Ik heb me geïnstalleerd op de picknickbank bij de parkeerplaats. Ingrid is al aan haar derde rondje om de parkeerplaats. ‘Ik moet even bewegen,’ zei ze tegen me. Alhoewel ik hier prima zit, zou ik ook best wel willen lopen, maar dat wordt voorlopig niets. Ik zal mijn vakantie voornamelijk zittend door moeten brengen.
Mijn telefoon maakt een geluidje en ik haal hem uit mijn zak tevoorschijn. Het is Pim.
Hoi mam. We hebben goed geslapen. Anna en Lucas hadden gisteravond ruzie, maar opa heeft het snel opgelost. Waar ben je nu? Ik ga zo naar school. Doei.
Met een glimlach kijk ik naar het bericht. Hij is zo verstandig. Twaalf jaar inmiddels. Echt al een grote jongen. Ik zie hem nog voor het eerst naar school gaan, met zijn groene rugzak met dino’s erop. Nu gaat hij gewoon al naar de middelbare school. Jeetje, ik word oud…
De tweeling is ook al groot, maar zitten duidelijk nog in een hele andere fase. Logisch want ze zijn pas acht en ze kunnen elkaar zó enorm dwars zitten. Pff, ik word al onrustig als ik eraan denk.
Hoi lieverd. Fijn dat je goed geslapen hebt. Ik moest al vroeg opstaan. Ik ben nu in Duitsland. Ik denk dat het nog drie of vier uurtjes rijden is. Ik stuur je een berichtje als ik er ben, oké? Doe je Anna en Lucas de groeten? En opa en oma? Veel plezier op school. Dikke kus, mama.
Het duurt niet lang of ik heb al een bericht terug.
Je krijgt de groeten terug. Doei!
Ik sluit de berichten app af en staar voor me uit. Ik voel me enorm schuldig over het feit dat ik mijn kinderen achterlaat, maar elke vezel in mijn lijf zei tegen me dat ik er even tussenuit moest. Na een kort, maar duidelijk gesprek snapte de kinderen het wel en hadden ze zelfs zin om op een “lange vakantie bij opa en oma” te gaan.
Zelfs Phileine vond het een prima plan, als ik wel beloofde de brief te schrijven en ze wilde elke week een face-time gesprek inplannen, dus dat hebben we maar gedaan. Overmorgen is mijn eerste gesprek, dus ik moet wel nog aan de bak met die brief…
‘Alles goed?’ Ingrid komt licht hijgend langsgelopen. Ik knik. ‘Is het oké als ik nog één rondje maak?’ vraagt ze terwijl ze op de plaats blijft lopen.
‘Ja hoor, ga je gang.’ Ik knik instemmend. Ingrid knikt dankbaar en loopt verder. Ze is vrij fit geloof ik. Ik was na anderhalf rondje op haar tempo waarschijnlijk al zwetend op het bankje geploft.
Mijn telefoon maakt weer een geluidje. Het is een herinnering in mijn agenda.
‘Shit,’ zeg ik terwijl ik naar het scherm kijk. Morgen zou Esteban jarig zijn… De knoop in mijn maag heeft zich mega snel gevormd en ik voel me een beetje misselijk worden. Veertig zou hij zijn geworden. Hij zei altijd dat hij dan een groot feest zou geven…
Ik probeer de beelden die mijn hoofd vullen weg te drukken, maar ze doen hun uiterste best om toch op te komen. Ik schud met mijn hoofd, maar het helpt niet echt.
‘Gaat het wel met je?’ Ingrid kijkt me bezorgd aan. Is ze nu alweer rond?
‘Eh, ja…Nee… Ik eh…’ Ik kijk naar mijn telefoon en sluit de agenda app af. ‘Ik herinnerde me net even iets, maar het is goed, zullen we verder gaan?’ Ik ben zo goed geworden in niet praten over dingen waar ik niet over wil praten dat ik er misschien wel een Oscar voor zou moeten krijgen. Zelfs bij Phileine zeg ik soms gewoon dingen waarvan ik weet dat ze ze wil horen. Niet per se bewust, maar ik weet gewoon wat ik moet zeggen zodat het lijkt dat het beter met me gaat. Meestal dan. Soms heb ik een mini breakdown , maar ja, dat is logisch volgens haar. Ik heb tenslotte veel meegemaakt de afgelopen jaren.
