Ik word wakker van een geluid dat ik niet herken en draai me om.
‘Oh sorry, maak ik je wakker?’ Het is Ingrid die om het hoekje bij de deur kijk. Ik moet even moeite doen om me te herinneren waar ik ook alweer ben en waarom. Oja, Zwitserland natuurlijk.
‘Ik wilde alleen even komen kijken of alles goed was met je, aangezien het al half twaalf is…’
‘Half twaalf?’ Ik wrijf vermoeid in mijn ogen. Hoe kan het half twaalf zijn?
‘Ja, half twaalf. Vandaar dat ik even wilde checken of je nog in orde was…’ Ingrid zet een stap naar binnen. ‘Is alles goed met je?’
Ik draai me op mijn rug en kan een grote gaap niet onderdrukken. ‘Jawel, alles goed, ik kon alleen niet slapen vannacht,’ zeg ik nog half gapend.
‘Last van je tanden?’ Ingrid staat inmiddels naast mijn bed en kijkt me vragend aan.
‘Een beetje.’ Ik gaap nogmaals en ga dan overeind zitten. ‘Ik heb een brief geschreven aan Pepe.’ Ingrid kijkt me verrast aan.
‘En hoe ging dat?’ vraagt ze op een rustige toon.
‘Eigenlijk een stuk beter dan ik dacht. Die psychologen weten toch wel wat goed voor me is,’ grap ik. Ingrid schiet in de lach.
‘Dat mag ik hopen, ja,’ zegt ze en ze knipoogt. ‘Hopelijk heeft het je geholpen.’
‘Ik denk het eigenlijk wel…’ zeg ik terwijl ik erover nadenk. Ik denk echt dat het geholpen heeft. Het voelde goed om de dingen die ik wilde zeggen of vragen op papier te zetten. Alsof ze nu minder ruimte in mijn hoofd innemen en ik een stuk helderder kan denken. Phileine zal blij zijn dat ik de brief al af heb. Oh, wacht… Phileine… Dat is vandaag!
‘Shit, ik heb over een kwartier een afspraak met mijn psycholoog!’ Ik kijk Ingrid met grote ogen aan. ‘Hoe zit mijn haar?’
‘Ehhh….’ Ingrid trekt een beetje een vreemd gezicht.
‘Dat zegt genoeg!’ Ik wil uit bed springen, maar dan pas besef ik dat mijn been in het gips zit. Stom gips ook. Ingrid geeft me de krukken aan die naast het bed staan en helpt me overeind.
Terwijl ik richting de deur strompel zie ik mezelf in de spiegel. Oei, Ingrids reactie was niet overdreven. Het lijkt wel alsof iemand een half uit elkaar gevallen vogelnest op mijn hoofd gegooid heeft. Hoe ga ik dat zo snel fixen? En ik moet me ook nog aankleden.
‘Denk je dat je psycholoog het heel veel uitmaakt hoe je erbij zit?’ Ingrid kijkt me vragend aan. Ik ben verrast door haar opmerkzaamheid. Het lijkt wel alsof ze gedachten kan lezen.
‘Hoe bedoel je?’ vraag ik terwijl ik naar naar badkamer strompel.
‘Je lijkt je helemaal perfect te willen presenteren…’
‘Eh, ja ik kan er toch niet zo bij gaan zitten? Dan denkt ze meteen dat het heel slecht met me gaat.’
‘Hoe weet je dat?’ Ingrid volgt me op de weg naar de badkamer.
‘Ja, dat ziet er toch niet uit zo.’
‘Maar wat maakt het uit wat zij daarvan vindt?’
‘Weet ik veel? Ik wil er zelf niet zo uitzien.’
‘Precies, jij wilt alles te perfect hebben.’
Wat krijgen we nou? Is Ingrid ook ineens psycholoog of zo? Hebben ze haar ingehuurd om mij van mijn fiets te rijden en daarna onder het mom van: ik voel me zo schuldig ga je met me mee naar Zwitserland? hier te krijgen om mij te monitoren en te bepalen hoe gek ik eigenlijk ben? Dat zou wat zijn.
