Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#5 Vrijdag

Wát? Is dit Ingrids “huisje” waar ze het over had? Krijg nou wat. Het is een mega luxe, hypermodern gebouw. Meteen voel ik een rilling over mijn rug lopen. Het vakantiehuisje van Ingrid doet me denken aan de eerste keer dat ik Pepe’s huis zag. Daar was ook veel glas gebruikt, net als hier. In gedachten verloren staar ik naar het huis.  Ik zie weer hoe ik boven op hem belandde toen hij me wilde helpen met uitstappen en hoe zijn hond op ons af kwam rennen en ik doodsangsten uitstond. Uiteindelijk heeft hij me geholpen mijn angst voor honden te overwinnen. Ik volg Pepe terwijl hij een rondleiding geeft door zijn huis. Het alsof ik weer in Spanje ben, in zijn huis. Ik hoor hem praten en ik voel de warmte die ik altijd voelde als ik bij hem was. En die eerste nacht samen! Wie had ooit gedacht dat ik zoiets zou doen, maar het was magisch. Ik heb sindsdien nog vaak aan die nacht gedacht.
‘Aarde aan Tanja?’ Er waait een hand voor mijn blikveld langs.
‘Hè wat?’ Ik knipper met mijn ogen en kijk Ingrid vragend aan.
‘Zo, zeg, jij zat ver weg. Ik heb je drie keer gevraagd of ik moest helpen met uitstappen.’
‘Oh, sorry!’ Ik draai me naar haar toe en til mijn roze been uit de auto. Ingrid pakt me bij mijn bovenarm en trekt me omhoog terwijl ze met de andere hand een kruk vasthoudt.
‘Dank je. De rest lukt wel,’ zeg ik vriendelijk en ik snuif de berglucht op.
‘Lekker hè?’ Ingrid volgt mijn voorbeeld. ‘Er gaat niets boven de heerlijk schone berglucht.’
‘Je had wel eens mogen zeggen dat dit een villa is en geen vakantiehuisje,’ grap ik.
‘Ja nou… Ik wilde niet aso overkomen of zo. Soms schrikt het mensen af als je zegt dat je veel geld hebt en een grote villa in Zwitserland.’ Ingrid knipoogt.
‘Nou, ik ben wel wat gewend…’ Ingrid kijkt me verrast aan. ‘Ik heb een aantal jaar in een villa in Spanje gewoond,’ zeg ik vluchtig en dan maak ik me uit de voeten voordat ze verder kan vragen. Heel snel gaat dat niet met die krukken, maar mijn bedoeling is duidelijk, want Ingrid vraagt niet door.
‘Ik zal je spullen wel even naar binnen dragen. Denk je dat het lukt om boven te komen?’ Ingrid knikt naar de paar treden voor het huis.
‘Ik ga het proberen en anders gil ik wel,’ zeg ik terwijl ik richting de trap loop. Het zijn drie treden, breed en diep. Moet lukken. Oké, ik geef toe dat het moeilijker is dan ik dacht, maar ik weiger hulp in te schakelen. Ik moet al zoveel hulp vragen. Na een beetje stuntelen lukt het me eindelijk om het obstakel te overwinnen en voldaan laat ik een zucht ontsnappen als ik boven ben. Dat heb ik maar mooi even geklaard.
‘Ah, het is gelukt zie ik.’ Ingrid zeult twee grote weekendtassen met zich mee. ‘Ik zal de deur even openmaken.’ Ze tast in haar jas en pakt er een sleutelbos uit. ‘Zo, kom binnen!’ Ingrid gebaard dat ik als eerste binnen mag lopen. Of ja, strompelen… 

 

Ik strompel de hal in en als ik bij een glazen deur met een zwart, stalen frame kom, laat ik mijn gewicht er tegen rusten en een fractie later ontsnapt er een gilletje en lig ik op de grond.
‘Tanja! O mijn god. Tanja!’ Ik hoor Ingrid roepen en hoor haar snelle passen in de hal. ‘Gaat het met je?’
‘Alles goed!’ Ik steek mijn duim omhoog.
‘Dat is dus een klapdeur…’ zegt Ingrid droog en ik barst in lachen uit. Ingrid ook. Ik lig dubbel (letterlijk) van het lachen. Het doet gewoon pijn in mijn buik. O nee, wacht, dat is de kruk waar ik op lig. Ingrid trekt me overeind.
‘Au… Ik wrijf over mijn buik. ‘Misschien toch een beetje ongelukkig terechtgekomen…’
‘Kom, ga zitten!’ Ingrid pakt me bij mijn arm en begeleid me naar een grote, crèmekleurige bank. ‘Hier, kijk eens. Zo ja.’ Ingrid laat me zakken en met een zucht plof ik in de bank. Hij is verrassend zacht, maar niet zo zacht dat je te ver doorzakt. Perfect eigenlijk.
‘Blijf jij maar zitten waar je zit, anders maak je nog meer brokken. Ik pak alle spullen wel en breng ze naar boven.’ Ik knik. Ingrid is echt super fit. Maar goed dat ik niet kan lopen, want als we zouden gaan wandelen zou ik haar nooit bij kunnen houden.
Ik neem alles in me op. Vanuit de bank kijk ik door een galzen pui naar buiten en recht tegenover me bevind zich, aan de overkant van het dal, een grote berg. Het is een adembenemend uitzicht. Ik kijk om me heen. Er staan niet veel spullen hier, het is erg minimalistisch, maar niet kaal of kil. Het is heel rustgevend. Ik voel me ook ineens heel rustig nu ik hier zit. Alsof er een deken van rust en ontspanning over me heen valt. Heerlijk.
Ik bekijk de kamer, maar kan alleen nergens een tv ontdekken. Of zou die ergens in de muur verstopt zitten of zo? Of zou dat schilderij een tv zijn? Dat kan tegenwoordig ook al.
Ik besluit Pim een berichtje te sturen.