‘Weet je het zeker?’ Ingrid kijkt me onderzoekend aan terwijl ik aanstalten maak om op te staan.
‘Jep, op naar Zwitserland!’ zeg ik overdreven blij en ik pak mijn krukken en kom overeind.
We rijden al een poosje over de snelweg en het is stil. Ingrid en ik praten niet zoveel. Ik weet eerlijk gezegd ook niet zo goed wat ik moet vertellen. Ik ken haar helemaal niet goed.
Ik weet ook niet of ik…
‘Goed, ik ga je mijn levensverhaal vertellen, want ik kan niet meer tegen deze stilte. Of je nu wilt of niet, je zult het moeten aanhoren.’ Ze kijkt kort naar me en knipoogt. Ik knik glimlachend terug. Eindelijk geen stilte meer.
‘Ik ben geboden in een boerendorp met vijfhonderd inwoners. Ik woonde met mijn oudere zus en jongere broertje op een boerderij. Mijn vader was melkveehouder. We hadden zo’n honderdtwintig melkkoeien. Er was echter één koe, Greetje, en dat was mijn favoriet. Ze had iets speciaals. Ik kan het niet uitleggen, maar we hadden een band. Ik zocht haar elke dag op en gaf haar hooi en soms iets lekkers. Toen mijn vader ziek werd, was het voor mijn moeder onmogelijk het bedrijf draaiende te houden. Bovendien werd duidelijk dat mijn vader niet meer beter zou worden en ze wilde het bedrijf niet alleen runnen. Ze verkochten de boerderij en we verhuisde naar een huisje een paar dorpen verderop, zodat we dichter bij het ziekenhuis woonde. Mijn vader overleed driekwart jaar na de verhuizing. Ik was toen veertien jaar oud.
Na de middelbare school ging ik een patisserie opleiding volgen en leerde Anton daar kennen, mijn ex. We waren stapelgek op elkaar en gingen al tijdens onze studie samenwonen. Mijn moeder vond dat niet zo’n goed idee, maar na de dood van mijn vader was ik vrij rebels geworden en had ik schijt aan alles en iedereen. We kochten een appartementje en daar spendeerde we de eerste twee jaar van ons leven. Anton vroeg me ten huwelijk op mijn negentiende. Ik zei natuurlijk ja. Hij regelde een grote bruiloft en een prachtige huwelijksreis naar Hawaii. Mijn leven leek wel een droom. Toen we terugkwamen van Hawaii, reden we niet naar ons vertrouwde appartementje, maar naar een huis aan de rand van een dorp waar ik nog nooit van gehoord had. Het huis was prachtig, maar lag wel redelijk afgelegen.
‘Kunnen we hier ons gezinnetje gaan stichten,’ zei hij met een grote glimlach om zijn mond. Het klonk als muziek in mijn oren, want ik wilde graag een gezin en hij ook, dat had hij al vrij snel nadat we elkaar leerde kennen verteld. We verhuisden binnen drie weken nadat we van onze huwelijksreis terugkwamen…’
Ingrid slikt en kijkt afwezig naar de weg. Ze knippert een paar keer snel met haar ogen. ‘En toen begon de ellende…’ Ik hoor haar stem breken, maar ze houdt zich groot. Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen en aarzel. Kom op, ik zie dat ze het moeilijk heeft. Ik moet iets zeggen… maar Ingrid begint weer met praten.
