Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#3 Vrijdag

Met een zucht leun ik achterover in de bijrijdersstoel.
‘Gaat het?’ vraagt Ingrid als ze achter het stuur kruipt.
‘Ja hoor. Het is alleen erg vermoeiend met dat gips. En de kinderen waren erg druk…’
‘Got it. Gelukkig hoef je nu alleen nog maar te zitten en te genieten van het uitzicht onderweg. Niet dat hier in Nederland veel uitzicht is, maar we zijn al snel in Duitsland en daar verandert het landschap snel.’
‘Inderdaad.’ Ik knik beleefd naar Ingrid. Is het gek dat ik dit doe? Samen met een vrouw die ik pas een paar dagen ken in de auto naar Zwitserland rijden en daar drie weken in haar vakantiehuis spenderen? Is dat heel raar? Ben ik raar? Eigenlijk boeit het me niet. Alleen al het idee van rust om me heen (geen krijsende en zeurende kinderen) vond ik reden genoeg om deze onverantwoorde keuze te maken.
‘Hoe reageerde je ouders?’ Ingrid kijkt me afwachtend aan terwijl ze optrekt en de straat uit rijdt.
‘Nou, na een soort van woordenwisseling met mam, kon pap zich wel indenken dat ik niet per se bij tante Elly wilde verblijven als ik rust nodig had, maar mam nam dat nogal persoonlijk op. Uiteindelijk zei ze dat ik het maar moest doen als ik dacht dat het goed voor me was. Zij zouden wel op de kinderen passen zo lang als het nodig was. Ze zag denk ik wel dat ik het nodig had en dat is denk ik de reden dat ze uiteindelijk vrede had mijn besluit.’
‘Tja, ik kan me haar reactie ook wel voorstellen. We kennen elkaar natuurlijk nog niet echt en dan gaan we samen drie weken weg.’
‘Ja inderdaad…’ Ik staar voor me uit en zie het wegdek onder ons door glijden. Ik kan een gaap niet onderdrukken.
‘Maar mocht je eerder naar huis willen, dan kan dat hè! Voel je vooral niet verplicht.’
‘Nee, komt goed.’ Ik glimlach naar Ingrid.
‘Weet je wat? Doe jij lekker je ogen dicht, het is nog vroeg. De komende uren zien we alleen snelweg.’
‘Vind je dat niet erg?’ Ik kijk hoe Ingrid haar auto bestuurt. Ze zit er enorm ontspannen bij. Haar linker elleboog leunt tegen de deurpost en ze heeft het stuur met beide handen losjes vast. Ik zat de laatste tijd alleen nog maar gespannen in de auto. Mijn handen omklemmen het stuur meestal zo stevig dat ik pijn aan mijn vingers heb als ik uitstap.
‘Nee joh. Doe lekker en dutje. Ik maak je wel wakker als het landschap mooi wordt,’ zegt ze met een knipoog.
Goed dan. Ik sluit mijn ogen. Ik focus me op het zachtjes zoeven van de banden die over het asfalt rollen. Ik probeer te ontspannen en adem bewust rustig in en uit. Ik moet aan Phileine denken die me deze ademtechniek geleerd heeft in een van de eerste sessies. Ik kreeg een apparaatje aan mijn oor waarmee ze mijn hartfrequentie kon meten. De eerste meting was een nulmeting. Bij de tweede meting moest ik een soort balkje dat omhoog en omlaag bewoog volgen en op dat ritme in- en uitademen. De derde meting was de eyeopener voor mij. Ik moest aan een stressvolle situatie denken en niet op mijn ademhaling letten. Nou die situatie had ik al snel voor me en ik wachtte totdat Phileine me zei dat de minuten om waren. Ze liet me drie grafieken zien. De eerste was een beetje wiebelig. Beetje groen, iets meer rood, het was niet mega goed en maar ook niet super slecht. De tweede grafiek zag er heel netjes uit. Bijna alles zat in het groen. Toen kwam grafiek drie. Rood, rood, rood! Alarm! Hier was duidelijk te zien wat stress, en dus ook de manier van ademen voor een effect op je hart – en dus je gezondheid- kan hebben. Ik schrok er wel van toen ze het liet zien.
‘Zie je hoeveel effect de juiste manier van ademhalen op je gezondheid heeft?’ vroeg Phileine toen ik de grafieken gezien had. Ik heb er die dag nog heel vaak aan gedacht. Nu nog steeds wel regelmatig moet ik zeggen.

Terwijl ik rustig op de bijrijdersstoel zit, hoor ik plotseling toeteren en zie ik grote lampen flitsen. Het toeteren wordt luider en de flitsen gaan sneller. ‘Nee! Pepe!’ roep ik uit en ik schrik wakker.
Met een hartslag die abnormaal hoog is kijk ik verwilderd om me heen. Ingrid kijkt me geschrokken aan. Ik kijk naar buiten. We rijden nog.
‘Tanja, gaat het?’ Met grote ogen kijk ik haar zwijgend aan. ‘ Het was een droom. Rustig maar.’
Ik kijk nogmaals om me heen en dan pas besef ik waar ik ben en met wie. Met een zucht laat ik de spanning ontsnappen en tegelijkertijd voel ik tranen opkomen. Ik wil ze tegenhouden, maar ik kan het niet. Dan maar jankend naast Ingrid zitten. Snikkend probeer ik Ingrid duidelijk te maken dat er niets aan de hand is. Dikke tranen rollen over mijn wangen. Ingrid zet haar knipperlicht aan en we rijden naar de parkeerplaats waar we toevallig net bij in de buurt waren.
‘Tanja, gaat het met je?’ Ze legt een hand op mijn schouder. ‘Kan ik iets voor je doen?’ Nee-schuddend veeg ik mijn onophoudelijke voorraad tranen weg, maar er blijven maar nieuwe komen. ‘Laat het er maar uit. Dat is beter dan opkroppen.’ Ingrid wrijft over mijn rug.
‘Ik wilde niet… Het is alleen dat… Ik …’
‘Sst… Stil maar, het is goed. Je hoeft je niet te verantwoorden. Soms moet je gewoon huilen.’
Ingrid laat me uithuilen en ik doe mijn best het niet langer te laten duren dan nodig. Na een paar minuten merk ik dat ik rustiger word en houden de tranen op. Ik snik een paar keer en haal zo diep mogelijk adem. Ik probeer mijn ademhaling regelmatig te krijgen en na een paar keer diep in en uit ademen lukt het eindelijk om enigszins tot rust te komen.
‘Sorry…’ zeg ik beschaamd terwijl ik met mijn mouwen over mijn wangen veeg.
‘Nee, dat wil ik niet horen, sorry! Je moet je nooit excuseren voor je emoties. Laat ze maar lekker losgaan.’ Ingrid kijkt me aan met een glimlach om haar mond. ‘Het is goed dat je het eruit laat.’
‘Ik schaam me gewoon een beetje… We kennen elkaar amper en ik heb een breakdown.’
‘Ach weet je… Dat boeit mij nou echt totaal niet!’
Ze zegt het zo grappig dat ik wel moet lachen. Ik mag haar echt.
‘Wat zeg je ervan als we heel even een luchtje snuiven hier?’ Ingrid knikt naar de parkeerplaats.
‘Ja, dat is misschien wel een goed plan.’ Ik knik instemmend en maak aanstalten om uit te stappen, maar wordt me dan ineens weer bewust van mijn roze been. Oja, dat…