
‘Geeft niet, je deed het niet expres. Je was nog aan het domen.’
‘Het spijt me echt Cleo.’ Sander grijpt naast hem naar iets op het nachtkastje. ‘Hier, alsjeblieft.’ Hij overhandigd me een zakdoek. ‘Even goed dichtknijpen daar boven.’
Ik volg zijn aanwijzingen op en zo zit ik een tijdje met een zakdoek onder mijn neus.
‘Ik geloof dat dit Karma was, denk je niet?’ zegt Sander na een poosje. Ik kijk hem niet-begrijpend aan. ’Die Timo, of hoe heette hij ook alweer?’
Ik schiet in de lach en blaas daarmee een bebloede snottebel in de zakdoek. ‘Ja, wie weet.’
Onze ogen vinden elkaar en we blijven elkaar aankijken, zonder iets te zeggen. Sander komt dichterbij en geeft me voorzichtig een zoen op mijn voorhoofd. ’Laten we maar proberen om nog een beetje te slapen…’
‘Ja…’
Ik wil aanstalten maken om op te staan, maar Sander grijpt zachtjes mijn pols. ‘Zou je… misschien bij me willen blijven?’ Hij kijkt me vragend aan.
Ik glimlach. ‘Goed. Maar zullen we dan in mijn bed slapen vannacht?’ Ik knik naar het bloed dat in de deken zit. Bovendien heb ik een tweepersoons bed en slaapt Sander in een eenpersoonsbed.
Sander knikt zonder verder iets te zeggen. We lopen naar mijn kamer en stappen in bed. Ik draai me op mijn linkerzij, zoals ik altijd lig.
‘Mag ik een arm om je heen slaan?’ vraagt Sander fluisterend.
‘Ja…’ Ik glimlach terwijl ik het zeg. Sander kruipt dichterbij en ik voel zijn arm om mijn middel. Met een nog grotere glimlach val ik in slaap.