‘Laat me nu maar even,’ zeg ik en ik maak de deur van de badkamer snel dicht voordat ze nog iets kan zeggen. Ik mag toch zeker zelf wel weten hoe ik erbij wil zitten met een online sessie met mijn psycholoog. Ik voel me er gewoon niet goed bij als ik als een onverzorgde kanarie achter dat scherm zit. En sowieso zie je er op beeld altijd slechter uit dan in real life. Althans dat is mijn mening. Daarom hebben die acteurs ook altijd zoveel make-up op.
Ik probeer het vogelnest op mijn hoofd te temmen, gooi snel een make-upje op en twee minuten voor aanvang ben ik klaar. Als ik de badkamerdeur openmaak schrik ik. Ingrid staat er nog steeds.
‘Ik wilde je even succes wensen,’ zegt ze terwijl ze naar mijn haar en make-up kijkt.
‘O, nou dank je.’ Ik strompel weer naar mijn slaapkamer en net voordat ik de deur dichtdoe draai ik me om naar Ingrid. ‘Ik denk dat ik een klein uurtje werk heb, zullen we daarna samen iets eten?’
‘Prima,’ Ingrid knikt. ‘Ik zorg voor iets lekkers. Succes met je gesprek.’
‘Dank je,’ zeg ik nogmaals en ik doe de deur dicht. Zo, precies op tijd. Ik pak mijn laptop en leg hem op bed. Dan klim ik zo goed en kwaad als het kan met dat stomme been op het bed en zet de laptop op mijn schoot. Ik log in op de online omgeving, maar het duurt lang voordat ik in het systeem kan komen. Heel lang… Geërgerd kijk ik naar de tijd. Het is al zevenenveertig, shit ik ben te laat. Ik probeer nogmaals in te loggen. Weer lukt het niet. Ik pak mijn telefoon en zie dat er wel ontvangst is. Ik probeer het nogmaals en nogmaals. Nu begin ik me te ergeren. Het is inmiddels al vijftig en nog steeds ben ik niet online. Wat zal Phileine wel niet denken? Dadelijk denkt ze dat ik het vergeten ben, maar dat is helemaal niet zo. Ik kom gewoon niet in het systeem. Ik voel mijn hart steeds een beetje sneller kloppen en ik beweeg mijn vingers heen en weer alsof ik Wibi Soerjadi ben die een concert speelt op zijn piano. Kom op, nog één keer proberen. Alle kanaries nog aan toe, eindelijk lukt het me om in te loggen en tot mijn verbazing is Phileine nog niet online. Wachten op host staat er in beeld. Er ontsnapt een diepe zucht uit mijn mond. Zie je, dat overkomt mij nou altijd. Ik zit helemaal te stressen dat ik te laat ben en vervolgens is de andere helft nog later… Al die stress om niks. Ik adem diep in en blaas de lucht langzaam uit. Ik moet weer rustig worden en adem nog een keer in. En uit. En precies als ik in een nieuwe diepe inademing zit komt Phileine online. Ik schrik en verslik me in mijn eigen inademing. Hoestend en proestend maak ik een teken dat ik in orde ben.
‘Sorry, ik verslikte me,’ zeg ik vluchtig als ik weer kan praten.
‘Geen probleem. Excuses dat ik een beetje later ben, mijn vorige gesprek liep iets uit.’
‘O, dat geeft niet hoor. Ik heb toch niets te doen.’ Phileine kijkt ietwat moeilijk naar het beeld. Heb ik iets geks gezegd? ‘Hoor je me nog?’ vraag ik voor de zekerheid.
‘Ja, ja, ik hoor je prima.’ Er staat nog steeds een frons op haar voorhoofd. ‘Zeg, sorry dat ik het vraag, maar is er iets met je gebit?’