Ik ben er! Hoe was het op school? Verder alles goed?
Ik mis jullie nu al! Dikke kus!

Het is waar. Ik mis mijn kinderen. Maar ook weer niet. Ik mis hun persoontjes, maar niet het geruzie en geschreeuw, met name van de tweeling. Ze kunnen echt het bloed onder mijn nagels vandaan halen, maar nu lijkt dat zo onwerkelijk.

Ik ben ook net thuis. Heb bij Jasper huiswerk gemaakt. We eten macaroni vandaag. Je krijgt de groeten van oma en opa.

Ik glimlach. Wat een heerlijke vent. En wat fijn dat hij bij Jasper huiswerk heeft gemaakt. Als weet ik wel waarom. Pim wordt soms ook helemaal gek van de tweeling en dan kan hij zich niet concentreren op zijn huiswerk en wordt hij ook boos. Toen heeft hij zich bedacht dat hij beter huiswerk kan maken bij een vriendje en dat is nog leuker ook. Er zal vast ook gegamed worden, maar ik ben blij dat hij het zo aanpakt.

Goed gedaan met je huiswerk. Alvast smakelijk. Ik weet nog niet wat we eten. 

Ik krijg geen bericht meer terug. Hij heeft het vast druk. Het geeft ook niet. Ik geniet verder van de rust.
Plotseling hoor ik luid geklap achter me. Het is Ingrid. Ze klapt drie keer in haar handen en er begint een muziekje op de achtergrond te spelen en er gaat verlichting aan.
‘Jeetje zeg. Wat een luxe!’ Ik kijk haar met grote bewondering aan. Ze heeft het echt gemaakt. Ik weet toevallig dat dit soort systemen heel erg duur zijn. Pepe wilde er ook voor kijken, maar ik vond het onnodig om zoveel geld uit te geven om een paar keer te klappen. Ik kan ook wel zelf de lamp aanmaken of een muziekje opzetten.
‘Is dit de FancyClappII van Icoony?’ vraag ik luchtig.
Ingrid kijkt me verbaasd aan. ’Hoe weet jij dat?’
Ik haal nonchalant mijn schouders op en lach. ‘Oh gewoon…’
‘Nou zo gewoon is dat niet, hoor. Vertel!’
Shit, wat moet ik nu zeggen? Ik heb nog geen zin om haar alles te vertellen. Nog niet. Misschien morgen als ik goed uitgerust ben.
‘Mijn zus zit in die business…’ lieg ik. Ik haat liegen, maar ik kan nog even niet de waarheid vertellen.
‘Ah,’ Ingrid kijkt me met samengeknepen ogen aan. ‘Oké…’ Dan vouwt ze haar handen samen en kijkt me serieus aan. ‘Even iets anders… Wat wil jij eten vandaag? Noem het maar en ik zorg dat het goed komt.’
Ze overvalt me een beetje met de vraag en ik denk goed na. Ik merk de gedachten die in mijn hoofd opkomt wel op, maar ik wil hem negeren. Ik wil dit namelijk niet aan elkaar koppelen, maar voordat ik er erg in heb floept het uit mijn mond… ‘Spareribs graag.’
‘Verrassende keus, maar komt helemaal in orde mevrouw,’ zegt Ingrid plechtig en ze maakt een buiging. Ik moet lachen. ‘Kan ik u iets te drinken aanbieden terwijl u wacht?’ gaat ze verder in haar rol.
‘Een glas water graag.’ Ik knik beleefd. Ik speel wel met haar mee.
‘O, alweer een verrassende keuze. Ik zag u meer als iemand voor een glas rode wijn, maar water is prima.’
‘Nou alleen als u zelf ook neemt,’ zeg ik een beetje bekakt.
‘Maar natuurlijk, komt in orde mevrouw.’ Ingrid maakt weer een buiging en loopt dan weer weg.
Ze is echt grappig en helemaal mijn type mens.