‘Hij veranderde binnen no time van de liefde van mijn leven in een monster. Hij sloot me soms op op onze slaapkamer. Ik mocht alleen naar buiten als hij erbij was. Mijn vriendinnen zag ik nog amper, daar zorgde hij wel voor en als ik ze zag was dat bij mij thuis en zat hij in dezelfde ruimte. Ik had totaal geen privacy meer. Ik mocht het douchegordijn niet dicht doen als ik douchte, de deur van de wc moest openblijven en hij had overal camera’s opgehangen, voor als hij weg was, zodat hij alles kon zien wat ik deed.’
‘Jeetje Ingrid…’ Verbaasd kijk ik haar aan. ‘Wat heftig.’
‘Hij was niet altijd zo, weet je?’ Ze kijkt me vluchtig aan en kijkt dan weer naar de weg. ‘Hij was lief, attent, vrolijk, deed alles voor me, maar ineens… ineens werd hij een monster.’ Er loopt een dikke traan over Ingrids wang.
‘Wil je liever even stoppen?’ Ik leg een hand op haar onderarm.
‘Nee, het gaat wel,’ zegt ze en ze rijdt verder terwijl ze goed op de weg let. ‘Op het moment dat we trouwden was ik zijn bezit geworden, zei hij toen ik eens vroeg waarom hij zo deed. Ik was van hem en niemand anders. Hij zorgde ervoor dat mijn wereld steeds kleiner werd. Toen ik helemaal niemand meer om me heen had begon hij mij ook lichamelijk te mishandelen. Hij sloeg me als ik iets zei wat hem niet beviel. Soms sloot hij me op en gaf me een hele dag, of soms twee, niets te eten. Dat was mijn straf omdat ik niet deed wat hij wilde.’
‘Ik weet niet wat ik moet zeggen…. Hoe ben je bij hem weggekomen?’ vraag ik voorzichtig.’
‘Op een avond was hij uit geweest met vrienden en was hij zó dronken thuisgekomen dat hij in slaap viel op de bank. Hij was vergeten de sleutels in de kluis te leggen, waar hij ze normaal altijd in legde zodat ik er niet bij kon. Ik zag mijn kans en ben gevlucht. Ik ging direct naar mijn moeder en huilde twee dagen lang.’
‘Heb je aangifte gedaan?’
‘Ik durfde niet… Ik durfde al geen scheiding aan te vragen, laat staan aangifte doen, maar mijn moeder heeft net zo lang gepushed tot ik akkoord ging om van hem te scheiden. Anton ging door het lint toen hij het hoorde en stond schreeuwend bij mijn moeder voor de deur. Uiteindelijk heeft het bijna twee jaar geduurd voordat ik eindelijk van hem verlost was. Hij greep elke kans om het proces te bemoeilijken en het heeft me een hoop stress, ellende, en geld gekost, maar ik ben inmiddels vrij van die klootzak. Tijdens het hele proces van de scheiding heb ik wel mooi een succesvol bedrijf opgebouwd. Dat was mijn afleiding in de strijd die eeuwig leek te duren, maar ik kon me daar helemaal in verliezen. Het is mijn redding geweest.’
‘Ik ben echt sprakeloos. Het spijt me zo voor je.’
‘Jij kan er niets aan doen.’ Ze glimlacht kort naar me. ‘Ik was misschien te naïef. Misschien had ik al die tijd wel oogkleppen op en zag ik in het begin alleen de leuke dingen.’
‘Nee, niet jezelf de schuld geven! Het is niet jouw schuld.’
Ineens begint Ingrid hardop te lachen. Ik kijk verbaasd op. ‘Twee vrouwen met een hoop issues op weg naar Zwitserland.’
‘Inderdaad…’ Ik knik bevestigend.
‘Voel je overigens niet verplicht om te vertellen wat jouw is overkomen, maar ik wilde graag dat je het wist, anders bleef ik ermee rondlopen, snap je?’
‘Ja, ik begrijp het. Ik wil je op zich wel vertellen wat er allemaal is gebeurd, maar niet vandaag, oké?’
‘Helemaal goed, meid. Anders wordt het ook nog een emotionele reis ook nog! We moeten genieten van het landschap. Kijk daar eens!’ Ingrid wijst naar een grote berg iets links van ons. ‘We komen in de buurt.’