‘Oh!’ Ik sla snel een hand voor mijn mond. Door alle stress wat ik helemaal vergeten dat ik een tand mis! O nee, wat zal ze wel niet denken? Wat stom dat ik daar niet eerder aan gedacht heb, dan had ik het alvast kunnen zeggen. ‘Ja, een ongelukje gehad, maar dat komt wel goed.’
‘Jeetje Tanja, je hangt van het ongeluk aan elkaar geloof ik…’
‘Ja nou ja, soms wel ja…’ Ik lach met mijn lippen op elkaar gedrukt. Ik vertel haar in het kort over mijn ongeluk en Phileine kan een lachje niet onderdrukken.
‘Sorry, ik lach je niet uit, maar ik zie helemaal voor me hoe het is gegaan. Maar het komt dus goed zeg je?’
‘Eh, ja, helemaal goed!’ Ik knik bevestigend.
‘Maar goed. Vertel eens. Hoe is het met je? Hoe is het in Zwitserland?’
‘Eh, nou buiten dat ongelukje wel goed. Het is hier prachtig. Ik baal wel een beetje van dat been, want ik kan zo weinig ondernemen nu.’
‘Begrijpelijk, maar misschien is het juist wel goed voor je, nu je een soort van verplichte rust moet nemen.’
‘Ja, wie weet…’ Ik haal mijn schouders op. Zou het toch een complot zijn?
‘En hoe voel je je?’ Ik háát die vraag inmiddels. Ik voel me gewoon klote. Klaar. Meer kan ik er niet van maken. Niet dat ik dat zo ooit tegen iemand zou zeggen, maar het is wat het is.
‘Oh, ja wel oké.’
‘Hm, wel oké…’ Aan haar herhalende antwoord te horen trapt ze er niet in.
‘Ik heb de brief aan Pepe geschreven,’ zeg ik snel om te voorkomen dat ze verder gaat vragen.
‘Echt waar? Wat goed!’ Yes, het lukte. Ik heb haar op een ander onderwerp gebracht. ‘Ging het makkelijk of had je moeite met het schrijven van de brief?’
‘Nou, eerlijk gezegd ging het me vrij gemakkelijk af. Alsof het allemaal ineens uit mijn hoofd stroomde…’
‘Mooi, mooi…’ Phileine laat een stilte vallen. ‘En hoe voelde het toen je de brief geschreven had?’
Ik laat ook een stilte vallen en denk na. Hoe voelde dat? ‘Eh, wel fijn denk ik…’
‘Denk je dat?’
‘Ja, nou… dat voelde zo. Alsof ik me niet meer zo druk hoefde te maken over al die vragen die ik nog had en nu kon ik de dingen die ik wilde zeggen ook zeggen.’
‘Goed zo. Fijn dat je het zo ervaart.’ Phileine knikt tevreden. ‘Luister, ik zal het niet al te lang houden vandaag. Je moet tenslotte ook genieten van de rust, dus tenzij je nog vragen hebt, wil ik het voor vandaag hierbij laten.’
‘Oké.’ Ik knik verrast. Nu al?
‘Ik wil je wel graag volgende week weer spreken en dan zullen we iets langer nodig hebben dan nu, is dat oké?’
‘Ja hoor, helemaal goed.’ Ik knik bevestigend.
‘Mooi zo, dan zie ik je volgende week!’
‘Is goed!’
‘En geen ongelukjes meer nu!’ Grapt Phileine.
‘Ik doe mijn best! Doei!’
‘Doei!’ Phileine verbreekt als eerste de verbinding. O, nou dat is wel heel snel. De snelste sessie ever! Ik klap mijn laptop dicht en denk nog even na over het kortste gesprek dat ik ooit met haar gevoerd heb. Ik denk ook na over de stress die ik had voordat het gesprek begon. Het moet echt eens afgelopen zijn met dat drukmaken om niks.